Gewoon zo’n dag

Vergif

doorPosted on 0 Comments5min. leestijd46 gelezen

Ik heb laatst een aanslag gepleegd op Harm zijn leven. Bijna vergiftigd. Nee, dit keer niet met suiker, daar is zijn lichaam blijkbaar prima tegen bestand. Maar ik zal even bij het begin beginnen.

De winter heeft bij ons de deur uit zijn sponning getrapt. Verkoudheid en aanverwante kwalen gieren door het huis. Bij de eerste kuch, spring ik in de houding en laat ik zien waar ik goed in ben. Geld uitgeven. Harm vindt een arsenaal aan zuigtabletten, hoestdrank en Advil in zijn schoen. Lientje krijgt drie soorten zalf en handschoentjes voor haar winterhanden en hippe zakdoekjes voor haar druipneus. Luc neemt genoegen met neusspray, zetpillen en oordruppels tegen zijn oorpijn. Iedereen gepamperd behalve moeders. Maar dat komt nog, maak je geen zorgen.

Manlief is al een tijdje verkouden/grieperig. Gelukkig gaat hij niet heel zielig en kreunend op de bank hangen. Maar eerlijk gezegd vind ik zieke mensen gewoon vies. Ze wasemen snot en kots in je gezicht en hun warme lijflucht zou niet misstaan in een bejaardentehuis waar ze zich hun laatste wasdag niet meer kunnen herinneren (en dat ligt niet aan de alzheimer). Maar goed je hebt een belofte gedaan in de trant van ‘als je ziek bent zal ik ervoor zorgen dat de dood ons scheidt’, dus daar hou ik me aan. Iets te letterlijk. Harm lag naast me in bed te blaffen en tussendoor vroeg hij om paracetamol en een emmer. Ik hoorde de brokken kots elkaar al een high five geven in zijn maag-darmkanaal. Dit zou een lange nacht worden. Het staat me namelijk nog vers in het geheugen, de laatste keer dat Harm ziek was. En de wc te min vond voor zijn braaksel. De badkuip voldeed beter. Terwijl ik een nat washandje en een glaasje water aan mijn brakke brakende mannetje gaf, probeerde ik de geur niet langs mijn neusvleugels te laten komen. Tevergeefs. En omdat ik wist dat die geur morgen echt niet weg zou zijn, zat er maar één ding op. Met mijn slaperige kop sproeide ik met heet water de brokken richting afvoer. De geur werd sterker. De bonkjes pasten niet door het putje. Ik had geen lenzen in en dacht dat het dan minder erg zou zijn als ik Harm zijn avondeten niet in mijn hand zou zien. Maar het gevoel van de slijmerige etensresten tussen mijn nagels en de dampende geur (tip, gebruik koud water), lieten mijn maag ook niet onberoerd. Met mijn schone hand propte ik wc papier in mijn neus en prakte de laatste drek door het putje. Daarna vloeide de chloor rijkelijk.

Dag erna gegoogeld. Oeps
De dag erna gegoogeld. Oeps

Hier had ik dus geen zin in. En ineens was daar de gloeilamp boven mijn hoofd. Idee! Ik heb zelf weleens kronkelend van de pijn en misselijkheid helse nachten beleefd. Google bood uitkomst. Nee, ik dacht niet voor dokter te spelen en was ook niet bang voor alle ziektes die op internet te vinden zijn (nou oké een beetje dan). Ik zocht gewoon iets wat mijn krampen en braakneigingen de kop in zou drukken. De tip was Domperidon. Met hangen en wurgen kreeg ik het mee bij de apotheek (ik kan heel aanhoudend zijn). Had het gelukkig nooit meer nodig gehad, maar het zou Harm nu vast goed helpen. Ware het niet, dat er ver weg een klein belletje ging rinkelen. Had ik niet ergens gelezen dat er mensen aan waren overleden? Iets met hartfalen enzo? Of heette dat anders? Al die stomme namen ook. Naast me borrelde Harm zijn soep al in zijn keel. Ik spurtte naar mijn medicijnbak en viste daar de Domperidon eruit. Het zuur kietelde Harm zijn huig al en haastig las ik de gebruiksaanwijzing. Ik negeerde de verlopen datum op het doosje en duwde Harm twee pilletjes in zijn bakkes. Slikken kreng. Oké, het ging iets zachtaardiger. Ik aaide hem over zijn bol (trok zijn hoofd naar achteren en duwde de pillen tegen zijn huig) en gaf hem een glaasje water. De golf kots trok zich terug en Harm had een heerlijke nacht. Ik niet, was als de dood dat hij zou stoppen met ademen. Of dat hij een aanval zou krijgen en ik hem moest reanimeren met het braaksel op zijn lippen. Dolblij was ik ’s ochtends toen ik zijn geblaf weer hoorde.

Inmiddels had hij zijn ziektekiemen goed verspreid en de Hulk groeide in mijn voorhoofdholte. Hij mixte hier een danceplaat met de hoempapa en danste als een malloot door mijn holtes heen. Soms perste hij zijn groene uitwerpselen door mijn neus. Er hing ook een bal achterin mijn keel. Een soort buurthuis voor mijn snotjes. Ik deed steeds vaker een greep in Harms assortiment griepbestrijders. De keelspray liet me kokhalzen. Wat een bocht. Daar spuit je zo een zwerm wespen mee tegen de muur. Geen pepperspray bij de hand? Dit voldoet ook prima. De hoest en keelpijn verdwenen niet. Toen ik afgelopen vrijdagochtend de laatste hand legde aan mijn boek, besloot ik gewoon eens voor mezelf te zorgen en een kruidentheetje te zetten. Had ik voor Harm zijn verkoudheid gekocht bij zo’n natuurwinkeltje. Baat het niet schaadt het niet. Nou schaden misschien niet, schijten des te meer. Ik ben in een kwartier vijf keer naar de wc gerend en was daarna 1,5 kilo lichter. Dat was ook het enige voordeel. Mijn keel voelde nog steeds als de Gobi woestijn en er waaide een gure prairiewind. Die kutkuch hield me weer de hele nacht wakker. Terwijl Harm zijn geblaf overging in een slaperige natte varkensknor, veerde ik bij elke hoest overeind. Ik had al eens eerder de tip gehad om je voetzolen dan in te smeren met Vicks en er sokken overheen aan te trekken. Dat had toen niet geholpen. Misschien had ik het niet goed genoeg gedaan. Nu smeerde ik midden in de nacht de mentholpuree tussen mijn tenen en masseerde het voor de zekerheid ook maar in mijn nagelriemen. Mijn voetzolen waren met zo’n dik plakkaat bedekt, dat ik er rustig blootsvoets mee de Noordpool zou kunnen overtrekken. Als ik zou willen. Maar ik wilde slapen. En trok mijn sokken weer aan. Ik focuste me op het placebo effect, omdat ik me helemaal het leplazurus kuchte. Het. Hielp. NIET.

Wat ook niet hielp was Luc die om het half uur kermend bij ons wilde liggen met zijn oorpijn. Al schaatsend op mijn Vickssokken verdween ik weer richting halve apotheek. Om het half uur probeerden we wat anders. Niets hielp. Arm ventje. Arme ik. Gaap. Gisteren besloot ik toch maar de hoestdrank te nemen die ik voor Harm had gekocht. Die stond er al even, dus ik duimde dat er nog iets in zat. Zoals het een echte Harm betaamt, had hij hem teruggezet met nog één druppel erin. Ik zette mijn mond aan de fles en vroeg me af, waarom die versuikerde rand om het glas zat. Met alle geduld wachtte ik op de verlichtende druppel. De verlichting smaakte anders dan ik me had voorgesteld. Mijn schoonmaakazijn is nog zoeter. Ik hoopte maar dat de bestandsdelen nog wel hun werk zouden verrichten in mijn keel, maar dat was een illusie. Een hel van een nacht volgde. Vanmorgen moest ik toch een pakketje wegbrengen bij onze supermarkt/postkantoor/apotheek en ik besloot nu maar gewoon iets voor mezelf te halen. Nieuwe hoestdrank en zuigtabletten. De kans is groot dat ze smaken naar zure zult of autoband. En niet werken. Daar kun je vergif op innemen.

Deel

Shoplog Primark

doorPosted on 5 Comments4min. leestijd71 gelezen

Nog een guilty pleasure van me; het checken van beautyblogs. Ooit op gekomen toen ik dé perfecte BB cream zocht en er reviews over wilde lezen. Ik begon bij misslipgloss en was na een paar uur vele tips verder. En niet alleen over crème met een kleurtje. Mijn god, je zult dit als werk mogen doen. Elke dag pakketjes opgestuurd krijgen en mogen testen. De droom van menig meisje (jazeker, ook ik schaar me nog steeds onder de meisjes). Ik kan me wel voorstellen dat het soms wat nutteloos voelt. Je redt er geen levens mee. Maar hé, dat doe ik met mijn werk ook niet. En het heeft natuurlijk wel nut voor de meisjes die je helpt de perfecte look te creëren en de winkeliers zien hun omzet ook stijgen als een product wordt aangeprezen. Afkraken gebeurt niet zo vaak. Maar goed, niet iedereen heeft een zure verrotte geest én de behoefte om gal over die oranje pannekoekfoundation uit te storten. Is natuurlijk ook wat lullig voor de fabrikant die je net een hele doos van die meuk heeft gestuurd. Je mag een gegeven tube ook niet in de dop kijken. Of zoiets.

Tegenwoordig kijk ik meer op beautygloss. Mascha is echt leuk. Ik ben niet zo verslaafd dat ik twee keer per dag als de filmpjes net online staan, mijn toevlucht ertoe moet nemen. Ik kijk maar een paar keer per week en kan dan lekker scrollen naar alleen de blogs die me aantrekken. Zo heb ik hier geleerd hoe je een stijltang gebruikt en wat de beste is. En dat ik me helemaal niet hoef te schamen voor mijn 100 lippensmeersels (oké een beetje dan). Ook vind ik het leuk om te zien wat ze bij winkels heeft geshopt (dit heet een shoplog). Zo zien we handige opbergbakjes van de Xenos, vieze-neus-poriën-strips van de Action en onesies van de Primark. Xenos en Action bezoek ik ook altijd met veel plezier en verlaat ik altijd met volle tassen. Ik hoor steeds vaker over de Primark en een oergevoel in mijn brein ontploft bijna bij het horen van de prijzen daar. Ik MOET daar heen. En dan niet voor een koeienpak-onesie. Harm ziet me al zitten bij thuiskomst, met een dikke neus op mijn kop en uiers tussen mijn benen. Nou zou het hem vast niet verbazen. Het is altijd een verrassing hoe hij me thuis aantreft. Maar dat heeft meestal betrekking op mijn gemoedstoestand.

DSC07426Afgelopen zaterdag moest Harm ’s ochtends werken (in Barendrecht). ’s Middags gingen we naar vrienden in Leidschendam, dus net zo makkelijk om dan door te rijden. Voel je hem al? Juist. Luc ging met Harm mee en Lina was er niet, dus zo had ik alle tijd om bij de Primark te shoppen. Om half 9 stond ik voor de deur. Ik was niet de enige. Ik maakte wat foto’s, want wist gewoon niet waar te beginnen. Ik wilde niks missen. Dus besloot ik letterlijk elk rek te bekijken. Halverwege de benedenverdieping waren de paskamers. Om 9 uur stond er al een lange rij. Bizar. Alhoewel… Ik had zelf ook al een volle tas. Net als bij de Ikea, snappen de mensen achter Primark ook, dat ik geen snijdende hangerhaakjes en bulten kleding over mijn arm aankan. Ik hou ervan als winkeliers mijn behoeften snappen. En winkeltassen voor me klaarleggen bij binnenkomst. Eenmaal naar boven had ik een tweede tas nodig. De winkel valt het best te omschrijven als een Bijenkorf met Action prijzen en H&M kwaliteit. Bij aankomst hing alles ook strak in de rekken. Heerlijk. Boven was de afdeling voor mannen, kinderen en accessoires. Met gemak vulde ik nog een tas. Toen ik er ook nog handtassen bovenop probeerde te leggen en ik met mijn tassen niet meer door de gangpaden paste, zonder alle hangers eraf te rammen, werd het tijd om me naar de paskamers te begeven. De rij was prima te handelen. Kon ik mooi de mensen om me heen bestuderen. Het waren met name jonge meiden (hoe ze mij zouden omschrijven is de vraag) en ik hoorde naast Rotterdams, ook de Belgische en Duitse tongval voorbijkomen. Twee oude dakduiven met vaalgrijze knotten en fletse lange groene overjassen schuifelden hoofdschuddend naar buiten. Tsja, kleding om in te gaan jagen vind je hier niet. Misschien leuk om dat een keer in een koeienpak te doen? Ik wilde ze eigenlijk achterna rennen met deze tip, maar wilde mijn plek in de rij niet opgeven. Ik was er bijna.

DSC07433
Wijd en kort, niet mijn ding

Je mocht maar 8 kledingstukken meenemen in de paskamer. Dat is dan weer een minpuntje, als je met het vijfvoudige aan komt zetten. Maar goed, het is wel echt nodig om te passen, want geen idee hoe de maten liggen hier. En lijkt een truitje echt geweldig, blijkt hij bij het aantrekken ook geweldig te lubberen en te kort te zijn. Na drie kwartier heb ik alles gepast en ga ik wat maten omruilen. Vier uur zijn verstreken en ik ga afrekenen. Alle kassa’s gaan open en ik krijg mijn 32 (!!) items mee in 4 papieren tassen. Een tas per uur. Benieuwd wat ik heb gekocht?

DSC07428
Om half 9 hangt alles er netjes bij
DSC07427
Ook een kleine beauty afdeling
In de rij met mijn twee tassen
In de rij met mijn twee tassen
DSC07429
Kleine prijsjes
Primark kassa
Bij de kassa
DSC07441
Ik hou ervan
DSC07443
Basics (twee truitjes voor 6,- per stuk!)
Ik kon niet kiezen...
Ik kon niet kiezen…
DSC07449
I like it short
Voor Luc
Voor Luc
Voor Lina
Voor Lina
Tsja, ik had nieuwe kaplaarzen nodig
Tsja, ik had nieuwe kaplaarzen nodig
Rechter wordt Lina's gymtas. Mijn 1e inkoop voor Sinterklaas
Rechter wordt Lina’s gymtas. Mijn 1e inkoop voor Sinterklaas
Accessoires heb je nooit genoeg...
Accessoires heb je nooit genoeg…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deel

Propper?

doorPosted on 5min. leestijd47 gelezen

Gisteren was het weer zover, ik had weer eens last van een sociaal ongemakje. Er was een quiz georganiseerd op mijn werk en het was geen optie om niet te gaan. Halverwege de dag vroeg ik me af of ik niet toch wat mankeerde om eronder uit te komen. Ik kreeg wel braakneigingen van het vooruitzicht, maar dat telde vast niet totdat ik mijn prullenbak eigenmondig had gevuld. Mijn teen knelde in mijn pump, ik had een opgeblazen buik van mijn overmatige broodinname en er zat een wimpertje op mijn ooglid, maar ergere kwalen kon ik voor het moment niet bedenken. Ik moest dus gewoon gaan. Voor het geval je je afvraagt wat er zo erg aan is (hallo, hoelang ken je me nou?), je mocht niet eens zelf je team samenstellen. Het was namelijk de bedoeling om te integreren met andere afdelingen en instituten. Ik voel die behoefte niet.

quiz simpsonsAlsof dat niet genoeg reden is om er spontaan jeukende pusbulten van te krijgen, was er nog een drempeltje. Je moest een vragenlijst invullen. De vragen waren bedacht door collega’s die overduidelijk in een melige bui hadden besloten nog een extra lijntje te snuiven, voor extra flauwe grappen. Had lekker zout gesnoven en mij er niet mee lastig gevallen. Maar ook hier werd ik verplicht aan mee te werken. Je bent benieuwd naar de vragen? Ik wil ze je niet onthouden, dus daar komen ze (plus mijn zoutloze antwoorden).

Vraag 1 Wat doe je als eerste als je opstaat? Douchen
Vraag 2 Wat is jouw lievelingseten? Peterseliesoep
Vraag 3 Wat is jouw favoriete sport? Winkelen
Vraag 4 Hoe vaak sport je per week? 0 x
Vraag 5 Hoeveel paar schoenen heb je?
Te weinig
Vraag 6 Hoeveel banen heb je na je studietijd gehad (excl. uitzendwerk)?
Ik heb niet gestudeerd
Vraag 6 Wat is je meest vreemde baan geweest (incl. uitzendwerk)?
Pyamapakken van bejaarden, onderbroeken en slabbers vouwen in een wasserette
Vraag 7 Wat kun je delen waarvan je verwacht dat niemand uit de groep het weet (quilty pleasure bijvoorbeeld)
Ik ben verslaafd aan lipgloss/balsems, heb er zo’n 100
Vraag 8 Wat is je favoriete land om te bezoeken en waarom?
Overal waar het warm is
Vraag 9 Waarvan word jij echt kotsmisselijk (letterlijk of figuurlijk)?
Gezeur over zwarte piet
Vraag 10 Ben je een vouwer of een propper (toiletpapier)?
Afwisselend
Vraag 11 Wat was je meest genante moment?
Geboren worden
Vraag 12 Met welke collega zou je wel eens beter kennis willen maken? Serieus?
Vraag 13 Welke collega verdient wat jou betreft een pluim en waarom?

Elsbeth, dat ze het uithoudt met ons op een kamer

Ja, je ziet het goed, twee keer vraag 6, ik denk dat ze er ook een pintje bij hadden gepakt. Over de vraag vouwer of propper was al een hoop gesproken. Serieus, hoe boeiend is dat? En nou wil ik dat best weten, maar niet van mijn collega’s. Ik visualiseer dat in a split second. Ineens zie ik iedereen met de broek op de knieën een prop papier langs de resten van hun uitwerpselen halen. IK.WIL.DAT.NIET. Maar goed, het leed is al geleden. En tijdens een toiletbezoek met een collega, waarmee ik hierover net gediscussieerd heb, hoor ik haar ineens vanachter haar (gelukkig) dichte deur roepen: ‘PROPPER’. Thanks darling.

Je meest genante moment? Alsof je dat gaat delen, doe normaal. Met welke collega wil je beter kennismaken? Euh niemand, daarom wil ik ook niet meedoen hieraan. Maar ze doelen vast op beschuitjes eten. Yeah right, iedereen voelt natuurlijk de behoefte om aan plein public toe te geven op welke collega hij heimelijk een oogje heeft. Als je dat al hebt. We werken niet in de fashionindustrie ofzo, maar bij een opleidingsinstituut. Picture that.

Quiz tafelOm 4 uur was het moment suprême. Ieder team stond aan een eigen statafel (waarom had ik ook alweer pumps aangetrokken?) en bedacht een naam voor zijn clubje. Namen als de Einsteins en Meister propper kwamen naar voren. Aangezien wij een controller in het team hadden, kregen wij een binaire code als teamnaam. Whatever. As if I care. Blijkbaar zag ik er ook zo uit. Ik staarde wazig geconcentreerd naar een granollen pilaar en twijfelde of ik hem zou knuffelen of mijn kop ertegen aan zou rammen. Terwijl ik al bezig was met mijn aanloopje, voel ik de hand van een collega op mijn arm ‘vermaak je je?’.
‘Ik vind dit de hel’ antwoord ik naar waarheid.
‘Dat is te zien’ lacht ze terug.
Fijn. We nemen de koetjes (mijn nieuwe pumps, waar komen die vandaan, die moét ze ook echt hebben) en kalfjes (hoe kinderen je lichaam verzieken) door en maken wat verveelde foto’s. De quiz gaat een beetje aan ons voorbij. Af en toe gaat zij nog wel in gesprek met andere onbekende teamleden. Ik distantieer mij daarvan. Ik wil gewoon naar huis. Dikke sloffen aantrekken en eten. Ik had honger als een beer. De nootjes en chips negerend, schilde ik een appeltje. Ik probeer weer een beetje op te letten. Niet op de quiz, want we hadden ondertussen al -2 punten gescoord. Ook een kunst. Terwijl een collega in de verte een liedje probeert uit te beelden en mensen eromheen staan te schreeuwen alsof ze een grasmaaier kunnen winnen, zoek ik de menigte af naar mijn kamergenoten. Die staan ook een beetje achter hun groepje om zich heen te kijken waar de nooduitgang is.

Wat een vage collega
Wat een vage collega

Mijn horloge is zichtbaar versleten van het aantal keren erop kijken, maar de tijd zit bij een slak op zijn rug. Ik glimlach nog een tijdje om me heen, maar de echte smile breekt door als het half zes is. Het moment dat ik weer in mijn comfortzone mag stappen. In de auto mijn ballerinaatjes en de muziek aan. Terwijl ik me bedenk dat ik niet moet vergeten een kaart te kopen en mijn rijbewijs te verlengen, ram ik bijna de auto van de directeur aan gort. Ondanks dat hij wegscheurt van het terrein (ook zo’n zin om dit verplichte nummertje te ontvluchten?) en ik van rechts kom, maak ik me klein achter mijn stuur. Alsof hij me ziet in het donker. Thuis wacht de warmte. Mijn gezin zit klaar om verse pompoensoep te eten. Harm wilde de soep wat zoeter maken en bedacht dat Curry (???) daar wel geschikt voor zou zijn. Met lange tong werkte ik het weg. Het was niet zo vies als de vorige keer, toen had hij er bloedsinaasappel doorheen geblenderd. Ik moet hem toch eens vertellen dat er grenzen aan creativiteit behoren te zitten. ’s Avonds op de bank knorde het varken in mijn buik gevaarlijk. Ik voerde hem bastognekoeken. Dat hield hem een half uurtje zoet. Toen wilde hij zout. Terwijl ik mijn bakkes volstouwde met pombear-chips, ging er ergens een gigantische alarmbel af; ik ben dus overduidelijk een Propper!

Deel

door

Snob volgens Job?

doorPosted on 0 Comments7min. leestijd62 gelezen

Soms voel ik me zo’n snob. Als ik bijvoorbeeld kijk hoe ik mijn neus ophaal voor de sportschool waar Lina danst. En waarom? Omdat het niet ingericht is naar mijn smaak? Alsof de lessen minder goed zijn omdat de vloerbedekking (groen) niet matcht met het behang (oranje/geel gestreept). Waar komt mijn snobisme eigenlijk vandaan? En ben ik eigenlijk wel een snob? Even googelen vertelt me dat snob het volgende betekent:

  • Iemand die doet alsof hij belangstelling heeft voor cultuur enz. om belangrijk te willen lijken -> hahaha, nog niet misschien dat dit van toepassing is op mij
  • 1)Artistieke poen 2) Aansteller 3) Aanstellerig mens 4) Die kakker kreeg weer een klap -> huh? Dat laatste negerend, ja ik ben een aansteller. Nee, ik heb geen poen.
  • Een snob is in het algemeen iemand die denkt dat hij in wezen meer is dan anderen op grond van afkomst, kennis, intellect of rijkdom. Deze superioriteit uit zich over het algemeen in een (eventueel denkbeeldige) verfijnde smaak. De snob behoort meestal niet tot de elite, doch probeert zich toegang tot deze kring. -> Elite? Welke elite? In welke tijd leven we? Even verduidelijken; mijn afkomst is simpel, niks geen adel of zoiets. Mijn kennis gaat niet verder dan wat RTL Boulevard me vertelt. Intellect, wat is dat? Rijkdom? Juist. Geen reden dus om me beter te voelen dan een ander. Nou vind ik wel dat ik een verfijnde smaak heb, maar wie weet is hij denkbeeldig. Dat laat ik graag aan een ander over
  • Snob is een historisch merk van motorfietsen -> hier haak ik even af

Twee van de 4 punten kan ik me gedeeltelijk in vinden. Mmm, misschien ben ik dan toch ‘gewoon kritisch’. Toen we in Poederoijen gingen wonen, was mijn nieuwe woonkamer onderhand net zo groot als mijn totale appartement (oké ietwat overdreven, maar je begrijpt waar ik heen wil). Harm had al een schoonmaakster in zijn vorige huis en stelde voor om er in Poederoijen ook eentje te zoeken. Buiten het feit dat ik het raar vind dat een vreemde in mijn huis loopt, danwel poetst, vond ik dat ik het niet kon maken. Ik was 24, werkte parttime en dan zou ik een vrouwtje van tegen de 50 met haar roestige knietjes mijn voegen met een tandenborstel laten schrobben? Dan voelde ik me pas echt een snob. (Nu ben ik inmiddels 31 en zou ik er een moord voor doen om een halve bejaarde mijn huis te laten soppen, maar dat terzijde).

Ik herinner me nog wel dat een oud-collega mij een hockey meisje vond. Na mijn vorige blog snappen jullie dat ik van mijn leven nog nooit op een hockey veld ben geweest. Niemand wil mij daar ook. Ze zijn hun leven niet moe. Deze motorisch gestoorde nep-snob zou de stick op plaatsen brengen, waar hij niet thuis hoort, zeg maar. Misschien dat ik er wel uit zag als zo’n meisje, met mijn bloesjes en (nep) parel oorbellen. Schijn bedriegt. Mijn arrogante kop wekt ook een verwend idee. Nou gedraag ik me wel verwend, maar ben het niet. Ik heb al jong geleerd dat als ik iets wil hebben, ik ervoor moet werken.

Natte krant. Bron: http://zoom.nl/browse/tag/natte-krant/index.html
Natte krant. Bron: http://zoom.nl/browse/tag/natte-krant/index.html

Op mijn 12e nam ik op aandringen van mijn ouders een krantenwijk op naam van mijn broertje. Heb je enig idee hoe fucking zwaar die fietstassen dan zijn? Ik schat een kilootje of 50, schoon aan de haak. Toentertijd woog ik misschien 40. Even voor het vergelijk. Als ik niet als tegengewicht op die kutfiets ging zitten, steigerde het gevaarte en viel om. Uiteraard was je dan net vergeten het riempje van de tas dicht te maken en lag de helft van je kranten in een plas. Na één keer mijn ronde gedaan te hebben, had ik het al wel gezien. Voor die habbekrats wilde ik eigenlijk mijn bed niet uit komen. Na een paar weken belandde ik in de herfst. Met rode stompjes, waar ooit mijn vingers zaten, probeerde ik de fiets ergens tegenaan te zetten, zodat hij niet omklapte. Om vervolgens een stapel kleffe krantjes door dichtgeroeste brievenbussen te proppen. Soms kwam je zo’n bronzen geval tegen. Laag bij de grond en alleen bestemd voor een gekrompen perkamentrol. Als je niet oppaste bij het naar binnen proppen, trok die klep je nagel uit het verkleumde stompje. Totdat op een dag zwarte wolken door de lucht werden gejaagd en de eerste regendruppels mijn nek inliepen. Ik was het zo zat. Ik heb mijn tassen geleegd in de enige klep waar ik ze makkelijk inkreeg; die van de papiercontainer. Ik voelde me nog goed ook, niemand miste het krantje en zo werd het tenminste nog gerecycled. Je had namelijk drie wijkkrantjes in dezelfde regio. Ik liep het slappe aftreksel van de andere twee. Het krantje werd linea recta het konijnenhok ingeschoven als pisvanger. Het was zelfs te min om de open haard mee aan te maken. Maar het voelde niet goed om wel geld te ontvangen en er niets voor te doen. Dus stopte ik ermee. Tot groot ongenoegen van mijn ouders. Ik hoefde namelijk nog maar een paar weken, voordat ik met kaartjes langs de deuren mocht om een aalmoes op te halen. Ik peinsde er niet over. Ik bezat toen nog helemaal geen social skills.

Geen foto kunnen vinden uit mijn komkommertijd. We eentje dat ik een kantine schrob met een schuursponsje
Geen foto kunnen vinden uit mijn komkommertijd. Wel eentje dat ik een kantinevloer schrob met een schuursponsje

Baantje nummer 2 heb ik volgens mij al wel eens eerder aangehaald, omdat het smeuïg blijft. Ik was 13 en via het uitzendbureau kwam ik met mijn broer en vriendinnetje terecht bij een wasserette. We stonden aan een tafel waar een stortkoker boven hing, waar een hete brij vale bejaardenslabbers en onderbroeken uit kwam. Gelukkig was het ‘schone’ was. De poep en kotsvlekken negerend, deden we een wedstrijdje onderbroeken vouwen. Betaalde in onze ogen best leuk, denk aan 3,50 (gulden!) per uur. Op mijn 14e en 15e had ik baantjes in de kassen. Bloembolletjes in aarde prakken, houtsnippers bij de orchideeën proppen en zakjes om de bakkies vouwen. Ook de komkommerkwekerij was een leuke ervaring. Zo leerde ik dat de grote opgezwollen gele puskomkommers in de linkerbak moesten, dat was koeienvoer én werd gebruikt voor huidverzorgingsproducten. De mooie komkommers rolden over elkaar heen op de lopende band en stopten we op grootte tussen een paars vel in dozen. Muziekje aan en niet denken aan de verrotte smurrie onder je nagels en gáán.

Knutselen bij Xenos
Knutselen bij Xenos

Op mijn 16e begon ik bij de Xenos in Leidschehage. We bouwden hem met z’n allen op. Het schepte een band. Ik leerde rekenen, want er was geen scanner en mensen moesten toen nog bijbetalen voor pinnen. De codes van de artikelen kende ik uit mijn hoofd, sommigen vergeet ik nooit meer. 830 was voor snoep bijvoorbeeld. Het belangrijkste was dat ik de ruimte kreeg voor mijn creativiteit (ik mocht stellingen en etalages inrichten) en dat ik mijn social skills kon gaan ontwikkelen. Ik heb in de drie jaar dat ik daar werkte ook nog een uitstapje gemaakt naar een sieradenleverancier en ondanks de kortingen op al dat moois, hield ik het er net een maand uit. Ik was 17 en nog niet toe aan gesprekken over waar de luiers in de aanbieding zijn, welk wasmiddel zijn werk écht doet en softbaltrainingen. Gaap. Ik ontmoette er wel mijn eerste date, maar aangezien dat geen vervolg kreeg, was het helemaal fijn dat ik zo weer terug kon naar de Xenos. Dozen met kaarsen tillen, stellingen met de seizoenen mee veranderen en nieuwsgierig de nieuwe vracht openscheuren. Het was een mooie tijd en ik liep er rond met een groot shirt, met in mijn uitpuilende borstzakje een lippenbalsem, pen en stanleymesje. Na de hele dag dozen sjouwen en uitpakken, kwam ik stoffig, maar met spierballen thuis.

Mijn oude baantjes laten dus wel zien dat ik me (toen) nergens te goed voor voelde. Doe ik dat dan nu wel? Ik besluit mijn collega zijn mening te vragen. We zeiken graag elkaar en de rest van de mensheid af. Als iemand eerlijk is over mijn snobisme, is hij het wel. Even appen.

21:03 30 okt. – Joyce: Kun je me laten weten waarom ik geen snob ben?

21:04 30 okt. – Job: Oei waarom je géén snob bent

21:39 30 okt. – Job: Ok ik ben er uit

21:41 30 okt. – Joyce: En?

21:40 30 okt. – Job: Een snob is in het algemeen iemand die denkt dat hij in wezen meer is dan anderen op grond van afkomst, kennis, intellect of rijkdom.

21:40 30 okt. – Job: Ok 1) jij denkt niet dat je beter bent dan anderen

21:41 30 okt. – Job: 2) een snob wil graag tot de elite behoren

21:41 30 okt. – Job: Dat wil jij niet want jij wil nergens bij horen want je hebt een hekel aan mensen

21:43 30 okt. – Joyce: Stop maar. Dit heb ik ook online gevonden

21:42 30 okt. – Job: Ik heb het gewoon van wiki. En dan pas ik het toe op jou

21:42 30 okt. – Job: Logisch toch?

21:44 30 okt. – Joyce: En hekel is een groot woord

21:44 30 okt. – Joyce: Grondige haat, komt dichter in de buurt   😉

21:42 30 okt. – Job: Hahaha

21:43 30 okt. – Job: 3) een snob houdt van dure dingen en geeft graag geld uit

21:43 30 okt. – Job: Jij houdt ook van luxe maar dat hoeft geen dure luxe te zijn en daarbij ben je een koopjes jager

21:43 30 okt. – Job: En je hebt een android telefoon ipv iPhone :p

21:44 30 okt. – Job: Een snob heeft zeker een iPhone, no doubt

21:45 30 okt. – Joyce: Die vond ik niet online   😉

21:44 30 okt. – Job: Oh nog een… Een snob imiteert gedrag van de bovenklasse

21:45 30 okt. – Job: Jij hebt het over natte zuignappen, zaad en zegt “domme kut” als je ophangt :p

21:47 30 okt. – Joyce: Ik was bezig met een blog of ik een snob ben en kwam er niet uit

21:45 30 okt. – Job: Ohhhhh Zeg dat dan. Nee geen snob

21:46 30 okt. – Job: Gewoon een verwend nest met drang tot luxe

Dussssss

Deel

Streetdance

doorPosted on 7min. leestijd33 gelezen

Heb ik je al eens verteld over mijn sportieve vermogen? Nee? Dat zal dan wel komen, omdat dat ontbreekt. Ik heb geen gen wat blij wordt van (het idee dat ik moet) bewegen. In de buurt van anderen. Dat is natuurlijk ook nog een dingetje. Zweten haat ik ook. Behalve als ik naar de sauna ga en me daarna door een lekkere masseur onder handen laat nemen en zijn handen mijn zweterige lichaam laten ontspannen. Als mijn zweet doordrenkt is met lekkere olie, duik ik met alle liefde in een zwembad waar ik een beetje ronddobber. Ook zwemmen is teveel moeite. Ik heb vroeger aan wedstrijd zwemmen gedaan. Je verslikt je in je drinken? Logisch. Dat deed ik ook na alle happen chloorwater. Maar mijn broertje zat er ook op, dus als volgzaam schaap ging ik gemakshalve mee. Je werd dan ingedeeld in een leeftijdscategorie. Mijn eerste keer werd ik al gelijk tweede. De keren erop ook. Er zaten namelijk maar twee meisjes in onze categorie; Yvette en ik. Yvette was vast heel lief, maar zag er reusachtig uit in haar zwarte badpak. Ik visualiseer er ook een zwarte duikbril en strakgetrokken knot onder een badmuts bij. Dit beeld kan ook later ontstaan zijn, sinds ik in een bijbelbelt woon. Anyway, walvis Yvette zat al een jaar langer op het wedstrijd zwemmen en won dat jaar van zichzelf. Daarna won ze steevast van mij. Met mijn sprieten-armpjes had ik net genoeg kracht om te blijven drijven en proestend de nooduitgang in de gaten te houden. Ik HAAT ook het gevoel van een nat lichaam (wat meurt naar de chloor) in een broek wurmen. Of erger nog, een maillot. Die kriebelde en prikte en kreeg je met geen mogelijkheid omhoog in dat kleine kut badhokje. Het aankleden duurde langer dan het zwemmen zelf. Om vervolgens met natte slierten haar (horror) in je nek naar huis te fietsen. In de winter.

Oké, je hebt een beeld. Wil je ook nog dat ik vertel over Hapkido? Een zelfverdedigingssport waar mijn overbuurmeisje op zat. Haar vader was politie agent en logisch dat hij het mooie meisje zichzelf wilde laten verdedigen. Ik ging ook een paar keer mee. Een beetje hetzelfde verhaal als bij het zwemmen. Ik moest standaard sparren met Siem. Zie je bij die naam ook gelijk een Barbapapa van een kerel voor je, met bierbuik, fluizig haar en handen als kolenschoppen? Nou dit was zijn zoon. Probeerde ik mijn saté prikker armpjes ongebroken te laten, door zacht een tik uit te delen, had Siem no mercy. Hij ging standaard met zijn volle gewicht op mij liggen. Paars aangelopen probeerde ik mijn vingers onder hem vandaan te priegelen om af te kloppen. Zelfgenoegzaam slaakte Siem The Killer dan een kreet en rolde zich van mij af. Ik denk dat ik welgeteld vijf keer ben geweest. Langer had mijn gezondheid geschaad. Ik had hier dan nu niet gezeten.

Op de middelbare school gingen de meiden op Street Dance en jazz ballet. Het verschil weet ik niet, maar ik werd meegevraagd naar jazz ballet. Ik heb het volgehouden tot na de eerste uitvoering en toen vond ik het welletjes geweest. Om in een synthetische legging ritmisch proberen te dansen; niet mijn ding. Ging iedereen links, ging ik steevast rechts. In het dagelijkse leven al, maar met jazz ballet viel het extra op. Omdat ik dan rustig mijn buurvrouw een elleboog gaf. Mijn lompheid werd ook tijdens het gymmen op school niet gewaardeerd. Moesten we met -13 buiten in een korte broek voetballen (wie verzint dat?). Gelukkig werd ik niet als laatste gekozen. Mijn lieve vriendinnetje koos mij gewoon, ondanks dat ze wist dat we nu gingen verliezen. We speelden ook nog eens tegen een topvoetbalster. Dit kleine opdondertje vloog als speedy gonzales over het veld. Mét bal, hé. Toen ik haar zag naderen, wilde ik ook laten zien dat ik meedeed en probeerde de bal bij haar weg te schoppen. Met mijn grote platvoet trapte ik vol op haar enkels. Ze werd gelanceerd en bleef vervolgens kreunend in het veld liggen. De bal had ik geenszins geraakt.

Ook op latere leeftijd maak ik grappen als ‘winkelen is ook een sport’. Topsport wel te verstaan. Een dag lang lopen, niks eten en gewicht heffen met talloze tassen. Ik zie het een gemiddelde man niet doen. En soms probeer ik het wel eens, dan ren ik 3 maanden hard en slaat de bloedarmoede me gewoon weer terug op de bank. Waardoor ik het hardlopen niet meer hervat. Op de crosstrainer dan, ik begin heel fanatiek, maar het kost me teveel tijd. Die ik liever besteed aan het schrijven van mijn blog. Tsja, het is keuzes maken.

Lina wilde wel graag gaan sporten of ‘iets doen’. Met name omdat anderen dat ook doen. We dachten na over iets wat bij haar paste. En vonden musical les. Zo kon ze leren dansen, acteren en zingen. Is goed voor haar creativiteit, sociaal bewustzijn en zo was ze bezig met de dingen die ze leuk vindt. Naast een godsvermogen, kostte het hogere wiskunde om haar op les zien te krijgen (een mens moet nu eenmaal werken) en haar daar weer op te halen, maar dat mocht de pret niet drukken. Lina heeft haar zelfvertrouwen niet van mij, want zij denkt zelfs zonder enige les mee te kunnen doen met The Voice Kids. Een beetje talent of oefening zou toch echt handig zijn, dus ging ze met veel plezier naar de lessen. Na haar eerste uitvoering (en einde van het seizoen) hoor ik haar verzuchtten ‘ben blij dat het voorbij is’. Daar kreeg ik spontaan diarree van.

Streetdance fietsen
Huiselijk vs plafondplaten

Het duurde dus weer even voordat ik mee ging in het verhaal ik-wil-op-streetdance-want-iedereen-zit-daar-op. Nou vonden we het in het begin lastig om Lientje ergens te laten sporten, want straks was ze helemaal ingeburgerd en dan verhuisden we. Na 3 jaar hebben we dat idee maar los gelaten. Maar de streetdance was op woensdagmiddag van 18.00-19.00 uur. Wat een onchristelijke tijd, zelfs voor een heidense. Sorry hoor, maar wij eten dan gewoon. Dus het antwoord was nee. Ik taxi al genoeg, maar niet onder etenstijd. Alsof Lina zich tot God had bekeerd en de goden haar goed gezind waren; de tijd werd verzet. Om 4 uur kon ik haar brengen in Giessen. Op een of ander bedrijventerrein. Harm heeft daar ook wel eens een blauwe maandag zijn zweet laten vloeien. Ik ben toen voor de grap weleens mee geweest, want ze bleken daar een zonnebank te hebben. Het enige wat ik daarvan herinner is dat die in een keuken stond. En zo’n bruin rieten stoeltje voor je kleding. En Harm sportte volgens mij in een soort woonkamer met groene vloerbedekking. Nou, daar zou Lina dus gaan dansen.

Ik was er zelf nog nooit naartoe gereden, dus het adres ging in de TomTom en Harm had me al grofweg uitgelegd hoe ik er moest komen. Gelukkig ging ik ruim op tijd weg, want ik heb uiteindelijk het hele bedrijventerrein rondgecrosst met het zweet op mijn bovenlip. Ik haat te laat komen. Én zweten, dus ik werd steeds chagrijniger. Ik belde de sportschool op ‘waar zitten jullie in godsnaam?’. Ik kreeg een halfbakken uitleg (van een man, need I say more?) en reed weer terug naar het begin. Daar was nummer 1 en aan de overkant nummer 2A. Ik moest zijn op nummer 2, dus Tom Tom bleef maar herhalen dat ik mijn bestemming had bereikt. De stoom kwam ondertussen uit mijn oren. Gelukkig stond ik voor de brandweer. Zwaar geïrriteerd belde ik die ballentent weer op ‘ik sta nú voor de brandweer en ik hang pas op als ik bij jullie ben’. Ik moest nog een stuk tuffen, hoekjes en bochtjes om en daar zaten ze dan, verstopt achter een half bos. Eenmaal binnen bij dit woonhuis achtige gebouw, sta ik voor een soort receptie. Er hangt een laaf boven en volgens mij zie ik rechts een biljart in een kamer. Ik krijg weer flashbacks van mijn zonnebank ervaring. This is the place. Niemand te bekennen. Mijn vinger blijft plakken op de bel. Links gaat uiteindelijk een deur open. De man veegt zijn handen af en komt dus blijkbaar van de wc. Hij geeft mij een hand (iewh) en stelt zich voor. De les begint zo, dus ik wil gewoon gauw de knippenkaart voor Lina afrekenen. Blijkbaar kun je hier niet pinnen. Uiteraard. Stom van mij. Maar het voordeel van zo’n provisorische tent is dat ze het prima vinden als je dan de keer erop pas betaald. Welke volgende keer?

De ambiance op de gang
De ambiance op de gang

Ik volgde de meiden de trap op en verbaasde me over de vloerbedekking overal. De vele gangen en deuren. Het kleurenpalet? Groen en geel, afgetopt met een toefje oranje. Even serieus, vloerbedekking en strepenbehang in een sportschool? Beelden en stoffige nepplanten? Mocht ik het al overwegen, no way dat ik hier zelf ooit ga sporten. Ik hou van wit, strak en clean. Gelukkig ziet de danszaal er lekker ruim uit. Met veel spiegels en een glitterbol. Lina is tevreden. En komt helemaal blij terug van dansles. Ze laat thuis haar moves zien. Ze is al net zo flexibel als haar ouders en ik glimlach. Ze doet me aan iemand denken…

Deel

door

Geen suiker toegevoegd

doorPosted on 0 Comments7min. leestijd69 gelezen

Suiker is het nieuwe gif. Ik lees het overal. Dus wil je van je man af, kook zijn broccoli dan niet in arsenicum (dat is zó 2010), maar prak een gevulde koek door zijn eten. Ja, je kunt hem ook bij de koffie geven, maar het idee van het prakken staat me meer aan. Maar even serieus, suiker is slecht voor je. Per jaar nemen we per persoon een kleine 40 kilo suiker tot ons. Hoeveel pakken suiker zijn dat? Dit levert nog meer op dan een rottend gebit en prachtige welvaartsbuik:

Grotere consumptie van suiker berooft het lichaam van zijn reserves aan vitamines en mineralen waardoor ons lichaam uit balans gaat en er allerlei klachten kunnen ontstaan, zoals botontkalking en gebits- en botproblemen door demineralisering van onze botten, maar ook hypoglykemie, diabetes mellitus type 2, zwaarlijvigheid, gewrichtsinfecties, menstruatieproblemen, hartziekten, bloedarmoede enz.

Tevens creëert suiker een disbalans in de neurotransmitters in de hersenen, wat zowel mentaal als emotioneel tot een “niet lekker in je vel”-gevoel kan leiden. Suiker werkt verslavend en het draagt in hoge mate bij aan depressie, concentratieproblemen, onrust, een verzwakte kracht van de geest, geheugenverlies, nervositeit, zelfmedelijden, prikkelbaarheid enz.

Suiker is een dodelijk gif en jaarlijks sterven er meer mensen aan dan aan heroïne, auto-ongelukken en zelfmoorden bij elkaar.

Ik hou er zo van
Ik hou er zo van

Kijk, dat geeft de suikerverslaafde burger moed. Laat ik het gewoon over mezelf hebben. Ik eet vrij normaal, doe geen suiker in mijn thee, snoepjes doen me weinig, drink weinig dranken met toegevoegde suikers (of zoetstoffen), maar ben gek op onder andere koekjes en chocola. Jaja, we maken onszelf wijs dat een stukje (pure) chocolade gelukkig en gezond maakt. Maar de hoeveelheid pure chocotoffs die ik verorber, hebben niks met mijn gezondheid te maken. Meer met mijn gulzigheid. Het liefst zou ik een moestuintje aanleggen met cacaobonen en suikerbieten, maar dat geduld heb ik niet. Ik wil gewoon nú iets lekkers. Lees; suiker. Het liefste na het eten, als beloning, als troost of tijdens die bepaalde dagen van de maand (wat dus 3 weken ongelimiteerd snoepen inhoudt). En ik herken best wat van de klachten uit het schuingedrukte stukje tekst. Tijd voor een nieuw experimentje; een week zonder suiker. Een maand ging me iets te ver. Luc is ook binnenkort jarig en de eerste dagen afkicken zijn het moeilijkste. Daarna zien we wel weer verder.

Dag 1
Suikers schrappen is eigenlijk best vaag. Ik besluit daarom de volgende suikers toe te staan: natuurlijke suikers (in fruit) en de suiker in mijn sojayoghurt. Die eet ik alleen ’s ochtends een beetje, door mijn biologische muesli en die pakken ga ik niet weggooien. Dat is zonde. Dus dit blijft mijn ontbijt, in combinatie met fruit. So far so good. Op mijn werk eet ik altijd rond 10 en 3 uur een tussendoortje. Een biologische koek (met rietsuiker), fruit of een notenreep van Zonnatura. Daar blijkt honing in te zitten. Is eigenlijk ook suiker, dus om 10 uur bonken de repen in mijn la. Ik probeer ze te negeren, maar dat is lastig als mijn maag op de maat mee gaat knorren. Geen fruit bij me, stom. Gewoon hard doorwerken tot de lunch. Wanneer ik een leverancier probeer te bellen, geeft mijn telefoon er de brui aan. Ik ben in staat om hem door de kamer te gooien of op te eten. Wat word ik saggo van niet eten. Ik sleur mijn collega’s om 12 uur mee om te lunchen. Bij het buffet bedenk ik me, dat in brood natuurlijk ook suiker zit. En in kaas. In vleeswaren. O-ve-ral in dus. Zelfs de rieten mandjes waar het brood in ligt lijken me nu smakelijk. Maar ik mag best mild zijn. Het gaat mij er met name om, om in eerste instantie van mijn overmatige suikergebruik af te komen.

Dus ik eet 1 boterham met worst en maak een salade (jak) zonder dressing.
Tussen de middag een appel en mandarijn en als ik Harm aan de lijn heb, mag hij van mij geen kaassaus maken voor bij het eten. Dat is pas rommel. Ik drink de hele dag thee en water en rij dan naar de Appie. Ik gooi mijn wagen vol fruit en (snack)groenten, maar dan moet ik langs het broodschap. In de aanbieding: verse gevulde koeken en appeltaart. Zou eraan ruiken ook slecht zijn? Mijn darmen proberen zich uit te strekken en beuken aan de binnenkant van mijn buik om de koeken te grijpen. Ik geef ze een beuk terug en maak snel mijn rondje af. Ik heb wel een tijdschrift verdiend. Die ik ’s avonds niet eens lees, want als ik eenmaal (on)rustig op de bank zit, begin ik te stuiptrekken en schuimbekken. Knorrig ga ik vroeg naar bed.

Slapeloosheid is volgens mij ook een vaak genoemde klacht bij te veel suikerinname. Nou, bij te weinig, is het ook zoeken naar de schaapjes hoor. Dus telde ik de chocotoffs uit de la. Eenmaal gesmolten, smeerde ik mijn bovenlip ermee in. De zoete geur van verleiding was niet genoeg om knock-out te gaan. Daarom telde ik het aantal knorren in mijn maag per seconde.

Bron: facebookpagina van mijn broer
Bron: facebookpagina van mijn broer

De dagen die volgden leken gevuld te zijn met het gebrek aan lekkers. In mijn mond welteverstaan. De winkels liggen er vol mee. Met kruidnoten en consorten. ‘Vrienden’ plaatsten het zelfs op Facebook onder de noemer ‘wat ligt het er weer vroeg dit jaar’. Euh, niet, een week te laat Bolletje. Nu bleef het bij kijken kijken, niet kopen. Not my kind of style. Normaliter verhoog ik hun omzet met liefde. Kocht ik kleine zakjes voor de kinderen. Yeah right. Ik was al misselijk voordat die vent zijn baard uit de verkleedkist had gevist. Gewoon blijven proppen en aftoppen met gevuld speculaas en dan met name die knapperige randen. Het water loopt me gewoon al in de mond tijdens het typen. Krijg gewoon de behoefte om aan mijn laptop te likken.

Wat ook niet hielp waren de verjaardagen deze week. Op de zaak werden punten taart gesneden waar een heel derde wereld land van kon eten. Er zat ook rijst in, dus ze hadden er geen buikpijn van gekregen. Ik kreeg er wel krampen van, want ik moest het laten staan. Evenals de M&M’s die op mijn bureau gelegd werden. Arrrggghh. Spastisch gooide ik hem over mijn scherm en greep lekker naar de ‘snack’tomaatjes. Alsof dat ook echt snacken is. Als ik echt wild van verlanger werd, pakte ik een walnootje. Ongezouten. Whoehoe, maak me gek.

Gelukkig?
Gelukkig? Zonder chocola?

Zaterdag weer een verjaardag. Vriendinlief had weer een heerlijke kwarktaart gebakken. Met verse aardbeitjes, maar plus een pak suiker en Bastogne koeken als bodem. Een no go. Luc kwam gewoon op schoot zitten met een grote punt slagroomtaart. Tergend langzaam likte hij zijn vork af. Kwellend bijna. Na een hap zette hij de suikerbom voor me neer en rende weg om te gaan spelen. Harm deed ondertussen lekker uit de doeken hoe chagrijnig ik ben van ons suikerloze ‘dieet’. Ik likte voor de vorm aan de tafel. Doet het altijd goed op feesten en partijen. Een andere gast zette er een ondertitel onder; ‘even checken of het geen zoethout is’. En terwijl iedereen echt zat te snacken, pulkte ik de splinters uit mijn tong en dronk volop cactusthee. Alsof ik nog niet prikkelbaar genoeg was. Het gesprek kwam op Amber Albarda, de nieuwste dieetgoeroe, die het suiker-gif-idee onderstreept. Vriendinlief was zo lief om het boek aan me uit te lenen. Nu kan ik zonder suiker ook nog een zoutloos boek lezen. En goed dat ik me voel…

Vandaag ben ik zo druk geweest, dat ik het niet echt miste, behalve bij de eetmomenten. Geen chocola op brood, water drinken, dat soort geneuzel. Einde van de dag plof ik op de bank. Harm gaat een oer-Hollandse maaltijd klaarmaken, terwijl ik op Facebook een stuk chocoladetaart voorbij zie komen. Verschil moet er wezen. De groenteballetjes zijn prima, de kale aardappelen met stronken bloemkool brengen me niet tot een hoogtepunt. Al helemaal niet als Harm me halverwege vertelt dat hij nog een rups uit de bloemkool had gevist. De stukken bloemige kool kriebelen in mijn keel. Zijn het de pootjes van rupsje nooit genoeg, mijn alter ego? Harm geniet met volle teugen van het schouwspel. Elke hap wordt gecheckt. Had het achteraf verteld, of gewoon je mond gehouden. De kinderen eten een toetje. Zij wel. Schijnbaar is het heel moeilijk om die hap zonder omwegen in de mond te manoeuvreren, want Bruintje Beer is er niks bij. Ik moet mezelf bedwingen hun gezicht niet af te lebberen om zo toch aan mijn suikershot te komen.

Er is nu een week voorbij. Is het makkelijker geworden? Nee. Voel ik me gezonder? Nee. Lekkerder in mijn vel? Nee. Straal ik? Geenszins. Ik heb gewoon constant honger en lekkere trek. Ben onuitstaanbaar (ja, echt erger dan normaal) en krijg vreemde neigingen. Als dit nog langer doorgaat denk ik dat Harm ’s nachts stiekem een shot chocola mijn aderen in spuit. Ik hoop dat hij dit leest. Het is gewoon een hint. Want dit rupsje heeft echt nooit genoeg.

Deel