Bah

Intrinsieke motivatie

doorPosted on 5min. leestijd128 gelezen

‘Jij mag, ik ben al zo vaak geweest’, aldus Harm.
‘Niet joh, ik ben de laatste keer nog naar een project wezen kijken over in elkaar geknutselde handigheidjes voor militairen’, was mijn verweer.
‘Ik kan me jou niet herinneren bij de laatste 10 minuten gesprekken.’
Daar had Harm een punt. Ik ben de moeder die vrij neemt om naar paasvoorstellingen, projecten en heel soms uitstapjes te gaan van school. Rapportavonden op de basisschool, ben ik ook veel geweest, bedenk ik me nu. Zittend op zo’n klein houten stoeltje, luisterend naar elke keer dezelfde ‘feedback’. Maar ik wist dat het ‘mijn beurt’ was. De ouderavond.

Ik voelde me een niet zo betrokken ouder, maar ik heb dus niks met ouderavonden. Zet die informatie lekker in één van de vele mails die jullie sturen. Bokkend trok ik mijn jas aan.
Harm keek me stralend aan; ‘Het is daar altijd heel goed verzorgd, met lekkere koekjes enzo. En je mag mijn auto mee’.
‘Er valt daar nooit fatsoenlijk te parkeren’, bromde ik terug.
‘Gewoon in de groenstrook zetten’, riep Harm me na terwijl ik de deur achter me dicht trok. Beter hadden ze lekkere koekjes daar.

Brug dicht. Uiteraard. Straks zou ik te laat binnen komen rennen met de meest uitgekauwde smoes ever. Ik keek op de klok. Het viel mee, want ik ga altijd te vroeg weg. Maar eenmaal in de buurt van de school was er best wat van mijn tijd afgesnoept en wist ik dat parkeren een dingetje zou worden. Er plakten al drie auto’s achter mijn kont, terwijl ik om me heen speurde naar een plekje. Niks te vinden. Die groenstrook zag ik ook niet, dus ik ramde Harm zijn auto de stoep op, recht voor de school. Hop naar binnen, in de rij voor thee uit een plastic recyclebare beker en op naar het klaslokaal met de mentor.

Binnen zaten al flink wat voorbeeldige ouders. Je had degene met de jas en sjaal op schoot, gezellig keuvelend met de buurvrouw en de types die hun jas aanhielden. Des te eerder kon je weg. Jij weet zo ook wel hoe ik erbij zat.
De mentor begon ongemakkelijk te babbelen over het weer, maar toen iedereen binnen was, begon hij over voor mij onbekende zaken. Iets met overdenking/overbrugging? Ouders knikten. Ja, dat hadden ze online al gevonden. Hebben jullie de app al? Weer een hoop knikkende hoofden.
Welke app?
‘Hebben jullie kinderen het al over het schoolfeest gehad?’ was de mentor benieuwd.
Luc is net zo geïnteresseerd als ik blijkbaar, want ook deze informatie was mij onbekend.
Alle data verschenen op het bord. Dat had echt makkelijk in een kort mailtje gepast, bedacht ik me. Misschien eens opperen straks.

‘Hoe willen jullie mij het liefste bereiken?’ vroeg de mentor.
Nou niet.
Een moeder, met haar parka op schoot: ‘via de mail?’
‘Ik heb liever korte lijntjes, dus bij voorkeur per telefoon’, was het stompzinnige antwoord van de mentor. Waarom vroeg hij het dan?
En gaf hij daarna aan dat hij zelf niet te bereiken was, want hij geeft les en deelt zijn telefoonnummer niet. Maar je mag het altijd via de school proberen. Of even mailen of hij kan terugbellen…

‘Zijn er nog vragen?’.
Zo, dat is snel. Ik sta straks binnen 10 minuten weer buiten. Dacht ik.
‘Waar gaan ze dit jaar tegenaan lopen?’ vroeg een muizige moeder.
‘Hetzelfde als vorig jaar’, was het constructieve antwoord van de mentor. ‘Als er geen intrinsieke motivatie is om te leren, dan wordt het lastig’.
Bonkige moeder met stekels; ‘hij moet het zelf doen, ik bemoei me er niet mee.’
De vader achter me was het daar niet mee eens en begon over de nog niet ontwikkelde frontale kwab. Muizenmoeder vulde hem aan dat wetenschappelijk was bewezen dat kinderen op deze leeftijd nog hulp nodig hebben bij plannen.
‘Plannen doet niemand’, antwoordde de mentor luchtig.
Ik nipte eens rustig aan mijn thee en was benieuwd of er nog wat zinnigs aan bod zou komen en of Harm zijn auto inmiddels al was weg gesleept.

De stekelmoeder had niet voor niks haar jas uitgetrokken. Zij wilde nog wel weten hoe het zat met de beschuldigingen van plagiaat jegens haar zoon, die echt niet alles klakkeloos had overgeschreven van internet. Nadat ze het verhaal 17 keer in net iets andere woorden had verteld, snapte de mentor dat hij actie moest ondernemen ‘misschien kan ik eens contact opnemen met de leraar?’ probeerde hij vragend.
Zou iemand het opmerken als ik me schuifelend langs de wand richting de deur zou begeven?

‘Hoe vindt u de sfeer in de klas?’, wilde een moeder weten. Haar dochter vindt het namelijk nogal druk (er zitten maar 2 meisjes in de klas van het technasium).
Deze vraag had de mentor niet verwacht. Geen enkele vraag eigenlijk.
‘Ja, nou, gewoon, goed’, wilde hij het mee afdoen.
Moeder bleef herhalen hoe druk dochterlief het vond.
Ineens schoot hem te binnen; ‘nou, we waren laatst tijdens mentorles aan het wandelen en er waren wel wat jongens met stenen aan het gooien. Ze zijn wel erg speels, dat ben ik niet gewend. Eentje kroop zelfs onder een hek door’.
Wat ik begrijp, hij had waarschijnlijk de intrinsieke motivatie om te vluchten.
Net als ik die avond.

Toch ook maar een vraag stellen.
‘Luc vindt de wiskundeleraar niet fijn, hij kan daar niet bij terecht met vragen en sluit zich dan af en doet niks meer. Hij wil bijles volgen en heeft dit ook aan u gevraagd, maar je kunt je daar nog steeds niet voor inschrijven. Wanneer kan dat?’
‘Weet je, ik begrijp gewoon niet dat er leerlingen zijn die het niet snappen. In deze tijd. Waarbij ze alles op kunnen zoeken op internet. Overal zijn filmpjes van te vinden. Niemand leest tegenwoordig meer handleidingen’, was zijn antwoord.
Echt alles aan deze uitleg schoot in mijn verkeerde keelgat. Dat ik misschien ook last van PMS had, kan niet meegeholpen hebben in de formulering van mijn reactie richting deze ‘mentor’. Maar ik kreeg bijval van een moeder. En ineens herinnerde hij zich dat hij net voor deze bijeenkomst een mail had gezien over bijles. Hij stamelde dat hij dat naar me door zou sturen.

De avond was toen wel afgelopen. Ik beende boos naar buiten. Voor deze weggegooide tijd. Zonder koekjes.
Een week later had ik nog geen mail van de beste man ontvangen. Zelf maar een mail sturen dan. Daar heb ik nooit reactie op gekregen.
Luc haalde een 2,6 voor zijn wiskunde.
Over twee weken zijn de 10-minutengesprekken op school. Ik denk dat we samen gaan. Ik voel daar ineens enorme intrinsieke motivatie voor.

Deel

door

Detox

doorPosted on 4min. leestijd124 gelezen

Als ik mensen vertelde dat ik ging detoxen, dan was de meest gehoorde reactie ‘dat heb jij toch helemaal niet nodig’. Wat zij niet zien is wat ik elke avond naar binnen propte. Zo, hup het bodemloze putje in. Een hele zak pepernoten? Met gemak. Ja, ik was misselijk daarna. Maar dat zou ik na een rondje hardlopen ook zijn, dan ga ik toch voor de pepernoten ;-).

Maar als je elke avond chocolat chip cookies, taart, kruidnoten en gele M&M’s naar binnen gooit, gaat dat toch ergens wringen. Met name bij mijn broekrand. Er ontstonden ook bulten (wat klinkt dat toch heerlijk goor) in mijn gezicht die zich niet makkelijk meer lieten camoufleren. Dan kun je je elke avond voornemen om echt niks lekkers te pakken, maar je bent verslaafd of niet. Jambers stem: ‘Overdag doet zij zich voor als fit-girl, maar ’s avonds is zij een slokkop’. Want dan heb ik het verdiend. Omdat ik hard gewerkt heb, of juist niet. Omdat ik zelfmedelijden heb, of iets te vieren. Sommigen pakken dan een wijntje, ik een zak nibbits.

Harde maatregelen zijn het beste om deze boller wordende cirkel te doorbreken. Detoxen. Ontgiften. Met sapjes. Ik wist van tevoren dat het lekkerder klonk dan dat het zou smaken. Maar als ik eenmaal iets in mijn kop heb… Dus bestelde ik een driedaagse kuur bij SAP.je, allemaal heel helder uitgelegd en binnen een dag in huis.

Oh ja, er zat ook ‘ontspan’thee bij, zelfs Harm vond die naar dooie takken smaken

Even mezelf indekken voor mijn ervaringen; van kinds af aan word ik een moeilijke eter genoemd. Laatst was Harm in gesprek met twee geweldige dames uit de food branche. Hij vertelde over mij en de reactie was het omgekeerde van wat ik al mijn hele leven hoor. Zij vonden mij niet moeilijk, maar heel bijzonder. De kans is groot dat ik een ‘supertaster’ ben.

Kleine uitleg: Supertasters hebben extra smaakpapillen. Naast de extra cellen op de tong, hebben superproevers waarschijnlijk ook een genetische afwijking, weet Metro UK. Ze hebben het gen TAS2R38, die ze extra gevoelig maakt voor 6-n-propylthiouracil (PROP). Dit maakt bittere smaken extra bitter. Een supertaster/proever is een persoon die het smaakgevoel met een veel grotere intensiteit dan gemiddeld ervaart.

Je begrijpt nu wel dat dit geen goede review gaat worden voor SAP.je, daarom plaats ik het ook hier en niet op hun site, want zij kunnen er nou eenmaal niets aan doen dat ik hooggevoelige smaakpapillen heb.

Sap voor 1 dag

Op donderdagavond nam ik met een grote glimlach de diepgevroren sapjes in ontvangst. Kom maar op. Ik had al een plank leeg gemaakt in de koelkast. Vrijdagochtend mocht ik beginnen met sapje ‘Kick’. Het smaakte naar Citrosan. Ik proef het nu nog en ik ben 3 dagen verder. Je leert er snel van drinken, dat wel. Achteraf gezien was dit het minst vieze sapje, kun je nagaan hoe je je gruwelijkheden bijstelt. Ik moest me beheersen om niet te kokken bij het bleekselderijsap wat tegen mijn huig klotste.

En wat dacht je van dit heerlijke shotje?

Ik hield me kranig. Smeerde dik bananen-lippenbalsem (ja, dat bestaat) op en likte er stiekem aan. Meer opsmuk zat er sowieso niet in, want je mocht ook geen deo en make-up op. Iets met toxische stoffen ofzo. En die kwamen er zeker uit, want ik had vrijdag de hele dag hoofdpijn. Gelukkig kreeg ik veel steun van mijn gezin. Lina vond het ineens du moment om een appeltaart te gaan bakken. En terwijl ik een bietenboer probeerde binnen te houden, vroeg ze me of ze speculaas of stroopwafelstukjes door het deeg zou doen. Ik vroeg haar op mijn beurt of ze een stomp op haar achterhoofd wilde of op haar neus.

Tijd voor het volgende sapje. Oh ja, eerst ontdooien. Hoewel ik het kauwen enorm miste, voelde ik niet de behoefte om dat te doen op een stuk samengeklonterd boerenkoolsap. Gek hè. Ik visualiseerde chocolade kruidnoten en zoute ribbelchips. Terwijl ik het typ, spat mijn kwijl op het scherm. Dus ja, ik heb het volgehouden, maar ik vraag me af hoe lang het duurt voor ik weer snaai. Dat rijmt op taaitaai. Just saying.

De hamvraag, wat heeft het me opgeleverd;
– verlangens naar de spruiten (ja, er staat echt spruiten) op Harm zijn bord
– een dikke duim van mijn weegschaal (ik weet, dat zit er morgen weer aan)
– zeurende hoofdpijn
– ribbelige/ruwe tanden (zouden dat de haren zijn die nu extra groeien?)
– moordneigingen op huisgenoten die naast me hete, zoute, dampende friet gingen zitten eten

Nee, ik voel me niet fitter, heb geen healthy glow en ook niet de illusie dat ik nu een fitgirl ga worden. Maar ik hoop dat mijn lichaam vanbinnen gereinigd is en ik voortaan minder vreet-avonden inlas. En hopelijk leer ik dat de zak in mijn handen niet in één keer op ‘moet’. Morgen mag ik langzaam opbouwend alleen groente en fruit. Als ik de dag nou eens begin met een stuk appel…taart?

Voor de ‘non-tasters’ (ja, die bestaan ook) die na mijn verhaal zin hebben gekregen in een sapkuurtje; dit krijg je voor 3 dagen. Langer kan ook (met de nadruk op kan).

Deel

door

Twijfelachtige planning

doorPosted on 2 Comments4min. leestijd55 gelezen

De wasmachine is een van de meest gebruikte apparaten bij ons thuis. Niet gek dus dat hij na 13 jaar begon te brommen. Google geeft aan dat een stroef geluid bij het draaien meestal duidt op versleten lagers. Volgens de witgoedspecialist aan de telefoon weet Google er niets van en zijn het zelden de lagers. Hij zou een monteur sturen. Nou kost dat altijd teveel geld per minuut, dus ik zou zorgen dat hij geen seconde zou verspillen omdat hij er niet goed bij kon. Dus droger eraf, alle planken die we er omheen gebouwd hebben, met dito bakken en een halve drogisterij voorraad. Heel voorzichtig vroeg Harm waarom we een mandje hebben met 10 dezelfde blauwe flesjes. Vlekkenduivels Harm, vlekkenduivels. Je kunt niet met het flesje voor smeerolie (Luc knuffelt dagelijks zijn fietsketting) balpen-vlekken uit je kleding krijgen. En wat dacht je van bloed, of gras, of… Harm, hallo Harm?

Uiteraard moest ik daarna al deze meuk uitzoeken en soppen. De wasmachine naar voren en daarachter trof ik 7 lege opbergbakjes, 15 bijbehorende deksels(?), 9 knijpers, 2 gekke pipetjes en een paarse morsige pet. Alles bedekt met een dikke laag gorigheid en stof. De wateropvang-lekbak was achterin ook nog eens zwart (iets met broeken zwart proberen te verven in de wasmachine). Ik denk serieus dat Corona achter onze wasautomaat is ontstaan. Alles heb ik ontsmet. Toen de monteur kwiek voor de machine knielde had hij geen idee welke bacteriën hem bespaard zijn gebleven. Alsof het om het rad van fortuin ging, gaf hij een zwieper aan de trommel. Boos bonkte en gromde mijn bejaarde automaatje, terwijl de geknielde man opstond en zijn handen langs elkaar wreef. Hij haalde daarna met een dramatisch gebaar in slow motion zijn hand langs zijn hals. ‘Einde verhaal. De lagers zijn versleten’.
Goh.

Ja dat is balen. Maar een nieuw machientje haalt toch wel de Rob Geus in mij naar boven. Hoe lekker fris is dat. Harm zat al op Coolblue. ‘ Kijk, dit is de nummer 1, krijgt goede reviews, zullen we die doen?’.
Euh, hallo, hoe lang zijn wij nou getrouwd? De komende uren verdiepte ik me onder andere in koolborstelloze motors, geluidsniveaus en restvochtpercentages. Met elk verstreken uur zakte de moed me meer en meer in de schoenen. Was de ene wel heel energiezuinig, maar kwam de was er niet heel droog uit. Dus dan moet het daarna langer in de droger, hoe zuinig is dat? Ik wil alles; energiezuinig, snel, niet te duur, tussentijds was toevoegen, kurkdroog gecentrifugeerd, schoon is ook wel prettig en uitstellen lijkt me ineens ook superhandig. Oftewel, ik nam een abonnement op de Consumentenbond. Plus alle vergelijkingssites optimaal benut. Twijfel, twijfel, wat is nou de beste? Even ter info; de monteur was er ’s ochtends om 10 uur en ’s avonds om 20.30 uur zat ik verwilderd op de bank met een oververhitte iPad. Harm pakte zijn laptop en bestelde Coolblue’s nummer 1. Ik pinkte een traantje weg.

Coolblue mailde dat ze zaterdag tussen 10 en 11.00 uur zouden komen. Kwam niet heel lekker uit, want dan moest Harm naar de tandarts en zou ik ondertussen de lokale economie van Zaltbommel spekken. Om kwart voor 8 checkte ik Track & Trace en die gaf aan dat de blauwe mannetjes er tussen 8.45 en 9.45 uur zouden zijn. Harm was aan het sporten, dus ik stuurde hem een appje, omdat ze hem een kwartier van tevoren zouden bellen. Ik sprong onder de douche. In mijn hoofd zette ik de planning uit. Wanneer de mannen mijn oude wasmaatje naar beneden zouden sjouwen, kon ik mooi de zwarte lekbak een sopje geven, dan kon de nieuwe machine daar helemaal schoon in. Daar hou ik van, dingen gestructureerd aanpakken. Ik stond me net af te vragen of die mannen tijd hadden voor koffie en of ik de muur achter de wasmachine nog even snel zou verven, toen Lina vanaf beneden riep ‘ Mam, je wasmachine is er’. Haha, heel leuk. Ik stond me net af te drogen, toen ik toch echt zware werkschoenen op mijn trap hoorde.

Mijn kleding lag nog in de slaapkamer en de badkamer is naast de wasmachine-kast. Hmm, dit had ik niet opgenomen in mijn planning. Terwijl mijn oude wasmachine naar beneden werd getild, legde ik mijn oor op de deur, om te horen of alle mannen weg waren. Ik tuimelde bijna naar buiten toen Luc de deur open trok. ‘Mam, mag ik Playstationnen?’ Ik sleurde hem aan zijn badjas naar binnen ‘ psst Luc, staat er nog een man op de gang?’
Zware mannenstem bij de deur ‘jongetje, is je moeder soms ook thuis?’.
‘ Ik ben hier’, piepte ik, ‘maar ik heb net gedoucht en mijn slaapkamer is achteraan de gang’.
Gelach. Gestommel. ‘Ik zit in de kast’, hoorde ik gesmoord. Met mijn hoofd om het hoekje concludeerde ik dat de Coolblue held zich inderdaad had opgesloten in onze krappe wasmachine-kast. Sprintje getrokken. Mezelf verbaasd met een aankleed-record van 30 seconde.
Inmiddels kwamen 2 andere mannen mijn hagelwitte spiksplinternieuwe wasmonster naar boven sjouwen. Ik was net op tijd om te zien hoe ze hem in mijn gore zwarte lekbak plaatsten…

Hij werd op zijn plek geschoven, aangesloten en in 1 minuut legde de koene Coolblue ridder uit dat hij nu een katoenen snelwasje zou draaien om het vet van de rubbers weg te spoelen. Huphuphup. Kind kan de was doen. Nou, geen idee hoe hij het deed, maar ik moest me alleen maar inhouden om geen buiging voor hem te maken. Binnen een kwartiertje hadden ze dit gepiept. Precies volgens planning. Zij wel…

(PS. Helaas lekt de machine en komen ze hem morgen omruilen. Maar ik ben voorbereid. Ik zit vanaf 7 uur gedoucht en met een emmer sop naast mijn lekbak op ze te wachten!)

Deel

Sportschool

doorPosted on 0 Comments3min. leestijd34 gelezen

Het is gebeurd. Niemand heeft dit kunnen voorzien. Ik had dit zelf ook nooit verwacht. Maar eens moest het er van komen.
Ik ben naar de sportschool geweest.
Vrijwillig.

Kleine uitleg lijkt me op de plaats, aangezien ik nooit een stap teveel zet. Misschien alleen tijdens een winkelsessie waarbij ik weer aanbeland bij de eerst bezochte winkel, maar dan nog zie ik dat als uiterst weloverwogen energieverbruik. Een sportschool daarentegen zie ik meer als zinloos bewegen en zweten in een ruimte met andere mensen. Eigenlijk triple horror voor mij dus.
Waarom dan toch?

Mijn dagen zijn gevuld met klussen, klusjesmannen, sollicitaties mailen, het huishouden en de kinderen. Elke dag weer halen, brengen, fruit maken, wc’s schrobben, politieagentje spelen, wassen engazomaardoor. Sleur to the max. Ik vind er niets meer aan. Ik wil gewoon werken en heb thuis wel genoeg te doen, maar te weinig uitdaging. Ik voel me een plofferige bankhangende zeur. Al een jaar. En tuurlijk is het een luxe etc blablablabla, maar het is ook gewoon gezapig. Mijn coach raadde me aan om leuke dingen te gaan doen. Het liefste in groepsverband. Zodat ik weer deelneem aan het leven. Het sociale leven. Ik haat groepen. Mijn coach lachte. ‘Stap eens uit je comfortzone. Doe iets wat je normaal nooit zou doen…’

Juist. Mijn eerste gedachte was niet meteen de sportschool, dat snap jij ook. Afgelopen zaterdag ben ik heerlijk naar een brocantemarkt geweest. Zonnetje erbij. Met iemand die ik heel aardig vind, maar niet zo vaak zie. Is dat een klein beetje uit mijn comfortzone? Nee, ik weet het. Het viel alleen in de categorie ‘leuk’. Het lastige dat als ik uit mijn comfortzone moet stappen, ik al gauw het gevoel krijg dat er een bak met kriebelende beestjes in mijn nek wordt gekieperd. Jeuk all over the place.

Toch was hij ineens daar. Het afschrikwekkende idee om te gaan sporten. Want er is nog iets wat ik haat. Mijn houding. Door onzekerheid loop ik al sinds klein verlegen meisje het liefste schrapend met mijn schouders over de grond. Als niemand me maar ziet. Ondanks dat ik dat meisje steeds meer ontgroei, loop ik nog steeds als een zwangere gebochelde gans. Mijn bekkeninstabiliteit en scheve wervelkolom helpen natuurlijk niet, maar smoesjes om er iets aan te doen heb ik eigenlijk niet meer. Ik heb tijd zat.

Long time no see
Long time no see

Dus daar ging ik. Met mijn weinig gedragen hardloopkleren aan. En zo stond ik dus ineens op een regenachtige maandagochtend op een hardloopband. Ik had al bijna alle apparaten gehad en netjes uitgelegd gekregen door een geduldige instructeur. Er liepen nog twee nieuwe mensen, dus ik was niet de enige onsportieveling. Aangezien de meeste mensen gewoon lekker aan het werk waren, stond ik tussen huisvrouwen en gepensioneerden aan de apparaten te trekken. Ik voelde me er niet meteen thuis zeg maar. Het hielp ook niet dat er een aroma van zweet mijn neus bereikte. Na een okselsnuffelsessie bleek gelukkig ik niet de verspreider van de rauwe uien lucht. Maar toch. Bah.

Op die loopband kwam ook het besef wat er misschien nog wel het ergste is aan zo’n fitnessruimte. De spiegels. Ik liep letterlijk tegen mezelf aan. En wat deed ik? Hoofd buigen. Weg kijken. Plus focussen op mijn minpunten. Want dat strakke hardloopshirt toonde me geen strak lijf. Schaamte overviel me. Ik probeerde mijn buik in te houden. En donderde bijna van de band af. Whooo. Mijn instructeur schoot te hulp. Hoofd omhoog. Dan pas heb je een goede houding. Zo keek ik nog 10 minuten naar mezelf. Deze hele ochtend heeft me al zoveel geleerd. Niet alleen over de apparaten en mijn lichamelijke houding.

Trots stapte ik weer in de auto. Ik had het toch maar mooi gedaan. Zou ik mezelf verwennen met een taartje? Hmmm, toch maar niet. Beter gelijk thuis de papieren van de sportschool doornemen. Want morgen ga ik weer. Trek ik wel een ander shirt aan, want he, ik mag me natuurlijk wel een klein beetje comfortabel voelen buiten mijn zone. Misschien koop ik gelijk wel een complete flitsende outfit. Jubelend nam ik als een kromme zak aardappelen plaats op de bank. Hallo wehkamp.nl. Hallo comfortzone 😉

 

Deel

Ik begrijp het niet

doorPosted on 3min. leestijd111 gelezen

Klassieke muziek vult mijn lichaam. Zuivere klanken spelen in mijn hoofd. Overstemmen mijn nare gedachten. Ik wil ze niet horen. Want ik begrijp ze niet. Nooit gedaan. Mijn ongeloof toen mijn moeder me vroeger waarschuwde voor kinderlokkers, verkrachters en andere duistere figuren. Waarom dan? Waarom zou je een ander bewust pijn willen doen? Ik begrijp het niet.

Luc is zes. Zijn wereld bestaat onder andere uit school, zwemles, eten en knuffelen. Uiteraard overheerst nu de komst van Sinterklaas zijn gedachten. Hij ziet de kleur van de pieten niet. Of ze gouden oorringen hebben of niet. Hij denkt alleen aan het feest. Het taaie snoepgoed in zijn handjes. Zijn verknipte speelgoedboek. Zijn lange verlanglijstje. Geen idee dat volwassen vrouwen elkaar de ergste ziektes toewensen op internet in het kader van de pietendiscussie. Alsof het bij hem op komt dat er volwassen mannen elkaar half dood slaan met een kinderfeest in gedachten. Hoe zou hij dat kunnen begrijpen?

ik begrijp het niet happinezLina is twaalf. Haar wereld draait veel om huiswerk, make-up, verliefdheid, beugels en snoep. Zij is al minder blue. Hoort natuurlijk veel op school, het nieuws en social media. Ze vindt mijn quote van Happinez op Instagram leuk. Maar het is natuurlijk helemaal niet leuk. Of voor haar echt te bevatten wat het betekent.
Tegenwoordig draait bijna alles om hebben. Het hebben van macht. Rijkdom. Gelijk. En mocht je het er niet mee eens zijn, word je onthoofd. Onder het mom van een geloof. Draait niet elk geloof om liefde, respect voor je medemens en een zo goed mogelijk leven leiden (op basis van de eerste 2 genoemde punten)? Dat is wat ik geloof. Maar bij Lina’s godsdienst les komt maandag waarschijnlijk IS ter sprake. Hoe kan ze dat nou begrijpen?

Het nieuws volg ik zelden. Harm praat me vaak bij. Zonder teveel details. Ik ben al visueel genoeg ingesteld. Wel stel ik hem simpele vragen. Na zijn uitleg snap ik het nog niet. Waarom dan? Onschuldige mensen doden, dorpen platbranden en nog zoveel meer ellende die ik niet eens kan typen, omdat het dan levend wordt voor me. Ik steek liever mijn kop in het zand en meng me niet in discussies. Ik leef in angst.
Ik wil geen verwensingen naar mijn hoofd geslingerd krijgen in een land waar de vrijheid van meningsuiting alle grenzen overschrijdt.
Ik wil niet met onbekenden online discussiëren over mensen die gevlucht zijn van wat vroeger ook hun veilige thuishaven was.
Ik wil niet bekvechten over iets wat een feestje hoort te zijn. Liever vier ik het leven. Niet in angst. Want eerlijk gezegd voelde ik hem vandaag op mijn schouders drukken. Keek ik vaak om me heen. Bij de intocht van Sinterklaas. Wat als een stel malloten het in hun zouden hoofd halen? Stiekem ben ik blij dat het voorbij is. En we ons terugtrekken in ons veilige huisje. Ik dank alles waar ik zelf in geloof dat ik zo mag leven. In vrijheid. Niet op de vlucht. Behalve dan soms voor de realiteit. Want die kan toch niet waar zijn? Ik begrijp het niet.
Of beter gezegd:

Je ne comprends pas…

Deel

door

Zomer indoor

doorPosted on 0 Comments3min. leestijd33 gelezen

Het is dat het zo’n prachtige herfstige ‘zon’dag is, dat we ons laten vermurwen om naar zo’n indoor speelhol te gaan. Luc zeurt hier elk weekend om.
De laatste dagen zijn we best veel thuis geweest Lucje en ik, dus we gunden hem dit pleziertje. Onszelf gunden we iets anders.
Nou zijn er echt wel verschillen hoor tussen al die terreurhallen. We proberen ook vaak een wat luxere variant uit te kiezen, waar we nog iets van daglicht te zien krijgen. En ze niet alleen friet en kannen limonade serveren.
Harm trok me over de streep met plaatjes van mooie gecapitonneerde zwarte leren banken en een disco bowlingbaan.
Dat je hier bij binnenkomst zo voorbij loopt en mag plaatsnemen in een aftands ingerichte speelkeet, was een letterlijke domper.
De bedompte lucht valt het beste te beschrijven als oude muffe zweetsokken gedrenkt in kinderpis. Alsof ze die sokken voor blowers hingen te drogen en de geur zo constant je gezicht in bliezen.
Nee, nee dat klopt niet.
Er waren echt geen blowers. Dat had ik geweten. Nu kwam ik zuurstof te kort. En als een vis op het droge hapte ik constant naar lucht. Je weet nu welke lucht. Het erge is, je went eraan.
En past je aan aan je omgeving. Je legt je sokken lekker op tafel en krabt de schilfers van je kop en rolt eens lekker over de grond. Je verschuift daarbij wel wat vale bevlekte vloerbedekking tegels. Maar geloof me, dat valt niemand op.
Luc rent in zijn hemdje, met zijn tong op zijn knietjes en een snottebel opsnuivend richting de gekleurde speeltoestellen. Hij gedijt hier prima.

Harm bewerkt foto’s op zijn laptop en na mijn huiswerk, lees ik 6 edities aan Grazia’s. Ik ben weer helemaal op de hoogte omtrent de meest stompzinnige diëten en de vetes en liefdeslevens van Jennifer, Taylor en Sylvie. Mijn dag is weer goed.
Wanneer Lucje zich snikkend in onze armen wierp, hoorden we dat er een achterbaks jong Luc plaagde en hem tot bloedens toe krabde, werd het tijd om de ruimte te verlaten. Ik wilde de zoolafdruk van mijn ballerina inclusief vastzittende steentjes  achterlaten op het gezicht van het rotzakje.
Bij de bowlingbaan ontdekte ik dat de onderkant van de bowlingschoenen waarschijnlijk beter tegen zijn harses zouden kletsen.
Maar ik moest toch echt mijn gedachten verzetten.
Want ging ik echt mijn blote voeten in die oncharmante stappers steken? In één keer erin schuiven over het wrattensap van mijn voorgangers voet?
Niet aan denken. Niet aan denken. En al helemaal niet aan ruiken.

Na het bowlen onszelf verwend met een roze Magnum. We hebben het verdiend. Niet snugger om het op te eten in het speelhol, want de luchtvochtigheid was inmiddels gestegen. Bij binnenkomst voelde het alsof je een klamme zweetwashand in je gezicht kreeg gesmeten, waar net een hond mee was gewassen.
De behoefte aan frisse lucht werd groter en groter.
We renden het pand uit.
Eenmaal buiten ademden we diep in.
We hadden alleen niet gezien dat daar een haag van rokende mensen stond.
Wat een heerlijke frisse zomerdag in Nederland!

Deel