Gewoon zo’n dag

Apenheil…apenheul…

doorPosted on 0 Comments4min. leestijd34 gelezen

Bij het instappen van de auto sneed de wind al door mijn vijf lagen kleding. Naïef dacht ik dat ik later op de dag wel gewoon in mijn shirtje zou eindigen. Want de zon scheen. En we reden richting Apeldoorn. Een rit van ruim een uur is wat veel gevraagd van mijn eigen kibbelende apen. Dus ik was blij dat we het hadden overleefd. Blij sjorde ik de kinderen uit de auto. We waren er.
‘Is dat nou de apenbeul?’ vroeg Luc. Of zei hij nou wat anders?
Ik heb volgens mij ja geknikt. De moed zonk me lichtelijk in de schoenen toen ik de mensaap in groten getale als een kudde schapen in de rij zag staan.
We waren niet alleen.
Gelukkig hadden we vrijkaarten en konden redelijk snel doorlopen.
Zo het apenbos in. Weer eens wat anders dan het sprookjesbos.

Apenheul aapjes
Zag ik daar een buggy? Wegwezen…

Vooraf was Luc bang voor het idee dat de apen los zouden lopen, maar de doodshoofdaapjes klinken enger dan dat ze eruit zien. Drommen mensen negeerden de uitleg dat je ze niet mag aaien. Zelfs Luc deed een poging.
Alleen waren de kleine beestjes gefocust op buggy’s. Geef toe, daar valt meestal wel wat aan etenswaar in te vinden. Half uitgekotste koekdrap, daar doet een aapje een moord voor. Weet ik nog van toen Lina klein was. Denk dat ze zo’n 1,5 jaar oud was, toen ze snikkend op mijn arm naar een aap op haar kinderwagen wees: ‘ISSE MIJ’.
Ze keek ook nu op haar hoede rond. Luc vond het machtig mooi. Harm schoot achter elkaar apenfoto’s. Ik zocht een uitgang. Allemachtig, wat deden al die mensen hier? Hadden ze niets beters te doen op hun zondag?
Claustrofobisch naar adem happend, werkte ik me door de mensenmassa. Op zoek naar lucht. En naar zon.
Ik snap dat apen moeten kunnen slingeren, maar zoveel bomen neerzetten dat ze de zon volledig blokkeren, is gewoon wreed. Daar had ik niet op gerekend. Niemand eigenlijk. Ik zag iedereen ineen gedoken in hun te dunne jassen.
Bij ons tweede eetmoment bestelde ik een erwtensoep. Luc vroeg om een ijsje. Lik maar aan je bevroren snottebel.
Mijn paarse knokkels had ik in mijn vestje gewikkeld, dus ik kon echt niet op mijn horloge kijken. Harm vertelde me dat het één uur was. WAT? Zo vroeg pas? Wat erg.
Ik was totaal niet geïnteresseerd in de apen. Ik hopte van zonnestraal naar zonnestraal, met Lina in mijn kielzog. Soms staarde ik daardoor naar een veld waar geen beest te zien was en kwamen er mensen bij staan, want wat zou ik aan het bekijken zijn? Zucht.
Wippend van de ene op de andere voet wachtten we totdat de deuren voor de show (lees Gorilla’s voedertijd) open gingen. Ik hoorde mensen gnuivend voorbij lopen ‘dan gooien ze een krop andijvie en dan is het klaar’. Het zal toch niet. Ik bad voor een plekje in de zon. Dat hadden iets teveel mensen gedaan. Wildvreemden klommen bij elkaar op schoot om maar een glimp van de warmte op zich te voelen. Die aantrekkingskracht hebben vreemden niet op me, dus belandde ik uiteindelijk op de betonnen trap. Waar de kou op zijn gemak door mijn bilpartij mijn botten in trok. Maar het was het waard. Er kwam geen andijvie aan te pas.
De grote apen kwamen al borstkloppend het veld op gerend en vochten een beetje of slingerden aan een tak. Er was zo’n schattig kleintje bij, die heel stoer begon te stoeien met zijn grote broer. De rangorde was meteen duidelijk. Een Bokito achtig beest dat Jambo bleek te heten ging heel demonstratief in het midden van het veld tegen een boomstronk aan liggen. Hij krabde wat aan zijn kruis en kwam alleen in beweging wanneer hij de kans had een stuk wortel van één van zijn zes vrouwen of kinderen af te pakken. Het is nationale meisjesdag Apenkop! Maar iedereen schikte zich in zijn lot en kreeg genoeg te eten. Wij gingen ook weer op zoek. Maar hoe ik mijn handen ook probeerde te warmen aan een kartonnen bekertje thee, het werkte niet. Ook niet dat we in het holst van het bos in het pikkedonker in een speeltuin stil zaten met een gierende wind om onze oren. Je hebt wat over voor je kinderen.
Volgende keer gaan we in de zomer. Als iedereen aan het werk is. Nu huppelde ik bijna naar de auto. Die had de hele dag wel vol in de zon gestaan. En omhelsde me als een warme deken.
Luc draaide zich nog een keertje om en ja ik hoorde het toch echt goed, terwijl hij zwaaide naar de uitgang, ‘dag apenlul, dahaag’.

Deel

Zomer indoor

doorPosted on 0 Comments3min. leestijd13 gelezen

Het is dat het zo’n prachtige herfstige ‘zon’dag is, dat we ons laten vermurwen om naar zo’n indoor speelhol te gaan. Luc zeurt hier elk weekend om.
De laatste dagen zijn we best veel thuis geweest Lucje en ik, dus we gunden hem dit pleziertje. Onszelf gunden we iets anders.
Nou zijn er echt wel verschillen hoor tussen al die terreurhallen. We proberen ook vaak een wat luxere variant uit te kiezen, waar we nog iets van daglicht te zien krijgen. En ze niet alleen friet en kannen limonade serveren.
Harm trok me over de streep met plaatjes van mooie gecapitonneerde zwarte leren banken en een disco bowlingbaan.
Dat je hier bij binnenkomst zo voorbij loopt en mag plaatsnemen in een aftands ingerichte speelkeet, was een letterlijke domper.
De bedompte lucht valt het beste te beschrijven als oude muffe zweetsokken gedrenkt in kinderpis. Alsof ze die sokken voor blowers hingen te drogen en de geur zo constant je gezicht in bliezen.
Nee, nee dat klopt niet.
Er waren echt geen blowers. Dat had ik geweten. Nu kwam ik zuurstof te kort. En als een vis op het droge hapte ik constant naar lucht. Je weet nu welke lucht. Het erge is, je went eraan.
En past je aan aan je omgeving. Je legt je sokken lekker op tafel en krabt de schilfers van je kop en rolt eens lekker over de grond. Je verschuift daarbij wel wat vale bevlekte vloerbedekking tegels. Maar geloof me, dat valt niemand op.
Luc rent in zijn hemdje, met zijn tong op zijn knietjes en een snottebel opsnuivend richting de gekleurde speeltoestellen. Hij gedijt hier prima.

Harm bewerkt foto’s op zijn laptop en na mijn huiswerk, lees ik 6 edities aan Grazia’s. Ik ben weer helemaal op de hoogte omtrent de meest stompzinnige diëten en de vetes en liefdeslevens van Jennifer, Taylor en Sylvie. Mijn dag is weer goed.
Wanneer Lucje zich snikkend in onze armen wierp, hoorden we dat er een achterbaks jong Luc plaagde en hem tot bloedens toe krabde, werd het tijd om de ruimte te verlaten. Ik wilde de zoolafdruk van mijn ballerina inclusief vastzittende steentjes  achterlaten op het gezicht van het rotzakje.
Bij de bowlingbaan ontdekte ik dat de onderkant van de bowlingschoenen waarschijnlijk beter tegen zijn harses zouden kletsen.
Maar ik moest toch echt mijn gedachten verzetten.
Want ging ik echt mijn blote voeten in die oncharmante stappers steken? In één keer erin schuiven over het wrattensap van mijn voorgangers voet?
Niet aan denken. Niet aan denken. En al helemaal niet aan ruiken.

Na het bowlen onszelf verwend met een roze Magnum. We hebben het verdiend. Niet snugger om het op te eten in het speelhol, want de luchtvochtigheid was inmiddels gestegen. Bij binnenkomst voelde het alsof je een klamme zweetwashand in je gezicht kreeg gesmeten, waar net een hond mee was gewassen.
De behoefte aan frisse lucht werd groter en groter.
We renden het pand uit.
Eenmaal buiten ademden we diep in.
We hadden alleen niet gezien dat daar een haag van rokende mensen stond.
Wat een heerlijke frisse zomerdag in Nederland!

Deel

Dag 3 Vakantie Turkije

doorPosted on 0 Comments3min. leestijd13 gelezen

Ken je het gezegde ‘honger maakt rauwe bonen zoet’? Lulkoek natuurlijk, want rauw zijn die dingen kneiterhard en bijt je er je vullingen op kapot. Het gaat om het idee erachter.
Zo heb ik er dan ook nog eentje.
Slaap maakt elk bed comfortabel.
De eerste avond had je me dubbelgeklapt in de kast kunnen parkeren en dan had ik daar ook heerlijk geslapen. Maar gisteravond plofte ik neer op het bed en kwam ik tot de ontdekking dat ze vergeten waren vering in het matras te stoppen.
Dus in plaats van dat mijn kont wegzakte in het matras, ramde ik nu mijn ruggengraat door mijn fontanel.
Laat ik je vertellen dat ik me al één week per maand een overrijpe beurse meloen voel en me dan alleen maar in een zachte hoop kussens wil vleien. Nu voelde het alsof ik mijn verbrande zak botten op een steen liet vallen.
Hoe ik me ook draaide, alles deed zeer.
Heb je een klein beetje een idee hoe ik deze ochtend begon.

Ondanks de martelbank waar ik op lag, was opstaan ook niet aanlokkelijk. Ik was gebroken.
Maar het was toch echt tijd voor ‘handdoekje legje’.
Er hingen nu dan wel bordjes in de lift dat het verboden was je handdoek een uur onbemand neer te leggen, ik was benieuwd of mensen zich daar ook echt aan gingen houden.
Bij het zwembad aangekomen bleken de mensen inderdaad ineens massaal Oost-Turkish-blind te zijn.
We sleepten twee eenzame bedjes van heinden en verre en maakten er een stelletje van. En eerlijk is eerlijk, wij maakten er ook echt de hele dag gebruik van. In tegenstelling tot de ontbrekende mensen naast ons. ’s Ochtends hebben ze een uurtje gezwommen en de rest van de dag werden hun bedjes alleen bemand door handdoeken. Kijk, dat vind ik nou asociaal. Daarom heb ik de handdoeken maar gewoon meegenomen. Kost ze 10,- borg. Het zal ze leren.

Van tevoren heb ik natuurlijk alle reviews uit mijn hoofd geleerd (oké bijna, ik heb een document gemaakt met tips) en de Bazaar was een echte aanrader. Ik rook de kruiden, bijzondere thee en Turkse pizza al bijna. Misschien kon ik er nog iets van lokaal handwerk scoren.
Vol goede zin zetten we de wandeling in. Om aan te komen bij een kluwen marktkramen vol dezelfde nep merkkleding. Een deceptie. Maar flexibel als ik ben, heb ik gewoon kleding gekocht in plaats van kruiden.
Luc was er gauw klaar mee.
Op de hoek stond een ijstovenaar iedereen te prikken met een ijsstok en kinderen duwde hij de ijsjes in het gezicht. Echt toveren was het niet, maar de kinderen genoten.
En de tovenaar bleek beter dan we dachten. Uren later toverde hij de citroen ijsbrokken bij Lina om in diarree.
Dacht ik deze nacht beter te slapen dankzij een extra aangebrachte toplaag om onze matras, stak de ijscoman er een stokje voor. De lul. Mijn arme meisje voelde zich zo beroerd. Na twee aspirines viel ze gelukkig na een uur weer in slaap.
En ik? Ik visualiseerde dat ik die zogenaamde magiër een ijstang in zijn reet duwde.
Met een glimlach om mijn mond viel ik uiteindelijk in slaap.

turkije ijstovenaar

Deel

Dag 2 Vakantie Turkije

doorPosted on 0 Comments3min. leestijd10 gelezen

Na een verkwikkende douche (letterlijk door de ongewenste wisseldouches) spoorde ik de kinderen aan om zich klaar te maken voor het zwembad. Maar door de televisie op hun eigen kamer waren mijn smeekbedes aan dovemans oren besteed.
Ik besloot Luc een handje te helpen.
Toen ik hem in zijn zwemshortje hees, viel me op dat de muur in hun kamer iets minder wit was als de dag ervoor.
Luc moet gedacht hebben, we hebben thuis al genoeg witte muren, laat ik die op vakantie eens opvrolijken.
Met tekeningen van een soort kerstcadeautjes.
Nou ik weet al wat hij dit jaar in zijn pakje vindt onder de boom. Een gum.

Bij het zwembad gebeurde verder weinig bijzonders. Maar uiteraard zijn er altijd zaken die mijn aandacht trekken.
Zoals de twee vrouwen met hoofddoek. Ze hadden een compleet lycra pyamapak aan in de meest vreselijke vale kleur paars. Ik had met ze te doen. Misschien was het wel hun eigen keuze om zo’n wanstaltig plakpak aan te trekken, maar de starende blikken wennen waarschijnlijk nooit.
Dus keerde ik gauw mijn hoofd af.
En zag alweer wat anders waar ik je deelgenoot van wil maken.
Stel je voor. Je zit in een peuterbadje op het randje. Met je voeten in het warme piswater en je handen op het rooster achter je. Qua ooghoogte zit je dan dus precies verkeerd. Alle overhellende buiken en te strakke zwemslips glijden dan voorbij je ogen.
Zo keek ik ineens recht tegen een clit piercing aan.
Fier stak hij door de goedkope fluorescerende bikini. Ieder zijn ding, maar ik had het niet hoeven zien.
Later vroeg ik me af of ik het wel goed gezien had. Ja, ze zat onder de tattoos en haar oranjebruine huid stak mooi af bij haar perioxide haar, maar wie weet was dit stereotype gewoon enorm opgewonden. En groot geschapen.

Sushi in TurkijeOm 16.00 uur sloot blijkbaar op donderdag het zwembad.
Heel de boel werd verbouwd en versierd. En vanaf 19.00 uur kon je daar dan buiten eten. Lekker knus. Met nog 500 man. Waarmee je eerst in een rij werd gedrukt.
Nou worden wij standaard al jeukerig van rijen en al helemaal als je niet eens weet waarop je staat te wachten. Ik besloot te gaan kijken. Sushi. Dat stemde Lina vrolijk. Dat voelt toch gewoon een beetje als de Efteling. Lang wachten voor 2 minuten plezier.

Luc en ik besloten een buffet op te zoeken zonder rij. We kwamen daarbij langs complete beeldhouwwerken van doorgekweekte meloenen. Ik had zo’n honger dat ik er ter plekke wat decoratieve happen uit heb genomen.
In mijn ooghoek zag ik taart. Met het meloensap druipend van mijn kin voelde ik mijn stemming opknappen. Lange tafels vol zoete lekkernijen stonden op me te wachten.
Op vakantie gooi ik altijd de woorden gezond en verantwoord overboord, dus kon ik best aan mezelf verantwoorden om een bord vol suikerbommen op te scheppen.
Misschien omdat mijn verwachtingen te hoog waren, vielen de desserts me tegen. Overal zat dezelfde soort room in en alles droop van het suikerwater/honing/plakkende zoete drap.
Jammer.

turkije toetjes
Het leek zo lekker

Harm was ook geïrriteerd. Omdat we lang moesten wachten. Weggestuurd waren van de plek waar we wilden zitten, want die bleek gereserveerd (zonder bordje). En Luc luisterde natuurlijk nergens naar. Die waren we uiteindelijk voor de 3e keer kwijt die dag. Uiteindelijk vonden we hem ergens bij een popcornkraam. Het was niet echt een ontspannen avond. Gelukkig nog genoeg dagen te gaan!

Deel

Dag 1 Vakantie Turkije

doorPosted on 0 Comments4min. leestijd10 gelezen

Om 2.45 uur ging de wekker.
Waarom deden we dit ook alweer? Oh ja, vakantie. Ontspannen.
Nog een lange weg daarnaartoe. De kinderen lijken op mij en slapen niet met adrenaline die door de aderen pompt. Dus toen ik Luc ‘wakker’ ging maken, keek hij me gewoon klaarwakker aan ‘wat is er?’.
Hij hobbelde achter moedergans aan richting de douche.
Douchen is mijn ‘ik-kom-weer-tot-leven’ momentje. Zoiets als wanneer een vampier weer bloed tot zich neemt. Afijn, je snapt wel wat ik bedoel.
Het liefste sta ik in alle rust onder een hete straal. Maar mijn kleine mannetje kan ik echt geen toegang weigeren. Om mezelf niet over de zeik te laten maken, mocht Luc niet met bootjes tegen mijn enkels varen of met een washand het doucheputje afdekken en op zijn glibberbillen door de douchebak heen glijden. Waardoor een overstroming onvermijdelijk is. Doordeweeks prima. Maar nu even niet.
Hij moest toch zijn energiestoten kwijt en als een sprinkhaan sprong hij om me heen. Altijd fijn als je nog wat wilt scheren.
Door de beslagen douchedeur begon nog een blij kinderhoofd tegen me te kwetteren.
Mijn spreekuur was nog niet begonnen.

Wanneer alle lijstjes zijn afgevinkt en we met precisie afgewogen koffers arriveerden op Schiphol, viel het op hoe snel we overal konden doorlopen. Daar hou ik van. Zelfs een bezoekje aan Victoria’s Secret paste nog in het programma. Niet dat ik wat heb gekocht, maar toch. Voelde goed.

De vlucht was te doen.
Ik zat naast de kinderen en Harm in het gangpad daarnaast. Dat had ik niet goed geregeld.
Luc uren verdragen in mijn vermoeide aura, was niet heel succesvol. Hij overschreed constant mijn irritatiegrens. Nu was die grens wel kleiner dan wanneer ik niet midden in de nacht ben opgestaan na een uurtje slaap, maar toch.
We dachten dat de iPad afdoende was, net als voorgaande jaren. Maar spelletjes doen is zoooo 2014.
Zonder WIFI (lees: Freek in het Wild) moest hij zich op andere manieren zien te vermaken.
Lekker met tafeltjes klapperen en de meest vreemde rijmende woorden (met altijd iets van ruk, poep, kut, tuk, snak, kak, erin) als een opgewonden kraanvogel door het vliegtuig krijsen, waren favoriet.
Ik pleit voor een apart, afgeschermd kindergedeelte met animatieteam voor alles onder de 10 jaar.
Net voor de landing kwam de stewardess nog langs met een bak vol chocolaatjes. Luc legde er zijn half afgekloven regenbooglolly bovenop.
Dat bedoel ik.
Fijn.

In de busreis kon ik een beetje bijkomen. De 43 graden werd gelukkig algauw met de airco terug gedrongen naar 38 graden. Vol medelijden keek ik naar de geparkeerde auto’s op straat. Hele Perzische tapijten lagen eroverheen gedrapeerd om de brandende zon buiten te houden. Ze lagen er wel mooi bij. Net als Luc. Totaal van de wereld lag hij te knorren.
Lina volgde al snel. Ik wilde ook zo graag even mijn ogen sluiten, maar elke keer als ik net begon te knikkebollen, deed Lina dat in overtreffende trap naast me. Headbangend tegen mijn arm.

Niet dat je denkt dat ik overdrijf. Zo ben ik niet ;-)
Niet dat je denkt dat ik overdrijf. Zo ben ik niet 😉

Bij onze aankomst verdween mijn slaap als sneeuw voor de zon. Is er überhaupt ooit sneeuw in Turkije? Ik kon het me met de verzengende hitte om me heen niet voorstellen. Maar de lobby van het mooie Side Star Resort was heerlijk koel.
Of we eerst een hapje wilden eten?
Het was inmiddels 13.45 uur lokale tijd (Nederland + 1 uur).
Ik had zo’n weeïg vliegtuiggevoel in mijn lichaam. Kon ook komen van de fruittella’s, bubblegum en andere mierzoete meuk die ik bleef kauwen tegen de oorpijn. Tevergeefs.
Maar een fatsoenlijke maaltijd ging er wel in.
En die vond ik in bulgur en een kikkererwtensalade.
MMM.

Met vernieuwde energie stonden we binnen no time in onze ruime familiesuite met twee aparte slaapkamers (een must!).
Nog nooit zo snel waren we omgekleed. Onze kamer bleek ook nog eens op maar 50 meter van het zwembad af te liggen. Het was druk, maar een Duitse vrouw stond twee ligbedden aan ons af.
Droomde ik?
Waar was het addertje?
Volledig tevreden dook ik in het zwembad. Zo hoort vakantie te zijn!

Aan het einde van de middag kwamen mijn schatjes glunderend naar me toe gehuppeld. Ze hadden een gedeelte ontdekt waar je panini’s kon laten maken en ook stond er taart, een soort oliebollen, wafels en meloen.
Was dit de hemel?

Terug op de hotelkamer bleek Luc niet te hoeven afkicken van fantastisch jungle nieuws. In de trant van; een spugende cobra heeft twee penissen in zijn staart. Tijdens een ruwe bui kan het vrouwtje er eentje afbreken (dat is pas pikstraf!). Maar gelukkig heeft het mannetje dan altijd nog een reserve piemel. Dankzij de Nederlandse zender was Freek gewoon met deze fantastische informatie achter ons aan gereisd naar Turkije.
Wij genoten ondertussen van de goedgevulde minibar. Heerlijk dat all-inclusive!

Normaal ben ik natuurlijk niet zo positief. Dus een beetje om te kotsen is het dan wel, al deze positiviteit van mijn kant. Wie weet wat de rest van de vakantie nog brengt 😉
En wees gerust, het eerste smetje kwam ’s avonds al om de hoek; opoe moest blijkbaar juist nu op bezoek komen. Bloeddorstig takkewijf.

Deel

Eendenkooi

doorPosted on 0 Comments5min. leestijd19 gelezen

Eendenkooi (1)Een briefje. Rij-ouders gezocht voor sportdag en voor een dagje natuur. Op de sportdag heb ik al iets gepland staan (hoe jammer voor mij als sportfanaat). Maar die andere dag kan ik. Lina kijkt me smekend aan. Dus vandaag reed ik met een auto vol meiden naar de Eendenkooi in Waardenburg. Nog nooit van gehoord, maar dat zegt in mijn geval niks. Of juist alles.

In Waardenburg worden we opgewacht door vier enthousiaste boswachters. Jawel, ze zien er precies zo uit, zoals je denkt. Maar goed, ik heb ook mijn best gedaan. Kaplaarzen uit de mottenballen getrokken, anti-teken-smeersel achter de oren en een oude jas opgeduikeld.

Kaplaarzen, check!
Kaplaarzen, check!

Met heel groep 7 & 8 de schuur in. Mijn respect voor de meester groeit met de seconde. De Eendenkooi verandert in een kippenhok. De kippen draaien op hun krukken en hebben de grootste lol. Maar de opperboswachter wil hun aandacht.
‘Wat is het verschil tussen een papagaaienkooi en een eendenkooi?’
‘In de ene zitten papegaaien en in de andere eenden’, klinkt het van alle kanten.
Ik glimlach. Dit wordt een fijne dag. Wil je het ook weten? Papagaaien zitten in een echte kooi met tralies en de eenden hier zijn vrij. Maar waarom bestaat zo’n eendenkooi?
‘Om de eenden te temmen’, roept Lina alsof we in een circustent zitten.
‘Om de eenden op te eten’, roept een hongerig kind.
Het antwoord is simpeler. Ik ben het alleen even kwijt.

Eindelijk, op pad. Ik voel me ook echt een heuse padvinder. Hoe we door de grassen stampen. Met ons groepje meiden van groep 8 en boswachter Cor. Ineens staat hij stil. Vol verwachting kijken de meiden hem aan. Ligt er ergens een eend? Een dooie? Nee, we buigen ons over een zwart drolletje. De quiz begint weer. Van wie is deze drol?
‘Een hert’, ‘een eend’, wordt geroepen. Lekker hoor zo’n stiltegebied.
Maar het zijn waarschijnlijk de uitwerpselen van een vos. Goed zo Cor, breng de spanning er maar in!

En dan moeten we naar boven kijken, naar een of andere vogel. Ook wordt er opgewonden gegild dat ze een libelle zien. De meiden zien van alles. En als ze zich hadden omgedraaid, zouden ze een blinde vink gezien hebben. Ik deed echt mijn best, maar ik zag het vaak echt niet. Wel de hertjes in de verte. Dat was een gaaf moment. Van een nanoseconde. En weg hupsten ze.
‘Wat is dat?’, wees iemand naar een rode tor op een blad. Ja, die zag zelfs ik niet over het hoofd met z’n vuurrode pulserende rode lijf. Bleh. Ik heb het niet zo op insecten. Kreeg spontaan jeuk.
‘Vroeger noemden we dat een bloedzuiger’, begon Cor, maar wat hij verder zei werd overstemd door meisjes gegil.

Laten we maar weer een opdrachtje gaan doen. We leren hoe de substantie van klei geen water doorlaat. De meiden houden met twee vingers de vieze flesjes vast. Ik hoor Lina mompelen dat ze liever gaat winkelen. Oeps. Foutje mijnerzijds. Maar stiekem denk ik hetzelfde. Sorry.

Eendenkooi (2)We lopen dieper het bos in. Cor vertelt wat over het eenden-vangnet, maar de meiden focussen zich liever op het balanceren op de ronde balken tussen de bladeren. Een opdracht dan maar weer. Blinddoeken om en ruiken aan een potje. Lina denkt aan appel. Blijkt honing te zijn. Ik moet ook zeggen dat ik Lina vaker appels voorschotel dan honing, dus niet gek.
De opdracht met bellen blazen valt in de smaak. Zo ontdekken we hoe de wind staat. Maar hé, er zijn ook nog kompassen. Noord… Oost. Opletten Joyce. Ik zie Lina op haar mobieltje kijken. Ik haak ook af en maak een foto van haar. Het zit gewoon niet in onze genen, probeer ik mezelf wijs te maken.

Eendenkooi (4)

Het is vandaag weer extra fijn om volwassen te zijn. Dan hoef je niet naar alles te luisteren en kun je af en toe gewoon weg lopen. Bij terugkomst gaat Cor onvermoeibaar verder over verschillende soorten gras, pluimen en onkruid. Dit is toch een stiltegebied? SSSTTT!

Katinka krijgt ondertussen slierten riet in haar haren geweven. Weer een fotomomentje. Ondanks Cor zijn verhaal over hoe mobieltjes alles stuk maken. Ik geloof je, maar ik maak er ook wat nieuws mee. Herinneringen. Katinka is haar strobos zat en als vlooiende apen ontfermen de meiden zich over de natuurlijke extensions van Katinka en ontvlechten haar haren. Ze zijn er zo druk mee, dus Cor richt zich weer tot mij. De helft hoor ik niet, want een of ander vliegend insect heeft zich een weg gebaand in mijn gehoorgang en als een malle sla ik tegen mijn oor. Van het ene beest bevrijd, vliegt het andere mijn neusgat in. Ik vloek binnesmonds. Ja, ik hou van de natuur. Echt. Maar ik HAAT insecten (behalve vlinders, die zijn lief, oh en lieveheersbeestjes ook). Heeft er iemand zo’n imker-kap voor over mijn hoofd? Of een klamboe? Iemand?

eendenkooi etc (1)

De meisjes hebben nergens last van en plukken bloemen. Cor vertelt een verhaal over een boomstronk. Iets met Deil, kerkhof, windhoos, links, oorlog, richtpunt, rechts pff ik ben hem kwijt. Kan ook komen doordat mijn aandacht wordt afgeleid door zijn wit uitgeslagen oorsmeer. Zijn er ook mensen die niet al deze dingen opvallen? Daar had ik dan vandaag even mee willen ruilen.

Met de eenden wil ik niet ruilen. Als het verhaal begint over het doden van dit schattige dier. Hoe ze dat deden? De meiden raden met glinstering in hun ogen.
‘Met gif?’ ‘Een mes?’ ‘Nek omdraaien?’
Cor weet het. De kooiker (de vanger en brute moordenaar van de eenden) snijdt met een mesje de keel door en dan draait ie de nek en breekt de kop. Het beestje leeft dan nog wel, maar kan niet meer vliegen. Die gooien ze dan in een spartelhok. Lekker Spartaans.

Eendenkooi (7)Bij de volgende opdracht gaan ze insecten verzamelen in een potje. Ineens schreeuwt er iemand dat er een beest op haar arm zit. Het blijkt een rupsje. Zachtjes wordt hij op een hand gezet en kan ik er rustig een foto van maken. Kijk daar hou ik van. Niet dat gefladder en gezoem. Of zoals de verzamelde torretjes en spinnen in de potjes. Ik krijg er letterlijk de rillingen van, van al die kriebeldiertjes. Dan vinden ze een mooie mot. Die is fotowaardig. Net zoals deze ochtend. Hij was echt prima. Cor zijn passie snap ik. Maar liever zou ik er alleen lopen. In stilte. Genietend van alles. Maarre, wel in een imkerpak. Want ik zit nu nog te krabben…

Eendenkooi (8) eendenkooi etc (2)

Ik kan de natuur echt wel waarderen!
Ik kan de natuur echt wel waarderen!

Deel