Zomer

Dag Noorwegen!

doorPosted on 0 Comments5min. leestijd141 gelezen

Dag 10

Inpakken en door naar Finnsnes (in Senja). 4,5 uur gereden in non stop regen. Alles om ons heen was lichtgrijs. We zagen de plek waar we van de week stopten om foto’s te maken van een brug. Geen vezel in mijn lichaam voelde nu ergens de behoefte om buiten ook maar iets vast te leggen. Vanachter mijn raam fotografeerde ik wel één van de helden die we onderweg tegenkwamen; een fietser.

Maar we zagen ook toeristen (een psychisch gezonde Noor zie je dat vast niet doen) wandelen. Niet op speciale wandelpaden, nee, die liepen levensmoe langs de vangrail. Met het hoofd gebogen, tegen de striemende slagregen. De rugzak volgepropt met klamme lappen, een vochtige slaapzak en natte tent. Die ze straks op een mooi drassig plekje op zouden gaan zetten, met uitzicht op een prachtig meertje, dat je niet kon zien doordat er vanuit de hemel met een legertje onuitputtelijke kärchers constant water naar beneden werd gespoten. Hoe idyllisch 🙈 Noem mij dan maar verwend. Harm achter het stuur, gezellige playlist op, beetje kletsen, lachen en ons bol etend aan ongezonde snacks. Leuke woorden opzoeken die we tegenkwamen zoals Sletbakken (de vlakte) en fiskestang (hengel). Ik boekte alvast een afspraak bij de kapper voor volgende week en maakte een boodschappenlijstje voor bij thuiskomst. Ik ben er denk ik klaar voor. Om naar huis te gaan 😊

Om 14.55 uur kwamen we aan bij Finnsnes Gaard. Er was geen receptie. In de papieren stond dat we de inlogcode voor ons huisje 48 uur voor ons verblijf hadden moeten krijgen. Das nie gebeurd. We belden met onze travel counselor. Die nam niet op. Het hoofdkantoor dan. Die kon niks vinden en zou ook contact opnemen met onze contactpersoon. Die belde even later dat hij naar het hoofdkantoor in Engeland zou bellen. Wachten in een auto terwijl je allemaal naar de wc moet en de regen tegen de ramen beukt, voelde alsof elke minuut er één teveel was. We belden de locatie zelf en na een uur wachten, kregen we eindelijk de code van het huisje. Na een sanitair bezoek concludeerden we, het is echt leuk hier. Houten huisje met uitzicht over de zee en lekkere benen-omhoog-stoelen, die ik uiteraard omdraaide, voor uitzicht over het water.

Lekker een taartje eten in de buurt. Fruene på Torget is kleurrijk en ouderwets tegelijkertijd, ik denk dat ze de kringloop om de hoek (die helaas gesloten was) hebben leeg gekocht. Heel knus.

Beetje door het winkelcentrum gelopen en geëindigd bij de Burger King. Het was droog! Luc opperde om de tortilla slap te doen. Oftewel, neem een slok water en sla omstebeurt met een tortilla iemand vol in zijn gezicht. Tenminste, dat dacht ik, dus ik stond al klaar om uit te delen, maar je bleek eerst ‘steen-papier-schaar’ te moeten doen. Hoe dat werkte begreep ik niet, ik had steen en Luc papier, maar ik dacht aan een presse-paper, oftewel je gebruikt een steen op papieren, zodat ze niet wegwaaien. Zo bleek dat niet te werken. Voelde ik aan de slag die Luc uitdeelde. Die greep zijn kans. Ik stikte bijna in mijn water. Mijn wang gloeide. De spelregels negerend ging ik ook achter Luc aan. Helaas braken de wraps vrij snel af, dus vlogen de stukjes hem om de oren. Harm dacht dat de meeuwen dat wel zouden lusten. Dus toen we allemaal gezegend waren met een brandend wangetje en nat van andermans uitgespuugde water, voerden we de vogels de tortilla’s. Hoefden ze zelf alleen nog een visje in te rollen, voor een viswrap, leek ons een uitgebalanceerde maaltijd.

Harm voelde nog even aan het zeewater en dacht wel dat hij hier morgen in kon zwemmen. Wordt vervolgd…

Dag 11

Niet echt lekker geslapen afgelopen nacht. Een houten huis is charmant, totdat er iemand (lees: Luc) boven je ‘slaapt’. Elke keer dat hij opstond om welke reden dan ook, leek het of hij met klompen aan de Horlepiep aan het dansen was. Ik lag op mijn rug naar het plafond te staren en luisterde naar het water wat buiten tegen de rotsen klotste en dacht aan Piet. Lag hij ook zo in bed naar de zee te luisteren toen hij in Noorwegen was? Piekerde hij, of genoot hij van het omringd zijn met water, goed gezelschap en prachtige natuur? Ik hoop het laatste.

Het werd zoals altijd vanzelf ochtend. En onze Fishermans Friend die op het terras stond had een zonnetje tevoorschijn getoverd. Dus niets stond Harm in de weg voor een verfrissende duik. Daar kon ik ook niet echt lekker van slapen, het idee dat hij op de rotsen zou klappen, kramp zou krijgen of een dodelijke kwal tegen het lijf zou zwemmen. Moest ik erachteraan duiken en dat Luc dan op de kant zijn beide ouders zou zien verdrinken? Wat was het noodnummer ook alweer? 113? Of kwam dan de dierenambulance de kwal reanimeren? Ik kan met dit soort gedachten een nachtvullend programma verzorgen. Terwijl Harm rustig heeft gezwommen en gewoon zonder hartaanval uit het water is gekomen. Een zeer goed begin van mijn dag kan ik je vertellen.

Held
Onze Fisherman Friend

We moesten weer 2,5 uur rijden naar het vliegveld van Tromsø. We genoten van het mooie weer en van een hyper puber die ineens uit volle borst vanaf de achterbank gilde; ‘Hé Josti, lust jij een tosti?’ Ook hij had zin om naar huis te gaan. Nog wat laatste mooie foto’s maken onderweg naar een bijzondere bestemming voor mij. Vanmorgen nog weten te regelen, er was precies nog een momentje om 13.30 uur bij Tromsø Classic Tattoo. Het werd een tatoeage van een North Star.

‘De Nautische ster is de oudste ster die als tattoo wordt gezet. Het ontwerp is een combinatie van de punten van een kompas en de Poolster. Zeelieden gebruikten deze voor de navigatie op zee, en geloofden dat de tatoeage hen zou beschermen en veilig naar huis zou leiden.’

Deze tatoeage wilde ik eigenlijk zetten met Piet, maar ik heb het hem nooit durven vragen. Net na zijn overlijden heb ik eraan gedacht, maar toch niet gedaan. Gisteravond voelde ik ineens dat ik het heel graag wilde. Juist in Noorwegen. Waar hij zijn laatste mooie reis beleefde.  Ik heb het ontwerp iets aangepast. Hij doet me denken aan een kompas, (vallende) ster, water, sparkling, leven & dood, Piet, een traan, genieten, Noorwegen en onvergetelijke mensen en reizen.

We hebben deze dag nog geprobeerd een kaarsje aan te steken bij verschillende kerken, dat is niet gelukt (kerk gesloten of geen kaarsen). Maar het is oké. Want Piet was erbij. We zwommen in het water waar hij in heeft gevaren, liepen in zijn voetsporen, ademden dezelfde frisse zilte lucht en keken ’s avonds naar dezelfde roze kleurende hemel. Misschien gaan Harm en ik nog een keer terug in de winter, voor de orca’s en het noorderlicht. En dan nemen we je gewoon weer mee, lieve Piet. Je bent er altijd bij en zult dat altijd zijn. Voor nu is de cirkel rond. We gaan naar huis 💗

Dag mooi Noorwegen met je prachtige vergezichten

Deel

Noorwegen – deel 3

doorPosted on 1 Comment9min. leestijd508 gelezen

Dag 8

Deze dag stond Henningsvaer op het programma, een soort schiereiland in de Lofoten en helemaal aan het eind daarvan ligt ineens random een voetbalveld. Wel weer 2,5 uur rijden. Je mag vaak maar 50 km per uur, dus we zaten meestal lang in de auto. Luc keek dan TikTok (de omgeving zal hem echt roesten) en at snoepjes. Je hoorde hem niet, behalve als de hotspot van Harm wegviel. Gisteren op de ribboot keken Luc en ik elkaar met een brede glimlach aan, ons kan het niet snel genoeg gaan. Maar de potvissen boeiden hem niet bepaald. Ondanks dat ik het ergens wel snap (als hij een potvis wil zien, checkt hij TikTok wel of er niet ergens eentje plots uit de lucht komt vallen en een fietser verplettert oid) maar toch vond ik het een beetje jammer.
‘Wat vind je dan wel leuk?’, vroeg ik hem.
Hij haalde zijn schouders op, ‘weet ik veel, misschien zeevissen ofzo’.
Ik beet even een paar groeven extra in mijn tong, want in Nederland had ik dat al voorgesteld, maar toen hoefde het niet zo nodig…
Oftewel, deze morgen zocht Harm uit waar je kon zeevissen. Heel toevallig in Svolvaer, in de buurt van Henningsvaer.

Let’s go! Leuk, al die kabbelende beekjes en klaterende watervalletjes, maar dat bleek inspiratie voor mijn blaas, die spontaan ook zin kreeg om te wateren. Het scheelde dat ik een blije roze plastuit had aangeschaft voor deze reis, maar dat ik deze in de koffer in het huisje had laten liggen. Dus dat werd ouderwets op een parkeerplaats tussen twee autodeuren in mijn sandalen plassen. Zakdoekjes en hygiënische doekjes gaven niet de verfrissing die het watervalletje verderop in Maryland gaf. Je denkt me te zien poseren voor de foto, maar in feite spoelde ik gewoon mijn voeten schoon 👍

Plaatsnamen als Fiskebøl en Friskenes gaven me een heel welkom gevoel hier. Lofoten klinkt dan wat minder verfijnd, maar zijn wel uitgeroepen tot de mooiste eilandengroep wereldwijd (op Hawai na, volgens de visser). Het was ook echt adembenemend mooi. Net als het weer vandaag, dat scheelt. We gingen met een groep anderstaligen aan boord van de vissersboot en voeren eerst een half uurtje, waarna de sonor onder de boot uitsloeg, er was vis gesignaleerd. Hengels in het water! Luc zijn draad stond binnen 5 minuten strak en ja hoor, hij ving als eerste een vis. Een koolvis heb ik me laten vertellen.
‘There are dolphins on the left side, folks’, klonk er door de speaker.
Yes! Ik zag ze! Dit keer zou ik ze vastleggen, door niets zou ik me laten tegenhouden.
Ik pakte de zoomlens erbij en Luc begon ineens naast me te stuiteren, ‘dit is een grote!’
Toch maar voor mijn kind gekozen. Hier was geen zoomlens voor nodig, zo groot was de tweede vis die hij ving. Het leek de nek van het monster van Loch Ness wel. De engnek bleek een lungfish te zijn. Nog nooit van gehoord. Niet dat dat wat zegt. Het monster was ca. 8 kilo en een meter lang. De grootste vis gevangen deze trip. Luc werd telkens gecomplimenteerd met zijn goede vangst. Mooier ging het niet worden. Wat was hij trots.

Op een gegeven moment zaten we boven een school vissen. Er waren mensen bij, die vingen er vijf in één keer. Luc zijn record stond op vier aan 1 hengel. De gevangen vissen gebruiken ze altijd, de groten maken ze filets van en de kleintjes gebruiken ze om zee-arends mee te lokken op één van hun andere trips. Luc trok ook nog een ander eng vissig wezen uit het water, hij hoefde de Haddock echt niet zelf vast te houden, dat mocht Harm doen. Ik maakte uiteraard foto’s, maar ik zat vaak ook heerlijk in de zon over het water uit te kijken (ook omdat ik het dierenleed niet constant onder ogen wilde komen). Blijkbaar zat ik in de buurt van de bak waar de vissen in bewaard werden. Merkte ik toen er een vis vanaf een afstand in werd gegooid en er zeewater, bloed en vissap over me heen werd gespetterd. Voelde ik daar wat nats bij mijn mondhoek? Het kan zijn dat ik herhaaldelijk gekokhalsd heb. Ook werd er door een of andere mafklapper zijn vis binnengehaald en op mijn mooie beige rugzak geslingerd. Die heb ik stante pede schoongemaakt met mijn immer blij makende hygiënische doekjes. Mijn walging was wel compleet toen Harm en Luc besmeurd raakten met vissenbloed, – poep en – smurrie. Het bloed droop gewoon langs Harm zijn been en de kleding van de mannen zaten ineens onder de ondefinieerbare vlekken. Ik kreeg daar vlekken van in mijn nek. Wat voelde ik me vies. Het scheelt ook maar 1 letter. Vis. Vies. Ik dacht aan Lina, die had ter plekke de vissen gevoerd met een constante stroom aan braaksel. Zeker als ze had gezien hoe de vissen werden schoongemaakt. Zelfs Luc draaide zijn hoofd weg bij het kraken van de nek en het eruit halen van de ‘spullen’, zoals Luc de ingewanden noemde. Deze werden overboord gegooid voor de meeuwen. Die vraten trouwens gewoon vissenkop, – vel en – vinnen uit je hand. Nou nee, niet uit mijn hand. Iemand anders hand.

Na de boottocht was er geen moment van opfrissen, nee, we reden door naar Henningsvaer, we waren nou toch in de buurt.

Bijna altijd bergen op de achtergrond
Love my Teva’s 😉

Zwoele lucht, rotsen en water trok vele toeristen aan, in de buurt van het voetbalveld. Er vlogen meer drones dan voetballen over het kunstgras.

Maar om 21.00 uur was het eindelijk zover, tijd om richting het huisje te rijden. Nog 2,5 uur en dan eindelijk douchen, dacht ik toen ik in de autostoel plofte. ‘Ik ben echt heel blij, mama’, klonk er vanaf de achterbank. Daar doe je het voor 😊

Dag 9

Een dag zonder planning. Beetje rommelen in het huisje en na de lunch speelden we scrabble. Vorig jaar gekocht op Zakynthos. Het halfkartonnen speelbord stond bol. De letters gleden eraf, dus glazen erop en heel voorzichtig doen. Wat niet voorkomt in het brein van Luc, dus als hij niet aan de beurt was probeerde hij een natte kwijlvinger bij Harm in zijn oor of neusgat te boren. Je dacht dat ze op de foto lachten om het spel, omdat ze scrabble zo leuk vinden? Dan toch echt alleen als ze mijn te leggen woorden konden dwarsbomen of in discussie konden gaan over wat ik neerlegde, zoals; ruwt.
Harm; ‘dat is geen woord, maak er dan een zin mee’.
Ik; ‘hij ruwt’.
Google bracht uitkomst over dit soort twijfelachtige kwesties. Maar het grote lachen bij de mannen kwam toch echt van het elkaar tussendoor onverwachts stompen.
‘Dat is toch niet gezellig’, probeerde ik nog.
‘Mens, erger je niet’, kwam er proestend van het lachen uit. Echt twee handen op één buik, die twee.
‘Ja, maar ik vind het niet gezellig, ik heb ook vakantie’, hoopte ik het boksgedrag te stoppen.
‘Daarom slaan we jou ook niet’, vonden ze zelf heel grappig. Die moesten duidelijk wat energie kwijt.

De buurman had aangegeven dat Bø mooi is. Hengel mee. Nou vonden wij Bø net zo bruisend als een glas lauwe appelsap, maar we waren er toch, dus kon Luc er net zo goed even vissen.

Het waaide hard en we hadden ook wel trek. Dus een uurtje rijden naar Sortland. Met een kleine tussenstop, want Harm spotte een eland! Het beestje stond ons net zo appelig aan te kijken, als wij hem. Er kwam er nog eentje uit de bosjes. Toen zij ons zag, ging ze ook in standje standbeeld. Het leek bijna alsof er twee opgezette elanden in het gras stonden. Heel bijzonder. Sowieso, want ze houden zich in deze tijd van het jaar normaal gesproken overdag schuil en worden ’s avonds pas actief. Niet dat ze nu zo levendig waren, maar uiteindelijk kozen ze ze er toch voor om door te hobbelen met hun O-beentjes.
‘Gaaf hè Luc’, probeerden we ergens enthousiasme bij hem aan te boren.
‘Enorm’, was zijn onverschillige antwoord.

Time for Food. Harm wilde weleens een verse Noorse vis eten en ik had geen zin om te koken, dus we kwamen uit bij een mooi restaurant. Wat vooral heel leuk is als je alles lust. Harm bestelde iets vissigs. Luc bestelde een broodje met spicy chicken. Without spicy, without sauce, without salad, just plain chicken on bread. Het meisje schreef driftig mee. Maar toen ik vroeg om een visgerecht zonder vis en kip daarvoor in de plaats, keek ze me bevreemd aan. Nee, dat ging ze echt niet aan de chef vragen, die was heel trots op zijn gerechten. Prima, doe dan maar nacho’s zonder jalapeño’s. Toen mijn bord werd neergezet, twijfelde ik, ik bestel nooit nacho’s, maar dat was het minst vieze op de kaart, maar die groene schijfjes bovenop leken toch verdacht veel op jalapeño’s. Ik keek omhoog en Harm knikte lachend. Ach, dan schoof ik ze aan de zijkant. Luc zijn burger kwam, je raadt het al, in vol ornaat. Sla, tomaat, hete saus erop en mayo eronder. Harm lust zelf alles, dus die gaat dan in de herhaling; ‘proef nou maar gewoon’. Als het niet te nassen was, mocht hij het uitspugen in zijn linnen servet. Hij nam een spinnenhapje, kauwde niet eens en pakte zijn servet er al bij. ‘Ze krijgen geen fooi hoor’, zei ik tegen Harm. Alsof ze ineens Nederlands verstonden, kwam er uit het niets een mannetje aangesneld om te vragen of alles naar wens was. Luc zijn burger ging mee terug. Hij kreeg een nieuwe. Mét grote kwak zure mayo eronder…

Dag 10

We werden wakker van de regen die tegen het raampje tikte. We konden lekker lang blijven liggen, want we hadden nog geen definitieve plannen voor vandaag. Ons ritme hier was sowieso wat verschoven. We bleven langer op, want wilden het maximale uitzicht hier meemaken. Het is echt een bijzondere plek. Daar wilde ik nog een paar mooie foto’s van geschoten hebben. Terwijl Harm en ik gisteravond laat net stonden te poseren, kwam de buurman weer aangelopen. Die ging lekker ongemakkelijk op 18 meter afstand van ons staan, terwijl wij verschillende poses aannamen. We zijn er uiteindelijk maar mee gestopt.

Gelijk kwam de buurman aangesneld om te kletsen. Het zal ook best eenzaam zijn hier in zijn eentje. Hij bleef maar kletsen, terwijl ik vernikkelde in mijn dunne zomerjurkje. Maar we waren het erover eens wat een mazzel we hadden met het weer. De meeste zomers regent het hier blijkbaar, met af en toe een droge bewolkte dag tussendoor. Dus dat het nu bewolkt en regenachtig was, namen we zoals het was. Daar hadden we ons vooraf ook op ingesteld, dat dat kon gebeuren. Maar als het hier constant had gegoten, was ik niet zo positief gebleven. Nu kijk ik terug naar de warme zonnige dagen, we hebben nota bene gezwommen en een stralende dag op een boot doorgebracht. We moesten alleen wel bedenken wat we dan gingen doen vandaag, eigenlijk wilden we (Harm en ik, Luc was niet bijster enthousiast) hiken. En misschien naar een rendieren verblijf. Eerst maar eens de Chubby Bunny challenge met Luc aangaan. Hij liet gisteren een TikTok zien van een of andere koekwous die marshmallows in zijn mond propte en dan Chubby Bunny probeerde te zeggen. Wij probeerden achteraf gezien zoveel mogelijk witte spekjes in onze wangen te prakken zonder over onze nek te gaan. Harm filmde en wachtte af wie er als eerste zou stikken. We stikten wel, maar dan van het lachen. Luc wist 8 marshmallows naar binnen te werken. Ik hield het bij mijn geluksgetal; 7. Mocht je de behoefte voelen dit thuis te proberen, doe als Luc en knijp ze eerst fijn. Oh en doe niet als Luc en laat de witte brij op de tafel uit je bakkes vallen. Het plakt zoals je denkt dat het plakt; als samengeklonterde marshmallow met speeksel 👍

Het klaarde zowaar op en we wilden graag nog rendieren zien. Luc niet, die ging liever vissen. Gelukkig zat het rendieren verblijf in de buurt. We kregen eerst wat uitleg en daarna mochten we ze voeren. Met een soort mos waar oma’s kerststukjes mee maken. Het voelde niet helemaal goed, deze dieren horen in het wild te leven, waarom voeren? De Sami vrouw legde uit dat het door klimaatverandering komt, dat het noodzakelijk is om de rendieren bij te voeren. Ik had nog nooit een witte rendier gezien, laat staan gevoerd of geaaid (voelt en ruikt net zoals een natte Nederlandse geit).

Bijzonder

Op de terugweg nog even gelachen in de supermarkt om de namen van het eten, zoals Lapskaus en toppertje: Grove Middagskaker. We slaan even over.

In de buurt van onze locatie staat een minihuisje bij het water, voor egels, eenden, mini rendieren? Het intrigeerde mij en nu wil ik er ook zo eentje (oké, misschien liever in het wit) thuis bij de vijver, voor als onze kikkers eens een feestje willen geven 👍 Ook hebben we inspiratie opgedaan voor een nieuw hekwerk op het balkon. Zou toch jammer zijn als we terugkwamen van vakantie en niet meteen aan een nieuwe klus konden beginnen? Eerst maar een klusje hier zien op te lossen; krassen op de huurauto. Harm had gek genoeg niet in de gaten dat er een rotsblok tussen de overwoekerende grassen verstopt was. Misschien kan hij ook nog even snoeien hier 😉

Minihuisje bij het water. Mét vlaggetje 😍

Deel

Noorwegen – deel 2

doorPosted on 1 Comment6min. leestijd453 gelezen

Dag 5

Bewolkt, maar droog en relaxed dagje. Op naar Sortland Storsenter (winkelcentrum). Nou kun je hier bij elke supermarkt visspullen halen, maar voor een onthaaktang togen we toch naar een echte viswinkel. Daarna lunchten we bij een hip tentje, met heerlijk uitziende taarten, rijk gevulde salades en losse thee in luxe verpakkingen. Mijn hart gaat daar sneller van kloppen. Hoe leuk is het om dan in Nederland aan zo’n lekker Noors theetje te nippen? Luc nam een tosti, maar vond het brood niet krokant genoeg en de kaas smaakte ‘oud’, niet als thuis.
Harm lachte; ‘gewoontediertje’.
Nou, zo eentje zat er ook naast hem. Mijn groene thee had de geur van rottende bladeren met een afdronk van slootwater. Toch maar geen hippe Noorse thee voor thuis gekocht. Nog wat boodschappen gehaald en terug naar ‘ons’ huis.

Harm ging een stukje de bergen in, met route van de verhuurder, op zoek naar zoet (vis)water. Ik verbouwde het huisje, zodat de fauteuil voor het raam kwam te staan en ik daar heerlijk met een kopje thee uitkeek over het water en Luc kon zien vissen. Na een uurtje belde ik Harm, hij leefde nog, maar het was een barre klimtocht geweest. Hij was er net aangekomen en genoot van het uitzicht, maar dit zag hij Luc nog niet doen. Hij kwam weer terug en zette voor mijn gemoedsrust zijn locatie aan. Het vissen lukte vanmiddag niet zo bij Luc, maar toen Harm zei dat hij de school makreel weer had gezien, gingen ze er samen op af.

Luc harkte weer een keer achter een steen met zijn haakje en toen was zijn draad op. Harm probeerde het nog los te trekken, waardoor het leek alsof hij een haai aan de haak had geslagen.

Naar de supermarkt voor een nieuw rolletje visdraad, de dichtstbijzijnde winkel was 20 minuten rijden. Voor nu prima, maar niet voor als je iets qua eten vergeten bent terwijl je staat te koken, aldus Harm. Volgens mij probeerde hij me ervan te weerhouden een bod uit te brengen op het leegstaande huisje aan de overkant.

‘Mijn’ huisje aan de overkant

Na onze pizza’s weer naar buiten, drone en camera’s bij de hand voor als Luc wel weer wat zou vangen. Tot twee keer toe raak en dan zat ik er met mijn neus bovenop. Erg irritant voor de overige paparazzi, zo’n beige stoorzender in je beeld. Dus ik beloofde Harm dat ik op de achtergrond zou blijven, bij Luc zijn volgende vangst. Dat bleek een dot zeewier te zijn 👍

Dag 6

Zondag. De dag begon en bleef mistig. We startten rustig op en de mannen begonnen aan een potje Rocket League op de playstation. Ik besloot naar buiten te gaan. Dan stap je echt in een andere wereld. Hand in hand met de stilte liep ik naar de steiger. Kleine kringetjes in het water van happende visjes, visdieven scherend over het spiegelende water, omringd met een vleugje mist. In de verte klonk een koeienbel. Diep inhaleerde ik de pure schoonheid. De natuur en ik. We waren even één.

‘Ons’ huis
Complete stilte

Binnen hadden mijn mannen de grootste lol. Ik zag gekke poppetjes over het scherm dansen. Het heette Gang Beasts. Harm dacht dat ik mijn agressie daar wel in kwijt kon. Agressie? Welke agressie? Ik was de zenheid zelve. Totdat ik uitgelegd kreeg hoe ik kopstoten kon geven. Toen ging ik al headbangend door het beeld, terwijl Luc mij probeerde uit te leggen wat de echte bedoeling van het spel was. Ik rolde half over hem heen van het lachen. Het weerhield hem er niet van om mij op te tillen en mij van de Zeppelin te gooien waar ik net nog boksend met mijn zwabberende spaghettistompjes door de lucht danste. Toen mijn hamburger-hoed van mijn hoofd af werd gestoten, bleek ik er een vleespet onder te hebben. Ik stikte er bijna in ‘ik ben Harm, kijk dan, ik ben Harm’.

We gingen nog even tanken en naar een kerkje (Langenes Kirke) in Stø. Onderweg zagen we een eland met een klein elandje het bos inhobbelen, met hun grappige knobbelknietjes. We reden voorbij, dus het ging te snel voor een foto, maar ik werd er helemaal blij van. Ook van het water en de rotsen die we onderweg tegenkwamen.

De foto’s geven een indruk, maar de ervaring van de sereniteit is niet over te brengen, ik zou er gewoon uren kunnen zitten. Het kerkje was dicht helaas, maar fotograferen zullen we hem.

Tijdens het avondeten hadden we ook uitzicht over het fjord. Er reed ineens een auto richting de steiger. De man/vrouw/hen stapte uit met een soort zwart winkelmandje. Er zat wat in. We zaten allemaal rechtop in onze stoel.
‘Hij komt hier een lijk dumpen!’, ik weet niet eens meer wie het riep. De zoomlens werd erbij gegrepen, maar helaas stond het mandje scheef. Er stak iets ronds uit.
‘Het is alleen het hoofd! Hij maakt er een soort afgehakte-lichaamsdelen-puzzeltocht van!’, vond ik ineens heel logisch.
De persoon die het had gedumpt, pakte een fiets van zijn karretje en spurtte ervandoor. Ik werd gek van nieuwsgierigheid. De gestalte verdween uit ons zicht en ik vroeg wie er mee ging. Geen van de mannen voelde die behoefte. Helden. Ik had toch alle fashionregels al verbroken, dus dan kon ik ook nog wel met mijn sokken in mijn sandalen naar buiten rennen. Luc volgde me vanachter het raam en zag me een foto maken. 2,5 Seconde later ging mijn telefoon; ‘wat is het?’
‘Ha, mij wel alleen op gevaarlijke missie laten gaan en nu de clou willen weten hè?’ was mijn onbevredigende antwoord.
‘Zeg nou’, Luc hield het niet meer.
‘Een bowlingbal’.
‘Echt?’.
‘Nee, haha’ en toen hing ik op. Het was een boei mensen, niks meer, niks minder. Nou vooruit, het zat aan een touw. Maar er waren geen bloedsporen op te bekennen. Dus misschien gaat ons brein een loopje met ons nemen als we compleet zen zijn 😉

Dag 7

De dag begon met een zonnetje. Ik plukte wat frambozen in de tuin voor ons ontbijt, wat we buiten opaten.

Today is the day! Orka’s bekijken. Hopelijk. Om 17.00 uur, want Harm had ergens gelezen dat ze ’s ochtends en aan het einde van de dag het meest actief zijn. Het is ongeveer 2 uur rijden naar Andenes, dus de ochtend vonden we niet zo’n geslaagd idee. Zo konden we gewoon op het gemak ontbijten, foto’s bekijken en een boekje lez… ‘Ik zag een dolfijn’, onderbrak Harm mijn gemijmer. Ik keek naar buiten en ook ik zag ineens twee neusjes (volgens Harm waren het vinnen) boven het water uit piepen. Zie je ons rennen? Ik wist niet dat ik het in me had. Harm ook niet, toen ik hem inhaalde. Ik hoorde zijn geschater achter me, maar ik focuste me op de plek waar we vanuit huis de rimpeling in het water voor het laatst zagen. En ja hoor, iets verderop kwamen ze weer omhoog. Helemaal enthousiast huppelde ik naar Harm, die het zelf ook allang had gezien. Hij hield de camera in de aanslag. Ze zwommen steeds verder weg, alleen een klein stukje vin is het bewijs van ons geluksmomentje. Laat staan hoe we ons zouden voelen als we vanmiddag orka’s zouden gaan spotten.

Onderweg naar Whale2Sea regende het. Duimen dat het in de middag zou opklaren. We kwamen ruim op tijd aan en besloten alvast wat te gaan eten. We probeerden de leukste gerechten op zijn Noors uit te spreken en dan moest je raden wat het was. Wat denk je van; Bifsnadder? Of Pepperbif (klinkt toch als Peppa big)?

Tijd om te varen. De hele boot bleek uit Nederlanders te bestaan. Gelukkig versta je ze niet als je over de golven klapt. Na een half uurtje zagen we water omhoog gespoten worden. De eerste potvis was gespot! Het pubermeisje achter me kirde ‘dit kan van mijn bucketlist af!’
Onze zoon zat op zijn gemak een kinderbueno weg te knagen en vroeg doodleuk aan Harm of hij op zijn hotspot mocht. Ik begrijp dat je hoopt dat er orka’s over de boot springen tegen een strakblauwe lucht, in plaats van dat de regen in je gezicht striemt en je alleen de rug van een potvis te zien krijgt. Maar aan de andere kant zijn we natuurlijk gewoon bevoorrecht. Op het water. De wind te voelen. De vrijheid. Meerdere potvissen te zien, wat vrij ongebruikelijk bleek (het zijn solisten). Het was alsof ze een feestje hadden. En wij waren uitgenodigd 🥰

De rug van de potvis (sperm whale)
Leuk dit. Voor 5 minuten…
Dit was wel echt tof om te zien
Fotootje van internet om te laten zien welk (klein) gedeelte van de potvis we hebben gezien. Ze kunnen 18 meter lang worden.

Deel

Noorwegen

doorPosted on 9 Comments11min. leestijd2009 gelezen

Dag 1

Ik zou mezelf geen digital nomad noemen. Allebei de woorden komen niet in mijn (uiteraard papieren) woordenboek voor. Maar die gaan we uitbreiden. Ik ga gewoon naar Noorwegen én polarsteps gebruiken! De reis zit er inmiddels op, dus nu kan het op mijn blog gedeeld worden.

‘Heb je je jas nog meegenomen?’, vroeg ik mijn wederhelft toen we bij Gorinchem reden. Het bleef verdacht stil. Dat werd winkelen. Yes! Er kwam wel genoeg geluid van de achterbank in de vorm van gesmek. Alsof er een tandeloze bejaarde op 3 zuurtjes tegelijkertijd lag te sabbelen. Lina had heel lief ca. 83 zakken Haribo in een mega diepvrieszak gegoten voor Luc. Ze twijfelde nog over Red Bull. Wij hadden visioenen van Luc die in het vliegtuig als een grootpotige spin over het plafond zou kruipen en bij elke passagier fluoriserend braaksel achterin de kraag zou spuiten, terwijl hij met zijn ogen draaide en brulde: ‘wie zoet is krijgt lekkers’. Alhoewel, als hij zo door zou blijven eten, was zijn knapzak leeg voordat we in het vliegtuig zaten morgen…

Eigenlijk had ik het moeten weten. Als je een familiekamer kunt boeken in een hotel, dan betekent dat dat die geboekt worden door gezinnen. Met kinderen. Gillende kinderen. Die ouders hebben die het toestaan dat hun hele nageslacht als een combinatie van krijsende meeuwen en op de vlucht slaande bizons ’s avonds laat over de gang rennen. En net als je denkt, ga ik wat aantrekken en er wat van zeggen, dan werden er deuren dichtgeslagen en was het even stil. Dan legde ik mijn oor weer op het samenklonterende wattige kussen. Het was 29 graden. Ik wil daar niet over klagen na weken vol regen, maar er was geen airco en de dekbedden waren overduidelijk niet van een ademend stofje gemaakt. Luc lag ook gigantisch te draaien in het bed naast ons. Dat zou een lange korte nacht worden.

Dag 2

Om 4.10 uur ging de wekker. Het vliegveld was gelukkig maar 10 minuten rijden. Lange rij bij de incheckbalie, Harm vond een kortere rij. Na een kwartier schuifelen viel me op dat er een afbeelding van een rolstoel boven de balie hing. Ik wees Harm erop en die wuifde het weg, de rest van de rij had toch ook geen rolstoel?
Nou dan. Weer een kwartier later kwam er een medewerker naar onze rij gelopen en hij sprak de mensen voor ons aan. Nou is mijn Duits echt bar slecht, maar ik begreep heel goed dat hij ze vroeg waar hun rolstoel was 👍. Luc bood aan om kreupel op de grond neer te vallen, maar ik was bang dat dat de boel alleen maar extra zou vertragen.

Eenmaal bij de security aangekomen werden Harm zijn rugzak en onze trolley eruit gehaald voor een check. De man ritste voorzichtig Harm zijn tas open en de zorgvuldig erin gepropte electronica vloog hem om de oren. Hij hield de GoPro stick bevreemdend omhoog en bekeek hem van alle kanten. Zou hij hier een wapen in zien? Hij legde hem voorzichtig terug, alsof het daadwerkelijk om een bom ging. Zijn speurende handen gingen verder. Harm besloot te helpen; ‘kijk, hier is nog een vak’ en trok zijn laptop, iPad en tijdschriften eruit. De man verdween met zijn hele arm in dit geheime vak en trok daar triomfantelijk een kinderschaar met groen handvat uit. Harm begon te stamelen, ik zag het al helemaal voor me hoe hij geboeid afgevoerd werd, Luc en mij snikkend achterlatend. Maar de beveiliger stopte alles in zo’n grijze bak en wuifde Harm weg. In onze trolley bleek het verdachte wapen mijn slipper te zijn. Nou had ik daar vannacht best wat kinderen mee in het gezicht willen klappen, maar het bleef bij die fantasie. Ook ik mocht gaan.

Nog even Duty Free winkelen met Luc. Er gebeurde een wonder; ik kocht niks. Luc besteedde zijn geld aan lego en ik drukte hem op het hart om het te bewaren voor als we in het huis in Øksnes zouden zijn en hij zich zou vervelen, anders zou het straks allemaal door het vliegtuig rollen.
Tuurlijk mama, goed idee.
Even later in het vliegtuig werd de doos open gerukt en zelfs zonder turbulentie vielen er onderdeeltjes op de grond en kroop Luc over de vloer om een lego-stukje tussen de stoelen vandaan te pulken…

We verbleven in Tromsø Enter appartement 118. Op loopafstand veel winkels en horeca. Gezellig! Luc had meer zin om zijn TikTok te verkennen dan de stad, dus die bleef even in het huisje. Harm wilde graag naar de Tromsø Cathedral, maar de brug ernaartoe was afgesloten. Dan maar in de buurt de toerist uithangen. Ik merkte dat we een bepaald beeld hebben van Noorwegen (vergezichten met spiegelende meren waar rendieren uit drinken en idyllische bergen maken het perfecte plaatje af). Maar dat is meer de ongerepte natuur en natuurlijk wat anders dan het centrum. Alhoewel het heerlijk rustig was ten opzichte van de vakanties die we gewend zijn. Het weer was geweldig, warm, maar niet als een Griekse föhn. Winkels zonder toeristenmeuk op elke hoek, leuke gallery’s, maar zelfs ook vintage winkeltjes. Uiteraard moest ik daar even checken of er nog een pareltje (van een spiegel) te scoren viel.

Op de weg terug naar ons huisje belandden we op een prachtige plek, een grote boom, met daarachter tafeltjes waar mensen gezellig naar live muziek luisterden. Een man op de gitaar en vrouw met een heerlijke stem. We genoten en gingen later met Luc terug, want we hadden een viswinkel gespot. We pakten een terrasje en liepen daarna langs een mooi kerkje. We wilden graag een kaarsje voor Piet aansteken, maar hadden geen contant geld bij ons. Morgen weer een dag 👍

Dag 3

Toch wel vermoeiend gisteren, zo’n eerste echte vakantiedag met weinig slaap, reizen, warm weer en ruim 15.000 stappen zetten. Ik denk een record voor mij. Dat ik het volhield heeft vast te maken met mijn (speciaal voor deze vakantie aangeschafte) Teva sandalen. Soms denk je dat je dingen nooit in je leven gaat doen, bijvoorbeeld op het gebied van voetbekleding. Totdat ik zwanger raakte en ik mezelf ineens op Birkenstocks voorbij zag waggelen. En toen Luc nog een heel klein Lucje was en het liefste op blote voeten of kaplaarsjes liep, ik voor hem lieve kleine Crocs kocht. Donkerblauw met een wit en rood streepje. Ik weet het nog precies. Hij kon ze makkelijk zelf aantrekken en het stond hem ook zo koddig. Daar dacht Harm anders over. Net als over mijn nieuwe sandalen. Die zijn gisteren het gesprek van de dag geweest, Luc deed ook graag mee om ze belachelijk te maken. Ze zijn gewoon jaloers 😉

Het is 6.28 uur wanneer ik bovenstaande heb geschreven. Heerlijk geslapen! Buiten krijsten de meeuwen. Wat een verademing na al die gillende kinderen. Ik zag hier sowieso weinig kinderen. Misschien worden die binnen gehouden, totdat ze de leeftijd hebben dat ze niet meer gillen 👍. Heerlijk land dat Noorwegen.

Vandaag wilde ik een klimtocht doen. Luc was sowieso geen voorstander; ‘ik kom hier voor mijn rust’. Aldus onze bejaarde puber. Maar de klimtocht was volgeboekt en misschien ook wel iets te warm, dus we gingen met de auto op pad. Harm had twee plaatsen gevonden waar we naartoe reden, de eerste was vissersdorpje Sommarøy. We waren nog steeds hongerig naar mooie vergezichten. Dus we stopten bij een meer en stapten er er langzaam in. Heellllll verfrissend. We moesten wel voorzichtig zijn, want we zagen een zalmroze kwal en een paar transparante blubbertjes met een paarse bloem op de rug. Echt bijzonder. Niet bijzonder genoeg om ermee in aanraking te willen komen.

De volgende stop was een brug. Daar speelden de mannen met de drone en maakten geweldige beelden. Luc en ik besloten de wc te gebruiken in het idyllische houten huisje op de parkeerplaats. Luc ging als eerste. ‘Hoe nodig wil jij plassen?’ vroeg hij toen hij eruit kwam. Het is geen dixie, het is een mooi houten hutje in Noorwegen. Hoe erg kan het zijn? Erg. Visualiseer een mosterdkleurige wc-pot. Die zat echt vol met schijt. De pot zelf hè, niet op de bodem. Het verrassingseffect werd groter als je dichterbij kwam, dan zag je dat er geen bodem was. Je keek naar een soort uitgeholde grot vol stront. Niet gecamoufleerd door enig chemisch goedje, nee, je zag gewoon de drollen van je voorganger opgestapeld liggen. Ik word weer misselijk als ik het typ. Waar zou ik zijn zonder mijn hygiënische natte doekjes om mijn handen mee te ontsmetten? Ik heb mijn aandelen daarin gelijk weer opgehoogd.

Laten we ons verder opfrissen op de tweede hotspot vandaag; een strand waar de Noren zelf ook naartoe gaan, in Grøtfjord. Luc bedankte voor het aanbod om te zwemmen en verschanste zich liever op de achterbank met snoepjes en een ander soort hotspot. Dit is de laatste echt warme dag tijdens ons verblijf, dan willen we de kans niet voorbij laten gaan om te zwemmen in de Noorse zee. Eerst is daar de pijnlijke kou en langzaamaan voelt het alsof de beentjes in brand staan, totdat je ze helemaal niet meer voelt. Wim Hof kan nog een ijsklontje zuigen aan deze ervaring 😉

Terug naar Tromsø, waar Harm nog een Hurtigruten fotografeerde, op zo’n soort schip had Piet zijn Noorse avontuur op beleefd. We wilden dan ook nog steeds graag een kaarsje voor hem aansteken in Noorwegen. Dit keer mét losgeld op zak liepen we weer richting het mooie kerkje. Dat blijkbaar al om 16.00 uur zijn deuren sloot… Thats life. Ons moment komt nog wel. Uit eten bij Casa Inferno, nog een ijsje halen en het huisje opruimen. Morgen hebben we een rit van ruim 6 uur voor de boeg. En er werd regen voorspeld. Van badpak naar regenjas. Precies zoals we ons Noorwegen hadden voorgesteld 💙

Dag 4

Om 9.00 uur reden we naar Øksnes, dat is meer richting de Lofoten. Het was wisselvallig weer, de eerste regen was al gevallen. Alles was mooi, maar wel wat grauw. De regen tikte zachtjes tegen de ramen, de auto wiegde me heerlijk heen en weer, mijn oogleden werden zwaar en ik gaf me er een kwartiertje aan over. Wereld van verschil. Waarschijnlijk ook omdat het weer gaandeweg was opgeknapt. Het is wel heel lastig fotograferen/filmen vanuit een auto. Gelukkig zagen we een mooie stopplek langs de route. Rotsblokken in het water, mijn Teva’s jeukten om eroverheen te dansen. Ik wilde eigenlijk niet weg daar, maar de mannen waren onvermurwbaar en we moesten nog een stukje.

We kwamen rond 16.15 uur aan in Øksnes. We hadden daar via Airbnb een huis gehuurd en het overtrof echt alles. De ruimte, het uitzicht en de stilte. Als je buiten stond hoorde je zachtjes de zee tegen de rotsen klotsen en af en toe een vogel. That’s it.
Hemels.

De eigenaar had een hengel voor Luc neergezet en die ging hem gelijk uitproberen. Terwijl ik dacht neer te ploffen met een boekje op het terras, zag ik Harm voorbij spurten; ‘Luc heeft wat gevangen!’ Hoe dan? Hij stond er net 5 minuten. Toch zag ik mezelf erachteraan rennen. Charmant als ik ben. Luc stond nog meer te glimmen dan de makreel aan zijn hengel. Alleen dat glibberige beestje eraf halen, dat mocht Harm doen. Die doet dat ook niet dagelijks, dus die vis scheet in zijn broek. Of nee, die vis scheet op Harm zijn broek. Shirt. En slippers. Ik wist niet eens dat vissen konden bouten. Niet echt een onderwerp waar ik ooit aandacht aan heb besteed. Het beestje was best lang buiten het water geweest, dus toen Harm hem teruggooide, zonk hij naar de bodem.
‘Ahhh, wat zieligggg…’
‘Mahaaaam, stel je niet zo aan,’ was Luc zijn repliek.
Mama was natuurlijk wel zo goed om de hygiënische doekjes te gaan halen voor de vissenstront en achtergebleven schubben. Bij terugkomst was de volgende vis al gevangen en de gezonken makreel was ontwaakt uit zijn nachtmerrie en met de noorderzon vertrokken. Het haakje zat bij deze nieuwe vis wat dieper achterin het bekje. Harm deed voorzichtig, maar hij bloedde (en poepte) toch.
‘Luc, ik ben blij voor je dat het is gelukt, maar dit kan toch niet, die arme vis, die heeft hier niet om gevraagd, dit…’
‘MAAAAHHHAAAAM’, onderbrak Luc me.
‘Maar hoe zou jij het vinden als je voor de fun een haak door je huig geslingerd zou krijgen en…’
Luc schudde zijn hoofd en keek toe hoe Harm de tweede vis terug gooide. Ook deze speelde voor dood. Terwijl ik een traantje voelde opwellen, schoot het makreeltje er ineens vandoor en ving Luc alweer een nieuwe. Het zijn mooie vissen joh, een gaaf patroon op zijn jasje heeft hij. Helemaal hip metallic lijkt het. ‘Mooie vis hè’, probeerde ik mee te praten met mijn mannen. Maar die waren druk met overleggen dat ze een onthaaktang en handschoentjes ofzo moesten kopen morgen. Luc gooide zijn hengel weer uit, ik vond het een geweldig gezicht, zo met de bergen op de achtergrond, dat wel. Toen vervolgens zijn haak bleef hangen achter een steen en hij de draad moest lossnijden, flitste toch door mijn hoofd; ‘ha, Karma is een vis!’

Eerste vis gevangen in Noorwegen!

Harm had in de reviews gelezen dat er dolfijnen voor het huis (uiteraard in het water) zijn gespot. Heel de avond heeft hij voor het raam naar buiten zitten prevelen; ‘kom maar dolfijntje, kom dan’. Ineens veerde hij rechtop, ‘ik zie een adelaar, kom kijken’. Een hele uitleg verder waar we moesten kijken, moesten Luc en ik concluderen: ‘papa ziet ze vliegen’.
‘Nee echt, jongens, kijk nou, in het midden van de baai, recht omhoog, bij die grote wolk!’
‘Harm, ik zie alleen meeuwen…’
‘Kijk nou, hij komt deze kant op’, enthousiast wipte Harm heen en weer op de bank. Je hoopt toch in Noorwegen op zijn minst een eland, (liever geen beer), walvis, orca, dolfijn of dus een roofvogel tegen te komen. Dus Luc en ik keken mee naar buiten en lachten ons rot toen de meeuw over het huis heen vloog. Harm zakte terug in de bank en ik zag hem denken; ‘als ik dolfijnen tegen kom, zeg ik lekker niks’.

Er was een playstation in het huis en de mannen begonnen een spelletje en hadden grote lol. Heerlijk om te zien. Maar stiekem zou ik het natuurlijk nog heerlijker vinden om ook die dolfijnen te zien. Ik besloot naar buiten te gaan, gewapend met de camera. De stilte valt niet te beschrijven. Geen geluid van buren, honden, verkeer, echt alleen de natuur. De lucht kleurde zichzelf prachtig in. Van mei tot en met juli heb je hier middernachtzon (’s nachts gaat de zon binnen een half uur onder en weer op), dat gaan we niet meemaken. Maar de zon gaat in deze periode ook niet onder, Harm kan je heel goed uitleggen hoe en waarom, ik niet. Daar heb je Google (of Harm) voor 😉. Feit is dat je goed verduisterende gordijnen moet hebben, want het wordt niet donker.

Ik zat gehurkt om het spiegelende water vanuit een ander standpunt te kunnen vastleggen. Bij het omhoog komen stond er ineens een man compleet gekleed in het zwart op 70 meter afstand. We schrokken allebei. Mijn eerste reactie was gedag zeggen en snel weglopen, maar het liep anders, we raakten in gesprek. Het bleek de buurman te zijn die duidelijk verlegen zat om een praatje. Alles weet ik nu van hem, van hoe hij zijn zalm klaarmaakt (met melk, iets anders wat hij niet kon vertalen naar het Engels, knoflook en verder heb ik niet geluisterd, het is niet alsof ik het zelf ooit ga bereiden) tot aan de geestelijke gesteldheid van zijn dochter. Hij gaf ook wat tips over waar het mooi is (ging hij mij een route proberen uit te leggen, echt verspilde zuurstof is dat) en begon toen over zijn liefdesleven. Achter hem zag ik een vis omhoog uit het water springen. Oké, het was geen dolfijn, maar ik had dit wel vast willen leggen. Jammer. Het positieve was wel, dat ik nu te weten kwam of het huis aan de overkant van het water wel echt is (ik kon niet inschatten of het een kabouterhuis of mensenhuis is). Het is echt! En momenteel onbewoond (de eigenaar kampt namelijk ook met ‘mental health issues’). Ik weet nu al dat ik de rest van de vakantie ga fantaseren hoe het is om te wonen in the middle of beauty & silence 😊

Deel

Grenzen

doorPosted on 0 Comments6min. leestijd434 gelezen

Normaliter gingen de vrouwen en de mannen op vakantie een dagje iets apart doen van elkaar. Oftewel, Lina en ik gingen uren in de Sephora snuffelen en de Zara doorspitten, wie weet was die collectie wel anders dan in Nederland. Harm en Luc gingen dan quad rijden, naar een VR room of op hoge bergtoppen met de drone spelen ofzo. Maar omdat Lina er niet bij was en Luc het heel leuk vond als ik ook mee ging, besloten we een dagje te gaan fietsen. Op Zakynthos. Bij 48 graden. Ik zeg top idee!

Voorafgaand had ik wederom een fantastische nacht, denk aan hormonaal krijsende meiden op het tegenoverliggende balkon, een zoemende koelkast, klamme lakens, een kussen als een natte krant (nee het was niet de badmat) en een ronkende airco die volgens mij elk moment kon opstijgen. Ook scheen er een fel licht als vanuit een Ufo door het voordeurglas, waar we naast lagen. Dat had ik dan al vakkundig geprobeerd af te plakken met een vuilniszak en een handdoek, maar het licht scheen door alle kieren, recht door mijn dichtgeknepen oogleden. Oftewel, ik werd lekker uitgerust wakker. Dat Harm ineens riep dat het al half 10 was, terwijl dat het tijdstip was dat we de fietsen zouden ophalen, maakte de ochtend extra ontspannen.

Bij de fietsverhuur bleek de man die beloofd had mijn stuur hoger te zetten, uiteraard deze ochtend niet aanwezig. Wel om twee uur, dus we zouden dan wel ‘even’ terug kunnen rijden. Wat denk je zelf Truus? Niet zeuren Joyce, je gaat vandaag toch al uit je comfortzone, zo op de elektrische mountainbike. Denk dan niet dat er geen fietsen aan te pas komt, ik heb me de blubber getrapt. De eerste stap op die fiets gaf ook nog eens garantie voor het afsterven van het complete gebied rondom mijn perineum. Kleinigheidje hou je toch, dus op naar Keri Beach.

Het met keien gevulde strand nodigde nog niet echt uit om mijn beurse kont op neer te vleien en het was er ook erg druk. Te lang daar stil staan was ook geen optie. Er kwam al zo’n strobaal door mijn beeld gerold, er klonk gonzend in mijn oor oehoehoe toeng toeng toeng en de zon schroeide onze huid. We gingen door, op naar Keri Lighthouse. Had ik al verteld dat we fietsten in de brandende zon? Nee vast niet. Het zweet gutste zo hard van mijn lichaam dat ik zonder overdrijven bang was dat mijn handen elk moment van de rubberen handvatten af zouden glijden. Hoe hard ik er ook in kneep. Loslaten was ook geen optie, want we fietsten in de bergen. Harm wenkte, hij zag een arend boven ons. Duh, natuurlijk cirkelt er een roofvogel rond ons, wachtend tot ik opgeef en hij zich kan verlustigen aan mijn uitgedroogde oogballen. Dat was van later zorg. Ik had namelijk al een ander probleem. Ik was even afgestapt. Op een enorm steile weg omhoog. Dat was niet zo handig. Want hoe begin je dan weer te fietsen, zonder dat je met fiets en al achterover dondert? Oplossingsgericht als ik ben, sleepte ik mezelf en de fiets naar een vlakker gedeelte om met een aanloop (hoe heet dat als je op een fiets zit?) weer de berg op te kunnen trappen. Mocht je ooit ook in deze situatie terecht komen, een kleine tip; gebruik ook je stuur. Anders zit je binnen no time tegen een boom die jou alleen nog scheidt van de afgrond.

Harm wilde ook een tip uitdelen; dat je de fiets niet constant in de hoogste (booster) modus moest zetten om de batterij te sparen. Nou vriend, als mijn batterij leeg is, of wanneer ik niet meer mag boosten, dan bel ik een taxi. Om de berg op te klimmen zette ik mijn laagste versnelling in en met mijn kin op het stuur kroop ik de hobbelige berg op. Oh, je had gedacht dat we lekker over asfalt reden? Nee, dat zou natuurlijk niet uitdagend genoeg zijn. Maar blijkbaar kon het nog erger. Er verscheen voor ons een paadje vol stenen. Dat leek me niet de bedoeling. Toch was dit de juiste route volgens Harm. Dolgelukkig stuiterde Luc op het hellende offroad pad. Ik verbeet en vermande mezelf en bonkte erachter aan. Mijn grens was bereikt toen het pad overging in een weggetje (ja, nog steeds omhoog) met oranje zand en ongelijke en tevens scherp uitziende stukken rots. Ik zag mezelf daar al tussen liggen, de stukjes steen uit mijn gapende wonden te pulken. Zonde, want mijn benen waren net zo mooi bruin.

‘Ik wil dit niet’, hoorde ik mezelf zeggen.
‘We gaan het toch doen’, antwoordde Harm en hij begon aan de klim.
Mijn zweethanden klauwden in het stuur en ik voelde tranen vermengd met zweet in mijn ogen prikken. Vocht liep uit mijn neus. Ik probeerde mijn fiets in bedwang te houden, maar toen mijn achterband weg gleed, was ik er klaar mee. Ik stapte af, Harm zag dat als teken om dan het brokkenpad met de fiets aan de hand te belopen. Je had me moeten zien. Met mijn sandalen wegglijdend op rotsen, mijn loodzware e-bike met goed gevulde fietstassen die berg op te krijgen. Mijn enkel zwikte, de arend vloog inmiddels likkebaardend naast me en mijn fiets gleed uit mijn handen. Ik vloekte en riep naar Harm. Hij was klaar met mijn gezeur en we keerden om. Terug naar Keri beach. Als je denkt dat dalen minder eng is, help ik je graag uit die droom. Ik hing soms bijna verticaal. Bij de haarspeldbochten naar beneden kneep ik soms zo hard in mijn remmen, dat ik bang was om over de kop te vliegen. Maar alles beter dan in nog hardere vaart tegen een auto te knallen die midden op de weg omhoog kwam gescheurd. Onderweg kwamen we de verhuurster tegen (zij zat lekker veilig in haar auto) en ondanks dat ik met mijn ogen ‘HELP’ mimede, zei mijn domme mond ‘nice bike’. Ze stak haar duim op en verdween. Daar ging mijn hulplijn. Zachtjes praatte ik mezelf moed in.
Bij het strand aangekomen doken we allemaal oververhit het koele water in. Nog nooit voelde een zee zo verkwikkend. Harm en ik kregen een discussie over grenzen verkennen en erover heen gaan. Nog vermoeiender dan het fietsen zelf. Een lekkere lunch hielp, alsook de belofte om nu alleen nog maar via geasfalteerde wegen te rijden.

Met hernieuwde energie voor de tweede keer de berg op richting de vuurtoren. Toen we hem gevonden dachten te hebben, bleek het een ander toeristisch uitkijkpunt te zijn. Het was er prachtig, maar als elke toerist in de rij gaat staan om een foto te maken van hetzelfde rotsblok in zee, is de charme ervan af. Toch genoten we van het uitzicht en een koel drankje. We waren klaar om terug naar het appartement te gaan. De immens steile afdaling reed er lange tijd een ambulance voor ons. Die konden we nog weleens nodig hebben, dus fijn dat hij er was. Uiteindelijk belandden we op een T-splitsing.
‘Ik gok dat het naar rechts is’, aldus Harm Harm.
Je gokt met je leven maat. Mijn harde hol en verzuurde benen willen geen seconde teveel meer op deze fiets zitten. Vervolgens reden de mannen een bobbelig pad op met een doodlopend bord ervoor. Ik stapte af en heb gewacht. Bij terugkomst was Harm zijn verklaring dat je bij zo’n bord soms best door kunt als je op de fiets bent…
Gelukkig waren we wel dichtbij. Blij dat we dit avontuur overleefd hadden, vertelden we elkaar ’s avonds in het restaurant wat onze top 3 met leuke en minder leuke momenten waren deze dag. Op stip op 1 bij mijn meest mooie momenten van heel de vakantie staat Luc. Hij keek tijdens het fietsen vaak achterom om te zien hoe het met me ging en kwam naast me fietsen om me aan te moedigen of tips te geven welke versnelling ik het beste kon gebruiken. Dat had ik niet willen missen. De rest wel ;-), volgend jaar ga ik weer winkelen!

Haarspeldbocht in aantocht met steun van lieve Luc ❤️

Deel

Op vakantie…

doorPosted on 0 Comments5min. leestijd362 gelezen

In 2019 zijn we voor het laatst op vakantie geweest, daarna kwam Corona, een nieuw huis met verbouwing en elk jaar snakte ik er meer naar. Luc met mij. Harm boeide het wat minder, als we niet zouden gaan, konden we meer aan de tuin doen. That’s my point, we kunnen altijd wel bezig blijven. Ontspannen moeten we. Vrij laat boekten we (lees: 2 weken van tevoren), dus de keuze was niet reuze. Heb wat wensen losgelaten en tadaa; Zakyntos here we come.

Te laat stoelen gereserveerd, dus we zaten niet naast (maar achter) elkaar. Wat geeft het, uiteindelijk zitten we toch in ons eigen boekje/film/playlist. Dat neem ik terug. Het maakt wel degelijk uit naast wie ik zit. Bleek, toen ik naast een stel zat, waarbij de jongen naast mij reusachtig was. Zijn immense hoofd raakte nog net niet het plafond, zijn linkerarm benam onze gezamenlijke armleuning, maar het ergste was dat hij zijn benen nergens kwijt kon. Dus was hij genoodzaakt om meer dan wijdbeens te zitten en zijn linkerbeen nam de helft van mijn beenruimte in. Als iemand in mijn aura komt krijg ik al uitslag, moet je nagaan hoeveel behoefte ik voelde om tegen zijn blote behaarde knie aan te schurken. Oftewel, ik zat drie uur lang krampachtig mijn lichaam bij hem weg te houden. Had ik al verteld dat we voor de wc’s zaten? Ik kon dus ook niet lafjes mijn benen het gangpad in steken, want daar liepen mensen af en aan. Irritatie zwol aan. Waarom had deze man geen extra beenruimte geboekt? Ik fantaseerde om mijn tafeltje hard op zijn knie uit te klappen en als hij dan een opmerking zou maken, zou ik hem vast vragen of hij lekker aan de raamkant wilde gaan zitten. Maar goed, het tafeltje kwam helaas niet zo laag en ik probeerde mezelf een spiegel voor te houden; wat frustreerde me zo? Dat hij wel zijn ruimte durfde in te nemen en ik niet? Ging hij over mijn (fatsoens)grens heen door de helft van mijn ruimte in te nemen? Het zal allemaal, maar bij de eerste mogelijkheid zouden we stoelen naast elkaar reserveren voor de terugreis. Koste wat het kost.

Zover was het nog niet. Op Zakynthos vliegveld gauw nog even naar de wc. Als je net alles hebt laten lopen, blijkt er geen wc papier te hangen. De gêne voorbij klopte ik op het kartonnen tussenwandje en vroeg mijn buurvrouw om wat papier, wat ze onderlangs aangaf. Wat een gedoe. Prompt vergat ik dat je wc papier niet mag doortrekken. Oh ja, dat vind ik altijd wel een groot nadeel van Griekenland. Die gore prullenbakjes vol strontpapiertjes. Laat het los, je bent op vakantie, bijna dan, eerst naar het appartement.

Nou leek het me een briljant idee om om 9.00 uur te arriveren, want dan heb je nog lekker heel de dag. Dat je dan een nacht overslaat en als een gare zombie op je bestemming aankomt, was ik even vergeten. Ook dat je dan nog helemaal je kamer niet op kan. Dus wachten buiten, in je spijkerbroek, in minstens 40 graden. Ik klaag niet, ik weet dat het in Nederland regende, het was heerlijk…
Wachten duurt lang. Luc moest ervan poepen. Geen wc-papier meer bij de mannen wc, dus hij snelde naar de dames-wc en trok daar wc papier weg. Toen hij terug kwam en het ons vertelde, grapte ik dat hij best een gebruikt wc-papiertje uit het emmertje had mogen pakken. Moe legde hij zijn hoofd op tafel. Daar plakte hij vast aan een ondefinieerbare zoete substantie. Ik voelde me steeds viezer worden. We besloten te gaan zwemmen.

Omkleden in de dames wc en eventjes plassen. Du moment van het afvegen bleek dat Luc het laatste rolletje wc-papier hier had gegapt en ik staarde naar de lege rolletjes op de grond, een platgetrapte maandverbandverpakking en een vies vol prullenbakje. Zou ik? Hahaha nee hoor, ik heb gewoon niks afgeveegd en in dat smerige hol zo mijn bikini aangetrokken, waarbij ik duimde dat ik niets aan zou raken. Het chloorbad zou hopelijk alle bacteriën wel opknabbelen. Na uren vanuit het zwembad de balie (mag de naam receptie niet hebben als er niemand staat) in de gaten te houden, konden we eindelijk onze kamer in. De sleutel werd ons in de handen gedrukt en de kamer werd van onderaan de trap aangewezen. Houdoe, zoek het uit. Ben dol op service en ga een malse review schrijven, reken maar. Eerst maar eens die kamer binnen gaan, de airco in.

Als je tenminste zou weten hoe die aan zou moeten…Normaal druk je op het knopje op de afstandsbediening, maar dat gaf geen reactie. Er hing een halve meterkast aan de wand en na wat klooien kreeg Harm de elektriciteit aan. Het eerste wat opviel, is dat we blijkbaar ook een privé zwembad hadden geboekt. Had niet gehoeven in de woon-, slaapkamer/keuken, waarbij het water uit de koelkast droop. Het apparaat stond vol gesmolten ijsklonten en ik wilde er eigenlijk gewoon heel hard tegenaan schuppen, maar ik besloot hem verstandig droog te maken. Met onze badmat (geen idee namelijk wanneer we weer schone handdoeken krijgen). Luc kreeg aandrang van al deze bruuske activiteiten en dook de badkamer in. Jij mag één keer raden wat daar niet aanwezig was…
Er was geen aarzeling in zijn tred, met rasse schreden rende hij naar beneden en rukte daar de laatste wc-rol (van het hele complex denk ik) van het mannen toilet. Volgend jaar boek ik een extra koffer bij, alleen gevuld met toiletpapier. Hamsteren zal ik.

Niet echt opgefrist van het zwemmen (krijg jij ook altijd zo’n jeuk van zwembadwater?) besloot ik te gaan douchen. Complete badkamer liep vol water, dit had ik al gelezen in de reviews, maar dit was dus één van de dingen die ik van tevoren had geprobeerd te accepteren. Alleen wist ik toen nog niet dat ik de koelkast zou droogmaken met onze badmat…

Even bijkomen op het balkon en genieten van wat er wel is. Prachtig uitzicht op de bergen, fuchsia bloemetjes omhoog groeiend voor ons balkon. En die zon, na al die regen in Nederland, eindelijk de heerlijke verzengende hitte, brandend op mijn …tik…tik…
Ik keek omhoog en er stak een pijpje uit het balkonplafond. Daaruit spatte stelselmatig en daarmee gekmakend druppel voor druppel uiteen op de metalen balkonrand. Ik hing er de doordrenkte badmat overheen, waardoor het geluid verstomde. Het zweet stond op mijn bovenlip, ik was al 34 uur op en het rook hier naar riolering! Luc kwam sip naar buiten, hij was helemaal trots op Harm zijn oude smart watch, alleen sprong hij daarmee in het zwembad, dus die deed niks meer. Zijn telefoon was op sterven na dood en zijn laptop deed ook kniftig. Ik zag zijn lipje trillen. Hij had zich zijn begin van de vakantie waarschijnlijk ook iets anders voorgesteld. Harm lag ondertussen te snurken als een tevreden baby en ik bedacht dat Luc en ik daar een voorbeeld aan moesten nemen.

Na een powernap gingen we naar het strand en zag ik het weer. Terwijl mijn mannen door de zee snorkelden, dobberde ik op mijn luchtbedje op heerlijk helder water. Zonnetje op mijn rug. Zout windje door mijn haren. Lome zucht. Ik heb vakantie!

Screenshot uit een filmpje van Harm. Ziet er best relaxed uit. Zeker nu we weer terug in de Nederlandse regen zijn 🙂

Deel