Zomer

Scheiden

doorPosted on 0 Comments4min. leestijd52 gelezen

Elk jaar ging Luc een weekje met Piet naar de camping. Voordat we de caravan verkopen, wilden Harm en Luc er nog eens samen mee op uit. Een echt mannen weekje. En voor mij een week vol vrienden, maar ook genieten van de stilte en de vogels in de tuin. Het gemis naar mijn mannen groeide met de dag, dus ik besloot ook een dagje het campingleven in te duiken.

Het bleek een mooie camping met veel bomen, maar ook veel caravans. Warm! Gelukkig was er een zwembad bij, waar Luc zijn bommetjes wilde laten zien. Had hij een hele week op geoefend en het had Harm ook een vriendinnetje opgeleverd. Een meisje van 11, die ook graag aandacht wilde en constant om hem heen bleef hangen en ook punten wilde voor haar bommetjes. Toen ze vroeg of haar lippen al blauw kleurden en Harm nee antwoordde, gaf ze aan: ‘Oké, want als mijn lippen blauw kleuren moet ik naar huis’. Harm had spijt dat hij geen ja had gezegd.

Het zwembad bleek niet heel groot en daardoor vlogen links en rechts de bommetjes-makende-kinderen om mijn ogen. Mijn lenzen zuigen zich door chloorwater vast aan mijn oogbollen, dus ik koos het minder ruime sop en verplaatste me met Luc naar het peuterbadje. Een tenger meisje met lubberend badpak en een goudmijn voor een orthodontist in haar mond kwam naar ons toe gezwommen. Met geknepen oogjes keek ze van mij naar Luc en daarna naar Harm, die nog in het grotere bad dobberde.
‘Zijn jullie gescheiden?’, brulde ze me toe.
‘Euh, nee’.
‘Hebben jullie ruzie dan?’, ging het verhoor verder.
‘Nee’.
Ik verplaatste me met Luc nonchalant naar de andere kant van het badje, maar het meisje sprong als een hinde door het water achter ons aan.
‘Maar hebben jij en je man vaak ruzie?’, wilde ze dan weten.
‘Euh, nee’, viel ik in herhaling.
‘Jullie hebben toch wel ooit ruzie?’, drong ze bijna schuimbekkend aan.
‘Nee.’
‘Ook niet als hij zwart wil en jij roze?’
‘Huh… nee?’
‘Nee, jij lijkt me ook niet het type voor roze’, besloot ze.
Voordat ze in mijn ogen kon zien dat ik ooit een muur oudroze wilde verven en Harm niet, of dat ze zou gaan uitzoeken welke kleur dan beter bij me paste, stapte ik uit het badje en dook naast Harm in het bommenbad.
‘Harm, zeg eens eerlijk, heb jij op alle caravandeurtjes geklopt om te verkondigen dat je gescheiden bent?’.
Ik zag het al helemaal voor me, met een pruilend smoezelig Lucje aan zijn hand. Die zijn andere handje bedelend ophield. Voor een aalmoes of op zoek naar een nieuwe moeder, daar was ik nog niet over uit.
Maar Harm keek me bevreemdend aan en ik legde hem uit wat er was gebeurd.
‘Ah, je hebt mijn vriendin inmiddels ontmoet’.

Aan het einde van de gezellige dag wilde Luc met mij douchen, want dan konden we allebei apart in een hokje en dan op het tussenmuurtje kloppen. Dat deed hij met Harm ook elke dag, dus moest dat met mij ook. Ik ben dol op douchehokjes op campings, dus togen we vol goede zin naar de douches. Alwaar een deur openstond waar een man net bukte om wat te pakken (of lekker aan zijn teennagels te krabben, dat kan ook). Maar waar het om gaat is dat hij naakt was. En zijn behaarde kont uit het douchehokje stak. Luc kreeg grote ogen en keek mij aan. Zijn tere puberziel trekt blote lichamen niet en deze aanblik moet een kras op zijn ziel (of zijn ogen) betekenen. We liepen een rondje rond het blok met douches en inmiddels had de man zijn hokje op slot gedaan en was alleen de douche ernaast nog beschikbaar. Luc wilde wel samen douchen, maar om hem niet verder te beschadigen besloot ik om onze badkleding aan te houden. We sopten ons rijkelijk in en Luc moest uiteraard nog drie keer zijn hart hardop luchten ‘mam, zag je hoeveel haren hij op zijn aars had?’. Voor het geval die man het nu nog niet gehoord had, wilde Luc toch ook nog even op het tussenmuurtje kloppen.
‘Hallo? Hallo?’ vroeg de man door het muurtje heen.
Luc piste bijna in zijn broek.
Letterlijk.
‘Mam, ik moet plassen’.
‘Dat mag hier wel, doe het dan wel boven het douchepu…’, maar Luc stond al te urineren in de hoek. Ik zag het zo van het opstapje in mijn slippers sijpelen.

Na deze zintuigen-prikkelende-dag was het moment aangekomen om te gaan slapen. Het was laat op de avond, maar het leek wel of alle buren nog even wilde laten weten dat ik op een camping ging slapen. De één leek onder ons raam zijn sigaret op te roken, een baby schreeuwde de longen uit het lijf, een ander dacht dat dit het uitgelezen moment was om de voortent te gaan stofzuigen, luchtbedden met een elektrische pomp op te blazen, de caravan te reorganiseren, zijn busdeuren en lampen 38 keer uit te testen en uiteraard was er nog een krijsende peuter die niet wilde slapen. Maar ik wilde dat wel. Een mug zoog zich vast aan mijn voorhoofd, ik sloeg erop los, maar ik zei niets. Harm kent mij en mijn voorliefde voor stilte en fluisterde; ‘ik vind het heel stoer dat je dit doet’.
‘Ik neem aan dat ik nu genoeg credits heb opgebouwd om ooit in ons leven nog een muur roze te mogen schilderen?’ fluisterde ik terug.
Harm lachte en trok me tegen zich aan.
Ik denk dat we voorlopig nog niet gaan scheiden.

Groeten uit Kraggenburg

Deel

Jeepsafari

doorPosted on 1 Comment5min. leestijd11 gelezen

Daar sta je dan, lichtelijk (om je heen kijkend of niemand het ziet) beschaamd, te wachten op een terreinwagen vol reclame. Zelfs je hand opstekend (alsof het een taxi is) als er één voorbij komt scheuren. Onze chauffeur komt iets te laat aangeraced. Ziet eruit als smeagol met een paars Adidas shirt. Hij brabbelt wat (Hello precious?) en trekt de kofferbak open. Instappen maar. Het is een soort laadruimte met bankjes met  skyleren zittingen. Een prettig vooruitzicht als het dan al 33 graden is. Als varkens die naar de slachtbank gaan kruipen we erin.

Voor ons zit een Engelse moeder met haar al even Engelse dochters. Hello there. Voorin zit de chauffeur en blijkbaar zijn we compleet. Raar, ik dacht dat Harm zei dat we met z’n tienen in dit vehikel zouden zitten. Ik zal er niet om klagen. Het gaspedaal stevig indrukkend beginnen we de tocht. We rijden rap door de straten van Paphos en af en toe grombelt Gabriel (niet de engel, maar onze chauffeur) wat informatie. We leunen allemaal naar voren om zijn slechte Engels proberen te interpreteren, maar ik geef het al gauw op. Te warm. Bij elk woord wat er uit hem komt, schreeuwt Luc ‘wat zegt hij, wat zegt hij?’. Geen idee, zeker niet als jij er tussendoor kletst en de wind door de raampjes giert.

Jeepsafari LucOh, die wind. Wat klinkt dat als een heerlijk verkoelend briesje. Maar wat er werkelijk door alle raampjes naar binnen stootte was hitte. Verzengende hitte. Alsof er een hand zand met zout omhoog werd gegooid en met drie föhnen naar binnen werd geblazen. Op de heetste stand. Ik wist niet eens dat ik kon zweten vanuit mijn knieholtes. Alsof er een kraantje werd open gezet.

Smeagol aan de telefoon. De Engelse moeder begreep eruit dat hij twee mensen vergeten was en we terug moesten. Met piepende banden keert hij om en laat een bouwvakker als een oranje stipje in een zwarte wolk uitlaatgassen verdwaasd achter zich. Ik zie nog de gezichtsuitdrukking van het oranje vestje. Ik hoopte dat hij mij niet zag door die wolk. Ik ben hier niet. Ik hoor hier niet bij.

Lina ligt ondertussen als een godin op het bankje en Harm en ik fantaseren hardop dat ze zo tegen de harige, bezwete witte bierbuik van een Engelsman aan moet liggen. Ah, die gruwel op haar gezicht, daar doe je het voor. In werkelijkheid zijn het twee ondefinieerbare vrouwen, spierwit, waarschijnlijk moeder en dochter. Afkomst onbekend. Ik dacht Engels, maar Lina gokte Pools. Of Russisch. Ik had niet de behoefte om het te vragen.

De achterstand proberen in te halen, vlogen we over de weg. Het oranje (nu half zwart geblakerde) mannetje zag ik al op voorhand in het gat in de grond springen. Wijs besluit. Uiteindelijk belanden we bij nog twee eensgezinde wagens volgepropt met randdebielen. Eenmaal buiten begint de leider van de roedel (Zijkos, Zakkies, Zikanos o.i.d.) zijn welkomstpraatje. Leuke kerel, spraakzamer en verstaanbaarder dan onze bestuurder.

We bezoeken een bananenplantage, de sea caves, Lara bay (schildpaddenstrand zonder schildpadden) en stoppen abrupt op een bergtop in een stofwolk. De bestuurders stappen uit en beginnen aan takken met gele bloemetjes te rukken. Door onze luchtgaten worden ze naar binnen gepropt. Ruiken. Ahh, beschuit met muisjes, ik heb er meteen trek in. Likkend aan de stengel leer ik dat van anijs ook Ouzo gemaakt wordt. Je steekt nog wat op ook, op zo’n dag.

Wanneer we stoppen bij een plek waar Turkse Cyprioten weer huizen gaan bouwen tussen de Griekse kant en daar uitleg over gegeven wordt, grijp ik mijn kans en schiet ik een leegstaand schuurtje in om mijn bikini aan te trekken. Tussen de keutels en de stro. Zonder deur. Alsof ik niet genoeg uitdaging in mijn leven heb.

Een man in een tanktop trekt deze gehele uitdaging slecht en vraagt of er een taxi kan komen. Euh, op deze ongeasfalteerde berg? Nee, dat kan niet. Ik snap de kale kerel wel. Je voelt je als een tennisbal in een droger vol klam wasgoed. Wat elke keer bijna van de afgrond afdondert. Meneer heeft hoogtevrees en tja, echt veilig voelde niemand zich op de smalle bergpaadjes vol gesteente met diepe dalen naast je. Alle kanten werd je op geslingerd. Ik hield me goed vast aan de reling voor me en trok daarbij af en toe een pluk haar uit een van de Engelse dochters voor me. Ze gaf geen kik. Ik denk dat het in het niet viel met de totale rit, of ze was weer eens flauw gevallen (daar begon de dag al goed mee). Iedereen had zo zijn ontberingen. Bij scherpe bochten had ik ook af en toe innig contact met de Poolse/Russische moeder die in mijn nek schoot en daar vastplakte. Met haar elleboog.

Helemaal geradbraakt, bezweet en met een bos piekerig strohaar kwamen we daar waar het ons allemaal om te doen was; The Blue Lagoon. Alsof je in een verkoelend zwembad stapt met turquoise geschilderde wanden. Zo zie je het alleen in boekjes, op tv of als je zes filters over je foto gooit. En nu dreef ik daarin. Zelfs even met ons duikmasker op zoek gegaan naar visjes. Harm lachte zich kapot toen ik hijgend door dat masker enthousiast probeerde duidelijk te maken dat ik een vis had gezien. Een witte. Daar knapt een mens van op. Vervolgens nog een kudde zwarte visjes gespot en toen bleek iedereen al weer terug in de auto’s te zitten. En wij nog op het gemakje naar de kant zwommen. Glunderend.

Vissen blue lagoon
VISJES!

Ja, we zijn ook nog wezen lunchen (met bruine garnalen, ijs wat smaakte naar parfum en Souvlaki voor Harm die 10 minuten voordat we vertrokken werd geserveerd), aan een dooie tak tijm geroken, naar het bad van Aphrodite en zwemmen in het ijskoude water bij de waterval van Adonis. Leuk, echt, maar die Blue Lagoon…mijn hoogtepunt van de dag.  ‘S avonds in het zwembad zwom ik met mijn pijnlijke zak botten richting Harm.
‘Lieverd, gaan we ooit samen nog eens terug naar de Blue Lagoon? Echt duiken, met van die gasflessen op onze rug?’
‘Tuurlijk schat, maar zullen we eens gek doen en dan gewoon een zuurstoffles gebruiken?’
🙂

Deel

Hoe het zover kwam…

doorPosted on 1 Comment3min. leestijd8 gelezen

Toen we vorige week op Cyprus voor het eerst met ons autootje gingen touren zagen we ook een andere manier.
Denk aan China en hun metro’s die in de spits letterlijk vol gestampt zitten met mensen. Van die mannen met een belangrijk petje op (en vast ook een fluitje om) die Chineesjes opstapelen en aandrukken in een coupé en daar de deuren dan omheen vouwen. Nou dat beeld, maar dan in jeepvorm.
Zo’n blik sardientjes op wielen met volgevreten zwetende toeristen die half uit het raam puilen. Hoe meer zielen hoe meer vreugd geldt hier zeer zeker niet. Wij keken ze smalend na. Dit doe je toch niet vrijwillig? De rode hoofden nakijkend zetten we de airco nog wat hoger en genoten van onze beenruimte. Wij zouden die toeristische hoogtepunten zelf weleens bezoeken. Want zo zijn we dan weer wel.

Ik bedoel, stel nou dat drie keer (naakt, klein detail) om de rots van Aphrodite heen zwemmen echt eeuwige jeugd brengt? In het kader van de toenemende grijze haren en rimpels is dat zeker het proberen waard. Navigatie op Harm zijn telefoon aan en gaan.

Cyprus zee

Eerst komen we nog langs een mooi strandje, daar moeten we wat foto’s maken. Want wie weet is het water morgen ineens niet meer zo helder turquoise. Nou, daar krijgt een mens dorst van, de aanblik van zo’n bak met fris water. Een wrap gaat er ook wel in. Oké, de kip was zo taai dat ik er mijn vullingen op kapot beet (bijna), maar we konden er weer tegenaan. Op naar mijn nieuwe bestie; Aphrodite.

Hmmm, die telefoon snapt de locatie van de godin niet helemaal, maar goed we zouden eventueel technisch gezien kunnen concluderen dat al die toeristenjeeps daar ook naartoe gaan. Laten we het erop houden dat we het gevonden hebben.

We lopen een houten vlonder op en zien links en rechts een grote rots uit het water steken. Tja, op de linker staat een kruis en er zwemmen verdacht veel mensen omheen, als een haai om een stuk prooi. Geen naakte luitjes voor zover ik dat kan beoordelen, maar het zal de rots van Aphrodite wel zijn. Het idee op zo’n houten plateau strookt niet helemaal met ons bedachte plaatje. Er loopt wel een lange trap naar beneden. De kinderen hangen niet bepaald kwiek tegen de leuning. ‘Zullen we gaan?’, oppert er eentje, niet doelend op een voettocht in de hitte naar het strand vol Aphrodite zoekers.

Nou oké, het hoogtepunt van de dag moest toch de Blue Lagoon worden. Die naam zegt alles. Doe je ogen dicht en je mijmert over het helderste water wat je ooit gezien hebt, ruisende palmbomen en een chemisch blauwe cocktail met parapluutje. Harm zijn telefoon was wel bijna leeg en de kinderen waren al iets te lang afgesloten geweest van WiFi, dus we moesten wel snel wezen. Grote borden met pijlen of iets in die trant was handig geweest, maar ook hier hielpen de jeeps ons uit de brand. De weg was alleen niet geasfalteerd. Nou houdt ons dat zelden tegen. Maar toen de auto gevaarlijk kantelde en bij het grip krijgen met de stenen op het wegdek hoorden we zo’n harde BONK, dat we toch maar besloten onze borg van de huurauto niet op het spel te zetten.

Met de staart tussen de benen dropen we af. De volgende ochtend boekten we een jeepsafari…

Wordt vervolgd…

Deel

Start van de vakantie

doorPosted on 0 Comments3min. leestijd6 gelezen

25-7-2017

De koffers worden al een week aangevuld, maar vandaag is de finishing touch. Alles wordt ingesnoerd en aangestampt. Eenmaal dicht blijken alle koffers en handbagage overgewicht te hebben. Obesi-tas…

De komende uren ben ik aan het herverdelen en neem ik afscheid van zes paar boeken (ja ik lees graag old-skool), een pot nutella, twee verpakkingen jodekoeken en zonnebrand met glitters. De glans van het inpakken is er nu wel af.

Harm steekt zijn hoofd om de hoek als hij mij met een pruillip sultana’s en een pak crackers uit een koffer ziet plukken. Hij gaat met alle koffers op de weegschaal, maar mijn acties hebben nog niet het gewenste resultaat. Koffers weer open. Harm kijkt kritisch en gaat vernuftig met zijn hand langs de randen. Daar treft hij een tigtal koffieleutjes aan. Als een drugshond met een flinke buit kijkt hij me aan ‘Koffiekoekjes? Serieus? Je lijkt mijn moeder wel!’
Een goed begin van de vakantie, kan ik je zeggen.

Voordat iedereen over me heen valt dat ik deze zooi allemaal mee neem op vakantie en dat je juist als een local moet eten of dat je die spullen daar ook kunt kopen, ik kan mezelf verdedigen;
A. Het is in Nederland goedkoper.
B. De gezinsleden die mij hier het hardste om uitlachen, zijn toch altijd blij als ik ineens rond voedertijd een bus Pringles uit mijn tas tover.
C. Heimwee. Als ik de koffers uitpak en mijn vertrouwde spulletjes opberg in een te kleine kast in een vreemde kamer, voelen dit soort dingen als thuis.

En en en en en (waarom verdedig ik mezelf eigenlijk?), vorig jaar mocht er 30 kg per koffer in het ruim, dit jaar maar 20 (die koffer weegt dat al bijna van zichzelf). Dat is gewoon 20 kg aan bagage minder. Dat moet ik zien kwijt te raken in een paar luttele uren. Terwijl ik alleen maar meer spullen kan bedenken om mee te nemen (nee, mijn reisstrijkijzer laat ik al jaren thuis, die weegt als lood, ik dacht meer aan mijn stijltang. Ik heb het bij de gedachte gelaten).

26-7-2017

We vliegen pas om 14.00 uur, maar vertrekken uit ons pittoreske dorp om negen uur. Mooie tijd. Zo hebben we op Schiphol ook nog genoeg tijd om bij Victoria’s Secret te kijken. Als Lientje en ik eindelijk een keuze hebben gemaakt (hallo, het is SALE!!), komt er net een vent voordringen met 150,- aan slipjes en body-mist voor moeder de vrouw. Superschattig natuurlijk, maar dat moet ook allemaal ingepakt worden. Eer wij weer op onze ontmoetingsplek bij de mannen zijn gearriveerd deelt Harm redelijk kalm mee dat we nu nog 5 minuten hebben voor onze gate sluit. Ik denk altijd dat dat wel mee zal vallen, maar het gas wordt erop gezet. Niet geheel onlogisch, aangezien we bij Gate 1 staan en we naar Gate 56 moeten. Tegen mijn natuur in heb ik gerend. Gezweet. Mijn teen kapot geschuurd. Uiteindelijk hijgend aankomen terwijl iedereen ons in de rij verbijsterd aan kijkt. Ja, ik weet ook niet wat ons bezielde.

Uiteindelijk ploffen Harm en Luc in het midden van het vliegtuig neer en Lina en ik helemaal achterin (iets met vooraf reserveren, non communicatie en geldklopperij #Transavia). Eerst leek het me wel handig zo dicht bij de wc te zitten. Ik zette het op een drinken, maar hoefde teleurstellend genoeg maar 1 keertje. De rest van het vliegtuig helaas ook. Die staan dus in een opstopping naast je stoel en dat afzuigende geluid is ook niet alles.

De busreis is ontspannender…
Mijn ene oor zit dicht, dus ik probeer te doen alsof ik daardoor het gekrijs van de peuter achter ons maar voor de helft hoor. Ondertussen zit Luc als een stuiterbal voor me en Lina kakelt naast me. Ik heb nog niks fatsoenlijks gegeten en ik voel me lichtelijk overprikkelt.

Dit verzin je niet

Het is al donker als we de koffers in ons huisje mikken, slippers aantrekken en een restaurantje opzoeken. We zijn op Cyprus en belanden bij een Mexicaan. Lina straalt achter een bord nachos en terwijl Luc wacht tot zijn pizza is afgekoeld vermaakt hij zich luidruchtig. Denk aan; buikspieroefeningen op de grond, koprollen op de bank en eenzijdig tikkertje spelen met de obers. De oberin (hoe noem je een vrouwelijke ober?) probeert onze tafel in het gareel te houden door ons sombrero’s op te zetten en een foto te maken. Dan weet je zeker dat je vakantie is begonnen…

Deel

Lesbos

doorPosted on 6 Comments5min. leestijd11 gelezen

Lesbos Joyce schrijftTerwijl ik dit schrijf kijk ik uit over een Titanic-achtige reling, begroeid met exotische bloemen en een uitzicht op zee, zoals je ze ziet in reisbrochures. Ik zit beschut in ‘ons’ prieeltje en de warme wind streelt mijn gezicht. Mijn gedachten gaan terug naar begin januari.

Harm en ik keken elkaar blij aan op de bank. De vakantie was geboekt. Dit keer geen volle zwembaden met dobberende Duitsers en volvretende Russen (oftewel all-inclusive), maar een ‘Eliza was here’ plekje via Sunweb Secrets. Witte sfeervolle kamers, natuurtinten, Cocomat bedden (gevuld met paardenhaar en de snorharen van een ezel oid, ik hou ervan) en dan natuurlijk het adembenemende uitzicht. Dit pareltje bevond zich op Lesbos, voor ons nog onbekend gebied.
lesbos

Niet lang daarna werd het eiland voor ons bekender, als zijnde dichtstbijzijnde EU (ei)land voor vluchtelingen om naar toe te vluchten. Weg was de voorpret.
Ik zag mezelf al zitten met een cocktail aan het strand terwijl er imaginaire dode kindjes rond mijn voeten aanspoelden. Hard? Overdreven? Misschien, maar je begrijpt waar ik heen wil. Niet meer naar Lesbos in ieder geval. Hoe kan ik daar genieten van mijn luxe vakantie, als ik weet dat er op hetzelfde eiland mensen aankomen die vluchten voor oorlog? Dat ik voor mijn plezier in dezelfde zee dobber, als die waarin zoveel tragedie schuilgaat? Omdat ze hoopten op een betere toekomst. Dat er echt geen andere keuze is dan alles achter te laten en voor veel geld in een gammel bootje stappen. Met je kindjes. Zonder dat je kunt zwemmen. Vluchtend voor de hel. Met het risico dat je nooit zou aankomen in een betere wereld. Hoe zou ik dat kunnen negeren?

Ik neem contact op met Stichting Bootvluchtelingen.
‘Wat hebben jullie nodig?’
Het antwoord is simpel: ‘Hier op vakantie gaan helpt al enorm.’
Dat snap ik, want het eiland mag dan volstromen met vluchtelingen, toeristen blijven daardoor weg. Beschaamd denk ik dat als ik een keuze had gehad, mijn vakantie wellicht ook had geannuleerd. Dat is natuurlijk je kop in het zand steken en hypocriet. Daarom voel ik de behoefte om iets te geven. Mijn hulp gaat niet, want ik ben niet alleen hierin. En Luc vind ik hier nog te klein voor. Wat dan?
‘Zonnebrand, kinderzwemkleding en heren zomerkleding & ondergoed’, is het antwoord.

In mijn hoofd visualiseerde ik er al een extra koffer bij. Maar naast de aangeschafte zonnebrand en ondergoed zijn de westerse mannen zo weldoorvoed dat er bijna niet aan smalle maten te komen is. Maar met wat ik verzamel kan ik toch 1/3 koffer vullen. De rest van onze spullen vouw ik hier vakkundig omheen.

Eenmaal aangekomen op het prachtige eiland dragen we ons steentje over aan Elly met wie ik vanuit Nederland contact heb gehad. Ze geeft aan dat veel van de bewoners van Lesbos klaar zijn met de vluchtelingen. Door wat de media ons voorschotelt zit het eiland nu bijna zonder toeristen. Zelfs enkele hulporganisaties schetsen een extra negatief beeld om meer geld te ontvangen. Gevolg is dus dat restaurants en hotels half vol zitten of soms gewoonweg niet anders kunnen dan sluiten. Wij zijn dit jaar dan ook echt ver weg van het massatoerisme. Heerlijk voor ons, maar killing voor de inwoners die hier leven van toerisme.

Elke avond kozen we omstebeurt een ander restaurant. Op de dag dat Lina koos om te eten bij een Nederlands tentje, hoorden we hoe de eigenaren het ervaren.
Schijnbaar zijn er ook (economische) vluchtelingen die hun boot net voor aankomst kapot hakken. Zo zijn ze extra zielig voor de fotografen die aan wal stonden om dit vast te leggen. Dat de mensen die uit angst vluchten in datzelfde bootje zitten (zonder reddingsvest) maakt de gelukszoekers niets uit.
Ze overleven het niet.
De Hollandse vrouw zegt bijna emotieloos dat ze van haar part allemaal mogen verdrinken. Verbitterd kruipt ze in haar slachtofferrol en druipen wij af naar buiten. Ik probeer de bruingrijze drek uit de zelfgemaakte kroket weg te werken, maar de brok in mijn keel verhinderde doorslikken. Dat het smaakte naar opgewarmde rattendarmen, hielp ook niet.
Oplossingsgericht als Harm en ik zijn, zien we legio mogelijkheden om de voorbijlopende toeristen naar binnen te lokken naar deze nu troosteloze, sfeerloze en harteloze zaak. Maar hoe makkelijk is het om de totale schuld bij een vluchteling in zijn natte schoenen te schuiven.

Griekse tekens boven de ingang van mijn favoriete restaurant
Griekse tekens boven de ingang van mijn favoriete restaurant

Wanneer ik die week een restaurant uitzoek op een berg met wederom een adembenemend uitzicht, hebben we daar wel met de eigenaren te doen. Terwijl wij de lucht roze zien worden, zijn er maar twee andere stellen die daar ook van genieten. Zo weinig tafeltjes bezet op zo’n geweldige locatie. Met een vreselijk nederige ober voelen we ons opgelaten. Maar het echte Griekse eten is vol van smaak en we zien de zon langzaamaan verdwijnen. Normaal zou je dit plekje verborgen willen houden voor jezelf, maar nu niet. Ze hadden namelijk ook nog de pech dat de stroom uit viel. Zo sneu en niet verdiend. Dus serieus, ga er eten als je op Lesbos bent (geen idee hoe het er heet, ze hebben namelijk allemaal de naam Taverna en wat Griekse kronkels erbij staan, maar het ligt in Petra de weg op richting de bergen).

De foto die voor mij alles zegt over deze vakantie. De verslagenheid van de eigenaar aan het tafeltje. De prachtige olijfbomen en uitzicht.
De foto die voor mij alles zegt over deze vakantie. De verslagenheid van de eigenaar aan het tafeltje. De prachtige olijfbomen en uitzicht.

Het eiland is namelijk echt een aanrader. Zeker ook de locatie (www.littlebirdlesvos.com) waar wij verbleven. Met super lieve eigenaren. De man bracht me s’ochtends verse vijgen uit de tuin en de laatste avond kletsten we nog met ze over het eiland. De vluchtelingenkwestie. Zij hebben ook een tijd hulpverleners onderdak geboden. Met liefde. Zonder bitterheid over de terugloop van vakantiegangers. Ik vertelde de mooie vrouw hoe bezwaard ik me eerst voelde om hier op vakantie te gaan, terwijl er zoveel mensen lijden. Zij was ouder en wijzer. Want ze had gelijk toen ze me vertelde dat er waar je ook heengaat ter wereld, er altijd rijk en arm zal zijn. Geluk en pijn. Oorlog en vrede.
Dat je dan maar beter kunt genieten van je eigen leven. Van vakantie. Dat heb ik gedaan.
Ik heb mijn ogen niet gesloten, maar volledig de kost gegeven.
Lesbos view Joyce

Deel

Bulgarije

doorPosted on 5 Comments25min. leestijd84 gelezen

Dit keer begon ik al in januari naar vakanties te zoeken. Het grote aanbod werkte verlammend, waardoor we in mei pas weer echt door de vakantiesites begonnen te scrollen. Nu was er weer te weinig aanbod. Tenminste voor al onze wensen. Totdat ik op een mooie dag alles vind wat we zoeken (2 kamerappartement, airco, zwembaden, all inclusive, dichtbij het vliegveld en aan het strand) met als bonus een Welness centre. Inpakken maar Harry! Totdat ik zie dat er Bulgarije bovenstaat. Ik denk daarbij aan woestijn, kartonnen huisjes met golfplaten daken, mannen met tulbanden zonder tanden maar met dorre baarden, oorlog en eigenlijk niets wat met een frisse vakantie te maken heeft. Rondje internet leert me dat het naast Griekenland ligt, er geen oorlog is én de reviews over het vijfsterren hotel zijn lovend. Toch schaam ik me een beetje om mensen te vertellen waar we naartoe gaan. Ik vermoed al dat het een blog gaat opleveren. Bij deze.

We vliegen vanaf Weeze. Heerlijk hoe makkelijk je daar door loopt. Geen doolhof zoals Schiphol. Gewoon binnenstappen en gelijk voor je incheckbalie staan. Hoe relaxt is dat. Ik zal me nog relaxter voelen als ik een sanitaire stop heb gemaakt. Ik schiet de wc in en zie in mijn gauwigheid naast de tamponautomaat een automaat met mini vibrators. Makkelijk voor in je handtas. Straks maar even beter bekijken. Mijn blaas staat op knappen. Maar bij een betere blik blijken ze gewoon mini gekleurde tandenborstels te verkopen. A dirty mind is a Joy(ce) forever zullen we maar zeggen.

Bulgarije - Sunweb transavia vliegtuigNa alle lippenstiften getest te hebben in de Taxfree shop zoeken we ons plekje in het vliegtuig. Ik zit aan het gangpad naast twee vreemden. Ik vraag me af waarom ze zo naar zweet stinken. Ik heb nog uitgebreid gedoucht voordat we vertrokken. Dat had ik dus niet hoeven doen. Ik twijfel of ik mijn oorpluggen niet in mijn neus zal draaien, maar de dagen met oorpijn die zullen volgen zijn het niet waard. Dus ik slik een Advil, spray Otrivin en plug de oordopjes lekker diep. Dat tempert meteen het geluid om me heen. Ik denk dat ik ze nooit meer uit doe.

Als we aankomen in Bulgarije en wachten op onze koffers, hangt Luc aan mijn been
‘Wanneer gaan we nou op vakantie?’
‘We zijn er nu.’
Zegt hij; ‘Nee joh gekkie, naar Bulgarije moet je rije.’
Hopen dat de busreis van 10 minuten naar het hotel Luc zo zijn vakantiegevoel geeft.
Ondertussen kijk ik om me heen en zie aan de overkant van de loopband Sunnybeach-gangers. Mooiboys en puistenkoppen met petjes, gaten in hun sportbroekje en gympies eronder. Fuck, over een paar jaar staat Lina daar tussen.

Wachten duurt laaaaaaanngg
Wachten duurt laaaaaaanngg

De bus zet ons als eerste af. Maar uiteraard moeten we dan als langste wachten tot onze caddy ons en de koffers komt halen voor gebouw ‘Eta’. We vermaken ons dan maar met M&M’s knikkeren en tikkertje. Luc gilt en rent als een malle over de marmeren vloeren. Hoe hard het ook galmt, ze komen er niet sneller door. Wachten duurt lang. En zeker om 00.15 uur (lokale tijd een uur later). Om 2 uur ‘s nachts betreden we onze kamer in het uiterste gebouw van het complex. We hebben de hoop dat het nieuw is. Later bijgebouwd. De deur gaat open en een rokerswalm komt ons tegemoet. Wanneer we gaan slapen heb ik het idee dat mijn hoofd in een asbak ligt. Ik inhaleer de niet zichtbare rook en woel rond totdat de slaap me overmand.

Dag 1
Lina wekt ons. Hello Sunshine. Tijd voor het ontbijt en de handdoekenservice. Zelfs om 10 uur scoren we nog ligbedjes aan het zwembad. Een pluspunt. Het water verkoelt heerlijk bij deze temperatuur (32 graden). De kinderen spurten naar de glijbanen. Dan maken we kennis met de badmeester. En zijn snerpende fluitje. Geeft kinderen op straffe Duitse toon te kennen dat ze alleen zittend van de glijbaan mogen. De aangesprokenen knikken angstig. Kan niet met zekerheid zeggen dat wat er tussen hun beentjes naar beneden sijpelt badwater is. En ze spreken niet eens Duits. Maar ik zou ook domweg knikken.
‘Waarom fluit die badman zo?’ vraagt Luc.
‘Omdat hij geil wordt van zijn zogenaamde macht en denkt dat hij Fucking David Hasselhoff is. In zijn goede jaren’, antwoord ik. In gedachten.
Harm; ‘Hij gaat in ieder geval elke dag fluitend naar zijn werk.’
We dopen hem fluitje.

Fluitje
Fluitje

De lunch is prima. Ze blijken er ook schepijs te hebben. Onder andere met bananensmaak. One of my favorites. Na het eten lopen we nog even langs de receptie om te klagen over de rooklucht. Ze vragen housekeeping om het op te lossen. We halen nog wat speelgoed van de kamer en zijn getuige van een schoonmaakster die met wc verfrissers door de kamer loopt te spuiten. Yeah.  That will do the job.

Aan het zwembad probeert een animator Harm tevergeefs over te halen voor een potje waterpolo. Hij legt zich er niet makkelijk bij neer. ‘Why not?’ ‘Reason?’
Rot op man, we zijn hier voor onze ontspanning.

Het is altijd dat wanneer je net lekker ligt, je naast je hoort ‘ik moet poepen’. Negeren is geen optie. Luc kleit rustig zijn zwembroek vol. Ervaringen uit het verleden geven soms wel garanties voor het heden. Maar waar is de wc? En mijn pareo? Luc wipt heen en weer op zijn voetjes en ik speur de omgeving af. Lukraak lopen maar. En uiteindelijk stappen we een lobby in en vinden de wc. Wat een contrast. Wij nat met pluishaar en rode wangen tegen een achtergrond van marmer, mahonie en goudkleurige kranen.

Het avondprogramma valt wat tegen. Om 21.00 uur begint een wazig toneelstuk in het Duits. We zijn al jaren verwend met Nederlandstalige animatie/minidisco, dus we houden het om half 10 voor gezien. Op de kamer dringt de rooklucht gecombineerd met wc verfrisser in mijn poezelige neusje. Maar we laten het. Het personeel hier is niet heel vlot en bedreven in het oplossen van problemen. Dus dat het badwater niet meer wegloopt, is ook geen probleem. Positief ingesteld als ik ben denk ik hardop; ‘misschien kan ik er nog een handwasje in doen?’ Lina naast me; ‘Daar heeft Luc in geplast mam.’
Oh.
Uiteraard.

Dag 2
Vandaag besluiten we naar het strand te gaan. Ze hebben daar een opblaasklimpark in de zee. Dat is ook het enige wat Lina leuk lijkt. Verder loopt ze met een sik. Op het bedje is het te warm. In de zee zegt ze een kwal gezien te hebben. Ik zie genoeg kwallen, maar geen doorzichtige met tentakels. Ze laat zich uiteindelijk met de kin op de knieën overhalen nog een keertje het water in te gaan. Het water is gewoon warm en Harm vraagt of Lientje er misschien net in geplast heeft. Ze kan er nog niet om lachen.

Bulgarije - liever lezen op het strand Bulgarije - in de zee met Luc

Het is heerlijk mensen kijken. Ik geniet van de blote baby’s in de branding. En de roodverbrande oudjes die elkaar ondersteunen. Een verrimpelt mannetje passeert. In te krappe zwembroek. Wat inkijk geeft in het leven van een volgevreten cobra. Wow.

Eindelijk is het moment daar. Kids en Harm gaan glibberen en klimmen. Ik loop op mijn tenen door het zeewier in het water. Ik probeer het als een razende reporter vast te leggen, maar algauw zie ik ze niet meer. Ze mogen er een uur opblijven. Maar voor ik het weet staan ze weer voor me. Lina zag minikwalletjes en schreeuwde moord en kwal. Luc durfde daardoor ook niet meer.

Hier nog helemaal stoer
Hier nog helemaal stoer

Na de lunch begeven we ons dus weer naar één van de zwembaden. Ik geef aan Harm toe dat ik het zwembad ook fijner vind. Geen zeewier, zand overal en het stinkt er niet.
‘Moet je mijn oksel eens ruiken’, is zijn antwoord.

Denk niet dat het makkelijk is een beetje zwemmen en lezen op een ligbedje. Allerlei triviale vragen poppen dan bij me op:

– Waarom loopt er een vent met enorm behaarde benen in een rokje en grote Mini Mouse kop over zijn hoofd?
– Waarom willen kinderen met dit gedrocht op de foto?
– En betalen ouders ‘s avonds nog eens grof geld voor deze lelijke foto?
– Waarom piept altijd alleen mijn rechterbil uit mijn broekje?
– Waarom lijken je haren prachtig en sensueel onder water en boven water als een bos klef stro?
– Waarom heeft niemand nog iets bedacht voor de smaak van badwater (chloor & zout, aangelengd met pies)?
– Waarom spelen volwassen mannen ineens waterpolo op vakantie onder namen als de Samoerais en de Ninja’s (met jawel zelfs een witte reep stof om de hoofden geknoopt. Hoort dat niet meer bij Rambo?)?
– Waarom zien middelbare vrouwen die een strakke dansgod proberen na te doen er toch altijd zo sneu uit?
– En sinds wanneer voel ik de behoefte om eraan mee te doen?
– Hoe krijg ik het zand uit mijn dubbellaagse bikinibroekje? Het lijkt nu net schimmel. Op best een lullige plek.

‘s Avonds wil Lina graag haar paardenspelletje spelen op haar iPad. Dus togen we naar de lobby waar er Wi-Fi was. Ik verstuur ook gelijk wat appjes en mailtjes. Ineens juicht Lina. Ze heeft blijkbaar een paard verkocht voor € 26.000,- en zegt dat ze nu zo gelukkig is. Ik heb haar tijdens de vakantie nog niet zo zien stralen. Dat is toch jammer. En zet je aan het denken. We kiezen zo’n all inclusive complex met zwembaden en glijbanen echt voor haar. Luc gedijt prima in een Italiaanse cottage met een klein bad tussen de olijfbomen. Zolang hij er maar wat speelgoed bij geleverd krijgt. Lina heeft meer vermaak nodig, maar wordt toch een beetje te oud voor knutselen met het animatieteam. En het complex is ook wat te groot om heel gemakkelijk een vriendinnetje te maken. Dus wie weet waar we volgend jaar naartoe op vakantie gaan. Als er maar Wi-Fi is…

Dag 3
Luc maakt ons wakker met de vraag; ‘Hebben jullie hier een sigretje gerookt?’
Ik ga hier niet op in.
Harm aka Mr. Positivo, probeert te doen alsof het de airco is. Het zou dan de eerste nicotine-uitlaat-gassen-verspreider in een hotelkamer zijn.

Bulgarije - vermaak kaartenHet water is best koud om half 10. Zelfs de kinderen komen er gauw uit. Ik heb een doosje met ‘vermaak-je-kinderen-kinderen-kaarten’ en Lina vindt ze gelukkig leuk. Het animatieteam haalt de kinderen over om een t-shirt te gaan verven. Uiteindelijk speelt Luc liever met het speelgoed dat daar staat. Toen lagen we ineens samen. Ongestoord. Ahhh vakantie.

Na een uurtje is het grote ontspannen voorbij. De kindjes staan voor ons en Harm is de kamersleutel kwijt. Ik maak me niet zo druk. Het waardevolste staat voor me te hoppen op de hete tegels. Ik neem mijn schatjes mee naar het restaurant en Harm loopt langs de receptie. En schuift even later opgelucht (mét sleutel) aan.

Vanavond gaan we na een wandeling nog even naar de mini disco. Waar Luc heel graag naar toe wilde, maar zeker niet aan mee gaat doen. Lina kijkt verveeld ‘kunnen we naar de lobby?’
Nou gezellig. Ik haal herinneringen op over toen zij zo oud was en ook niet durfde te dansen. En dat we toch elke avond gingen, zodat ze op de laatste avond een paar pasjes mee durfde te doen. Het interesseert haar geen reet. Ik zie het aan haar ogen. Daar staat WI FI

Dag 4
Another day at the pool.
Ik vraag Harm waarom deze vakantie anders voelt. Waarschijnlijk omdat het al zo gewoon is dat we dit doen. Misschien komt het ook doordat we elke avond afsluiten op de oranje vale bank van ‘ons huisje’, zoals Luc de hotelkamer liefkozend noemt.
De animatie stelt weinig voor. Het strand is al snel donker en verlaten. Het waait en ook op het balkon is het niet knus. Om nou elke avond in de supermarkt voor het hotel door te brengen? Meer vertier is er niet. Vanavond maar eens kijken of we naar een stadje kunnen.

Een hotellid deelt vouchers uit. Special offer for massage. Ik zag inderdaad laatst iemand gemasseerd worden door een vrouw in doktersjas, onder een grote parasol bij het zwembad. Als dat de Welness moet voorstellen? Ik geloof niet dat ik me daar kan gaan ontspannen. Waarom niet op een rustig stukje strand, waarbij witte doeken zachtjes wapperen in de wind? Een gebronsde god, die heerlijk mijn dijen masseert. Zucht. Waarom ben ik ook zo’n verwende prinses?

Na de lunch kopen we voor Lina een nieuwe duikbril. Luc krijst alles bij elkaar, want hij mag de ‘sjofel’ niet hebben. Hij heeft gisteren wel al een Transformerauto gekregen. En Harm beredeneert; wat moet je hier nou met een sjofel?
‘Voor als we naar het strand gaan.’
‘Maar je vindt het strand helemaal niet leuk.’
‘Dan bewaar ik hem voor thuis’, houdt Luc vol.
‘Daar heb je al een paar sjofels.
‘Deze kan daar toch bij?’ zo klaar als een klontje voor Luc.
‘Je bent al net je moeder!’
Nou had ik inderdaad net daarvoor bij de lipgloss staan kijken. Maar ik heb er geen een gekocht…Nog niet…

Terug bij de ligbedjes waan ik me net in Holland. De lucht is bewolkt en achter me kibbelt een Nederlands stel of het ‘de deksel’ of ‘het deksel’ is. Ik pleit voor ‘de deksel’, maar besluit me er niet mee te bemoeien. Ik heb al genoeg aan mezelf. Zijn mijn benen goed geschoren? Hangt er geen borst of lip uit mijn bikini? Mijn uitflappende bilpartij heb ik inmiddels geaccepteerd. Nou ben ik ook best tevreden met mijn billen. Dit impliceert natuurlijk niet dat ik ongelukkig ben met mijn lippen. Afijn, je snapt wat ik bedoel.

Harm wappert in mijn gezicht met een flyertje met daarop de bustijden naar Burgas. De laatste bus reed om 20.30 uur, dus we besloten er ook te eten. Als bij een godswonder vonden we de bushalte. De bus was vervallen, goor en meurde naar oud zweet. Een man schoof op, zodat ik naast hem kon plaatsnemen. Alleraardigst. Maar ik piekerde er niet over om knietje aan knietje te gaan zitten met de waarschijnlijke oorzaak van de stank. Waarom had ik me ook alweer opgedoft in dit zwarte mini-jurkje? Straks zou ik nog met mijn blote kont de bekleding aanraken. Wie weet welke ziektes ik daarbij zou oplopen. Ik trok de jurk ver naar beneden en vergrootte daarbij mijn decolleté. Gelukkig zag alleen Lina me, die naast me zat. Voorbijgangers waren er niet. Hoe verder we bij het hotel weg reden, hoe deprimerender het uitzicht werd. Overal stonden betonnen vervallen blokkendozen. De lucht kleurde grijs mee. Soms herrees er een luxe autozaak of bruidsmodewinkel tussen de distels. Met groene loper. Omdat het zo lekker bij het onkruid kleurt? De triestheid overviel me. Je zou hier wonen en elke dag met deze bus naar je werk moeten. En 20 minuten je adem inhouden. God, wat stonk het.

We zaten ook tegenover de wc. De wc-deur interesseerde me ongewild mateloos. Ik kreeg telkens visioenen hoe het er daarbinnen uit zou zien. Maar misschien ging de deur wel niet meer open, lagen er lijken in te ontbinden. Was het helemaal geen zweet wat ik rook…

Burgas was een soort Rotterdam vol Bulgaren. Harm zijn koptelefoon was stuk en scoorde een dr. Deats. Je leest het goed. Vet nep. Maar het geluid is super. Nu nog eten. Wel een hoop barretjes, maar geen leuke eettentjes te bekennen. En ineens stonden we met knorrende magen voor een grote gele M. Lina mocht kiezen. In eerste instantie koos ze voor Fastfood, maar toen het ‘menu’ niet te lezen was, hoefde ze niet meer. We sjokten nog wat verder en toen we het bijna wilden opgeven, vonden we een Italiaans restaurantje. Met een menukaart alleen in het Bulgaars. En geloof me, dat is net Chinees. De lieve eigenaresse deed haar best om Engels te spreken. Harm wilde wel ‘the specialty of the house’.
Vreemde blik van de eigenaresse.
‘Euh…your best dish?’ probeerde Harm.
‘Everything best’, was het antwoord.
Ach mens, haal toch gewoon wat, ik heb honger.
De verse pasta en pizza smaakten te gek en waren een verademing na dagen lauw buffetvoedsel.

Windowshopping
Windowshopping

Bij het teruglopen naar de bus, probeerde ik niet naar de grond te kijken. Daar lagen platgetrapte kakkerlakken en dode vogeltjes. Windowshopping dan maar. Want de mensen om me heen keek ik liever niet aan. Ik voelde me een vreemde ongewenste gast. En de mannen hebben een bepaald uiterlijk, wat me een onveilig gevoel gaf. Ik probeerde te doen alsof ik geen kort jurkje droeg, maar een grote onopvallende overall. Daar prikte Mr. Mug zo doorheen. Zoog genadeloos het zoete bloed uit mijn knieholte.

Bij de bushalte waren we weer de enige toeristen onder de locals. Maar deze bus was wel fatsoenlijk. En no way dat ik voor een taxi zou kiezen. Ik geloof niet dat we het daar levend vanaf zouden brengen. Harm vond mijn rijke fantasie enorm vermakelijk. Maar stiekem was hij ook wel blij toen we weer op onze kamer arriveerden. En het stonk er niet meer naar rook! …maar naar gebraden gehakt.

Dag 5
Bulgarije boekje lezenDikke wolken vullen de lucht. Ze passen bij mijn stemming. Ik heb heimwee. Gisteren zag ik een bus verbrande, volgevreten vakantiegangers met de bus naar het vliegveld rijden. Terug naar huis. Lichtelijk jaloers keek ik ze na. Maar ik neem mijn nieuwe leesvoer mee naar het zwembad. Een boek, achtergelaten door een andere reiziger, over opgroeien in armoede. Misschien dat ik daarna meer waardeer dat ik gewoon op vakantie kan gaan en niets anders hoef te doen dan relaxen.

Het boek las lekker weg en de bewolking met wind zorgt voor een fijne verkoeling. Voor Luc kochten we dezelfde duikbril als die van Lina en gelijk nog maar een nagellakje. Ik voelde me gelijk een stuk beter 😉

Beetje jammer alleen dat ik in het water viel. Zo oncharmant als het maar kan (nee jammer voor jullie, er zijn geen foto’s van). Oorzaak? Een dikke Duitser kwam me tegemoet en zoals altijd voel ik me verplicht om uit te wijken. Alleen liep ik al op het rooster langs het zwembad om niet uit te glijden. Gelukkig was ik nog net op tijd om Harm zijn camera aan de kant te leggen, voordat ik ondersteboven met mijn pareo in het water belandde. Gênant!

Hoe glad het was, merkte ook een klein ventje wat vol op zijn bol stuiterde. Fluitje kweet zich even van het flierefluiten en bleef als een strontvlieg om het jongetje en zijn ouders heen hangen. Heel het zwembad keek toe. Dat zijn een beetje de spannendste belevenissen van een dagje zwembad hangen.

Kijk eens
Kijk eens

Pfff, ik zeg het maar gelijk zelf; ik ben een egoïst. Ik vind het ronduit irritant om gestoord te worden tijdens het lezen van mijn boek. Eigenlijk wil ik überhaupt niet gestoord worden. Dat had ik moeten bedenken voor ik aan kinderen begon…
‘Mam, wil je met me zwemmen/van de glijbaan/een ijsje halen…’
‘IK MOET NU POEPEN’
‘Mama, ik ben mijn oorbel kwijt’
‘He mam, waar is mijn boek/bal/slipper/duikbril/snorkel/boot/drinken’ (omcirkelen wat van toepassing is).
‘Wil je mijn iPad aangeven?’
‘Kijk eens wat ik kan?’
‘Nog een keer kijken mam, ik doe het nu echt goed.’
‘Wil je wat rust?’
Oh nee, dat vroegen ze niet.

Kijk eens wat ik kan
Kijk eens wat ik kan

Na een paar glijbaansessies, druipen Lientje en ik weer naar onze ligbedjes. Uiteraard heb ik mijn boek opengeklapt op een natte handdoek gelegd. Na welgeteld één bobbelige bladzijde gelezen te hebben, is hij daar weer. De vraag.
‘Mama, ik wil ook zo’n wrap.’
Dus sta ik weer op.
En vraag ik bij een barretje (in het Engels, dat Bulgaars heb ik nog niet zo onder de knie) waar ze die wraps hebben. Het meisje kijkt me aan alsof ik vraag of Aliens mossels lustten.
Ik articuleer overdreven; ‘Wraps. Food. Eat.’ Ook maak ik mezelf belachelijk door de gebaren die ik naar mijn mond maak. Ik beeld uit hoe smakelijk ik de imaginaire wrap vind. Ik smak er nog net niet bij. Ik voel me nog debieler als het niet (Engels) opgeleide schaap vraagt; ‘Foot? Massage?’
Ja, die stop ik meestal in mijn mond.
Domme kut.

Een man naast me ziet me verbijten en zegt: ‘Beta’. Dat is volgens mij ook een gebouw hier ergens. Ik bedank hem, maar weet nu nog niks. Gelukkig vinden we algauw een plattegrond en even later staan we in de rij voor de wrap-kraam. Uiteraard staat er een Russische vrouw tien wraps te bestellen. Waar ze waarschijnlijk de helft van weggooit. Of is dat discriminerend?
Plattegrond Sunset resort Pomorie Bulgarije

Terug bij de bedjes vind de verklede Spongebob-vent het ook echt raar dat ik niet met hem op de foto wil. Drie keer ‘NO’ hielp niet. Ik keek hem strak aan en trok mijn wenkbrauw omhoog. Seriously? Met de spons tussen de benen droop hij af.
Luc wilde zowaar naar de mini club en Lina vond haar oorbel. Zou ik dan toch echt weer even mogen lezen?

En zowaar lees ik mijn boek uit. Ben maar 11 keer onderbroken. Even gezellig zwemmen met mijn meisje. Maar dat is niet voldoende. Kunstjes moet ik aanschouwen. Waarom die altijd precies onder mijn kin uitgeoefend moeten worden is me een raadsel. Lientje geeft me een kus en schraapt daarbij mijn verbrande-neus-vel bijna van het bot met haar duikbril.
‘Oh sorry mam, kusje erop?’
Nee bedankt.
Bulgarije - met lientje zwemmen

 

 

Bulgarije - drie aan het zwembadHarm springt er ook in. Als hij niet van de wereld is afgesloten door dr. Deats (ik wil ze nu ook!), werpt hij zich op als grote kinderanimator. Hij is niet zo’n teer poppetje. Gooit de kinderen met gemak door de lucht en laat zijn fantasie de vrije loop. Genietend kijk ik ernaar. Lina wijst naar de (door Harm betitelde) beachboys op de kant.
‘Kijk mam, die in het groene broekje heeft een sixpack, maar zijn broer niet.
Nou dat zijn geen broers hoor. Het groene broekje pakt zijn luipaardtas en zet zijn roze zonnebril op.
Fijn dat hij verder niks aantrekt…

Bulgarije - hand in hand’s Avonds lakken Lina en ik onze teennagels en trekken hetzelfde rokje aan. Op naar de vreetschuur. Fijn om iedereen netjes aangekleed te zien. Ik zit een beetje aan mijn taks voor het aanschouwen van zwetend lillend mensenvlees.

Dag 6
Op mijn nieuwe telefoon schijnt de mogelijkheid te zitten om onder water foto’s te maken. Dat moet ik uitproberen. Maar door het klotsende water stelt hij niet scherp en werkt de afdruk-knop niet. Harm lacht (want het is geen iPhone); ‘kat in de zak gekocht?’
Ik been geïrriteerd de lobby in. Dit moet ik googelen. Op een forum vind ik tips. Als ik het wil uitproberen, zijn de kinderen nergens te vinden en is de batterij bijna leeg. Harm leent zijn voet uit als lijdend voorwerp en hij doet het!

Bulgarije - AllerhandeJa, ik heb de Allerhande meegenomen. Ik verlekker me aan fatsoenlijk eten. Ik verlang zelfs naar mijn groene smoothie ’s ochtends. Elke ochtend een gebakken ei en twee wentelteefjes gaat op een gegeven moment ook tegenstaan. Vanmorgen hebben Lientje en ik er groentesoep bij gegeten. Gewoon omdat het kan. En de yoghurt bonkjes heeft. En de rest drijft in het vet. Om dat te verdrijven drinken we veel water met citroen. Wat de kindjes graag gaan halen. Want zelf halen en klotsend over het kleed (wie legt er nou tapijt in een eetzaal?) is dé attractie van de ochtend.

Lina wordt net als haar moeder kribbig als ze niet op tijd haar shot voedsel toegediend krijgt. Lunchen dan maar weer. Op het trapje wordt de weg versperd door een vrouw met een kont als een megazak gebutste aardappelen. Ze is denk ik net naar het strand geweest, want heel haar achterwerk zit onder het zand. Hoe dichterbij we komen, hoe beter het zicht. En blijkt het geen zand, maar dikke zwarte haren, afgewisseld met een flinke dosis spataderen. Ik wil haar wijzen op IPL of de nieuwe lasertechnieken, maar mijn Bulgaars laat nog steeds te wensen over.

Nou dacht ik dat mijn eetlust weg zou zijn, maar als ik zie dat vandaag de frietjes wel knapperig zijn gebakken, geef ik me eraan over. En ik snap het wel hoor, dat alles droog of juist druipend van het vet en doorgekookt is. Soms kies ik dan gewoon voor een bord fruit. Dat smokkelen we ook weleens mee naar ons bedje. Of we eten van huis meegenomen knappertjes. Ik schaam me daar niet voor. Komt ook doordat ik vandaag bedje aan bedje lig met Amsterdammers die hun koelbox mee hebben. Gevuld met drinken én eierkoeken.

Fluitje is weer lekker op dreef. Hij spreekt een prachtige (Italiaanse?) vrouw aan. Het is moeilijk niet naar haar prachtige voorkomen te kijken. Gelukkig is het makkelijk te veinzen dat je naar haar baby kijkt. Het gedrochtje erft hopelijk later mama’s goede genen. Maar goed, ik dwaal af. Fluitje vertelt de vrouw dat het oranje babybandje waar ‘het’ in zit zogenaamd gevaarlijk is. Dus komt hij met een zwemvest. Waarin het kindje meteen voorover valt met zijn loodzware koppetje. Hmm, zwembandjes dan? Die glijden linea recta weer van de armpjes af. Wat een lijpo. Even later komt hij met een piepschuim staaf aan, waarmee kinderen leren zwemmen. Hij probeert het ding om het kleintje heen te vouwen en verstikt & verzuipt het kleine ding. Bijna. Dat die moeder het allemaal toelaat! Gevalletje mooi, maar niet bijster snugger. Dat boeit Fluitje niet, die loopt alleen zijn fluit achterna. En komt niet veel later met een kinderbootje met van die gaten erin aanzetten. Voor de vorm zet het knappe gansje haar monstertje erin. Als een rietstengel zwiept het jong heen en weer en zet het op een brullen. Dan begint er een hersencel te werken en pakt moeders het aapje op haar arm.

Luc gaat bij de kidsclub ‘Olympische spelletjes’ doen. Dan kunnen wij toch niet anders dan meedoen met de watergym? Als een stel watertrappelende sjappies, slaan we ons drietjes erdoor heen. Maar als we in een kring moeten gaan staan en elkaars handen moeten vastpakken, haken we af. Je kunt het ook overdrijven met je groepsactiviteit. We spelen nog even Lummeltje en gaan daarna verder lummelen op onze bedjes.

De zon likt met haar hete tong de waterdruppels van mijn lichaam. Heerlijk. Zonnebril op en lekker gluren. Er valt genoeg te zien.
– Een van de beachboys die bij de douche rond staat te kijken of iedereen ziet hoe mooi hij is.
– De dunste vrouw, die ik ooit heb gezien, met vlassig geel haar en een kleur alsof ze net uit de oven komt rollen.
– De schattige grootouders die hun kleindochter leren zwemmen.
– Ach,…moet dat nou…, ik kijk naar een vrouw die in het ondiepe deel in het midden van het zwembad haar baby de borst geeft en haar man die ernaast foto’s van staat te maken.
Oké, ik heb genoeg gezien.

Onze eigen beach boy
Onze eigen beach boy

Lientje en ik gaan naar de kraam met stenen beeldjes om te schilderen. Zij kiest een eekhoorn en voor Luc zoek ik een VW busje uit. De verkoopster kijkt me raar aan als ik zeg dat we hem niet nu ter plekke gaan verven. Wit is it! En Lina krijgt nu eindelijk haar (airbrush) tattoo. Als de man aan komt lopen, verontschuldigt hij zich. Hij moest even een biertje kopen. Een literfles zo te zien.
‘I understand’, antwoord ik. En dat doe ik echt. Je zou toch een hele zomer kinderarmpjes moeten bespuiten met Playboy-bunny’s en peace tekens. Daar zou bij mij meer dan een liter bier voor nodig zijn.
Bulgarije - tattoo

Soms vraag ik me af of Luc wel spoort. Hij is grappig en gek tegelijk. Ik hou ervan. Van hem. Hoe hij in het huisje over de bank heen en weer loopt te glijden.
‘Kijk mam, ik schaats. Wat een lekkere gladde bank hé mam?’
Dat is van het huidvet wil ik antwoorden, maar Luc let al niet meer op mij. Hij is druk bezig met het likken van Harm zijn oorlel.

Even later ben ik weer in the picture. En vraagt Luc of hij wat in mijn oor mag fluisteren. Ik ben wat huiverig. En dreig dat ik hem een hele harde knal op zijn hoofd geef als hij niet fluistert. Niks te ahhh of ohhh. Van de week dobberde ik nietsvermoedend op hem af en knuffelde zijn kleine lichaampje. Toen vroeg hij hetzelfde. Ik drukte hem op het hart om echt niet te gillen.
‘Neehee mam, dat doe ik niehiet.’ Met zijn droopy ogen keek hij me aan, hoe ik dat van hem kon denken. Ik draai mijn oor naar hem toe en voor ik het weet sluit hij heel mijn gehoorgang af met zijn lippen en krijst alsof zijn voet eraf gerukt wordt. Waar ik op dat moment ook echt toe in staat ben. De duizenden naalden die in mijn trommelvlies afgeschoten zijn, overtreffen de oorpijn bij een vliegtuiglanding. Ik moet er nog van bijkomen. Dus vandaar dat ik niet sta te springen bij zijn vraag. Maar we hebben hem goed duidelijk gemaakt dat hij het nooit meer mag doen. Dus ik heb het alweer een paar keer toegelaten (onder bedreiging). En elke keer hoorde ik heel zachtjes ‘ik vind jou lief’. Maar vandaag hoorde ik iets anders fijns in mijn oor kriebelen; ‘Ik vond het een hele fijne vakantie mama’.

Omdat het onze laatste avond hier is, zoeken we het grote podium op. Lina wilde dat graag. Maar man wat was het tenenkrommend. Zo’n vaag liedje met een pierrot die met een gebroken hart en maskers loopt te zwaaien. Asjeblieft. Zij blijkt alleen afleiding te zijn, zodat de ‘dansers’ zich kunnen omkleden. Het is best leuk gedaan hoor, een dansje op Michael Jackson in een legerpakje, maar ik krijg er gewoon een wegtrekker van. Kan het niet meer aanzien als Pierrot met haar sjaaltje wappert en erin verstrikt raakt. Lina vindt er ook geen reet aan en we lopen terug naar ons gebouw. Zolang we muziek horen, danst Lina haar fantasie achterna. Veel vermakelijker om naar te kijken. You go girl!

Dag 7

Helemaal zen de laatste dag
Helemaal zen de laatste dag

Ik word wakker met een vette glimlach.
Oké, dat is gelogen, ik word wakker met een maandelijks terugkerende buikpijn, maar dat is niet zo’n leuke zin om mee te beginnen. En ik plak alsnog die lach op mijn bakkes. En begin te stralen. Harm wordt er wakker van.
‘Die lach gaat er vandaag zeker niet meer af?’
Dat klopt.
De dag van vertrek is mijn lievelingsdag. Alles opruimen, alles voor de laatste keer doen en er dan volop van genieten. Dus liggen we om 9 uur in het zwembad. Als enigen. Heerlijk. Kan ik op mijn gemak onderwaterfoto’s maken. Blij als een kind zet ik ze op Facebook. Want ineens doet de Wi-Fi uit de lobby het ook bij het zwembad. Potje Wordfeud erachter aan. Voelt al bijna als thuis.

Bulgarije onder water luc Bulgarije onder water lina en luc Bulgarije onder water harm en luc
Harm boekt de kamer voor wat extra uren erbij en speelt dan met de kinderen in het water. Love him!
Maar ik ben niet de enige in jubelstemming. Lientje verheugt zich op ons kappersbezoek morgen en glundert net zo hard.
Dan komt Harm voorbij rennen. Naar de glijbaan. Ik zie me al in een aftands Bulgaars ziekenhostel zitten aan Harm zijn bed die met een Brace om zijn nek ligt te creperen. Maar niet hij, maar Luc stuitert over de gladde tegels. Er komt geen brace aan te pas. Gewoon een Fruittella erin stoppen en doorgaan.
Ik neem zelf ook een duik. Het zwemmen voelt vandaag ook extra fijn. Dat er ook andere mensen gebruik maken van het zwembad is wel weer een minpuntje, maar met wat schopjes in het middenrif, drijven ze vaak vanzelf een eind bij me vandaan. Het laatste uur aan het zwembad tikt weg. Terwijl ik lees, zing ik een vaag liedje.
‘Ik heb je de hele vakantie nog niet horen zingen. Behalve op de dag van vertrek,’ hoor ik Harm naast me. Hij krijgt een stralende lach.
Nog een half uur.
De kids duiken onder hun handdoek met de iPads. Harm zondert zich af met zijn muziek & dr. Deats. En ik? Ik kijk om me heen. Eindelijk ontspannen.
Laatste kwartier.
Helemaal opgedroogd. Maar nat van het zweet. Lina en ik kijken elkaar aan. Nog een laatste duik dan. Luc plonst er ook bij.
Maar dan drogen we ons af. En gaan weer op zoek naar het ‘handdoeken-loket’. Dat zit ergens verstopt op het complex. Expres waarschijnlijk.
Het park is groot, best overzichtelijk, maar toch een doolhof. Net als de eetzaal, waar we nu ook onze laatste lunch nuttigen.
Vanmorgen zag Harm daar een Rus zijn omelet op een wentelteefje leggen, omdat hij waarschijnlijk dacht dat het geroosterd brood was. Maar het brood + rooster staan in een hele andere uithoek. Hier kwam ik ook pas na 5 dagen achter. Weer ergens anders was een hoekje met cruesli. En in plaats van de yoghurt, stond de groentesoep ernaast. Deze combinatie smaakte wat raar kan ik je vertellen. Harm maakte ook een lekker ontbijt; hij belegde zijn brood met boter en gebakken ei. Alleen bleek de boter witte chocoladepasta te zijn. Hij vertrok geen spier en at het gewoon op. Nu aten we onze laatste slappe frietjes en taartjes.

Lina vindt het eten hier prima
Lina vindt het eten hier prima

Op naar onze kamer. Als een militaire missie, deel ik strategisch de koffers in. Ik douche als laatste en mijn lieve reisgenoten hebben de handdoeken opgemaakt, waardoor ik me uiteindelijk sta af te drogen met de badmat. Maar ik ga niet zeuren. Want we gaan naar huis! Luc heeft er ook zin in. Want we gaan met de bus. Eenmaal daarin blijkt mijn lange spijkerbroek ineens geen goed idee meer als we er 10 minuten in zitten te wachten. Zonder airco. Met al een bus vol bier-zwetende-sunnybeach-gasten.

Op het vliegveld sluiten we aan in de ellenlange rij. God, wat haat ik wachten. Zeker met een Lucje die iedereen over de tenen rijdt met zijn trolley. Maar eenmaal bij de balie wordt het er niet beter op. Eén koffer weegt 2,7 kilo teveel en die Bulgaarse hoer achter de desk blijft maar herhalen dat we overgewicht hebben. Kijk eens in de spiegel. Olifantenkop.
Harm probeert uit te leggen dat het gewoon anders over de koffers verdeeld is. Engels verstaan ze amper. Ook helemaal niet nodig natuurlijk voor zo’n functie. Maar uiteindelijk moet alle handbagage ook op de band, kijken hoeveel het allemaal in totaal weegt. Bij het inpakken thuis heb ik er hele wiskundige berekeningen op losgelaten en alle handbagage woog bij vertrek de gewenste 10 kg per stuk. De eerste trolley weegt precies 10 kilo (pfoe). De 2e is 8 kilo en Harm zijn tas ook. Ik heb zin om Harm een high five te geven. Maar mijn triomfantelijke lach zint haar niet. Ze gooit het over een nieuwe boeg. Heeft Harm zijn tas wel de juiste afmetingen? Ze knikt daarbij naar een meetbak voor handbagage. Ik knik en bluf heftig. Geen wonder dat die rijen niet opschieten zo. Harm vertelt rustig dat we hem ook zo op de heenreis hebben meegenomen. Ze gelooft er geen woord van. Harm moet hem toch echt in dat meetbakje stoppen. Hij propt die tas erin en schiet wortel. Die trut staat uit haar neus te bikken en nog eens naar onze papieren te kijken. Of ze niet nog een foutje kan ontdekken. Ik ben het dan echt spuugzat en krijs (wijzend naar Harm); THE BAG FITS. MAYBE YOU CAN CHECK IT?’
Alle rijen kijken nu naar mij. Swah.
Willen jullie je vlucht halen, of niet?
De Oostblokse kuttekop beent naar Harm en haar andere collega kwakt onze paspoorten en boardingspassen op de balie. Ik gris ze weg en loop briesend lukraak een richting op. Weg hier, voordat ik ze de koppen inbeuk.

Luc wordt nog even serieus gefouilleerd. Ik zweet natuurlijk peentjes, bang dat ze het mes in zijn aars en de wiet in zijn oren ontdekken. Gore randdebielen. Bij de Taxfree shop word ik pas weer een beetje rustig als ik twee lippenbalsems heb gescoord.

Inmiddels zijn we alweer twee dagen thuis. Helemaal genietend van mijn dagelijkse leven en gezonde eten. Maar de vakantie was echt prima hoor. Wil je ook naar Bulgarije? Hierbij 5 tips:

1. Zit je in Sunny Beach? Zuip je helemaal delirium en ontwaak pas uit je coma op de terugreis. Zit je net als ons op een kindervakantie-resort? GA. DAAR. DAN. NIET. VANAF.
2. Ben je eigenwijs? Ga je toch naar Burgas? Verberg je polsbandje (herkenbaar voor all-inclusive-gangers) en trek een overall aan. Laat je camera’s thuis en ga goedkoop winkelen vóór 20.00 uur. Wil je er lekker eten? Ga dan naar het Italiaanse restaurantje Ƶαβ∞§¢ఇ¿
3. Koop dr. Deats (omgerekend nog geen 17,50 en geen last van kinderen die moeten poepen, of luidruchtige Russen. Ik zeg, een koopje voor zoveel rust)
4. Er is eigenlijk maar 1 tip en dat is tip nummer 5.
5. Ga niet naar Bulgarije. DOE. HET. NIET.

Bulgarije - lina duim omhoog

Deel