Gewoon zo’n dag

Moederdag

doorPosted on 3 Comments3min. leestijd17 gelezen

Ben blij dat ik Moederdag heb overleefd. Misschien verwacht je nu een klaagzang over verplichtingen, overvolle stranden en stomme cadeaus. Maar dit keer niet. Vandaag een dag zonder klagen. Hij begon ook super met echt leuke cadeautjes en een beetje yoghurt met fruit. We gingen immers brunchen bij Kijkduin met mijn moeder. Voor iedereen ontspannen. Tenminste dat was de bedoeling.

We vertrokken al om 9 uur om nog enigszins kans te hebben op een parkeerplaats binnen een beloopbare afstand van de strandtent. Het liefste natuurlijk voor de deur (voor mijn part op het strand). Dus iedereen goedgehumeurd de auto in. Lina met het cadeau voor schoonmoeders op schoot en Luc met de iPad. Tot zover de normale dag.

Want rond half 10 zie ik links van ons een auto over de kop slaan en tollen, waar een stuntman met eerbied voor zou applaudisseren. Ware het niet dat we ons geenszins op een film set bevonden. Alhoewel dat op dat moment wel zo voelde. Ik riep naar Harm. De auto leek op de A16 te blijven, maar schoot op het laatste moment naar ons op de A15. Harm remde, maar kon niet uitwijken want zag iets in zijn zijspiegel naderen. De klap voelde alsof je achteruit gestoten werd zoals in een achtbaan. Stukken glas vlogen tegen de voorruit. Lina die gilde. En dan die seconde van doodse stilte.

Eindigde triest langs de kant van de weg
Kapot

Wanneer ik besefte dat ik niets mankeerde, zoog ik mijn longen vol lucht. Omdat je in de nanoseconde die alles duurde je adem hebt ingehouden. Harm zette de auto aan de kant en rende richting de auto die totaal aan barrels lag. De kinderen zaten met grote ogen op de achterbank en Lina zei sip ‘het cadeautje voor oma is kapot’. Ze heeft zich gesneden aan de vaas die in stukken aan haar voeten ligt. Haar slippertjes staan in het water en exotische bloemen drijven nog een klein moment op de auto-mat. Wat je allemaal niet opslaat in zo’n korte tijd. Want het volgende moment heb ik de kinderen achter de vangrail gezet, 112 gebeld en een zakdoekje voor Lina’s wondje gehaald.

moederdagvangrailIk trilde en bazelde als een dronken ADHD-er een compleet warverhaal tegen de hulpdienstmedewerker. Waar ik stond? Echt geen flauw idee. In ieder geval niet op het strand waar ik mezelf eigenlijk al had zien liggen. Ik duwde mijn mobiel in de hand van de jongen die voor ons was gestopt. ‘Zeg jij het maar’. Hij nam het gesprek over en al snel stopte de toestroom van verkeer. De weg was toen officieel afgesloten. De kinderen konden weer in de auto zitten, daar was het warmer dan op de vangrail met een handdoek om zich heen. iPads gingen weer aan, ik deelde stroopwafels uit en het leek bijna gezellig zo op onze verlaten rijbaan.

Inmiddels was in ieder geval duidelijk dat de bestuurder van de botsende auto niets mankeerde. Engelen en stof dwarrelden om ons heen. De sirenes doorboorden de stilte. Een stel dat op de motor reed bedankte Harm dat hij niet uit had geweken, want anders hadden zij het niet na kunnen vertellen. Zij waren getuigen van het gehele ongeluk dat begon bij een botsing tussen een witte Skoda en een groene Honda, waarbij de Honda uit het niets leek te komen en waarschijnlijk vervolgens zo hard aan zijn stuur heeft getrokken dat hij over alle rijbanen is heen gevlogen. Uiteindelijk tegen onze auto. Hij kon zich er niets meer van herinneren.

Gelukkig alleen blikschade
Gelukkig alleen blikschade

moederdaginautoSchadeformulieren werden tevoorschijn getoverd. Iedereen werd gecontroleerd op verwondingen en alcoholgebruik. Niemand had wat (op). De kinderen keken wel wat loddig uit de ogen, maar dat zal meer te maken hebben gehad met langdurig iPad gestaar. Zij hadden lol in de auto, ook met de beer die Luc van de ambulancebroeder kreeg. Ik keek naar de strakke blauwe lucht en bedankte. Want wat was ik blij dat de kinderen en Harm niets mankeerden en dat zij ook niet werden blootgesteld aan de bloederige visioenen die ik had gehad. Het ongemak nam ik voor lief. Hun levende lach verwarmde mijn hart. Want hoeveel cadeautjes ik ook heb gekregen vandaag, daar ben ik toch het dankbaarst voor!

Deel

Koningsdag

doorPosted on 3 Comments4min. leestijd19 gelezen

Fear of missing out. Dit is een nieuwe rage (of ziekte, zo je wilt) onder SM-lovers (social media liefhebbers). Nou ben ik meestal niet zo bang om iets te missen, maar op Koningsdag heb ik wel altijd het idee dat het overal leuker is. Je ziet op Facebook oranje gecustomizede vrienden in een sloepje dobberen, voorzien van een perfect zonnetje en lekkere hapjes. Op Instagram zie je rommelmarkt vondsten, waar je zelf al jaren kringloopwinkels voor afschuimt. Ook krijg ik zelfs spontaan zin in het bezoeken van een festival vol vrolijk hossende mensen, als ik daar foto’s van voorbij zie komen.

Jaren geleden bezochten we nog weleens een vrijmarkt. Tegenwoordig is het lastiger om (met het gezin) heel vroeg op te staan en dan nog minimaal een uur in de auto zien leuk te houden. En met dit druilerige weer ziet de meuk op allerhande armoedige kleedjes er ineens verlept uit. Alsof ze gewoon een met modder overstroomd bejaardentehuis hebben leeg gekieperd in een kraampje. Met een zonnetje erop zou je het ineens bestempelen als een uniek brocante antiekstuk. Tel daarbij op dat ons huis al dichtslibt met allerlei rommel en we doen de kinderen ook geen plezier met slenteren langs kapotte puzzels en worstenmakers uit grootmoeders tijd.

Maar wat dan? Ik bekeek de dorpskrantjes ineens met interesse, op zoek naar een gaaf programma voor Koningsdag. Waarom beginnen ze altijd met Aubade? Ik vroeg Harm of dat iets met zingen te maken heeft en hij knikte een beetje lacherig. Het lachen verging hem toen ik uit volle borst begon te galmen ‘Komt allen tezamen…’, toen onderbrak hij me dat het dit niet helemaal was. Prima joh. Dan niet.
Poederoijen is trouwens vandaag de dag vertegenwoordigd met een goed georganiseerde oranje vereniging (ja,ja geen sarcasme dit keer). Onze eerste Koninginnedag waren er nog maar drie kraampjes, te weten eentje met de grootste witte opa onderbroeken ooit gezien, een kraampje met zelfgemaakte ranja en de laatste verkocht elastiekjes en speldjes met snoezige rozenknopjes om alle beeldige krulletjes van kerkmeisjes mee in bedwang te houden. Tegenwoordig krijgen we een heel programma voorgeschoteld. Vorig jaar zat ik in een Tesla en crosten Lina en ik op Segways, terwijl Luc een parcours aflegde met een laserpistool. Niets te klagen dus, zou je zeggen. Maar je kent me. Immer tevreden mens dat ik ben. Maar eerlijk is eerlijk, het hagelt hier de laatste dagen, dus de kans was aanwezig dat we vandaag sneeuwpoppen konden maken. En buiten zijn terwijl het koud is, staat niet in mijn productomschrijving.

Daarom bedachten we ruim op tijd, dat we dit keer het ruime sop zouden kiezen. Maar nou liggen de binnendeurse uitjes niet voor het oprapen hiero. Bij het woord museum begint Lina al vroegtijdig te braken en aangezien het vakantie is, kunnen we het één en ander ook al afvinken (de bioscoop en bowlen). Gelukkig vonden we gisteravond nog een indoor midgetgolf baan. Nou heb ik niet zoveel met gewoon golf (alhoewel de truttige ruitjesbroeken me vast kittig zouden staan). Om het leuker te maken zouden ze de holes kunnen vullen met M&M’s en wanneer je dan je balletje erin knalt ontstaat een chocolade regen. Kijk daar zou ik met plezier mijn best voor doen. Net als bij midgetgolf. Vind ik echt enig. Bochtjes, heuvels, bruggetjes, ik neem het allemaal uitermate serieus. Let’s go!

Luc en de piramide
Onze hooligan

Indoor betekent blijkbaar zoiets als een hele grote schuur met aftandse Oosterse tapijten en het ontbreken van enige vorm van verwarming. Het was buiten warmer. Serieus. Dan maar warm slaan. Luc mocht beginnen en waarschuwde ons met ‘aan de kant voor jullie eigen veiligheid’ en vervolgens viel hij de ‘piramide’ aan naast de eerste baan. Het ding zag eruit alsof meerdere kinderen hun koningsdag-agressie erop hadden gebotvierd. Vanuit mijn ooghoek zag ik Harm een plastic bamboe neer maaien met zijn golfstick. Het stof dwarrelde om hem heen en ik knipoogde naar hem. We hebben een geweldig vermogen om altijd op de meest versleten plekken te belanden. Op de een of andere manier krijg ik het liedje (of eigenlijk alleen deze zin) niet uit mijn hoofd ‘Hoe zijn we hier beland?’

Harm geniet van midgetgolf
Dat gezicht 😉 Genieten

Terwijl Lina de puntentelling aan het husselen was rende Luc als een wilde baviaan rond, al brullend ‘ik ga jullie tokken’. Zijn golfclub suisde daarbij gevaarlijk door de lucht. Harm sloeg een bal bovenop mijn dijbeen en ik probeerde een verstopte heater aan te zetten door op alle knoppen te drukken, trekken en slaan. De kinderen speelden vals (terwijl ik zo mijn best deed, verder niet fanatiek, hoor) door de ballen erin te vegen. Harm zette zijn capuchon op, want de schuur was niet he-le-maal waterdicht. Juist op dit soort momenten hebben wij de grootste lol. En gelukkig was het bijbehorende restaurant wel verwarmd. Terwijl de kinderen een ijsje (serieus) bestelden, besloten wij op deze dag onze vaderlandsliefde ook te uiten door geen Belgische wafel te bestellen, maar een portie echte Hollandse bittergarnituur. Hier kan geen brocante sloep of festival tegenop. Zo’n gekke dag met mijn even gekke gezin, ik had het voor geen goud willen missen.

Deel

Of je worst lust

doorPosted on 2 Comments2min. leestijd14 gelezen

Soms hebben we best goede gesprekken ’s avonds…

Eergisteren werd de woonkamervloer geschuurd en geolied. Daar mochten we dan vervolgens 24 uur niet op lopen. Aangezien we nog steeds niet kunnen vliegen en de trap zich midden in de woonkamer bevind, hebben we dat advies een beetje in de wind geslagen. Om het aantal voetafdrukken in de verse olie te beperken, bedacht ik een ingenieus plan. Harm liep met Lina op zijn nek en laptoptas in de hand met grote stappen richting trap, met mij in zijn kielzog. Ik droeg Luc. Dit deden we rond half acht, want het was bedtijd. Niet alleen voor Luc, maar nu ook voor ons.

Ik besloot in bad te gaan en even later kroop ik naast Harm onder de dekens.
Bij het dichtklappen van zijn laptop en mijn avondritueel met allerhande smeersels, voelde ik het al opkomen.
Honger. Of trek, wat jij wilt. Eten moest ik hebben.
Maar ik wilde de vloer niet verpesten en probeerde het knorrende varkentje in me te negeren.
MMM varkentje. Lekker.
Ik ben eigenlijk helemaal geen (varkens)vleeseter, maar soms kun je de meest vreemde etensbehoeften op voelen komen. Zeker als je het niet in huis hebt. Of gewoon tijdens de zwangerschap. Bij het krieken van de dag had ik al behoefte aan een warm dampend bord boerenkool. Op mijn nuchtere maag. Met kuiltje jus en stukjes worst, graag.
Neehee, ik ben nu niet zwanger. Een beetje plofferig misschien. Dit kan te maken hebben met mijn avondlijke intermezzo’s met kruidige noten en taaie poppen.
Tijdens de negen maandelijkse uitbuikigheid mocht de mindfuck bepalen dat ik gezonde boerenkool tot mij moest nemen, maar nu wilde ik maar één ding.
Worst.
Sappige, hete, roze HEMA worst.
Dat wanneer je er een hap van neemt, het vet langs je kin druipt en ergens halverwege je nek stolt.
Ah ja, dat wilde ik! NU.
Ik verwittigde Harm van mijn verlangen en kreeg uiteraard het te verwachten antwoord.
‘Ik heb nog wel worst voor je.’
‘Daar kan ik het velletje niet van aftrekken.’
‘Euh nee, dat is inderdaad eenmalig. Anders hebben we bloedworst.’

En weg was mijn eetlust.

Deel

Ik begrijp het niet

doorPosted on 3min. leestijd45 gelezen

Klassieke muziek vult mijn lichaam. Zuivere klanken spelen in mijn hoofd. Overstemmen mijn nare gedachten. Ik wil ze niet horen. Want ik begrijp ze niet. Nooit gedaan. Mijn ongeloof toen mijn moeder me vroeger waarschuwde voor kinderlokkers, verkrachters en andere duistere figuren. Waarom dan? Waarom zou je een ander bewust pijn willen doen? Ik begrijp het niet.

Luc is zes. Zijn wereld bestaat onder andere uit school, zwemles, eten en knuffelen. Uiteraard overheerst nu de komst van Sinterklaas zijn gedachten. Hij ziet de kleur van de pieten niet. Of ze gouden oorringen hebben of niet. Hij denkt alleen aan het feest. Het taaie snoepgoed in zijn handjes. Zijn verknipte speelgoedboek. Zijn lange verlanglijstje. Geen idee dat volwassen vrouwen elkaar de ergste ziektes toewensen op internet in het kader van de pietendiscussie. Alsof het bij hem op komt dat er volwassen mannen elkaar half dood slaan met een kinderfeest in gedachten. Hoe zou hij dat kunnen begrijpen?

ik begrijp het niet happinezLina is twaalf. Haar wereld draait veel om huiswerk, make-up, verliefdheid, beugels en snoep. Zij is al minder blue. Hoort natuurlijk veel op school, het nieuws en social media. Ze vindt mijn quote van Happinez op Instagram leuk. Maar het is natuurlijk helemaal niet leuk. Of voor haar echt te bevatten wat het betekent.
Tegenwoordig draait bijna alles om hebben. Het hebben van macht. Rijkdom. Gelijk. En mocht je het er niet mee eens zijn, word je onthoofd. Onder het mom van een geloof. Draait niet elk geloof om liefde, respect voor je medemens en een zo goed mogelijk leven leiden (op basis van de eerste 2 genoemde punten)? Dat is wat ik geloof. Maar bij Lina’s godsdienst les komt maandag waarschijnlijk IS ter sprake. Hoe kan ze dat nou begrijpen?

Het nieuws volg ik zelden. Harm praat me vaak bij. Zonder teveel details. Ik ben al visueel genoeg ingesteld. Wel stel ik hem simpele vragen. Na zijn uitleg snap ik het nog niet. Waarom dan? Onschuldige mensen doden, dorpen platbranden en nog zoveel meer ellende die ik niet eens kan typen, omdat het dan levend wordt voor me. Ik steek liever mijn kop in het zand en meng me niet in discussies. Ik leef in angst.
Ik wil geen verwensingen naar mijn hoofd geslingerd krijgen in een land waar de vrijheid van meningsuiting alle grenzen overschrijdt.
Ik wil niet met onbekenden online discussiëren over mensen die gevlucht zijn van wat vroeger ook hun veilige thuishaven was.
Ik wil niet bekvechten over iets wat een feestje hoort te zijn. Liever vier ik het leven. Niet in angst. Want eerlijk gezegd voelde ik hem vandaag op mijn schouders drukken. Keek ik vaak om me heen. Bij de intocht van Sinterklaas. Wat als een stel malloten het in hun zouden hoofd halen? Stiekem ben ik blij dat het voorbij is. En we ons terugtrekken in ons veilige huisje. Ik dank alles waar ik zelf in geloof dat ik zo mag leven. In vrijheid. Niet op de vlucht. Behalve dan soms voor de realiteit. Want die kan toch niet waar zijn? Ik begrijp het niet.
Of beter gezegd:

Je ne comprends pas…

Deel

door

Als de brandweer…

doorPosted on 4min. leestijd15 gelezen

Het duurde even voordat het rond was, maar vandaag was het dus tijd voor Luc zijn kinderfeestje. Het voelde niet eens als uitstel van executie. Dat komt waarschijnlijk omdat ik er verder ook geen verjaardags- en traktatiestress bij had. Kom maar op.

Thuis tosti’s eten. Nou dacht ik dat meisjes konden krijsen, maar deze jongens gilden als een schelle brandweersirene. Dan zouden ze wel goed bij de eerste locatie passen van vandaag; de brandweer. Dat was ook de reden dat we het zo verlaat vierden, de brandweer in Zaltbommel doet dit op vrijwillige basis. Alhoewel ik me na dit feestje kan voorstellen, dat ze daar verandering in gaan aanbrengen. De jongen die ons begeleidde zou eigenlijk nog een feestje erna hebben, maar die was verplaatst naar volgende week. En dat vond hij helemaal niet erg, gaf hij toe, met het zweet op zijn voorhoofd. Was het dan zo’n drama?

Tja, het begon met een vaag filmpje, waarbij de meest recente beelden uit 1996 dateerden. Na een paar minuten begon de eerste al. ‘Ik ben een gordeldier’, en liet zich vervolgens voor dood op de grond vallen. Ik moet toch vaker naar Freek kijken denk ik, want ik wist niet dat dit een Gordeldierse-actie was. Maar de rest volgde en kropen vervolgens als de meest vreemde wezens over de grond.

Op naar de brandweerwagens. Super indrukwekkend natuurlijk. Maar boeiend hoe het allemaal werkt. Erin willen ze. Nu. En als ze erin zaten riepen ze al ‘VOLGENDE, VOLGENDE’. En die goeie man ze maar proberen bij zijn verhaal te betrekken. Maar ze hadden ook echt de aandacht spanne van een gordeldier. Niet. Terwijl de man over de historie stond te praten, braken zij bijna de meest historische wagen die er stond af. Overal moest aan getrokken worden. Op gezeten. Geramd. Mijn oksels begonnen te prikken. Deze kudde dieren had nog geen suiker gehad, maar hadden dat niet nodig om op hol te slaan. Wat een zooitje ongeregeld. Het idee dat er iets kapot ging, waar zoveel mensen met liefde aan gewerkt hebben en mensenlevens mee hebben gered…

De planning was dat we 2 uur bij de brandweer zouden blijven. We wisten het te rekken tot anderhalf uur, maar voordat er brokken vielen, zijn we er vertrokken. Ik beeldde me in, dat de vrijwilliger zijn baas opbelde om te zeggen dat hij volgende week niet bij het andere kinderfeestje kon zijn. Hij moest een wortelkanaalbehandeling ondergaan. Met plezier.

We komen dus te vroeg aan bij de volgende locatie. The American Roadhouse. Daar gingen we bowlen. Maar gelukkig was het droog en een speeltuin aanwezig. (G)Razen maar! Wij ploften neer op de houten bank. Die was niet geheel droog, dus ik schoof een verpakking koek onder mijn billen en begon te rillen. Best koud als je stil zit. Buiten. In november. Maar de kinderen konden hun energie kwijt. En ik liep met liefde met ze mee naar binnen naar de WC om daar even op te warmen aan de open haard.

Weer buiten vond ik geen rust. Jongens op een dak. Jongens met te zware balken aan het sjouwen. Ik moest aan het zuurstof. Dit.Is.Zo.Niet.Mijn.Ding. Ik schreef het volgens mij vorig jaar al, die verantwoordelijkheid voor zoveel kindjes op mijn schouders; killing. Gelukkig was het tijd om te bowlen. Iedereen schoenen uit. Oh, de kleine maatjes zijn al in gebruik. Iedereen weer schoenen aan. Bij onze plek aangekomen leek er een limonade-popcornbom te zijn ontploft. Maar goed, ik kon doen waar ik goed in ben. Opruimen. Harm regelde de rest.

Goed bezig jongens!
Goed bezig jongens!

Ze gooiden trouwens echt retegoed. De ene spare na de andere. Ja, met opblaasbanden tegen de zijkant, maar hé zelfs dan lukt het mij niet. Soms rolden ze iets te zacht. Zo zacht dat de bal gewoon midden op de baan stil bleef liggen. Heel strak werd er dan nog een balletje tegenaan geworpen. Om vervolgens geen enkele kegel te raken. Ook knap. Dit alles aanschouwde ik vanaf de houten bank. Nou was het sowieso niet de bedoeling dat de ouders meededen, maar ik kon ook echt niet meer. Was een soort van overprikkeld door de schreeuwende kinderen, overschreeuwende ouders, bonkende ballen en flikkerende lichtjes. De kinderen kwamen me elke keer trots hun score vertellen en dan complimenteerde ik ze uitvoerig. Ze glommen nog harder dan de ballen. Kon ook van het zweet geweest zijn. Het rook er een beetje als zo’n indoor speelhal. Onze favoriet inderdaad.

Na het eten iedereen gauw thuis afgeleverd voor het Sinterklaas journaal. Voor Lina een pizza in de oven geschoven, allemaal ook het Sint journaal kijken. Luc naar bed, Lina haar Frans nog overhoren. Ik pulk de laatste popcorn onder mijn schoenen vandaan en begin aan de sint zijn voorraad pepernoten. Of zal ik toch gewoon een popcorntje pakken?

Mijn kleine E.T. in zo'n groot pak. De dag van zijn leven gehad. En daar doe je het voor.
Mijn kleine E.T. in zo’n groot pak. De dag van zijn leven gehad. En daar doe je het voor.

Deel

door

Honger

doorPosted on 0 Comments5min. leestijd23 gelezen
Mijn laatste opdracht voor de praktijkdag
Mijn laatste opdracht voor de praktijkdag

Volgens mijn coach is het goed voor mij om weer te gaan werken, zodat ik weer deelneem aan het leven. Ik sta nu een beetje aan de zijlijn. Dat klopt wel, mijn veilige cocon is heel behaaglijk. Maar ik heb ook weer zin in een nieuwe baan. Helaas ben ik niet de enige en volgt afwijzing na afwijzing. Dus verbouw ik ondertussen heel het huis. Ook volg ik drie cursussen, waaronder Interieurstyling. Het is een thuiscursus met twee praktijkdagen. Vandaag was de eerste.

Zo’n dag is eigenlijk voor mij ook wel alsof ik uit mijn comfortzone stap. Geen idee wat ik kon verwachten, want dat werd nergens aangegeven, maar het was toch alweer maanden geleden dat ik in een groep actief diende te zijn. Verder zag ik geen problemen, ik wist alleen de locatie en tijden. Een bevestiging heb ik nooit ontvangen. Met al mijn huiswerk, boeken, tekengerei en tussendoortjes in een tas vertrok ik ruim op tijd naar Leiden.

Tien minuten te vroeg zag ik het pand in de verte, met een slagboom. Mooi, kon ik lekker dichtbij parkeren. Dat ik daarbij over een fietspad moest en bijna een fietsende moeder met kind schepte, deed me weer beseffen dat ik in een stad was beland. Ogen kwam ik tekort. Op het bord naast de slagboom stond dat je je online moest registreren en ja daar raakte ik van in de stress. Was ik net gewend aan een chipknip, werd hij afgeschaft. Maar wat is er mis met kleingeld? Ik zou wel ergens anders proberen te parkeren, dacht ik, de klok negerend. Altijd fijn, als er dan ondertussen een auto achter je is komen te staan en achteruit rijden (wederom over een stoep en fietspad) niet je hobby is.

Oeps...
Oeps…

Overal waar ik keek zag ik borden voor vergunninghouders en wielklemwaarschuwingen. Wanneer ik een parkeeragent voorruiten zag checken, draaide ik gauw mijn raampje open. Ik had nog geen zin gezegd, of ik zie ineens in de hoek een auto uit zijn parkeerplek rijden. Whoehoe, die was voor mij. Ik propte hem in de krappe plek en in de haast gooide ik de deur open. BAM. Daar was een ijzeren reling. Fijn. Ook dat het was begonnen met regenen. De dagkaart kon ineens niet aangeschaft worden, dus ging er een tientje down the drain in de parkeerautomaat. Niet aan denken. Hollen.

Nat en verwilderd stamelde ik bij de receptie dat ik voor de cursus Interieurstyling kwam. Eerste verdieping lokaal 6. Boven begon de gang met 1.6 en eindigde met 1.1, dus ik sjeesde uiteindelijk weer terug naar de eerste kamer. Ik zocht gewoon te letterlijk naar een ruimte met een 6 erop. En wat me normaal nooit gebeurd en waar ik zo’n hekel aan heb is als laatste een volle klas inlopen. Uiteindelijk was ik maar twee minuten te laat, maar normaliter ben ik rustig een half uur te vroeg. Ik schoof gauw aan.

Het voorstelrondje begon en ik zou de laatste zijn. Bij elke cursist die dichterbij zat, klopte mijn hart harder onder mijn huid. Als een olifant die begon te gabberen bonkte hij bij mijn beurt tegen mijn ribben. Ik was er bijna van overtuigd dat iedereen het kon horen en stelde mezelf met 500 woorden per seconde voor. Gelukkig was de cursus verder prima. De olifant had alleen wel de beer in mijn buik laten ontwaken. Die brulde om eten. Ruim een uur lang keek ik om de vijf minuten hoe laat het was. Maar ik wilde ook niet mijn koekje tijdens de uitleg uit zijn krakerige plasticje frunniken. Om half 12 hield ik het niet meer. Voorzichtig kauwend genoot ik van mijn koekje.

Om 13.00 uur kondigde de docent de lunch aan. Ik vroeg waar die was. Nou, blijkbaar kon je buiten even een luchtje scheppen en anders kon je gewoon blijven zitten. Zou de lunch rond gebracht worden? Hoe ongewoon, maar prima. Totdat ik mensen hun bammetjes met kaas uit een plastic zakje zag halen. Huh? Hoe moest ik nou weer weten dat je zelf voor je lunch moest zorgen? Ik vroeg het voorzichtig aan mijn buurman. Blijkbaar stond dat ergens verstopt op een van drie leeromgevingen, die bij deze cursus hoort. Tja, die had ik niet meer bezocht afgelopen week, aangezien mijn laatste opdracht was ingestuurd en ik pas dinsdag hoorde dat ik vandaag mocht meedoen. Handig.

Mijn buurman depte zijn broek, hij had vinaigrette van zijn quinoa salade op zijn broek gemorst. Dacht hij. Het was in werkelijkheid mijn kwijl. Als ik niet op tijd eet, krijg ik aanvallen, dus ik pakte mijn appel en laatste koekje erbij en ik heb nog nooit zo mindfull gegeten…

Om half vier zat ik trillend op mijn stoel. Misschien dachten ze wel dat ik aan vervroegde Parkinson leed, maar een vreemd beeld vormden ze sowieso van me. Ik vroeg aan de docent of ik haar boek ook online kon kopen, want dat haar boek tijdens de les met korting gekocht kon worden, was mij ook niet meegedeeld. Gelukkig kon dat, want ik moest echt weg. Een hele lieve behulpzame cursist tipte me op de pinautomaat naast het pand. De hongerige blik in mijn ogen en de kloppende ader op mijn voorhoofd lieten haar weten dat ik een andere automaat nodig had. Uiteraard is er dan in het hele pand geen snackautomaat te vinden.

Gatver
Gatver

Wegwezen. Navigatie aan. Al mijn zintuigen stonden op scherp en de stadse drukte overspoelde me en verzoop me bijna. Eenmaal op de snelweg werd ik iets rustiger en kon ik weer een beetje helder denken. Ik vond nog een paar verdwaalde snoepjes in mijn tas. Daar ben ik al niet zo’n fan van, maar de oranje variant smaakte voor mijn gevoel extra chemisch. Ik heb het nog niet eerder echt gegeten, maar ik vermoed dat gesmolten plastic ook zo smaakt. Ik spuugde het eruit en voelde mijn boosheid stijgen. Een auto toeterde wanneer ik hem snel inhaal. Hij mocht blij zijn dat hij in de auto zat, anders beet ik zo zijn kop eraf. Dat is wat honger met me doet. Zelfs de ruitenvloeistof zag er appetijtelijk uit.

Overal zag ik vrachtwagens met groente en fruit bedrukt. Op de radio was een discussie over de lekkerste snack in de voetbalkantine. Ineens klonk een gehaktstaaf me heerlijk in de oren. Gauw duwde ik er een cd in. Omdat ik me niet geheel aan de snelheid hield, zag ik een tankstation uit mijn ooghoek voorbij flitsen. Mijn kans op eten. Gemist. Total loss kwam ik thuis aan. De gang omsloot me als een warme deken. De geur van stamppot kwam me tegemoet. Ik verdween in Harm zijn armen. Dag lieve mensen, ik kruip weer in mijn cocon.

Deel