Tag Archives Spa

Weekendje weg

doorPosted on 2 Comments6min. leestijd135 gelezen

Thuiswerken. Niet op vakantie gaan. De dagen rijgen zich aaneen. Tijd om samen weer te connecten. We waren een weekje kinderloos, dus mooi moment om met z’n tweetjes weer eens wat leuks te doen. Dat begon met een ballonvaart en eindigde met een weekendje weg.

Ballonvaart

We waren allebei wel toe aan relaxen. Dus niet overspannen in een stad met een mondkapje winkel in, handgel op. Het werd een weekendje Spa.
‘Laten we dan vrijdag wandelen’, riep ik in een vlaag van verstandsverbijstering. Verbinding met elkaar én de natuur, kleurde ik het allemaal eens lekker rooskleurig in. De Veluwe klonk als de heilige graal voor wandelaars. En lag op de route, dus meant to be…

Laatst keken we de film Outback, waarin een stelletje onvoorbereid de woestijn in trok en hij uiteindelijk koelvloeistof dronk en zijn pis als redmiddel aan zijn vriendin gaf, die niet alleen pis dronk, maar ook gestoken werd door een schorpioen en haar vriend zag dood gaan. Onze wandeling vergeleek ik hiermee. Dus Harm sleepte vrijdag een rugzak vol water en stroopwafels achter zich aan. Ook had ik in een koeltas in de auto flesjes water en een doos bonbons staan. Dat laatste was eigenlijk bedoeld als bedankje voor onze vrienden die op Luc pasten, maar het was fijn om te weten dat we op dit noodrantsoen konden terug vallen.

Lukraak wandelen heeft ons ooit laten verdwalen in de Drunense duinen (ja dat kan. En dat was met kinderen erbij, de rest mag je zelf invullen). Dus Harm koos veilig een route, waar we de auto bij konden parkeren. Voor we begonnen met lopen hadden we al meerdere foto’s gemaakt. Mochten we het niet overleven, zouden deze mooi staan op onze rouwkaart.

Wij dachten dat het in een bos koel zou zijn. Dat bleek een kleine misvatting. Maar klagen, daar houden we niet van. Dus richtten we ons op de omgeving. Want blijkbaar was het niet ondenkbaar om everzwijnen, herten en zwarte adelaars of iets dergelijks te spotten. Na drie kwartier waren we nog niks tegen gekomen. Harm had zijn zoomlens constant in de aanslag en vermeldde gezellig; ‘we gaan niet weg voordat ik een beest een karkas heb zien leegpikken’.

Het leek wel een bomenkerkhof. Verzengende hitte. Gieren boven ons hoofd. Ik denk dat ze afwachten totdat ze mijn gebakken hersenen uit mijn oogkas konden zuigen. Wij goten ons vol met water en probeerden niet dood te gaan. Van verveling of een zonnesteek, dat is om het even. Ik zong mijn nieuwe mantra hardop ‘hydrateren kun je leren’ en Harm danste als een bezeten bizon over het pad. Zolang het schuim nog niet op zijn lippen stond, was hij niet door een schorpioen gegrepen, dus liet ik hem maar begaan.

Nadat we onze dolle minuut hadden beleefd vroegen we ons af of het altijd zo lekker rustig was hier. Kijk, ik hou daarvan, dat weet je. Ik was in eerste instantie als de dood dat we overlopen zouden worden door fervente stappers die elke keer hun poolstokken in onze enkels zouden prikken omdat we te langzaam gingen. Maar dit was het andere uiterste. Ik wilde wel gevonden worden als we dit niet overleefden. We hadden niet voor niets mooie foto’s gemaakt. Eens checken waar we op de route zaten.

Je behoorde dus bij 1 te beginnen…

‘Euhhh Harm waarom staat dat pijltje (lees: wij) niet op de route?’
Het antwoord liet zich raden.
Kwam daar ineens van links een reddende engel in de vorm van een bonkige man met vaalblauw hemdje en een schattig vrouke ernaast. Ik klampte ze op anderhalve meter aan of we toch echt wel op een wandelpad liepen. ‘Ja hoor, gewoon de bordjes volgen’.
Bordjes. Juist. De man keek ons hoofdschuddend na. Jambers klonk in mijn hoofd; overdag bewandelt hij de begaande paden, bij volle maan eet hij verdwaalde wandelaars, gehuld in zijn zelf gestroopte bizon huid.
Zucht, mijn fantasie nam een loopje met me. Mijn schoenen ook. Die waren voornemens een dikke blaar op mijn kleine teen te creëren.

Even stoppen. Bleek dat ik bij het uittesten van 4 tasjes (je wilt er toch een beetje fashionable bijlopen) mijn pleisters te hebben achter gelaten in één van die tasjes thuis. Gelukkig had ik wel zakdoekjes bij me (en een Zwitsers zakmes, lippenbalsem, haargel, spiegel, snoepjes, pillen en natuurlijk lipgloss). Zakdoekje om de teen. Enkelsokje weer aan. Hmm, nog niet optimaal. Gelukkig had ik ook nog gewone sokken bij me (en een vest en een sjaal), dus ondanks de 30 graden, nog lekker een extra sok aangetrokken. Ik liep weer als een kievit. Of eerlijk gezegd sleepte ik mezelf achter Harm aan. Volgens mij volgden wij een paardenpad, want waarom zou je wandelaars anders door het rulle zand laten stappen? We mixten onze route met blauwe en groene bewegwijzering pijltjes. Echt een topidee! Maar ik bekeek het positief: Gelukkig waren de kinderen niet mee.

Zijn we er al? Ik heb zware benen, mag ik op je rug? Hebben we nog drinken? Waarom hebben we alleen water? Waar staat de auto? Ik kan niet meer. Heb je wat lekkers? Zijn we er al? Nee, ik ga daar niet zitten, daar zijn rode mieren! Ik heb een blaar. Hoezo heb je geen pleisters bij je? Hé, hier liepen we net ook al. Mijn voeten doen pijn. Ik moet poepen.

Helemaal blij dat dit zich alleen in mijn hoofd afspeelde, pakte ik Harm zijn klamme hand en besloot dat als we dit overleefden, ik wel weer eens een blog ging schrijven.

Google maps redde ons op het moment dat ons water op dreigde te raken. Bij de auto aangekomen hoefden we niet aan de koelvloeistof te likken. Voor het verhaal was het leuk geweest als we Harm zijn shirt hadden uitgewrongen boven onze monden, maar er was een ijscoboer zo lief om bij onze auto zijn handeltje op te zetten. Na bananenijs en frisse flesjes water gingen we monter op weg naar onze eindbestemming deze dag; de Havixhorst.

Havixhorst

Zaterdag on our way to Bad Nieuweschans. Eenmaal in badjas gehuld huppelden we door de lange lange gang. Er liep een medewerker achter ons en zij was zo lief om ons te wijzen op de knoppen op de muur, waardoor de deuren vanzelf open gingen. Hoefde je ze niet aan te raken met je handen. Dat deed ik sowieso niet, daar had ik Harm voor. Maar dat stond hem wel aan, op zo’n knop rammen. De eerstvolgende knop was de zijne. En zo legde hij BAM heel de gang in het donker.

De lichtknoppen verder met rust gelaten, kwam het allemaal goed. Alles was zoals het moest zijn. Bubbelen met je gezicht in de zon. Afkoelen na een opgieting in de regen. Het was heerlijk. Ik wilde ’s middags nog wel het blote voetenbad lopen. Dat was een tip van Josette. Scheen goed te zijn voor je zintuigen, kuiten en nog iets, je darmflora ofzo. Geen idee waar dat was. We zagen op een gegeven moment een soort strookjes met zand, grind, houtsnippers en kiezels. Eigenlijk wat je normaal gesproken probeert te vermijden met je blote voeten. Maar alles voor de zintuigen! Na de zoveelste pijniging dacht ik dat er alleen nog een bak met glasscherven kon komen, maar toen moesten we door een bijna onzichtbaar beekje. Dat bleek uiteindelijk het beginpunt te zijn. Verbaasde me niks. Bij ons gaat zelden iets normaal. Harm nam de moeite niet eens meer en stapte over het stroompje heen en mompelde ‘hoeveel wijn had Josette eigenlijk op toen ze dit pad beliep?’ ‘Euh ze liep het ’s ochtends vroeg’. Harm keek me bedenkelijk aan en verdween in een hangmat. Ik had nog nooit in een hangmat gelegen, maar mijn collega’s adviseerden er een handdoek in te leggen. Dat snapte ik. Mocht er nou iemand met zijn lange harige zak in hebben gelegen en ik zou mijn door-de-masseur-ingeoliede-rug daarin vleien, zou ik de rest van de dag rondlopen met andermans schaamvachtje op mijn rug. Ik kon aan niks anders meer denken toen ik in de hangmat probeerde te stappen. Dat de goden mij goed gezind waren, bleek wel omdat ik er niet gelijk aan de andere kant uit ben gerold. Ook dat Harm me niet een paar keer om mijn as had rond gezwiept. Ik zag deze gedachte weerspiegelen in zijn glinsterende oogjes.

En dat was het idee. Die glinstering weer te zien, bij te kletsen, te verbinden en beseffen hoe goed we het hebben samen. Hoe dom en melig we ons door dat hete, saaie bos heen werkten en dat er geen onvertogen woord is gevallen. Genoeg andere woorden om hier niet te herhalen, maar hé; nog geen rouwkaarten nodig 😉

Deel