Dit keer begon ik al in januari naar vakanties te zoeken. Het grote aanbod werkte verlammend, waardoor we in mei pas weer echt door de vakantiesites begonnen te scrollen. Nu was er weer te weinig aanbod. Tenminste voor al onze wensen. Totdat ik op een mooie dag alles vind wat we zoeken (2 kamerappartement, airco, zwembaden, all inclusive, dichtbij het vliegveld en aan het strand) met als bonus een Welness centre. Inpakken maar Harry! Totdat ik zie dat er Bulgarije bovenstaat. Ik denk daarbij aan woestijn, kartonnen huisjes met golfplaten daken, mannen met tulbanden zonder tanden maar met dorre baarden, oorlog en eigenlijk niets wat met een frisse vakantie te maken heeft. Rondje internet leert me dat het naast Griekenland ligt, er geen oorlog is én de reviews over het vijfsterren hotel zijn lovend. Toch schaam ik me een beetje om mensen te vertellen waar we naartoe gaan. Ik vermoed al dat het een blog gaat opleveren. Bij deze.
We vliegen vanaf Weeze. Heerlijk hoe makkelijk je daar door loopt. Geen doolhof zoals Schiphol. Gewoon binnenstappen en gelijk voor je incheckbalie staan. Hoe relaxt is dat. Ik zal me nog relaxter voelen als ik een sanitaire stop heb gemaakt. Ik schiet de wc in en zie in mijn gauwigheid naast de tamponautomaat een automaat met mini vibrators. Makkelijk voor in je handtas. Straks maar even beter bekijken. Mijn blaas staat op knappen. Maar bij een betere blik blijken ze gewoon mini gekleurde tandenborstels te verkopen. A dirty mind is a Joy(ce) forever zullen we maar zeggen.
Na alle lippenstiften getest te hebben in de Taxfree shop zoeken we ons plekje in het vliegtuig. Ik zit aan het gangpad naast twee vreemden. Ik vraag me af waarom ze zo naar zweet stinken. Ik heb nog uitgebreid gedoucht voordat we vertrokken. Dat had ik dus niet hoeven doen. Ik twijfel of ik mijn oorpluggen niet in mijn neus zal draaien, maar de dagen met oorpijn die zullen volgen zijn het niet waard. Dus ik slik een Advil, spray Otrivin en plug de oordopjes lekker diep. Dat tempert meteen het geluid om me heen. Ik denk dat ik ze nooit meer uit doe.
Als we aankomen in Bulgarije en wachten op onze koffers, hangt Luc aan mijn been
‘Wanneer gaan we nou op vakantie?’
‘We zijn er nu.’
Zegt hij; ‘Nee joh gekkie, naar Bulgarije moet je rije.’
Hopen dat de busreis van 10 minuten naar het hotel Luc zo zijn vakantiegevoel geeft.
Ondertussen kijk ik om me heen en zie aan de overkant van de loopband Sunnybeach-gangers. Mooiboys en puistenkoppen met petjes, gaten in hun sportbroekje en gympies eronder. Fuck, over een paar jaar staat Lina daar tussen.

De bus zet ons als eerste af. Maar uiteraard moeten we dan als langste wachten tot onze caddy ons en de koffers komt halen voor gebouw ‘Eta’. We vermaken ons dan maar met M&M’s knikkeren en tikkertje. Luc gilt en rent als een malle over de marmeren vloeren. Hoe hard het ook galmt, ze komen er niet sneller door. Wachten duurt lang. En zeker om 00.15 uur (lokale tijd een uur later). Om 2 uur ‘s nachts betreden we onze kamer in het uiterste gebouw van het complex. We hebben de hoop dat het nieuw is. Later bijgebouwd. De deur gaat open en een rokerswalm komt ons tegemoet. Wanneer we gaan slapen heb ik het idee dat mijn hoofd in een asbak ligt. Ik inhaleer de niet zichtbare rook en woel rond totdat de slaap me overmand.
Dag 1
Lina wekt ons. Hello Sunshine. Tijd voor het ontbijt en de handdoekenservice. Zelfs om 10 uur scoren we nog ligbedjes aan het zwembad. Een pluspunt. Het water verkoelt heerlijk bij deze temperatuur (32 graden). De kinderen spurten naar de glijbanen. Dan maken we kennis met de badmeester. En zijn snerpende fluitje. Geeft kinderen op straffe Duitse toon te kennen dat ze alleen zittend van de glijbaan mogen. De aangesprokenen knikken angstig. Kan niet met zekerheid zeggen dat wat er tussen hun beentjes naar beneden sijpelt badwater is. En ze spreken niet eens Duits. Maar ik zou ook domweg knikken.
‘Waarom fluit die badman zo?’ vraagt Luc.
‘Omdat hij geil wordt van zijn zogenaamde macht en denkt dat hij Fucking David Hasselhoff is. In zijn goede jaren’, antwoord ik. In gedachten.
Harm; ‘Hij gaat in ieder geval elke dag fluitend naar zijn werk.’
We dopen hem fluitje.

De lunch is prima. Ze blijken er ook schepijs te hebben. Onder andere met bananensmaak. One of my favorites. Na het eten lopen we nog even langs de receptie om te klagen over de rooklucht. Ze vragen housekeeping om het op te lossen. We halen nog wat speelgoed van de kamer en zijn getuige van een schoonmaakster die met wc verfrissers door de kamer loopt te spuiten. Yeah. That will do the job.
Aan het zwembad probeert een animator Harm tevergeefs over te halen voor een potje waterpolo. Hij legt zich er niet makkelijk bij neer. ‘Why not?’ ‘Reason?’
Rot op man, we zijn hier voor onze ontspanning.
Het is altijd dat wanneer je net lekker ligt, je naast je hoort ‘ik moet poepen’. Negeren is geen optie. Luc kleit rustig zijn zwembroek vol. Ervaringen uit het verleden geven soms wel garanties voor het heden. Maar waar is de wc? En mijn pareo? Luc wipt heen en weer op zijn voetjes en ik speur de omgeving af. Lukraak lopen maar. En uiteindelijk stappen we een lobby in en vinden de wc. Wat een contrast. Wij nat met pluishaar en rode wangen tegen een achtergrond van marmer, mahonie en goudkleurige kranen.
Het avondprogramma valt wat tegen. Om 21.00 uur begint een wazig toneelstuk in het Duits. We zijn al jaren verwend met Nederlandstalige animatie/minidisco, dus we houden het om half 10 voor gezien. Op de kamer dringt de rooklucht gecombineerd met wc verfrisser in mijn poezelige neusje. Maar we laten het. Het personeel hier is niet heel vlot en bedreven in het oplossen van problemen. Dus dat het badwater niet meer wegloopt, is ook geen probleem. Positief ingesteld als ik ben denk ik hardop; ‘misschien kan ik er nog een handwasje in doen?’ Lina naast me; ‘Daar heeft Luc in geplast mam.’
Oh.
Uiteraard.
Dag 2
Vandaag besluiten we naar het strand te gaan. Ze hebben daar een opblaasklimpark in de zee. Dat is ook het enige wat Lina leuk lijkt. Verder loopt ze met een sik. Op het bedje is het te warm. In de zee zegt ze een kwal gezien te hebben. Ik zie genoeg kwallen, maar geen doorzichtige met tentakels. Ze laat zich uiteindelijk met de kin op de knieën overhalen nog een keertje het water in te gaan. Het water is gewoon warm en Harm vraagt of Lientje er misschien net in geplast heeft. Ze kan er nog niet om lachen.
Het is heerlijk mensen kijken. Ik geniet van de blote baby’s in de branding. En de roodverbrande oudjes die elkaar ondersteunen. Een verrimpelt mannetje passeert. In te krappe zwembroek. Wat inkijk geeft in het leven van een volgevreten cobra. Wow.
Eindelijk is het moment daar. Kids en Harm gaan glibberen en klimmen. Ik loop op mijn tenen door het zeewier in het water. Ik probeer het als een razende reporter vast te leggen, maar algauw zie ik ze niet meer. Ze mogen er een uur opblijven. Maar voor ik het weet staan ze weer voor me. Lina zag minikwalletjes en schreeuwde moord en kwal. Luc durfde daardoor ook niet meer.

Na de lunch begeven we ons dus weer naar één van de zwembaden. Ik geef aan Harm toe dat ik het zwembad ook fijner vind. Geen zeewier, zand overal en het stinkt er niet.
‘Moet je mijn oksel eens ruiken’, is zijn antwoord.
Denk niet dat het makkelijk is een beetje zwemmen en lezen op een ligbedje. Allerlei triviale vragen poppen dan bij me op:
– Waarom loopt er een vent met enorm behaarde benen in een rokje en grote Mini Mouse kop over zijn hoofd?
– Waarom willen kinderen met dit gedrocht op de foto?
– En betalen ouders ‘s avonds nog eens grof geld voor deze lelijke foto?
– Waarom piept altijd alleen mijn rechterbil uit mijn broekje?
– Waarom lijken je haren prachtig en sensueel onder water en boven water als een bos klef stro?
– Waarom heeft niemand nog iets bedacht voor de smaak van badwater (chloor & zout, aangelengd met pies)?
– Waarom spelen volwassen mannen ineens waterpolo op vakantie onder namen als de Samoerais en de Ninja’s (met jawel zelfs een witte reep stof om de hoofden geknoopt. Hoort dat niet meer bij Rambo?)?
– Waarom zien middelbare vrouwen die een strakke dansgod proberen na te doen er toch altijd zo sneu uit?
– En sinds wanneer voel ik de behoefte om eraan mee te doen?
– Hoe krijg ik het zand uit mijn dubbellaagse bikinibroekje? Het lijkt nu net schimmel. Op best een lullige plek.
‘s Avonds wil Lina graag haar paardenspelletje spelen op haar iPad. Dus togen we naar de lobby waar er Wi-Fi was. Ik verstuur ook gelijk wat appjes en mailtjes. Ineens juicht Lina. Ze heeft blijkbaar een paard verkocht voor € 26.000,- en zegt dat ze nu zo gelukkig is. Ik heb haar tijdens de vakantie nog niet zo zien stralen. Dat is toch jammer. En zet je aan het denken. We kiezen zo’n all inclusive complex met zwembaden en glijbanen echt voor haar. Luc gedijt prima in een Italiaanse cottage met een klein bad tussen de olijfbomen. Zolang hij er maar wat speelgoed bij geleverd krijgt. Lina heeft meer vermaak nodig, maar wordt toch een beetje te oud voor knutselen met het animatieteam. En het complex is ook wat te groot om heel gemakkelijk een vriendinnetje te maken. Dus wie weet waar we volgend jaar naartoe op vakantie gaan. Als er maar Wi-Fi is…
Dag 3
Luc maakt ons wakker met de vraag; ‘Hebben jullie hier een sigretje gerookt?’
Ik ga hier niet op in.
Harm aka Mr. Positivo, probeert te doen alsof het de airco is. Het zou dan de eerste nicotine-uitlaat-gassen-verspreider in een hotelkamer zijn.
Het water is best koud om half 10. Zelfs de kinderen komen er gauw uit. Ik heb een doosje met ‘vermaak-je-kinderen-kinderen-kaarten’ en Lina vindt ze gelukkig leuk. Het animatieteam haalt de kinderen over om een t-shirt te gaan verven. Uiteindelijk speelt Luc liever met het speelgoed dat daar staat. Toen lagen we ineens samen. Ongestoord. Ahhh vakantie.
Na een uurtje is het grote ontspannen voorbij. De kindjes staan voor ons en Harm is de kamersleutel kwijt. Ik maak me niet zo druk. Het waardevolste staat voor me te hoppen op de hete tegels. Ik neem mijn schatjes mee naar het restaurant en Harm loopt langs de receptie. En schuift even later opgelucht (mét sleutel) aan.
Vanavond gaan we na een wandeling nog even naar de mini disco. Waar Luc heel graag naar toe wilde, maar zeker niet aan mee gaat doen. Lina kijkt verveeld ‘kunnen we naar de lobby?’
Nou gezellig. Ik haal herinneringen op over toen zij zo oud was en ook niet durfde te dansen. En dat we toch elke avond gingen, zodat ze op de laatste avond een paar pasjes mee durfde te doen. Het interesseert haar geen reet. Ik zie het aan haar ogen. Daar staat WI FI
Dag 4
Another day at the pool.
Ik vraag Harm waarom deze vakantie anders voelt. Waarschijnlijk omdat het al zo gewoon is dat we dit doen. Misschien komt het ook doordat we elke avond afsluiten op de oranje vale bank van ‘ons huisje’, zoals Luc de hotelkamer liefkozend noemt.
De animatie stelt weinig voor. Het strand is al snel donker en verlaten. Het waait en ook op het balkon is het niet knus. Om nou elke avond in de supermarkt voor het hotel door te brengen? Meer vertier is er niet. Vanavond maar eens kijken of we naar een stadje kunnen.
Een hotellid deelt vouchers uit. Special offer for massage. Ik zag inderdaad laatst iemand gemasseerd worden door een vrouw in doktersjas, onder een grote parasol bij het zwembad. Als dat de Welness moet voorstellen? Ik geloof niet dat ik me daar kan gaan ontspannen. Waarom niet op een rustig stukje strand, waarbij witte doeken zachtjes wapperen in de wind? Een gebronsde god, die heerlijk mijn dijen masseert. Zucht. Waarom ben ik ook zo’n verwende prinses?
Na de lunch kopen we voor Lina een nieuwe duikbril. Luc krijst alles bij elkaar, want hij mag de ‘sjofel’ niet hebben. Hij heeft gisteren wel al een Transformerauto gekregen. En Harm beredeneert; wat moet je hier nou met een sjofel?
‘Voor als we naar het strand gaan.’
‘Maar je vindt het strand helemaal niet leuk.’
‘Dan bewaar ik hem voor thuis’, houdt Luc vol.
‘Daar heb je al een paar sjofels.
‘Deze kan daar toch bij?’ zo klaar als een klontje voor Luc.
‘Je bent al net je moeder!’
Nou had ik inderdaad net daarvoor bij de lipgloss staan kijken. Maar ik heb er geen een gekocht…Nog niet…
Terug bij de ligbedjes waan ik me net in Holland. De lucht is bewolkt en achter me kibbelt een Nederlands stel of het ‘de deksel’ of ‘het deksel’ is. Ik pleit voor ‘de deksel’, maar besluit me er niet mee te bemoeien. Ik heb al genoeg aan mezelf. Zijn mijn benen goed geschoren? Hangt er geen borst of lip uit mijn bikini? Mijn uitflappende bilpartij heb ik inmiddels geaccepteerd. Nou ben ik ook best tevreden met mijn billen. Dit impliceert natuurlijk niet dat ik ongelukkig ben met mijn lippen. Afijn, je snapt wat ik bedoel.
Harm wappert in mijn gezicht met een flyertje met daarop de bustijden naar Burgas. De laatste bus reed om 20.30 uur, dus we besloten er ook te eten. Als bij een godswonder vonden we de bushalte. De bus was vervallen, goor en meurde naar oud zweet. Een man schoof op, zodat ik naast hem kon plaatsnemen. Alleraardigst. Maar ik piekerde er niet over om knietje aan knietje te gaan zitten met de waarschijnlijke oorzaak van de stank. Waarom had ik me ook alweer opgedoft in dit zwarte mini-jurkje? Straks zou ik nog met mijn blote kont de bekleding aanraken. Wie weet welke ziektes ik daarbij zou oplopen. Ik trok de jurk ver naar beneden en vergrootte daarbij mijn decolleté. Gelukkig zag alleen Lina me, die naast me zat. Voorbijgangers waren er niet. Hoe verder we bij het hotel weg reden, hoe deprimerender het uitzicht werd. Overal stonden betonnen vervallen blokkendozen. De lucht kleurde grijs mee. Soms herrees er een luxe autozaak of bruidsmodewinkel tussen de distels. Met groene loper. Omdat het zo lekker bij het onkruid kleurt? De triestheid overviel me. Je zou hier wonen en elke dag met deze bus naar je werk moeten. En 20 minuten je adem inhouden. God, wat stonk het.
We zaten ook tegenover de wc. De wc-deur interesseerde me ongewild mateloos. Ik kreeg telkens visioenen hoe het er daarbinnen uit zou zien. Maar misschien ging de deur wel niet meer open, lagen er lijken in te ontbinden. Was het helemaal geen zweet wat ik rook…
Burgas was een soort Rotterdam vol Bulgaren. Harm zijn koptelefoon was stuk en scoorde een dr. Deats. Je leest het goed. Vet nep. Maar het geluid is super. Nu nog eten. Wel een hoop barretjes, maar geen leuke eettentjes te bekennen. En ineens stonden we met knorrende magen voor een grote gele M. Lina mocht kiezen. In eerste instantie koos ze voor Fastfood, maar toen het ‘menu’ niet te lezen was, hoefde ze niet meer. We sjokten nog wat verder en toen we het bijna wilden opgeven, vonden we een Italiaans restaurantje. Met een menukaart alleen in het Bulgaars. En geloof me, dat is net Chinees. De lieve eigenaresse deed haar best om Engels te spreken. Harm wilde wel ‘the specialty of the house’.
Vreemde blik van de eigenaresse.
‘Euh…your best dish?’ probeerde Harm.
‘Everything best’, was het antwoord.
Ach mens, haal toch gewoon wat, ik heb honger.
De verse pasta en pizza smaakten te gek en waren een verademing na dagen lauw buffetvoedsel.

Bij het teruglopen naar de bus, probeerde ik niet naar de grond te kijken. Daar lagen platgetrapte kakkerlakken en dode vogeltjes. Windowshopping dan maar. Want de mensen om me heen keek ik liever niet aan. Ik voelde me een vreemde ongewenste gast. En de mannen hebben een bepaald uiterlijk, wat me een onveilig gevoel gaf. Ik probeerde te doen alsof ik geen kort jurkje droeg, maar een grote onopvallende overall. Daar prikte Mr. Mug zo doorheen. Zoog genadeloos het zoete bloed uit mijn knieholte.
Bij de bushalte waren we weer de enige toeristen onder de locals. Maar deze bus was wel fatsoenlijk. En no way dat ik voor een taxi zou kiezen. Ik geloof niet dat we het daar levend vanaf zouden brengen. Harm vond mijn rijke fantasie enorm vermakelijk. Maar stiekem was hij ook wel blij toen we weer op onze kamer arriveerden. En het stonk er niet meer naar rook! …maar naar gebraden gehakt.
Dag 5
Dikke wolken vullen de lucht. Ze passen bij mijn stemming. Ik heb heimwee. Gisteren zag ik een bus verbrande, volgevreten vakantiegangers met de bus naar het vliegveld rijden. Terug naar huis. Lichtelijk jaloers keek ik ze na. Maar ik neem mijn nieuwe leesvoer mee naar het zwembad. Een boek, achtergelaten door een andere reiziger, over opgroeien in armoede. Misschien dat ik daarna meer waardeer dat ik gewoon op vakantie kan gaan en niets anders hoef te doen dan relaxen.
Het boek las lekker weg en de bewolking met wind zorgt voor een fijne verkoeling. Voor Luc kochten we dezelfde duikbril als die van Lina en gelijk nog maar een nagellakje. Ik voelde me gelijk een stuk beter 😉
Beetje jammer alleen dat ik in het water viel. Zo oncharmant als het maar kan (nee jammer voor jullie, er zijn geen foto’s van). Oorzaak? Een dikke Duitser kwam me tegemoet en zoals altijd voel ik me verplicht om uit te wijken. Alleen liep ik al op het rooster langs het zwembad om niet uit te glijden. Gelukkig was ik nog net op tijd om Harm zijn camera aan de kant te leggen, voordat ik ondersteboven met mijn pareo in het water belandde. Gênant!
Hoe glad het was, merkte ook een klein ventje wat vol op zijn bol stuiterde. Fluitje kweet zich even van het flierefluiten en bleef als een strontvlieg om het jongetje en zijn ouders heen hangen. Heel het zwembad keek toe. Dat zijn een beetje de spannendste belevenissen van een dagje zwembad hangen.

Pfff, ik zeg het maar gelijk zelf; ik ben een egoïst. Ik vind het ronduit irritant om gestoord te worden tijdens het lezen van mijn boek. Eigenlijk wil ik überhaupt niet gestoord worden. Dat had ik moeten bedenken voor ik aan kinderen begon…
‘Mam, wil je met me zwemmen/van de glijbaan/een ijsje halen…’
‘IK MOET NU POEPEN’
‘Mama, ik ben mijn oorbel kwijt’
‘He mam, waar is mijn boek/bal/slipper/duikbril/snorkel/boot/drinken’ (omcirkelen wat van toepassing is).
‘Wil je mijn iPad aangeven?’
‘Kijk eens wat ik kan?’
‘Nog een keer kijken mam, ik doe het nu echt goed.’
‘Wil je wat rust?’
Oh nee, dat vroegen ze niet.

Na een paar glijbaansessies, druipen Lientje en ik weer naar onze ligbedjes. Uiteraard heb ik mijn boek opengeklapt op een natte handdoek gelegd. Na welgeteld één bobbelige bladzijde gelezen te hebben, is hij daar weer. De vraag.
‘Mama, ik wil ook zo’n wrap.’
Dus sta ik weer op.
En vraag ik bij een barretje (in het Engels, dat Bulgaars heb ik nog niet zo onder de knie) waar ze die wraps hebben. Het meisje kijkt me aan alsof ik vraag of Aliens mossels lustten.
Ik articuleer overdreven; ‘Wraps. Food. Eat.’ Ook maak ik mezelf belachelijk door de gebaren die ik naar mijn mond maak. Ik beeld uit hoe smakelijk ik de imaginaire wrap vind. Ik smak er nog net niet bij. Ik voel me nog debieler als het niet (Engels) opgeleide schaap vraagt; ‘Foot? Massage?’
Ja, die stop ik meestal in mijn mond.
Domme kut.
Een man naast me ziet me verbijten en zegt: ‘Beta’. Dat is volgens mij ook een gebouw hier ergens. Ik bedank hem, maar weet nu nog niks. Gelukkig vinden we algauw een plattegrond en even later staan we in de rij voor de wrap-kraam. Uiteraard staat er een Russische vrouw tien wraps te bestellen. Waar ze waarschijnlijk de helft van weggooit. Of is dat discriminerend?
Terug bij de bedjes vind de verklede Spongebob-vent het ook echt raar dat ik niet met hem op de foto wil. Drie keer ‘NO’ hielp niet. Ik keek hem strak aan en trok mijn wenkbrauw omhoog. Seriously? Met de spons tussen de benen droop hij af.
Luc wilde zowaar naar de mini club en Lina vond haar oorbel. Zou ik dan toch echt weer even mogen lezen?
En zowaar lees ik mijn boek uit. Ben maar 11 keer onderbroken. Even gezellig zwemmen met mijn meisje. Maar dat is niet voldoende. Kunstjes moet ik aanschouwen. Waarom die altijd precies onder mijn kin uitgeoefend moeten worden is me een raadsel. Lientje geeft me een kus en schraapt daarbij mijn verbrande-neus-vel bijna van het bot met haar duikbril.
‘Oh sorry mam, kusje erop?’
Nee bedankt.
Harm springt er ook in. Als hij niet van de wereld is afgesloten door dr. Deats (ik wil ze nu ook!), werpt hij zich op als grote kinderanimator. Hij is niet zo’n teer poppetje. Gooit de kinderen met gemak door de lucht en laat zijn fantasie de vrije loop. Genietend kijk ik ernaar. Lina wijst naar de (door Harm betitelde) beachboys op de kant.
‘Kijk mam, die in het groene broekje heeft een sixpack, maar zijn broer niet.
Nou dat zijn geen broers hoor. Het groene broekje pakt zijn luipaardtas en zet zijn roze zonnebril op.
Fijn dat hij verder niks aantrekt…
’s Avonds lakken Lina en ik onze teennagels en trekken hetzelfde rokje aan. Op naar de vreetschuur. Fijn om iedereen netjes aangekleed te zien. Ik zit een beetje aan mijn taks voor het aanschouwen van zwetend lillend mensenvlees.
Dag 6
Op mijn nieuwe telefoon schijnt de mogelijkheid te zitten om onder water foto’s te maken. Dat moet ik uitproberen. Maar door het klotsende water stelt hij niet scherp en werkt de afdruk-knop niet. Harm lacht (want het is geen iPhone); ‘kat in de zak gekocht?’
Ik been geïrriteerd de lobby in. Dit moet ik googelen. Op een forum vind ik tips. Als ik het wil uitproberen, zijn de kinderen nergens te vinden en is de batterij bijna leeg. Harm leent zijn voet uit als lijdend voorwerp en hij doet het!
Ja, ik heb de Allerhande meegenomen. Ik verlekker me aan fatsoenlijk eten. Ik verlang zelfs naar mijn groene smoothie ’s ochtends. Elke ochtend een gebakken ei en twee wentelteefjes gaat op een gegeven moment ook tegenstaan. Vanmorgen hebben Lientje en ik er groentesoep bij gegeten. Gewoon omdat het kan. En de yoghurt bonkjes heeft. En de rest drijft in het vet. Om dat te verdrijven drinken we veel water met citroen. Wat de kindjes graag gaan halen. Want zelf halen en klotsend over het kleed (wie legt er nou tapijt in een eetzaal?) is dé attractie van de ochtend.
Lina wordt net als haar moeder kribbig als ze niet op tijd haar shot voedsel toegediend krijgt. Lunchen dan maar weer. Op het trapje wordt de weg versperd door een vrouw met een kont als een megazak gebutste aardappelen. Ze is denk ik net naar het strand geweest, want heel haar achterwerk zit onder het zand. Hoe dichterbij we komen, hoe beter het zicht. En blijkt het geen zand, maar dikke zwarte haren, afgewisseld met een flinke dosis spataderen. Ik wil haar wijzen op IPL of de nieuwe lasertechnieken, maar mijn Bulgaars laat nog steeds te wensen over.
Nou dacht ik dat mijn eetlust weg zou zijn, maar als ik zie dat vandaag de frietjes wel knapperig zijn gebakken, geef ik me eraan over. En ik snap het wel hoor, dat alles droog of juist druipend van het vet en doorgekookt is. Soms kies ik dan gewoon voor een bord fruit. Dat smokkelen we ook weleens mee naar ons bedje. Of we eten van huis meegenomen knappertjes. Ik schaam me daar niet voor. Komt ook doordat ik vandaag bedje aan bedje lig met Amsterdammers die hun koelbox mee hebben. Gevuld met drinken én eierkoeken.
Fluitje is weer lekker op dreef. Hij spreekt een prachtige (Italiaanse?) vrouw aan. Het is moeilijk niet naar haar prachtige voorkomen te kijken. Gelukkig is het makkelijk te veinzen dat je naar haar baby kijkt. Het gedrochtje erft hopelijk later mama’s goede genen. Maar goed, ik dwaal af. Fluitje vertelt de vrouw dat het oranje babybandje waar ‘het’ in zit zogenaamd gevaarlijk is. Dus komt hij met een zwemvest. Waarin het kindje meteen voorover valt met zijn loodzware koppetje. Hmm, zwembandjes dan? Die glijden linea recta weer van de armpjes af. Wat een lijpo. Even later komt hij met een piepschuim staaf aan, waarmee kinderen leren zwemmen. Hij probeert het ding om het kleintje heen te vouwen en verstikt & verzuipt het kleine ding. Bijna. Dat die moeder het allemaal toelaat! Gevalletje mooi, maar niet bijster snugger. Dat boeit Fluitje niet, die loopt alleen zijn fluit achterna. En komt niet veel later met een kinderbootje met van die gaten erin aanzetten. Voor de vorm zet het knappe gansje haar monstertje erin. Als een rietstengel zwiept het jong heen en weer en zet het op een brullen. Dan begint er een hersencel te werken en pakt moeders het aapje op haar arm.
Luc gaat bij de kidsclub ‘Olympische spelletjes’ doen. Dan kunnen wij toch niet anders dan meedoen met de watergym? Als een stel watertrappelende sjappies, slaan we ons drietjes erdoor heen. Maar als we in een kring moeten gaan staan en elkaars handen moeten vastpakken, haken we af. Je kunt het ook overdrijven met je groepsactiviteit. We spelen nog even Lummeltje en gaan daarna verder lummelen op onze bedjes.
De zon likt met haar hete tong de waterdruppels van mijn lichaam. Heerlijk. Zonnebril op en lekker gluren. Er valt genoeg te zien.
– Een van de beachboys die bij de douche rond staat te kijken of iedereen ziet hoe mooi hij is.
– De dunste vrouw, die ik ooit heb gezien, met vlassig geel haar en een kleur alsof ze net uit de oven komt rollen.
– De schattige grootouders die hun kleindochter leren zwemmen.
– Ach,…moet dat nou…, ik kijk naar een vrouw die in het ondiepe deel in het midden van het zwembad haar baby de borst geeft en haar man die ernaast foto’s van staat te maken.
Oké, ik heb genoeg gezien.

Lientje en ik gaan naar de kraam met stenen beeldjes om te schilderen. Zij kiest een eekhoorn en voor Luc zoek ik een VW busje uit. De verkoopster kijkt me raar aan als ik zeg dat we hem niet nu ter plekke gaan verven. Wit is it! En Lina krijgt nu eindelijk haar (airbrush) tattoo. Als de man aan komt lopen, verontschuldigt hij zich. Hij moest even een biertje kopen. Een literfles zo te zien.
‘I understand’, antwoord ik. En dat doe ik echt. Je zou toch een hele zomer kinderarmpjes moeten bespuiten met Playboy-bunny’s en peace tekens. Daar zou bij mij meer dan een liter bier voor nodig zijn.
Soms vraag ik me af of Luc wel spoort. Hij is grappig en gek tegelijk. Ik hou ervan. Van hem. Hoe hij in het huisje over de bank heen en weer loopt te glijden.
‘Kijk mam, ik schaats. Wat een lekkere gladde bank hé mam?’
Dat is van het huidvet wil ik antwoorden, maar Luc let al niet meer op mij. Hij is druk bezig met het likken van Harm zijn oorlel.
Even later ben ik weer in the picture. En vraagt Luc of hij wat in mijn oor mag fluisteren. Ik ben wat huiverig. En dreig dat ik hem een hele harde knal op zijn hoofd geef als hij niet fluistert. Niks te ahhh of ohhh. Van de week dobberde ik nietsvermoedend op hem af en knuffelde zijn kleine lichaampje. Toen vroeg hij hetzelfde. Ik drukte hem op het hart om echt niet te gillen.
‘Neehee mam, dat doe ik niehiet.’ Met zijn droopy ogen keek hij me aan, hoe ik dat van hem kon denken. Ik draai mijn oor naar hem toe en voor ik het weet sluit hij heel mijn gehoorgang af met zijn lippen en krijst alsof zijn voet eraf gerukt wordt. Waar ik op dat moment ook echt toe in staat ben. De duizenden naalden die in mijn trommelvlies afgeschoten zijn, overtreffen de oorpijn bij een vliegtuiglanding. Ik moet er nog van bijkomen. Dus vandaar dat ik niet sta te springen bij zijn vraag. Maar we hebben hem goed duidelijk gemaakt dat hij het nooit meer mag doen. Dus ik heb het alweer een paar keer toegelaten (onder bedreiging). En elke keer hoorde ik heel zachtjes ‘ik vind jou lief’. Maar vandaag hoorde ik iets anders fijns in mijn oor kriebelen; ‘Ik vond het een hele fijne vakantie mama’.
Omdat het onze laatste avond hier is, zoeken we het grote podium op. Lina wilde dat graag. Maar man wat was het tenenkrommend. Zo’n vaag liedje met een pierrot die met een gebroken hart en maskers loopt te zwaaien. Asjeblieft. Zij blijkt alleen afleiding te zijn, zodat de ‘dansers’ zich kunnen omkleden. Het is best leuk gedaan hoor, een dansje op Michael Jackson in een legerpakje, maar ik krijg er gewoon een wegtrekker van. Kan het niet meer aanzien als Pierrot met haar sjaaltje wappert en erin verstrikt raakt. Lina vindt er ook geen reet aan en we lopen terug naar ons gebouw. Zolang we muziek horen, danst Lina haar fantasie achterna. Veel vermakelijker om naar te kijken. You go girl!
Dag 7

Ik word wakker met een vette glimlach.
Oké, dat is gelogen, ik word wakker met een maandelijks terugkerende buikpijn, maar dat is niet zo’n leuke zin om mee te beginnen. En ik plak alsnog die lach op mijn bakkes. En begin te stralen. Harm wordt er wakker van.
‘Die lach gaat er vandaag zeker niet meer af?’
Dat klopt.
De dag van vertrek is mijn lievelingsdag. Alles opruimen, alles voor de laatste keer doen en er dan volop van genieten. Dus liggen we om 9 uur in het zwembad. Als enigen. Heerlijk. Kan ik op mijn gemak onderwaterfoto’s maken. Blij als een kind zet ik ze op Facebook. Want ineens doet de Wi-Fi uit de lobby het ook bij het zwembad. Potje Wordfeud erachter aan. Voelt al bijna als thuis.
Harm boekt de kamer voor wat extra uren erbij en speelt dan met de kinderen in het water. Love him!
Maar ik ben niet de enige in jubelstemming. Lientje verheugt zich op ons kappersbezoek morgen en glundert net zo hard.
Dan komt Harm voorbij rennen. Naar de glijbaan. Ik zie me al in een aftands Bulgaars ziekenhostel zitten aan Harm zijn bed die met een Brace om zijn nek ligt te creperen. Maar niet hij, maar Luc stuitert over de gladde tegels. Er komt geen brace aan te pas. Gewoon een Fruittella erin stoppen en doorgaan.
Ik neem zelf ook een duik. Het zwemmen voelt vandaag ook extra fijn. Dat er ook andere mensen gebruik maken van het zwembad is wel weer een minpuntje, maar met wat schopjes in het middenrif, drijven ze vaak vanzelf een eind bij me vandaan. Het laatste uur aan het zwembad tikt weg. Terwijl ik lees, zing ik een vaag liedje.
‘Ik heb je de hele vakantie nog niet horen zingen. Behalve op de dag van vertrek,’ hoor ik Harm naast me. Hij krijgt een stralende lach.
Nog een half uur.
De kids duiken onder hun handdoek met de iPads. Harm zondert zich af met zijn muziek & dr. Deats. En ik? Ik kijk om me heen. Eindelijk ontspannen.
Laatste kwartier.
Helemaal opgedroogd. Maar nat van het zweet. Lina en ik kijken elkaar aan. Nog een laatste duik dan. Luc plonst er ook bij.
Maar dan drogen we ons af. En gaan weer op zoek naar het ‘handdoeken-loket’. Dat zit ergens verstopt op het complex. Expres waarschijnlijk.
Het park is groot, best overzichtelijk, maar toch een doolhof. Net als de eetzaal, waar we nu ook onze laatste lunch nuttigen.
Vanmorgen zag Harm daar een Rus zijn omelet op een wentelteefje leggen, omdat hij waarschijnlijk dacht dat het geroosterd brood was. Maar het brood + rooster staan in een hele andere uithoek. Hier kwam ik ook pas na 5 dagen achter. Weer ergens anders was een hoekje met cruesli. En in plaats van de yoghurt, stond de groentesoep ernaast. Deze combinatie smaakte wat raar kan ik je vertellen. Harm maakte ook een lekker ontbijt; hij belegde zijn brood met boter en gebakken ei. Alleen bleek de boter witte chocoladepasta te zijn. Hij vertrok geen spier en at het gewoon op. Nu aten we onze laatste slappe frietjes en taartjes.

Op naar onze kamer. Als een militaire missie, deel ik strategisch de koffers in. Ik douche als laatste en mijn lieve reisgenoten hebben de handdoeken opgemaakt, waardoor ik me uiteindelijk sta af te drogen met de badmat. Maar ik ga niet zeuren. Want we gaan naar huis! Luc heeft er ook zin in. Want we gaan met de bus. Eenmaal daarin blijkt mijn lange spijkerbroek ineens geen goed idee meer als we er 10 minuten in zitten te wachten. Zonder airco. Met al een bus vol bier-zwetende-sunnybeach-gasten.
Op het vliegveld sluiten we aan in de ellenlange rij. God, wat haat ik wachten. Zeker met een Lucje die iedereen over de tenen rijdt met zijn trolley. Maar eenmaal bij de balie wordt het er niet beter op. Eén koffer weegt 2,7 kilo teveel en die Bulgaarse hoer achter de desk blijft maar herhalen dat we overgewicht hebben. Kijk eens in de spiegel. Olifantenkop.
Harm probeert uit te leggen dat het gewoon anders over de koffers verdeeld is. Engels verstaan ze amper. Ook helemaal niet nodig natuurlijk voor zo’n functie. Maar uiteindelijk moet alle handbagage ook op de band, kijken hoeveel het allemaal in totaal weegt. Bij het inpakken thuis heb ik er hele wiskundige berekeningen op losgelaten en alle handbagage woog bij vertrek de gewenste 10 kg per stuk. De eerste trolley weegt precies 10 kilo (pfoe). De 2e is 8 kilo en Harm zijn tas ook. Ik heb zin om Harm een high five te geven. Maar mijn triomfantelijke lach zint haar niet. Ze gooit het over een nieuwe boeg. Heeft Harm zijn tas wel de juiste afmetingen? Ze knikt daarbij naar een meetbak voor handbagage. Ik knik en bluf heftig. Geen wonder dat die rijen niet opschieten zo. Harm vertelt rustig dat we hem ook zo op de heenreis hebben meegenomen. Ze gelooft er geen woord van. Harm moet hem toch echt in dat meetbakje stoppen. Hij propt die tas erin en schiet wortel. Die trut staat uit haar neus te bikken en nog eens naar onze papieren te kijken. Of ze niet nog een foutje kan ontdekken. Ik ben het dan echt spuugzat en krijs (wijzend naar Harm); THE BAG FITS. MAYBE YOU CAN CHECK IT?’
Alle rijen kijken nu naar mij. Swah.
Willen jullie je vlucht halen, of niet?
De Oostblokse kuttekop beent naar Harm en haar andere collega kwakt onze paspoorten en boardingspassen op de balie. Ik gris ze weg en loop briesend lukraak een richting op. Weg hier, voordat ik ze de koppen inbeuk.
Luc wordt nog even serieus gefouilleerd. Ik zweet natuurlijk peentjes, bang dat ze het mes in zijn aars en de wiet in zijn oren ontdekken. Gore randdebielen. Bij de Taxfree shop word ik pas weer een beetje rustig als ik twee lippenbalsems heb gescoord.
Inmiddels zijn we alweer twee dagen thuis. Helemaal genietend van mijn dagelijkse leven en gezonde eten. Maar de vakantie was echt prima hoor. Wil je ook naar Bulgarije? Hierbij 5 tips:
1. Zit je in Sunny Beach? Zuip je helemaal delirium en ontwaak pas uit je coma op de terugreis. Zit je net als ons op een kindervakantie-resort? GA. DAAR. DAN. NIET. VANAF.
2. Ben je eigenwijs? Ga je toch naar Burgas? Verberg je polsbandje (herkenbaar voor all-inclusive-gangers) en trek een overall aan. Laat je camera’s thuis en ga goedkoop winkelen vóór 20.00 uur. Wil je er lekker eten? Ga dan naar het Italiaanse restaurantje Ƶαβ∞§¢ఇ¿
3. Koop dr. Deats (omgerekend nog geen 17,50 en geen last van kinderen die moeten poepen, of luidruchtige Russen. Ik zeg, een koopje voor zoveel rust)
4. Er is eigenlijk maar 1 tip en dat is tip nummer 5.
5. Ga niet naar Bulgarije. DOE. HET. NIET.
Linde
augustus 5, 2014Haha jij schrijft echt té grappig! Heb hier op de camping echt een aantal keer hardop zitten lachen! Dank daarvoor 😉
joyce
augustus 9, 2014Fijn dat mijn vakantie iemand een lach op het gezicht brengt
Marleen de Gruijter
augustus 6, 2014Ik ga boeken…. Want ze hebben bananenijs 😉
Harm-Jan Eikelenboom
augustus 9, 2014Maar uiteindelijk was het wel een top-vakantie 😉
Margreet
augustus 31, 2014Ik hou het toch maar bij Frankrijk;)!!