Gewoon zo’n dag

Kuch klaagzang

doorPosted on 0 Comments5min. leestijd96 gelezen

Moeders mogen niet ziek worden. Wie heeft dat ooit bedacht? Een feminist of gewoon een eikel van een vent die bij thuiskomst zijn sloffen aangereikt wil krijgen? Inclusief biertje en de krant. Of zijn het toch de moeders zelf, die denken dat het thuisfront niet zonder ze kan? Stiekem behoor ik ook tot die laatste categorie. Ik denk dat ik onmisbaar ben.

Dus sleep ik me al 2 weken op mijn werk door de deadlines heen. Mijn collega is aansluitend aan haar vakantie ziek geworden en the show must go on. Dus zit ik gewoon braaf op tijd op mijn werk met bloeddoorlopen ogen, die ik dichtsmeer met foundation, om er nog iets van te maken. Je kunt namelijk een bad nemen in mijn wallen. Ik kuch, zucht en steun (dat dan weer wel), maar ik laat me er niet onder krijgen. Ik eet kiwi’s alsof het chocoladekoekjes zijn en doe ienemienemutte met alle zuigtabletten die ik kan vinden. Ik ga in bad, vroeg naar bed, maar vervul al mijn verplichtingen thuis en op mijn werk. Ik zeg niet dat ik er heel gezellig van word, maar dat stond ook niet in mijn taakomschrijving.

Misschien is iedereen wel blij met mijn verminderde mate van spraakzaamheid, eindelijk rust. Elke keer dat ik mijn mond alleen al opendoe, slaat de kriebel toe. En komt er zo’n slappe, droge kuch uit. Klinkt gewoon als het toppunt van aanstelleritis. Nou ben ik wel een hypochonder, maar dat ben ik liever als ik niks mankeer. Ziek, zwak en misselijk zijn kan ik niet tegen. Doorgaan moet ik. Ik heb wel wat beters te doen dan in bed liggen. Daar ga ik toch alleen liggen denken aan alle dingen die ik op dat moment ook had kunnen doen. Ik vind het wel fijn om te klagen, maar dat had je vast al gemerkt. Zoals Lina zou zeggen: zo ben ik geboren. En zo is het maar net. Gelukkig zijn er mensen die willen helpen. (Ik snap dat ze dit doen uit eigenbelang, iedereen heeft natuurlijk een maximum aan de mate van mijn gezeur).

Ik kreeg van mijn vriendin bijvoorbeeld de tip om bij keelpijn een citroen uit te persen, daarmee te gorgelen en het dan op te drinken. Ik hou van dit soort tips. Al dat chemische spul van de drogisterij, heeft me nog nooit geholpen. We gaan voor puur natuur. Ik kijk er nog scheel van. Harm heeft zich kapot gelachen, dus het was ergens goed voor. Dat is niet helemaal waar, want de keelpijn verdween meteen. Mijn huig en slokdarm ook, maar je moet er wat voor over hebben. Alle bacteriën gedood. Mijn collega vond me net Klazien uit Zalk, die moest ik even googelen. Ze zag eruit alsof ze altijd een privé voorraad aan citroensap bewaarde in haar enorme centenbak. Handig hoor. Gelukkig bedoelde mijn collega het goed en gaf nog wat tips in de trant van azijn, zout en dat vermengd met citroensap. Ik geloof serieus dat dit mengsel gewoon Arsenicum oplevert. Zo zou ik wel in één klap van mijn keelpijn af zijn. En hij van zijn kuchende collega.

Na mijn zure avontuur bleef de kriebelhoest wel, tezamen met het beroerd voelen. Met mijn snotneus had ik al afgerekend. Ik heb mijn neusslijmvlies weggebrand met otrivin. Ik voel nu gewoon een gapend, stekend gat onder mijn oogkas. Maar met het ouder worden heb ik toch geleerd iets beter te leren luisteren naar mijn lichaam. Dus gisteren heb ik gerelaxed. Met wat tijdschriften op de bank. Ik moest tussendoor wel een wasje aanzetten en 2 lades uitmesten. Dan verdiende ik het weer om te gaan zitten. Lucje nam zijn verantwoordelijkheid en knuffelde alsof zijn leven eraf hing en hielp me met het uitpersen van een vers sapje. Alles wat ik nodig heb in deze staat (van ontbinding, haha dat klinkt zo lekker).

Harm had een borrel op zijn werk en trof het huis wel erg opgeruimd (kon het toch niet laten) aan, met mij in een megatrui op de bank aan. Ik zocht ondertussen naar oma’s raad op internet bij deze kuthoest. Ik weet hoe irritant dat is, als iemand zo naast je zit te blaffen. Bij een hond heb je dan zo’n band die je om de nek kunt doen met stroomstootjes, maar die vond ik niet in mijn maat. Zuigen op een suikerklontje kon helpen. Ik zocht een zakje suiker op en voelde me reteslecht bij het opzuigen van deze pure aanslag op mijn gebit. Na het doorslikken barstte ik gewoon uit in een verstikkende hoestbui. Het zweet brak me uit. Suikerwater kon ook helpen, dus ik bedacht mijn eigen variant. Mierzoete limonade aangelengd met zakjes suiker. Ik hoorde mijn glazuur klagen, maar alles voor het goede doel. Het hielp allemaal niks.

Proestend ging ik naar bed. Daarin namen we ons voor vandaag de hele dag in bed te blijven. Dus zaten we om 9 uur in bed met een laptop, iPad &phone en ik ouderwets met een boek. Harm haalde ontbijt en zette het dienblad neer, waarbij mijn zure gorgelsapje eroverheen ging. Hallo plakkend nachtkastje en welkom keelpijn. Met het laatste restje probeerde ik de pijn in mijn keel te bestrijden. Mijn speekselklieren probeerden te ontsnappen en mijn maag keerde zich om. Gelukkig smaakten de framboosjes me een stuk beter. Toch maar even douchen, voel ik me altijd een stuk beter na. Dan kan ik daarna net zo goed de vlekken uit Harm zijn overhemd bewerken met chloor, een was aanzetten, vatwasser aan, nieuw drinken pakken, mijn laptopje mee en weer terug naar bed.

Luc was me al vooruitgesneld met zijn beker Roosvicee en rozijntjes. Trots zit hij bovenop papa zijn schouder mee te kijken naar een oorlogsfilm. We zijn zo lekker pedagogisch deze ochtend. Ik wil in bed stappen en zie de oranje Roosvicee vlekken op mijn witte hoeslaken en merk dat mijn nek er hetzelfde uit gaat zien. Dat zijn nl echt vreselijke vlekken, het is gewoon bocht. Tomatensaus is er niks bij. Harm kijkt me onschuldig aan ‘het is toch een antilekbeker?’. ‘Niet, als Luc elke keer de anker van zijn boot door het tuutje heen boort’, is mijn reactie. Ik heb er net een witte was inzitten. ‘Chloor?’ oppert Harm voorzichtig. Zucht en anders kan ik altijd nog citroensap proberen, de oplossing voor alle ongemakken…

Deel

Open huizen route

doorPosted on 0 Comments4min. leestijd134 gelezen

Als echte controlfreak is de onwetendheid zo erg. Zoals bij een 1e date, na een maand mailen. Hoe is hij in het echt? Wat als hij stinkt? Wat trek ik aan? Gaat hij me leuk vinden en ik hem? Zo voelde het vandaag, alleen wist ik dan niet eens of mijn date op zou komen dagen. Het is namelijk openhuizenroute. Zo’n dag dat mensen met cabrio een tochtje over de dijk maken met mooi weer en dan en passant nog even een huisje bekijken. Nou voorspelden ze geen goed weer, dus deze doelgroep viel al af. Dan heb je ook de wat-te-doen-met-rukweer?-Huizen-bekijken-doelgroep.

Ik vergeet nooit onze ‘eerste’ keer. Al dagen bezig met achterstallig onderhoud (soppen, soppen, soppen), bloemen gekocht en een verse appeltaart gebakken. Er kwam 1 stel opdagen, die we zo vreemd vonden dat we ze eigenlijk zo snel weg wilden hebben en zeker geen taart aanboden. Die hebben we met de buren opgegeten. Nog even laten weten dat ze dit straks zo gaan missen. Dus die taart, die laten we tegenwoordig achterwege. Maar ons huis is compleet opgeruimd, ook wel weer eens lekker. Als het eenmaal zover is dan.

Omdat Harm vanaf 1 uur op een beurs moest staan en daarom om 12 uur zou vertrekken, kon ik niet de hele dag winkelen. Dit doe ik normaliter, want als ik thuis blijf, eet ik de bank op van de stress. Ik zie Luc dan zijn snot aan mijn kussens afsmeren en zijn playmobil kluis opentrekken en de hele woonkamer voorzien van gouden muntjes. Ik trek dat niet en moet het dan meteen opruimen. Harm is de relaxedheid zelve, dus die heeft het de laatste 2 keer alleen gedaan. Nou liep het ook geen storm, dus was hij helemaal vergroeid met zijn laptop bij thuiskomst. Iedereen gelukkig. Tot vandaag.

Harm bood lief aan om Luc dan mee te nemen. Ik kon me niet voorstellen dat hij dan zijn aandacht bij de beurs kon houden, maar hij voorzag geen problemen. Die ziet hij nooit. Hij heeft roze lenzen. Maar ik nam zijn aanbod gretig in ontvangst. Dat betekende minder stress. Zo gezegd zo gedaan. Ik installeerde me met boeken die ik voor de kinderen invul voor later en de laptop aan de keukentafel. Eerst maar eens een verhaaltje typen over mijn winkelplezier vandaag. Bij elke auto die langzaam voorbij rijdt krijg ik prikkende oksels. Ik ben niet zo goed met vreemde mensen. Harm zag me ervoor aan om de posters van de ramen te rukken, zodra hij de hoek om was. Dat ik dan lekker naar bed zou gaan. Ik heb het overwogen, echt. Ik wil heel graag eens ongestoord slapen, maar ik wil nog veel liever ons huis verkopen. Daar ga ik nog veel beter van slapen.

Vorig weekend reden er al auto’s langzaam voorbij en was een vriendin zo aardig haar decolleté in de strijd te gooien voor het goede doel. Deze rondborstige blondine keek lief naar buiten en we juichten toen een auto achter een slak aansloot. Helaas zat zijn vrouw/vriendin/minnares naast hem, dus trok onze vriendin haar shirt maar weer omhoog. Deze auto heb ik vandaag wel voorbij zien komen, maar ze stopten bij de buren L. Ik weet niet wat die voor het raam hebben staan doen, maar er was stormloop bij hun. Misschien scheelt het dat ze van 869.00 zijn gezakt naar 469.000 (in de 6 jaar tijd dat wij er wonen, dat dan weer wel). Misschien moeten wij onze prijs eerst flink opschroeven om hem dan ook zo te kunnen laten zakken, zucht.

Ik zie mensen voorbij lopen. Ik doe of ik ze niet zie. Kop in het zand verhaal, als ik hun niet zie, zien ze mij ook niet. Werkt altijd…dingdong. Werk aan de winkel. Gelukkig een heel leuk stel, uit …Zwolle. Nou mis ik een topografisch gen, maar het klinkt niet als ‘om de hoek’. Maar hij werkt in Gorinchem, ha, laten we praten. Ze hebben een kindje van 5,5 maand oud. Kgkgkgkg (geluid inkleuren van het vakje) ONGESCHIKT. Die gaan vallen over de tuin. Maar na mijn enthousiaste rondleiding krijg ik zelf zin om het huis te kopen. Best leuk dit. Bij het invullen van het formulier komt de aap toch weer uit de mouw; alles is helemaal af, mooi bla, prachtig bla, maar ja, de oprit, de tuin, weinig faciliteiten. Hebben ze niet geluisterd? De faciliteiten komen hier gewoon naar je toe, met de groenteboer op woensdag, de bibliobus op donderdag en de SRKwagen op vrijdag.

Mijn schouders gaan hangen. Je voelt het meteen als je hebt verloren. Ik weet dat ik het moet zien als hun verlies, maar na 14 (of 17, ben de tel een beetje kwijt) bezichtigingen ben ik er wel een beetje klaar mee. Als ik de deur achter ze dichtdoe, gaat de telefoon. Harm, of ik Luc kan ophalen, dit werkt niet, hij loopt telkens weg. Goh. Ik wacht nog een half uur op kopers die niet komen en stap in de auto. Zo’n zin om heen en weer naar Barendrecht te rijden. Maar ik weet nu al, dat na een knuffel van mijn kleine snottekop, mijn huizenleed iets wordt verzacht. So off we go…

Deel

National Shoppingday

doorPosted on 0 Comments4min. leestijd72 gelezen

Als je naar mijn hobby’s vraagt, komt winkelen standaard voor in het rijtje. Maar eigenlijk hou ik helemaal niet van winkelen. Zeker niet met een tijdslimiet. Zoals vandaag. Ik moet uiterlijk om 12 uur thuis zijn, zodat Harm door kan naar zijn werk. Dat betekent om kwartover 11 terugrijden, zodat ik ontspannen in de auto kan stappen. Waarom ik dan voor deze dag kies? Het is National Shoppingday. Eigenlijk is dat het elke dag, maar vandaag krijg je 20% korting bij een hoop winkels. En als ik ergens van hou, is het korting.

Ik wil dus om 9 uur bij de eerste winkel naar binnen. Om half 9 gaat TomTom aan. Als hij na 5 minuten nog geen signaal geeft, raak ik geïrriteerd, dit gaat van mijn kostbare tijd af. Zuchtend stamp ik richting Harm zijn auto en pak onze dikke TomTom. Terug in mijn auto heeft mijn slanke navigatiesysteem een signaal opgepikt en mik ik de oude op de stoel naast me. Gaan nu! De parkeergarage verwelkomt me met open slagbomen, welkom mevrouw Friskes, we hebben u gemist (een week). Op dit tijdstip valt er nog een plekje te kiezen, lekker hoor.

In volle vaart vooruit, op naar de 1e winkel. Missie: een winterjas voor Lina. Deze moet aan strenge eisen voldoen; niet truttig (nee mam, niet zo’n jas als die van jou) maar cool, liefst glimmend en warm is ook wel handig. We hebben er eentje in een folder gezien, maar eenmaal binnenin dit circus, zakt de moed me in de schoenen. Een drukte van belang en uiteraard niet de maat die ik nodig heb voor Lientje. Inwendig vloekend, zie ik in de verte een leuke jongensjas. Nou heeft Luc al een winterjas, vorig jaar al gekocht in de uitverkoop voor dit jaar, maar zou hij die passen? Volgens mij is die nog te groot. Er staat ook nog zo’n leuke schippersjas ergens in bestelling, maar wie weet valt die tegen. Ja en ineens kan het vriezen, dus neem mee.

Ik begin mijn weg al een beetje te kennen in Den Bosch. Mooie stad, maar ik zie er weinig van vandaag. In no time sta ik voor de Rituals. Dicht? Pas om 10 uur open? Wat zijn dat voor tijden? Volgende op mijn lijstje dan. Ik koop elk jaar laarzen bij dezelfde winkel. Met mijn Sidonia enkels heb ik namelijk weinig keus. Elk jaar kopen we dus gewoon dezelfde, met een naadje net de andere kant op. Vandaag ga ik voor cognac kleur en rood. Ik heb ze al eens eerder gepast, maar gewacht op deze dag. Ik bespaar zo enorm. Eigenlijk voelt het kopen niet eens heel fijn. Ik heb ze gewoon nodig, net als brood. Alleen zijn ze dan wat duurder, maar ik doe er ook langer mee.

Het rotte is dat ik nu met winterjas en 2 enorme tassen ‘moet’ verder winkelen. Ondertussen is de rituals open, maar hebben ze besloten mijn tonic uit de collectie te halen. Zonder met mij te overleggen. Ik haat misgrijpen. Maandag komt de nieuwe collectie, of ik even wil proberen? Stiekem denk ik, rot toch op, maar ondertussen sta ik met een wattenschijfje over mijn gezicht te aaien. Super. Maar ook hier krijg je vandaag korting. Dan maar een handcreme en gezichtslotion. Je moet toch wat. Angstvallig hou ik de tijd in de gaten, maar toch moet ik nog wat winkels in. Ze roepen me.

Ik koop nog wat shirtjes voor de kinderen en sta dan weer enorm te dubben over een blazertje voor Lina. Hij is grijs, met een glittertje (check), maar ook een klein strikje op de zak. Is dit truttig? Ik weet het soms echt niet. Ik haat ruilen, maar ik neem het risico. Ik moet door. En bij twijfel? Doen! Anders krijg je spijt en dat willen we niet. Blijft het maar door je hoofd malen en moet je alsnog een keer terug om het over-veridealiseerde kledingstuk te gaan halen.

Nu word ik helemaal nagekeken, had ik eerst alleen een verwilderd hoofd van het passen, nu zien ze alleen wat tassen voorbijkomen met een dotje statisch haar erbovenuit. Als ik de laatste winkel voor vandaag binnenstap en ze begint met ‘zo, al lekker gewinkeld’, boft ze dat ik mijn handen vol heb. Ziet ze dan niet dat het zweet op mijn bovenlip staat, ik misgegrepen heb bij Rituals en nog geen jas heb voor mijn dochter? Ik ben er klaar mee. Ik ga. Naar de appie, kan ik lekker mijn tassen in de winkelwagen mikken, krijg er een tennisarm van. De vrouw voor me pakt de laatste winkelwagen. Seriously? Ik heb nu in 1 hand 5 tassen, mijn volgeladen handtas/shopper dreigt van mijn schouder af te zakken en in mijn andere hand een winkelmandje. Wat ik bij elk product op de grond moet zetten.

Wat een ballentent. Ze hebben ook geen perssinaasappels. Het is keelpijntijd van het jaar en dan is de AH daar niet op voorbereid? Slechte zaak. Met mijn mand vol ander fruit, naar het zuivelvak, je mandje kan niet zwaar genoeg zijn. Waarom ben ik nou verbaasd dat ze hier niet ‘mijn’ sojayoghurt met vanillesmaak verkopen? Maar ook hebben ze geen biologische fruityoghurt voor Harm. Top, wordt een lekker ontbijt morgenochtend met gortdroge muesli. Versgeperste jus zit er dankzij AH ook niet in. Dus een ‘vers’ sapje van het huis in de mand gemikt. Krampachtig probeer ik te zien wat er op het boodschappenlijstje staat, wat ik tussen mijn kaken heb geklemd. Ik vergeet iets, ik vergeet iets. Oh ja, batterijen voor Harm zijn flitser, fuck waar liggen die hier? Heel de winkel door, liggen ze bij de kassa.

Bij de parkeerautomaat aangekomen, vergaat mij het gevoel vandaag bespaard te hebben. Ik mik alles in de achterbak en knak mijn paars aangelopen vingers. Ze hebben het te verduren gehad. Winkelen is gewoon topsport. En ik haat sporten 😉

Deel

Days like this

doorPosted on 0 Comments6min. leestijd77 gelezen

Het is 22.10 uur als ik dit typ. Ik had al minstens een half uur in dromenland willen verkeren. Maar ik werd ruw gestoord op mijn weg ernaartoe. Harm lacht me toe en denkt dat het een verhaaltje verdiend. Nu lig ik dus alleen nog maar aan een verhaaltje te denken. Ik kan niet eerder slapen. Dus hier is hij. Ik wil niet zeuren. Ik wil het echt niet. Maar ik doe het toch. Zo ben ik en zeker op sommige dagen.

Om 6 uur vanmorgen hoorde ik iets naast me fluiten, de wek-app van Harm. Het kan ook half 6 geweest zijn, het was in ieder geval geen fatsoenlijk tijdstip. Mijn wekker daarentegen ging om half 7 door merg en been. De snooze ook tot 3 keer toe. Gadver, het is weer maandag. En aangezien de woorden ‘opschieten’ en ’tjaptjap’ nog steeds niet in Lina’s woordenboek voorkomen, vertrekken we weer eens allerminst ontspannen. Ik dan, Lina heeft haar gordel nog niet om en heeft al een verzoeknummertje ingediend. De DJ heeft nog even geen spreekuur.

Ik duim namelijk dat ik stiekem toch over de afgesloten dijk kan scheuren. Dat laatste zit er niet in, het is een blubberboel, maar daar draait mijn terreinwagen haar wielen niet voor om. Dat scheelt weer een heel stuk om. Nu heb ik mijn hand vrij voor de aanvraag van Lina, Katy Perry met Days like this. Hoe toepasselijk. Lientje op school afgeworpen, door naar mijn werk. Uiteraard heb je dan een lamlul voor je rijden die stopt voor oranje. Kost me weer 5 kostbare minuten. Dan maar eens kiezen uit de 6 lipgloss in mijn tas. Je moet je tijd wel goed besteden.

Eindelijk binnengekomen ben ik zoals gewoonlijk de eerste op onze afdeling. Heerlijk. Half uurtje mails beantwoorden en dan met onze opleidingsgids in wording onder mijn arm naar de receptie. Er is nog wel een spreekkamer voor me vrij. Bij het openen van dit kamertje vraag ik me af welke bejaarde hier opgesloten heeft gezeten. Voor een jaar. Wat een muffe buft komt eruit zeg. Maar goed ik ben in een zeikbui, dus ik zet me erover heen. 2 uur lang lees ik teksten met termen waar een doorgewinterde ICT’er zijn tong bij aflikt. Of hoe ging dat spreekwoord ook alweer? Ik word er half dyslectisch van. Als je managment ziet staan, lees je erover heen, als je te snel gaat. Dus ik lees deze übersaaie teksten hardop voor aan de muur en ben helemaal gelukkig als ik een spelfout ontdek. Doe ik dit klusje niet voor niks.

Bij de tekstafbrekingen moet ik me inhouden om niet in mijn handjes te klappen zoals ooit geleerd af-bre-king-en. Je moet het toch een beetje leuk houden voor jezelf. Hopelijk heeft er niemand in het hok naast me een intake. Als ze me dan alleen naar buiten zien komen, snappen ze het geklap, gelach en gepraat niet. Of zouden ze het zich verbeeld hebben. Laat ze maar denken.

Om 11 uur zie ik de woorden dansen en trek ik me terug van dit feest. Op naar een vergadering over de plannen voor 2013. Het enige waar ik aan kan denken is, of ik nog ergens in mijn rommella een verdwaald keelsnoepje heb liggen. Het voelt aan alsof ik me eens lekker tegoed heb gedaan aan grof schuurpapier en dat nog ergens in mijn keel is achtergebleven. Had ik misschien net niet zo hard mijn teksten moeten zingen tijdens het klappen. Oké, dat heb ik niet echt gedaan, maar dat had mijn dag wel opgevrolijkt. Dan maar lunchen om 12 uur. Even lekker zeuren met mijn collega’s over de belachelijke prijzen voor kinderschoenen.

Bij terugkomst wachten er nog tal van leuke klusjes op me. De gids ga ik morgen mee verder, ben al op pagina 127 van de 200. Mijn collega ligt op dit moment met haar kont in Turkije en draait zich nog eens om, om zich in te laten smeren door een lekkere gespierde vent. Dan knipt ze met haar vingers voor een lekker cocktail. Ik knipper met mijn brandende ogen en zie alleen de tig aanmeldingen voor seminars en coachingsmiddagen. Ik neem dit van haar over. Mag ik fijn alle aanmeldingen uitprinten en in verschillende mapjes stoppen en alles handmatig in een exceldocument invoeren. Ik kopieer, typ en plak alsof het vreselijk belangrijk is en ga dan verder met een ander heuglijk taakte wat ze voor me heeft achtergelaten. Alle downloads verwerken. Na heel wat handelingen, kan ik ze eindelijk door SAP halen. De verwerkingstitel ervan heet: zucht. Need i see more? Je moet nl per persoon een lijst door om te kijken of ze niet al eens eerder iets hebben gedownload. Ik zeg mevrouw de vries en meneer Jansen, nog nooit van gehoord, maak maar een nieuwe aan. In welk tijdperk leef ik ook alweer.

Gelukkig heb ik nog heel veel andere leuke werkzaamheden te doen, maar helaas deze dag zit er alweer op. Manlief belt, hij werkt thuis, of hij al aan het eten moet beginnen. Ik sta met 1 been in de auto op weg naar de appie, maar als hij het over kan laten vliegen, stap ik graag in. Heeft hij nog tips, wat ik deze week op tafel kan zetten? Hij wil een zigeunersnitzel. Hij maakt een grapje zeker. Niet dus, dat eet hij nooit. Dat klopt. En ik ben een goede vrouw, dus ik ga op zoek. Ha, ze zijn in de bonus. Wat heb ik toch een mazzel vandaag. Ernaast liggen wienersnitzels, bedoelde hij nou die? Ze zien er allebei ranzig uit, eens lezen wat voor vlees het is. Gemalen stukjes varkensvlees aangelengd met water. Ik maak geen grapje. Zijn er echt mensen die hier trek van krijgen? Ik trek waarschijnlijk een heel vies gezicht, want de man naast me kijkt verbaasd dat ik het toch in mijn kar leg. Ik mompel iets van ‘liefde, man, maag’ en haast me naar het vegetarische vak. Doe mij maar een samengeperste groenteburger.

Na het afrekenen (overbodig om te zeggen dat ik de verkeerde kassa koos), haastte ik me naar buiten. Ik voel me zo brak, wil naar huis. Mijn kar waait uit mijn handen en er zit echt veel meer in dan het zojuist beschreven (nep)vlees. Met coupe windhoos stap ik in de auto. Zou ik terug ook over de afgesloten weg kunnen? Shit, er staat een graafmachine voor, dus rij ik toch maar om en breng daarbij bijna zo’n mannetje met oranje hesje om het leven. Lekker bijdehand om precies om de hoek in een bocht een steen op je hurken te gaan bekijken en op je gemakje weglopen, terwijl ik de hoek om kom.

Gelukkig word ik thuis verwelkomd door mijn kleine kwijlende ventje. Met zijn armpjes om mijn nek vergeet ik even deze dag. Mijn man gaat de concurrentie aan met mij qua wallen en vertelt over zijn dag. Laten we het erop houden dat hij lijkt op de mijne, met het verschil dat het water hem in de mond loopt bij de aanblik van zijn schnitzel. Na het eten maakt hij de fout om te denken dat hij rustig tv kan kijken. Lina springt bijna bovenop hem, want hoera er staat een scherm aan. Luc doet graag mee en laat daarbij een lekker aroma achter. Hij maakt ook geluid voor 10 en ik kijk naar de klok. Nog even doorbijten Joyce.

Als ze op bed liggen besluit ik niet teveel te doen. Ik mail wat voor Hart & Huis en ga naar de woonkamer. Die lijkt nu een grote speelplaats. Ik duik Luc zijn speelhoek in en zoek alles uit, richt het in met zijn nieuwe wagenpark. Opgeruimd staat netjes. Niemand die het ziet als er iets in de kliko verdwijnt. Het is 10 over 9, zal ik? Helemaal trots met mijn besluit lig ik om half 10 onder de vicks en de dekens. Ik negeer het geploink naast me. Zal de iPad wel zijn. Ik kijk mijn kast in en bedenk me wat ik morgen aan zal trekken. Dan probeer ik te ontspannen en te gaan slapen. Ik hoor de trap. Harm om de hoek, slaap je al? Ik doe even het licht aan en pak mijn kleren voor morgen. Grrr.

Ik hoor wat zoemen. Ja hoor, zijn laptop gaat open. Even een serie kijken, laatste aflevering, heel spannend, krijg ik te horen. Kom eens in mijn hoofd kijken, das pas spannend. Ik draai me om en knijp mijn ogen dicht. Toch zie ik het felle licht. Als ik op het scherm kijk, zie ik een slap aftreksel van Jaws voorbijkomen. Ik kan niet meer slapen. Waar is die iPad? Ik zal hem eens goed benutten…

Deel

Oudheid kent geen tijd

doorPosted on 0 Comments5min. leestijd65 gelezen

Voordat ik kinderen kreeg had ik geen beeld hoe ze later ‘moesten’ worden. Ze hoefden niet mijn dromen waar te gaan maken of dokter te worden. Daar hield ik me niet mee bezig. Wel had ik een beeld hoe ik zou zijn als moeder. Lief, geduldig, veel knutselen en koekjes bakken. Actief op school. Dus toen mijn dochter die leeftijd bereikte, was ik extatisch dat ze graag wilde knutselen en cakejes bakken in dit geval. Jammer was wel dat dan heel de keuken overhoop lag en ze na 5 minuten dacht, ik ga wat anders doen. Of nog beter, ‘wat gaan we nu doen?’. Dat ik daar na een tijdje niet meer zo lief en geduldig op reageerde, vond ik logisch. Ik stond dan vaak de stukjes klei tussen de groeven van onze houten vloer uit te pulken of het bakmeel tevergeefs van ons granieten aanrechtblad te schrobben.

Ik ben toch niet zo’n fantastische moeder als ik dacht te gaan worden. Op school heb ik welgeteld 1 keer geholpen. Toen Lina in groep 1 zat heb ik die frummels bijgestaan bij het kruidnootjes bakken en spelletjes spelen. Alhoewel ik deze momenten toch ook allemaal graag wilde vastleggen en zodoende alles  van achter mijn camera gadesloeg. Maar ik suste mijn schuldgevoel met het feit dat de meeste activiteiten plaatsvinden tijdens de dagen dat ik werk. En sinds Luc er is, kan ik ook niet op de andere dagen, want ik heb geen oppas in de buurt en kinderopvang is schreeuwend duur.

Maar toen een moeder mij vroeg of ik niet mee wilde rijden met het uitje van de meesters verjaardag, omdat ze dat gezellig vond, dacht ik, het wordt nu echt weer eens tijd. Harm regelde dat hij kon thuiswerken en ik ruimde mijn auto eens op. Lina was door het dolle en dat maakte mij weer heel blij. En de reactie van een andere moeder die hoorde dat ik mee zou rijden: ‘JIJ?’, deed mijn rug rechtten. Ja, ik. Dat we naar een museum gingen, moest ik alleen nog even zien te verwerken. Ook nog het oudheidsmuseum. Als cultuurbarbaar kon ik hier vast nog meer van opsteken dan die kinderen.

Ik kocht chocoladekoeken en zorgde dat ik op tijd was. Ik kreeg een briefje met het adres, maar zou achter de andere moeders aanrijden. Voor ik TomTom ook maar kon bekijken, scheurden ze al weg. Gauw erachter aan, fuck het leek wel een Formule 1 parcours. We vlogen over drempels, sneden vrachtwagens af en remden alleen af, daar waar de App van moeder nr 1 aangaf dat er geflitst werd. Maar binnen een half uur waren we in Boxtel. Waarschijnlijk rijd een normaal persoon hier minstens drie kwartier op. De kinderen hadden niks in de gaten, waren helemaal uitgelaten.

Jassen uit en een zaal in om een filmpje te kijken. Ijskoud daar. Een slimme moeder gaf aan dat die kou goed was voor het bewaren van de fossielen. Laat ze die dan lekker een sjaal omdoen. Oh ja, wel even bij de les blijven. Wat een kinderachtig filmpje over een uitroepteken en vraagteken die een bot vinden. Maar goed, de kinderen lachen, dus het zal wel leuk zijn. Als het filmpje is afgelopen kunnen we aan het echte werk beginnen. Een speurtocht met allerlei vragen over de dino’s en andere oude dingen in het museum. De meester vroeg ons wel of we de kinderen wilden helpen, met de moeilijke vragen. Voor de vorm keken we ook een beetje rond.

De ene übermoeder hielp alle kinderen, maar de rest liep een beetje doelloos rond. Ik keek kwijlend naar de oude parelmoeren schelpen. Zou er eentje in mijn tas passen? Gaap, waar zijn de anderen? Boven, ook maar een kijkje nemen dan. Leuk geprobeerd die nepdino’s op het nepgras, maar hé een aluminium trap erachter laten staan is echt te stom. Ach dat zien die kinderen vast niet. Die rennen alleen heen en weer om als eerste de vragen te beantwoorden. Wij zoeken een plek om op te warmen. Onze racemoeder steekt haar hoofd om de hoek ‘Joehoe, hebben jullie ook koffie?’. Met onze warme mokken lopen we terug.

Ik leer nu meer over sterilisatie dan over de oudheid. Heerlijk verder, die herkenbare verhalen van moeders. Waarom heb ik dit niet eerder gedaan? Buiten schijnt het zonnetje, lekker hoor. Hier kan ik ook naar hartenlust foto’s maken. Het bordje ‘Eigen consumpties niet toegestaan’ negerend eet ik met de moeders en meester de chocoladekoekjes op. De kinderen spelen in de speeltuin. De moeder die wel van musea houdt geeft aan toch wat geleerd te hebben ‘dat een oude drol, coliet heet’ ofzo, het kan ook composiet geweest zijn. Ik gaf aan dat ik dacht dat het meervoud van een dino, dinosaurussen was, dit bleek dinosauriërs te zijn. Ze keek me aan alsof dat logisch was. Had ik toch beter naar Jurassic Park moeten kijken.

Een kind krijgt een schommel tegen haar gebit. Tijd om te gaan. Dit keer stel ik gewoon eerst mijn navigatie in, om de kinderen veilig bij school af te zetten. Wat voel ik me een goede moeder. En ’s avonds gaan we gewoon verder met de oudheid, op het schoolplein. Het is Fancy Fair en Lina’s grootste droom komt uit. Ze mag hier achter een kraampje staan en echte fossiele rommel zien te verkopen.  Of eigenlijk wij, want zij rende van de grabbelton naar het lootjes trekken en vriendinnen. Luc trok zijn sokken, schoenen en jas uit en krulde zich op in een wipstoeltje met de melding ‘Luc gaat slapen’. Vanuit zijn ooghoek merkte hij iets op met wielen. Weg was hij. Klaarwakker. Met zijn armen vol auto’s komt hij terug bij ‘zijn’ stoeltje. Harm gaat gauw betalen.

Na twee uur blauwbekken (in Luc zijn geval blauwtenen) en  onze portemonnees leeggeschud te hebben, neem ik Lucje mee naar huis. Ik duim dat het gaat regenen, dat de rest van mijn gezin kan volgen. Mijn gebeden worden gauw verhoord. Vandaag was ik wél de moeder die ik voor mezelf voor ogen had!

Deel

Walibi

doorPosted on 0 Comments3min. leestijd150 gelezen

Mijn man werkt bij een groente en fruitbedrijf. Elk jaar organiseren ze een familiedag. Je krijgt dan toegangskaarten, een parkeerkaart en lunchpakket. Dit bestond vorig jaar uit belegde broodjes, krentenbollen, pakjes drinken én natuurlijk fruit. Ik hoef dus niks van huis mee te nemen. Ideaal.

Dit jaar is gekozen voor Walibi. We zijn er nog nooit geweest. Na een uurtje rijden zijn we er dan eindelijk. Het is 12.00 uur. Ik heb trek. Op naar de stand voor onze kaarten en lunch. ‘Hoeveel personen?’ 4 drinkbekers, appels en kiwi’s (met mes/lepel in een beschermbakje) worden in een tas geworpen. ‘Waarom zoveel appels?’ gilt Lina. ‘Voor ons allemaal eentje’, zeg ik met een kwade blik. ‘Gadver, waren dat kiwi’s?’ gaat ze onverstoorbaar verder. Snel weg bij de stand met het schaamrood op mijn kaken. Een collega van Harm moet lachen. Hij wel.

Je komt binnen in een soort dorp met winkels met synthetische knuffels en alles waar je tanden al van gaan rotten bij de aanblik. Even hard doorlopen en dan ben je eindelijk bij de attracties. De kinderen rennen allebei een andere kant op. Uiteraard. Dat heb je met zo’n leeftijdsverschil. Luc mag niet in de attracties waar Lina in wil en zij vindt zijn attracties saai. Dus om en om. Luc snapt niet dat hij niet gewoon kan blijven zitten in tractor, vliegtuig of trein. Zodra we hem loslaten rent hij terug. Zijn gehuil trekt een hoop aandacht. Vast hilarisch om naar te kijken. Behalve voor ons dan.

Laten we gaan eten. We zetten Luc vast in zijn kinderwagen en blijken de lunch aan het begin van het park op te kunnen halen. Niks gezonds dit keer. We hebben een bon voor friet met snack en frisdrank. Als tegenhanger voor de kiwi’s denk ik. Maar goed, ik heb honger, dus ik zeur niet. Zo ben ik. En ja, het is echte honger, mijn bloedsuikerspiegel heeft zijn irritatiegrens bereikt. Ik grabbel in de tas, fruit is voor vanmiddag en de drinkbekers blijken ongevuld. Top. Om half 2 hebben we het gevonden. We zijn helaas niet de enigen  die ‘zin’ hebben in een late lunch. Er staan 4 rijen van 5 mensen, dus zo lang zal het niet duren.

Helaas zijn de 6 (???) picknicktafels bezet. Niet dat ik de buggy ook maar een centimeter bij Harm vandaan mag rijden van Luc. Dus sta ik van de sigarettenrook te genieten van de wachtende achter Harm. Mijn gezonde lunch begint hier. Na 20 minuten paars aangelopen te zijn, laat ik mijn adem ontsnappen en ga een rondje lopen. Luc krijst alsof zijn voeten op zijn minst tussen de wielen zitten. Al gauw staan we dus weer naast Harm. De meneer achter Harm heeft zijn stinkstok gelukkig gedoofd. Toch vindt Luc het na 35 minuten naast papa ook niet grappig meer. Hij wacht op een milkshake die ze hier uiteraard ook niet hebben. Evenals dienbladen en servetjes. Op. Verder zijn ze goed ingespeeld op grote groepen mensen. Ik verlos ons maar van de oorpijn, door Luc heel pedagogisch een zakje snoepjes te geven. Lina wil ook. Nog pedagogischer blijkt dat ik er maar eentje onderin mijn tas had zitten.

Maar na drie kwartier kunnen we eindelijk beginnen aan ons eten. De grote klodder fritesaus wordt door Luc afgekeurd en belandt op zijn blouse. Lina eet 3 happen friet, de half ontdooide frikandel ziet er ook niet echt fris uit, dat moet ik haar nageven. Verder is ze ook veel te druk om een dans op te voeren met de wespen om haar heen. Met mijn kop vol wespen kauw ik onverstoorbaar verder. Eten zal ik. Misschien willen de kinderen dan een ijsje vraagt Harm. Lina kiest toch voor een suikerspin. Ik voorzie een hele hechte vriendschap met kleine gestreepte vliegertjes. Luc neemt een hap van zijn ijsje en zet hem weg om naar de bootjes te rennen. Gevolgd door een gillende Lina, die blijkbaar niet haar zoetwaar met haar nieuw verworven vriendjes wil delen. Gelukkig maken we deze dag wel 100 foto’s om later te kunnen laten zien dat we zulke leuke dingen deden…

Deel