Het is gebeurd. Niemand heeft dit kunnen voorzien. Ik had dit zelf ook nooit verwacht. Maar eens moest het er van komen.
Ik ben naar de sportschool geweest.
Vrijwillig.
Kleine uitleg lijkt me op de plaats, aangezien ik nooit een stap teveel zet. Misschien alleen tijdens een winkelsessie waarbij ik weer aanbeland bij de eerst bezochte winkel, maar dan nog zie ik dat als uiterst weloverwogen energieverbruik. Een sportschool daarentegen zie ik meer als zinloos bewegen en zweten in een ruimte met andere mensen. Eigenlijk triple horror voor mij dus.
Waarom dan toch?
Mijn dagen zijn gevuld met klussen, klusjesmannen, sollicitaties mailen, het huishouden en de kinderen. Elke dag weer halen, brengen, fruit maken, wc’s schrobben, politieagentje spelen, wassen engazomaardoor. Sleur to the max. Ik vind er niets meer aan. Ik wil gewoon werken en heb thuis wel genoeg te doen, maar te weinig uitdaging. Ik voel me een plofferige bankhangende zeur. Al een jaar. En tuurlijk is het een luxe etc blablablabla, maar het is ook gewoon gezapig. Mijn coach raadde me aan om leuke dingen te gaan doen. Het liefste in groepsverband. Zodat ik weer deelneem aan het leven. Het sociale leven. Ik haat groepen. Mijn coach lachte. ‘Stap eens uit je comfortzone. Doe iets wat je normaal nooit zou doen…’
Juist. Mijn eerste gedachte was niet meteen de sportschool, dat snap jij ook. Afgelopen zaterdag ben ik heerlijk naar een brocantemarkt geweest. Zonnetje erbij. Met iemand die ik heel aardig vind, maar niet zo vaak zie. Is dat een klein beetje uit mijn comfortzone? Nee, ik weet het. Het viel alleen in de categorie ‘leuk’. Het lastige dat als ik uit mijn comfortzone moet stappen, ik al gauw het gevoel krijg dat er een bak met kriebelende beestjes in mijn nek wordt gekieperd. Jeuk all over the place.
Toch was hij ineens daar. Het afschrikwekkende idee om te gaan sporten. Want er is nog iets wat ik haat. Mijn houding. Door onzekerheid loop ik al sinds klein verlegen meisje het liefste schrapend met mijn schouders over de grond. Als niemand me maar ziet. Ondanks dat ik dat meisje steeds meer ontgroei, loop ik nog steeds als een zwangere gebochelde gans. Mijn bekkeninstabiliteit en scheve wervelkolom helpen natuurlijk niet, maar smoesjes om er iets aan te doen heb ik eigenlijk niet meer. Ik heb tijd zat.
Dus daar ging ik. Met mijn weinig gedragen hardloopkleren aan. En zo stond ik dus ineens op een regenachtige maandagochtend op een hardloopband. Ik had al bijna alle apparaten gehad en netjes uitgelegd gekregen door een geduldige instructeur. Er liepen nog twee nieuwe mensen, dus ik was niet de enige onsportieveling. Aangezien de meeste mensen gewoon lekker aan het werk waren, stond ik tussen huisvrouwen en gepensioneerden aan de apparaten te trekken. Ik voelde me er niet meteen thuis zeg maar. Het hielp ook niet dat er een aroma van zweet mijn neus bereikte. Na een okselsnuffelsessie bleek gelukkig ik niet de verspreider van de rauwe uien lucht. Maar toch. Bah.
Op die loopband kwam ook het besef wat er misschien nog wel het ergste is aan zo’n fitnessruimte. De spiegels. Ik liep letterlijk tegen mezelf aan. En wat deed ik? Hoofd buigen. Weg kijken. Plus focussen op mijn minpunten. Want dat strakke hardloopshirt toonde me geen strak lijf. Schaamte overviel me. Ik probeerde mijn buik in te houden. En donderde bijna van de band af. Whooo. Mijn instructeur schoot te hulp. Hoofd omhoog. Dan pas heb je een goede houding. Zo keek ik nog 10 minuten naar mezelf. Deze hele ochtend heeft me al zoveel geleerd. Niet alleen over de apparaten en mijn lichamelijke houding.
Trots stapte ik weer in de auto. Ik had het toch maar mooi gedaan. Zou ik mezelf verwennen met een taartje? Hmmm, toch maar niet. Beter gelijk thuis de papieren van de sportschool doornemen. Want morgen ga ik weer. Trek ik wel een ander shirt aan, want he, ik mag me natuurlijk wel een klein beetje comfortabel voelen buiten mijn zone. Misschien koop ik gelijk wel een complete flitsende outfit. Jubelend nam ik als een kromme zak aardappelen plaats op de bank. Hallo wehkamp.nl. Hallo comfortzone 😉