Eten

Detox

doorPosted on 4min. leestijd93 gelezen

Als ik mensen vertelde dat ik ging detoxen, dan was de meest gehoorde reactie ‘dat heb jij toch helemaal niet nodig’. Wat zij niet zien is wat ik elke avond naar binnen propte. Zo, hup het bodemloze putje in. Een hele zak pepernoten? Met gemak. Ja, ik was misselijk daarna. Maar dat zou ik na een rondje hardlopen ook zijn, dan ga ik toch voor de pepernoten ;-).

Maar als je elke avond chocolat chip cookies, taart, kruidnoten en gele M&M’s naar binnen gooit, gaat dat toch ergens wringen. Met name bij mijn broekrand. Er ontstonden ook bulten (wat klinkt dat toch heerlijk goor) in mijn gezicht die zich niet makkelijk meer lieten camoufleren. Dan kun je je elke avond voornemen om echt niks lekkers te pakken, maar je bent verslaafd of niet. Jambers stem: ‘Overdag doet zij zich voor als fit-girl, maar ’s avonds is zij een slokkop’. Want dan heb ik het verdiend. Omdat ik hard gewerkt heb, of juist niet. Omdat ik zelfmedelijden heb, of iets te vieren. Sommigen pakken dan een wijntje, ik een zak nibbits.

Harde maatregelen zijn het beste om deze boller wordende cirkel te doorbreken. Detoxen. Ontgiften. Met sapjes. Ik wist van tevoren dat het lekkerder klonk dan dat het zou smaken. Maar als ik eenmaal iets in mijn kop heb… Dus bestelde ik een driedaagse kuur bij SAP.je, allemaal heel helder uitgelegd en binnen een dag in huis.

Oh ja, er zat ook ‘ontspan’thee bij, zelfs Harm vond die naar dooie takken smaken

Even mezelf indekken voor mijn ervaringen; van kinds af aan word ik een moeilijke eter genoemd. Laatst was Harm in gesprek met twee geweldige dames uit de food branche. Hij vertelde over mij en de reactie was het omgekeerde van wat ik al mijn hele leven hoor. Zij vonden mij niet moeilijk, maar heel bijzonder. De kans is groot dat ik een ‘supertaster’ ben.

Kleine uitleg: Supertasters hebben extra smaakpapillen. Naast de extra cellen op de tong, hebben superproevers waarschijnlijk ook een genetische afwijking, weet Metro UK. Ze hebben het gen TAS2R38, die ze extra gevoelig maakt voor 6-n-propylthiouracil (PROP). Dit maakt bittere smaken extra bitter. Een supertaster/proever is een persoon die het smaakgevoel met een veel grotere intensiteit dan gemiddeld ervaart.

Je begrijpt nu wel dat dit geen goede review gaat worden voor SAP.je, daarom plaats ik het ook hier en niet op hun site, want zij kunnen er nou eenmaal niets aan doen dat ik hooggevoelige smaakpapillen heb.

Sap voor 1 dag

Op donderdagavond nam ik met een grote glimlach de diepgevroren sapjes in ontvangst. Kom maar op. Ik had al een plank leeg gemaakt in de koelkast. Vrijdagochtend mocht ik beginnen met sapje ‘Kick’. Het smaakte naar Citrosan. Ik proef het nu nog en ik ben 3 dagen verder. Je leert er snel van drinken, dat wel. Achteraf gezien was dit het minst vieze sapje, kun je nagaan hoe je je gruwelijkheden bijstelt. Ik moest me beheersen om niet te kokken bij het bleekselderijsap wat tegen mijn huig klotste.

En wat dacht je van dit heerlijke shotje?

Ik hield me kranig. Smeerde dik bananen-lippenbalsem (ja, dat bestaat) op en likte er stiekem aan. Meer opsmuk zat er sowieso niet in, want je mocht ook geen deo en make-up op. Iets met toxische stoffen ofzo. En die kwamen er zeker uit, want ik had vrijdag de hele dag hoofdpijn. Gelukkig kreeg ik veel steun van mijn gezin. Lina vond het ineens du moment om een appeltaart te gaan bakken. En terwijl ik een bietenboer probeerde binnen te houden, vroeg ze me of ze speculaas of stroopwafelstukjes door het deeg zou doen. Ik vroeg haar op mijn beurt of ze een stomp op haar achterhoofd wilde of op haar neus.

Tijd voor het volgende sapje. Oh ja, eerst ontdooien. Hoewel ik het kauwen enorm miste, voelde ik niet de behoefte om dat te doen op een stuk samengeklonterd boerenkoolsap. Gek hè. Ik visualiseerde chocolade kruidnoten en zoute ribbelchips. Terwijl ik het typ, spat mijn kwijl op het scherm. Dus ja, ik heb het volgehouden, maar ik vraag me af hoe lang het duurt voor ik weer snaai. Dat rijmt op taaitaai. Just saying.

De hamvraag, wat heeft het me opgeleverd;
– verlangens naar de spruiten (ja, er staat echt spruiten) op Harm zijn bord
– een dikke duim van mijn weegschaal (ik weet, dat zit er morgen weer aan)
– zeurende hoofdpijn
– ribbelige/ruwe tanden (zouden dat de haren zijn die nu extra groeien?)
– moordneigingen op huisgenoten die naast me hete, zoute, dampende friet gingen zitten eten

Nee, ik voel me niet fitter, heb geen healthy glow en ook niet de illusie dat ik nu een fitgirl ga worden. Maar ik hoop dat mijn lichaam vanbinnen gereinigd is en ik voortaan minder vreet-avonden inlas. En hopelijk leer ik dat de zak in mijn handen niet in één keer op ‘moet’. Morgen mag ik langzaam opbouwend alleen groente en fruit. Als ik de dag nou eens begin met een stuk appel…taart?

Voor de ‘non-tasters’ (ja, die bestaan ook) die na mijn verhaal zin hebben gekregen in een sapkuurtje; dit krijg je voor 3 dagen. Langer kan ook (met de nadruk op kan).

Deel

door

Of je worst lust

doorPosted on 2 Comments2min. leestijd22 gelezen

Soms hebben we best goede gesprekken ’s avonds…

Eergisteren werd de woonkamervloer geschuurd en geolied. Daar mochten we dan vervolgens 24 uur niet op lopen. Aangezien we nog steeds niet kunnen vliegen en de trap zich midden in de woonkamer bevind, hebben we dat advies een beetje in de wind geslagen. Om het aantal voetafdrukken in de verse olie te beperken, bedacht ik een ingenieus plan. Harm liep met Lina op zijn nek en laptoptas in de hand met grote stappen richting trap, met mij in zijn kielzog. Ik droeg Luc. Dit deden we rond half acht, want het was bedtijd. Niet alleen voor Luc, maar nu ook voor ons.

Ik besloot in bad te gaan en even later kroop ik naast Harm onder de dekens.
Bij het dichtklappen van zijn laptop en mijn avondritueel met allerhande smeersels, voelde ik het al opkomen.
Honger. Of trek, wat jij wilt. Eten moest ik hebben.
Maar ik wilde de vloer niet verpesten en probeerde het knorrende varkentje in me te negeren.
MMM varkentje. Lekker.
Ik ben eigenlijk helemaal geen (varkens)vleeseter, maar soms kun je de meest vreemde etensbehoeften op voelen komen. Zeker als je het niet in huis hebt. Of gewoon tijdens de zwangerschap. Bij het krieken van de dag had ik al behoefte aan een warm dampend bord boerenkool. Op mijn nuchtere maag. Met kuiltje jus en stukjes worst, graag.
Neehee, ik ben nu niet zwanger. Een beetje plofferig misschien. Dit kan te maken hebben met mijn avondlijke intermezzo’s met kruidige noten en taaie poppen.
Tijdens de negen maandelijkse uitbuikigheid mocht de mindfuck bepalen dat ik gezonde boerenkool tot mij moest nemen, maar nu wilde ik maar één ding.
Worst.
Sappige, hete, roze HEMA worst.
Dat wanneer je er een hap van neemt, het vet langs je kin druipt en ergens halverwege je nek stolt.
Ah ja, dat wilde ik! NU.
Ik verwittigde Harm van mijn verlangen en kreeg uiteraard het te verwachten antwoord.
‘Ik heb nog wel worst voor je.’
‘Daar kan ik het velletje niet van aftrekken.’
‘Euh nee, dat is inderdaad eenmalig. Anders hebben we bloedworst.’

En weg was mijn eetlust.

Deel

Honger

doorPosted on 0 Comments5min. leestijd34 gelezen

Mijn laatste opdracht voor de praktijkdag
Mijn laatste opdracht voor de praktijkdag

Volgens mijn coach is het goed voor mij om weer te gaan werken, zodat ik weer deelneem aan het leven. Ik sta nu een beetje aan de zijlijn. Dat klopt wel, mijn veilige cocon is heel behaaglijk. Maar ik heb ook weer zin in een nieuwe baan. Helaas ben ik niet de enige en volgt afwijzing na afwijzing. Dus verbouw ik ondertussen heel het huis. Ook volg ik drie cursussen, waaronder Interieurstyling. Het is een thuiscursus met twee praktijkdagen. Vandaag was de eerste.

Zo’n dag is eigenlijk voor mij ook wel alsof ik uit mijn comfortzone stap. Geen idee wat ik kon verwachten, want dat werd nergens aangegeven, maar het was toch alweer maanden geleden dat ik in een groep actief diende te zijn. Verder zag ik geen problemen, ik wist alleen de locatie en tijden. Een bevestiging heb ik nooit ontvangen. Met al mijn huiswerk, boeken, tekengerei en tussendoortjes in een tas vertrok ik ruim op tijd naar Leiden.

Tien minuten te vroeg zag ik het pand in de verte, met een slagboom. Mooi, kon ik lekker dichtbij parkeren. Dat ik daarbij over een fietspad moest en bijna een fietsende moeder met kind schepte, deed me weer beseffen dat ik in een stad was beland. Ogen kwam ik tekort. Op het bord naast de slagboom stond dat je je online moest registreren en ja daar raakte ik van in de stress. Was ik net gewend aan een chipknip, werd hij afgeschaft. Maar wat is er mis met kleingeld? Ik zou wel ergens anders proberen te parkeren, dacht ik, de klok negerend. Altijd fijn, als er dan ondertussen een auto achter je is komen te staan en achteruit rijden (wederom over een stoep en fietspad) niet je hobby is.

Oeps...
Oeps…

Overal waar ik keek zag ik borden voor vergunninghouders en wielklemwaarschuwingen. Wanneer ik een parkeeragent voorruiten zag checken, draaide ik gauw mijn raampje open. Ik had nog geen zin gezegd, of ik zie ineens in de hoek een auto uit zijn parkeerplek rijden. Whoehoe, die was voor mij. Ik propte hem in de krappe plek en in de haast gooide ik de deur open. BAM. Daar was een ijzeren reling. Fijn. Ook dat het was begonnen met regenen. De dagkaart kon ineens niet aangeschaft worden, dus ging er een tientje down the drain in de parkeerautomaat. Niet aan denken. Hollen.

Nat en verwilderd stamelde ik bij de receptie dat ik voor de cursus Interieurstyling kwam. Eerste verdieping lokaal 6. Boven begon de gang met 1.6 en eindigde met 1.1, dus ik sjeesde uiteindelijk weer terug naar de eerste kamer. Ik zocht gewoon te letterlijk naar een ruimte met een 6 erop. En wat me normaal nooit gebeurd en waar ik zo’n hekel aan heb is als laatste een volle klas inlopen. Uiteindelijk was ik maar twee minuten te laat, maar normaliter ben ik rustig een half uur te vroeg. Ik schoof gauw aan.

Het voorstelrondje begon en ik zou de laatste zijn. Bij elke cursist die dichterbij zat, klopte mijn hart harder onder mijn huid. Als een olifant die begon te gabberen bonkte hij bij mijn beurt tegen mijn ribben. Ik was er bijna van overtuigd dat iedereen het kon horen en stelde mezelf met 500 woorden per seconde voor. Gelukkig was de cursus verder prima. De olifant had alleen wel de beer in mijn buik laten ontwaken. Die brulde om eten. Ruim een uur lang keek ik om de vijf minuten hoe laat het was. Maar ik wilde ook niet mijn koekje tijdens de uitleg uit zijn krakerige plasticje frunniken. Om half 12 hield ik het niet meer. Voorzichtig kauwend genoot ik van mijn koekje.

Om 13.00 uur kondigde de docent de lunch aan. Ik vroeg waar die was. Nou, blijkbaar kon je buiten even een luchtje scheppen en anders kon je gewoon blijven zitten. Zou de lunch rond gebracht worden? Hoe ongewoon, maar prima. Totdat ik mensen hun bammetjes met kaas uit een plastic zakje zag halen. Huh? Hoe moest ik nou weer weten dat je zelf voor je lunch moest zorgen? Ik vroeg het voorzichtig aan mijn buurman. Blijkbaar stond dat ergens verstopt op een van drie leeromgevingen, die bij deze cursus hoort. Tja, die had ik niet meer bezocht afgelopen week, aangezien mijn laatste opdracht was ingestuurd en ik pas dinsdag hoorde dat ik vandaag mocht meedoen. Handig.

Mijn buurman depte zijn broek, hij had vinaigrette van zijn quinoa salade op zijn broek gemorst. Dacht hij. Het was in werkelijkheid mijn kwijl. Als ik niet op tijd eet, krijg ik aanvallen, dus ik pakte mijn appel en laatste koekje erbij en ik heb nog nooit zo mindfull gegeten…

Om half vier zat ik trillend op mijn stoel. Misschien dachten ze wel dat ik aan vervroegde Parkinson leed, maar een vreemd beeld vormden ze sowieso van me. Ik vroeg aan de docent of ik haar boek ook online kon kopen, want dat haar boek tijdens de les met korting gekocht kon worden, was mij ook niet meegedeeld. Gelukkig kon dat, want ik moest echt weg. Een hele lieve behulpzame cursist tipte me op de pinautomaat naast het pand. De hongerige blik in mijn ogen en de kloppende ader op mijn voorhoofd lieten haar weten dat ik een andere automaat nodig had. Uiteraard is er dan in het hele pand geen snackautomaat te vinden.

Gatver
Gatver

Wegwezen. Navigatie aan. Al mijn zintuigen stonden op scherp en de stadse drukte overspoelde me en verzoop me bijna. Eenmaal op de snelweg werd ik iets rustiger en kon ik weer een beetje helder denken. Ik vond nog een paar verdwaalde snoepjes in mijn tas. Daar ben ik al niet zo’n fan van, maar de oranje variant smaakte voor mijn gevoel extra chemisch. Ik heb het nog niet eerder echt gegeten, maar ik vermoed dat gesmolten plastic ook zo smaakt. Ik spuugde het eruit en voelde mijn boosheid stijgen. Een auto toeterde wanneer ik hem snel inhaal. Hij mocht blij zijn dat hij in de auto zat, anders beet ik zo zijn kop eraf. Dat is wat honger met me doet. Zelfs de ruitenvloeistof zag er appetijtelijk uit.

Overal zag ik vrachtwagens met groente en fruit bedrukt. Op de radio was een discussie over de lekkerste snack in de voetbalkantine. Ineens klonk een gehaktstaaf me heerlijk in de oren. Gauw duwde ik er een cd in. Omdat ik me niet geheel aan de snelheid hield, zag ik een tankstation uit mijn ooghoek voorbij flitsen. Mijn kans op eten. Gemist. Total loss kwam ik thuis aan. De gang omsloot me als een warme deken. De geur van stamppot kwam me tegemoet. Ik verdween in Harm zijn armen. Dag lieve mensen, ik kruip weer in mijn cocon.

Deel

Dag 3 Vakantie Turkije

doorPosted on 0 Comments3min. leestijd24 gelezen

Ken je het gezegde ‘honger maakt rauwe bonen zoet’? Lulkoek natuurlijk, want rauw zijn die dingen kneiterhard en bijt je er je vullingen op kapot. Het gaat om het idee erachter.
Zo heb ik er dan ook nog eentje.
Slaap maakt elk bed comfortabel.
De eerste avond had je me dubbelgeklapt in de kast kunnen parkeren en dan had ik daar ook heerlijk geslapen. Maar gisteravond plofte ik neer op het bed en kwam ik tot de ontdekking dat ze vergeten waren vering in het matras te stoppen.
Dus in plaats van dat mijn kont wegzakte in het matras, ramde ik nu mijn ruggengraat door mijn fontanel.
Laat ik je vertellen dat ik me al één week per maand een overrijpe beurse meloen voel en me dan alleen maar in een zachte hoop kussens wil vleien. Nu voelde het alsof ik mijn verbrande zak botten op een steen liet vallen.
Hoe ik me ook draaide, alles deed zeer.
Heb je een klein beetje een idee hoe ik deze ochtend begon.

Ondanks de martelbank waar ik op lag, was opstaan ook niet aanlokkelijk. Ik was gebroken.
Maar het was toch echt tijd voor ‘handdoekje legje’.
Er hingen nu dan wel bordjes in de lift dat het verboden was je handdoek een uur onbemand neer te leggen, ik was benieuwd of mensen zich daar ook echt aan gingen houden.
Bij het zwembad aangekomen bleken de mensen inderdaad ineens massaal Oost-Turkish-blind te zijn.
We sleepten twee eenzame bedjes van heinden en verre en maakten er een stelletje van. En eerlijk is eerlijk, wij maakten er ook echt de hele dag gebruik van. In tegenstelling tot de ontbrekende mensen naast ons. ’s Ochtends hebben ze een uurtje gezwommen en de rest van de dag werden hun bedjes alleen bemand door handdoeken. Kijk, dat vind ik nou asociaal. Daarom heb ik de handdoeken maar gewoon meegenomen. Kost ze 10,- borg. Het zal ze leren.

Van tevoren heb ik natuurlijk alle reviews uit mijn hoofd geleerd (oké bijna, ik heb een document gemaakt met tips) en de Bazaar was een echte aanrader. Ik rook de kruiden, bijzondere thee en Turkse pizza al bijna. Misschien kon ik er nog iets van lokaal handwerk scoren.
Vol goede zin zetten we de wandeling in. Om aan te komen bij een kluwen marktkramen vol dezelfde nep merkkleding. Een deceptie. Maar flexibel als ik ben, heb ik gewoon kleding gekocht in plaats van kruiden.
Luc was er gauw klaar mee.
Op de hoek stond een ijstovenaar iedereen te prikken met een ijsstok en kinderen duwde hij de ijsjes in het gezicht. Echt toveren was het niet, maar de kinderen genoten.
En de tovenaar bleek beter dan we dachten. Uren later toverde hij de citroen ijsbrokken bij Lina om in diarree.
Dacht ik deze nacht beter te slapen dankzij een extra aangebrachte toplaag om onze matras, stak de ijscoman er een stokje voor. De lul. Mijn arme meisje voelde zich zo beroerd. Na twee aspirines viel ze gelukkig na een uur weer in slaap.
En ik? Ik visualiseerde dat ik die zogenaamde magiër een ijstang in zijn reet duwde.
Met een glimlach om mijn mond viel ik uiteindelijk in slaap.

turkije ijstovenaar

Deel

Het eten is van ondergeschikt belang

doorPosted on 0 Comments7min. leestijd35 gelezen

Je hebt van die mensen, die kun je een tijd niet zien en het is gelijk weer goed als je elkaar ziet. Zo iemand is Margret. Type schatje. Waardoor ze ook een enorme sociale kring heeft en haar agenda overloopt. Maar na vier jaar had ze dan eindelijk een gaatje gevonden voor me. Ach, het kwam er gewoon elke keer niet van, maar gisteravond was het dan zover; het grote weerzien. We hadden eigenlijk afgesproken met nog een oud-collegaatje maar Liane had voor het gemak de deurklink van haar auto eraf getrokken. Dus er komt nog een vervolgdate met z’n drietjes. Schikt 25 april 2018 Margret? Nou komt bijna in elke blog wel naar voren hoe (a)sociaal ik ben. Verbaast het je dat ik dan toch uit eten ga met iemand die ik al vier jaar niet heb gezien? Een klein uitlegje is dan misschien wel op zijn plaats. Toen ik eindelijk een baan gevonden had na een zoektocht van vier maanden kwam ik terecht bij het bedrijf waar ik nog steeds werk. De functie als commercieel medewerker was minder commercieel als ik dacht. Of ik snap het begrip commercie gewoon niet. Anyway, de saaie eindeloze rapportages probeerde ik op te leuken met kleurtjes en ik zette me voor de volle 100% in. Maar eigenlijk was dat overdreven. Het motto van het bedrijf was namelijk ‘goed is goed genoeg’. En de gesprekken met de accountmanagers werden al wat losser. Maar belangrijker, ik integreerde op de kamer waar ik zat. Eigenlijk vrij logisch. Je zit meer met elkaar opgescheept dan met je eigen gezin. Het werd steeds intiemer en gezelliger. Op donderdag gingen we over van de praat van afgelopen weekend, naar de plannen van aankomend weekend. Ik heb me echt kapot gelachen. Wat een leuke meiden. Toen de afdeling werd opgeheven (nee, had niets te maken met mijn kleurrijke rapportjes), waren we intens verdrietig. Margret werd ontslagen en terwijl we nog zaten te snikken, werd ik gebeld of ik bij een zusterbedrijf intern wilde komen praten over een functie. Wat was dat dubbel. Margret moest weg, ik mocht blijven en ik kreeg zelfs de kans op een leukere functie. Ik mocht zelfs kiezen uit welke afdeling me het leukste leek. Duh, marketing natuurlijk. Heeft me altijd getrokken, maar de opleiding niet. En nu zit ik er nog steeds.

Deel

Geen suiker toegevoegd

doorPosted on 0 Comments7min. leestijd35 gelezen

Suiker is het nieuwe gif. Ik lees het overal. Dus wil je van je man af, kook zijn broccoli dan niet in arsenicum (dat is zó 2010), maar prak een gevulde koek door zijn eten. Ja, je kunt hem ook bij de koffie geven, maar het idee van het prakken staat me meer aan. Maar even serieus, suiker is slecht voor je. Per jaar nemen we per persoon een kleine 40 kilo suiker tot ons. Hoeveel pakken suiker zijn dat? Dit levert nog meer op dan een rottend gebit en prachtige welvaartsbuik:

Grotere consumptie van suiker berooft het lichaam van zijn reserves aan vitamines en mineralen waardoor ons lichaam uit balans gaat en er allerlei klachten kunnen ontstaan, zoals botontkalking en gebits- en botproblemen door demineralisering van onze botten, maar ook hypoglykemie, diabetes mellitus type 2, zwaarlijvigheid, gewrichtsinfecties, menstruatieproblemen, hartziekten, bloedarmoede enz.

Tevens creëert suiker een disbalans in de neurotransmitters in de hersenen, wat zowel mentaal als emotioneel tot een “niet lekker in je vel”-gevoel kan leiden. Suiker werkt verslavend en het draagt in hoge mate bij aan depressie, concentratieproblemen, onrust, een verzwakte kracht van de geest, geheugenverlies, nervositeit, zelfmedelijden, prikkelbaarheid enz.

Suiker is een dodelijk gif en jaarlijks sterven er meer mensen aan dan aan heroïne, auto-ongelukken en zelfmoorden bij elkaar.

Ik hou er zo van
Ik hou er zo van

Kijk, dat geeft de suikerverslaafde burger moed. Laat ik het gewoon over mezelf hebben. Ik eet vrij normaal, doe geen suiker in mijn thee, snoepjes doen me weinig, drink weinig dranken met toegevoegde suikers (of zoetstoffen), maar ben gek op onder andere koekjes en chocola. Jaja, we maken onszelf wijs dat een stukje (pure) chocolade gelukkig en gezond maakt. Maar de hoeveelheid pure chocotoffs die ik verorber, hebben niks met mijn gezondheid te maken. Meer met mijn gulzigheid. Het liefst zou ik een moestuintje aanleggen met cacaobonen en suikerbieten, maar dat geduld heb ik niet. Ik wil gewoon nú iets lekkers. Lees; suiker. Het liefste na het eten, als beloning, als troost of tijdens die bepaalde dagen van de maand (wat dus 3 weken ongelimiteerd snoepen inhoudt). En ik herken best wat van de klachten uit het schuingedrukte stukje tekst. Tijd voor een nieuw experimentje; een week zonder suiker. Een maand ging me iets te ver. Luc is ook binnenkort jarig en de eerste dagen afkicken zijn het moeilijkste. Daarna zien we wel weer verder.

Dag 1
Suikers schrappen is eigenlijk best vaag. Ik besluit daarom de volgende suikers toe te staan: natuurlijke suikers (in fruit) en de suiker in mijn sojayoghurt. Die eet ik alleen ’s ochtends een beetje, door mijn biologische muesli en die pakken ga ik niet weggooien. Dat is zonde. Dus dit blijft mijn ontbijt, in combinatie met fruit. So far so good. Op mijn werk eet ik altijd rond 10 en 3 uur een tussendoortje. Een biologische koek (met rietsuiker), fruit of een notenreep van Zonnatura. Daar blijkt honing in te zitten. Is eigenlijk ook suiker, dus om 10 uur bonken de repen in mijn la. Ik probeer ze te negeren, maar dat is lastig als mijn maag op de maat mee gaat knorren. Geen fruit bij me, stom. Gewoon hard doorwerken tot de lunch. Wanneer ik een leverancier probeer te bellen, geeft mijn telefoon er de brui aan. Ik ben in staat om hem door de kamer te gooien of op te eten. Wat word ik saggo van niet eten. Ik sleur mijn collega’s om 12 uur mee om te lunchen. Bij het buffet bedenk ik me, dat in brood natuurlijk ook suiker zit. En in kaas. In vleeswaren. O-ve-ral in dus. Zelfs de rieten mandjes waar het brood in ligt lijken me nu smakelijk. Maar ik mag best mild zijn. Het gaat mij er met name om, om in eerste instantie van mijn overmatige suikergebruik af te komen.

Dus ik eet 1 boterham met worst en maak een salade (jak) zonder dressing.
Tussen de middag een appel en mandarijn en als ik Harm aan de lijn heb, mag hij van mij geen kaassaus maken voor bij het eten. Dat is pas rommel. Ik drink de hele dag thee en water en rij dan naar de Appie. Ik gooi mijn wagen vol fruit en (snack)groenten, maar dan moet ik langs het broodschap. In de aanbieding: verse gevulde koeken en appeltaart. Zou eraan ruiken ook slecht zijn? Mijn darmen proberen zich uit te strekken en beuken aan de binnenkant van mijn buik om de koeken te grijpen. Ik geef ze een beuk terug en maak snel mijn rondje af. Ik heb wel een tijdschrift verdiend. Die ik ’s avonds niet eens lees, want als ik eenmaal (on)rustig op de bank zit, begin ik te stuiptrekken en schuimbekken. Knorrig ga ik vroeg naar bed.

Slapeloosheid is volgens mij ook een vaak genoemde klacht bij te veel suikerinname. Nou, bij te weinig, is het ook zoeken naar de schaapjes hoor. Dus telde ik de chocotoffs uit de la. Eenmaal gesmolten, smeerde ik mijn bovenlip ermee in. De zoete geur van verleiding was niet genoeg om knock-out te gaan. Daarom telde ik het aantal knorren in mijn maag per seconde.

Bron: facebookpagina van mijn broer
Bron: facebookpagina van mijn broer

De dagen die volgden leken gevuld te zijn met het gebrek aan lekkers. In mijn mond welteverstaan. De winkels liggen er vol mee. Met kruidnoten en consorten. ‘Vrienden’ plaatsten het zelfs op Facebook onder de noemer ‘wat ligt het er weer vroeg dit jaar’. Euh, niet, een week te laat Bolletje. Nu bleef het bij kijken kijken, niet kopen. Not my kind of style. Normaliter verhoog ik hun omzet met liefde. Kocht ik kleine zakjes voor de kinderen. Yeah right. Ik was al misselijk voordat die vent zijn baard uit de verkleedkist had gevist. Gewoon blijven proppen en aftoppen met gevuld speculaas en dan met name die knapperige randen. Het water loopt me gewoon al in de mond tijdens het typen. Krijg gewoon de behoefte om aan mijn laptop te likken.

Wat ook niet hielp waren de verjaardagen deze week. Op de zaak werden punten taart gesneden waar een heel derde wereld land van kon eten. Er zat ook rijst in, dus ze hadden er geen buikpijn van gekregen. Ik kreeg er wel krampen van, want ik moest het laten staan. Evenals de M&M’s die op mijn bureau gelegd werden. Arrrggghh. Spastisch gooide ik hem over mijn scherm en greep lekker naar de ‘snack’tomaatjes. Alsof dat ook echt snacken is. Als ik echt wild van verlanger werd, pakte ik een walnootje. Ongezouten. Whoehoe, maak me gek.

Gelukkig?
Gelukkig? Zonder chocola?

Zaterdag weer een verjaardag. Vriendinlief had weer een heerlijke kwarktaart gebakken. Met verse aardbeitjes, maar plus een pak suiker en Bastogne koeken als bodem. Een no go. Luc kwam gewoon op schoot zitten met een grote punt slagroomtaart. Tergend langzaam likte hij zijn vork af. Kwellend bijna. Na een hap zette hij de suikerbom voor me neer en rende weg om te gaan spelen. Harm deed ondertussen lekker uit de doeken hoe chagrijnig ik ben van ons suikerloze ‘dieet’. Ik likte voor de vorm aan de tafel. Doet het altijd goed op feesten en partijen. Een andere gast zette er een ondertitel onder; ‘even checken of het geen zoethout is’. En terwijl iedereen echt zat te snacken, pulkte ik de splinters uit mijn tong en dronk volop cactusthee. Alsof ik nog niet prikkelbaar genoeg was. Het gesprek kwam op Amber Albarda, de nieuwste dieetgoeroe, die het suiker-gif-idee onderstreept. Vriendinlief was zo lief om het boek aan me uit te lenen. Nu kan ik zonder suiker ook nog een zoutloos boek lezen. En goed dat ik me voel…

Vandaag ben ik zo druk geweest, dat ik het niet echt miste, behalve bij de eetmomenten. Geen chocola op brood, water drinken, dat soort geneuzel. Einde van de dag plof ik op de bank. Harm gaat een oer-Hollandse maaltijd klaarmaken, terwijl ik op Facebook een stuk chocoladetaart voorbij zie komen. Verschil moet er wezen. De groenteballetjes zijn prima, de kale aardappelen met stronken bloemkool brengen me niet tot een hoogtepunt. Al helemaal niet als Harm me halverwege vertelt dat hij nog een rups uit de bloemkool had gevist. De stukken bloemige kool kriebelen in mijn keel. Zijn het de pootjes van rupsje nooit genoeg, mijn alter ego? Harm geniet met volle teugen van het schouwspel. Elke hap wordt gecheckt. Had het achteraf verteld, of gewoon je mond gehouden. De kinderen eten een toetje. Zij wel. Schijnbaar is het heel moeilijk om die hap zonder omwegen in de mond te manoeuvreren, want Bruintje Beer is er niks bij. Ik moet mezelf bedwingen hun gezicht niet af te lebberen om zo toch aan mijn suikershot te komen.

Er is nu een week voorbij. Is het makkelijker geworden? Nee. Voel ik me gezonder? Nee. Lekkerder in mijn vel? Nee. Straal ik? Geenszins. Ik heb gewoon constant honger en lekkere trek. Ben onuitstaanbaar (ja, echt erger dan normaal) en krijg vreemde neigingen. Als dit nog langer doorgaat denk ik dat Harm ’s nachts stiekem een shot chocola mijn aderen in spuit. Ik hoop dat hij dit leest. Het is gewoon een hint. Want dit rupsje heeft echt nooit genoeg.

Deel