Pasen. Mijn schoonvader vertelde zaterdag dat hij deze dagen elke dag naar de kerk ging en het klonk heel warm en liefdevol. Wij zouden daarentegen op tweede paasdag eieren gaan zoeken met vrienden in een park. Met een picknick. Ik dacht niet aan een laatste avondmaal, maar aan een geruit kleed, groene weides, scones, dikke klodders jam en veel lol. Daar stak corona bij mijn vriendin een stokje voor.
Beteuterd keken we elkaar aan. Luc vond het dan wel een goed idee om naar een rc-wagen bijeenkomst te gaan in Nieuwegein. Hmm, stond niet echt bovenaan onze wensenlijst. Maar we hadden nog wel een lijstje nodig van de bouwmarkt. Combineren dan maar. Wat een slecht plan. De Hornbach dan. File om de parkeerplaats op te komen. FILE. Geen grapje. Ergens hoopte ik nog dat ze dan ergens gratis bloembollen ofzo zouden uitdelen. Niet dat ik bloembollen nodig had, maar je snapt mijn punt. Niks gratis, behalve een kijkje wat de rest van Nederland doet als hij niet bij zijn schoonmoeder op de koffie zit of eieren zoekt. Dan zoek je mortel en bouten. Gauw weg daar. Lekker gaan kijken hoe ons mannetje met zijn auto over een zandvlakte scheurde. En zo makkelijk contact legde met zijn racebroeders, hij praatte op hetzelfde niveau als de grotendeels volwassen autoliefhebbers die daar rondliepen. Grote kerels leenden hun karretje uit aan ons ventje. Met een glimlach van oor tot oor liet hij die wagens over de schans springen. Er was muziek en alleen maar vriendelijkheid. Met mijn neus en schoenen vol zand reden we blij weer naar huis.
Zullen we dan na het eten nog een ijsje halen? Op de fiets? Het fijne aan je fiets uitlenen aan je kinderen is dat er daarna een slag in je band zit, een hap uit je zadel is genomen, je versnellingen het niet meer doen en je rem (en daarmee je leven) aan een zijden draadje hangt. Living on the edge is één van mijn vele motto’s, dus laten we wild doen en de fiets pakken.
Luc genoot met overvolle teugen. Terwijl hij zoveel mogelijk ledematen los van zijn fiets hield en bijna op zijn hoofd op zijn zadel balanceerde, hield ik mijn stuur en mijn hart goed vast. Tussendoor hadden we grappige gesprekken.
Na het ijsje was het best fris geworden. Beetje de vaart erin. Maar ook genieten van de ondergaande zon, wat is de natuur toch mooi, de vlinders, de bijtjes, de Aaaaaarrrrrggggghhh AAAAAAAAAAAAAAAAAHHHHHHH krijste ik over de dijk. Vogels vlogen verschrikt op. Harm donderde bijna van zijn fiets. ‘WAT DOE JE?’
‘Er ging een beest in mijn schoen!’
Technisch gezien zat hij nog op de rand van mijn sneaker, maar ik zag iets met zwarte vleugels en grote tanden verlekkerd naar mijn enkels kijken. Ik voelde het monsterlijke beestje al bijna aan mijn kuiten knagen, maar tijdens mijn geblèr schudde ik mijn been zo heftig heen en weer dat ik bijna loskwam van mijn fiets en Luc zijn acrobatische toeren bleek te kunnen overtreffen. Het enge insect was nergens meer te bekennen. Evenals Harm, die ik als stipje aan de horizon hoofdschuddend achterom zag kijken.
Luc zijn energie werd juist gevoed door mijn spasmes en gegil. Hier laadde hij zich mee op. Hij leek een soort polonaise met zijn fiets uit te voeren en nog harder te kunnen zingen dan ik zat te gillen. En elke voorbijrijdende fietser werd door hem begroet en als ze terug groetten, riep hij ‘ja, prima Marco’ naar ze. Dat roepen ze thuis constant na het zien van teveel tiktok-filmpjes. De oude garde die voorbij fietste snapte het niet. Je zag ze denken ‘wie is Marco?’
Dat weet niemand.
Toen kwam er een motorrijder voorbij. Luc maakte een gebaar met zijn hand en ja hoor, de motorrijder gaf extra gas en maakte daarmee mokertjeveel herrie. Luc straalde. Ik vroeg hem hoe het hem toch altijd lukt mensen zover te krijgen dat ze wat voor hem doen.
‘Omdat mensen aardig zijn mama.’
Ik dacht aan de corona verdeeldheid, de oorlog die woedt, hoe vaak mensen hard en lelijk tegen Luc doen om wie hij is. Hoe mooi is het dan dat je dan nog steeds zo puur en onbevangen naar mensen kijkt.
Ik hou dus zielsveel van dit kuiken.
#paasgedachte #liefde

Wat vind jij van deze blog?