Elk jaar ging Luc een weekje met Piet naar de camping. Voordat we de caravan verkopen, wilden Harm en Luc er nog eens samen mee op uit. Een echt mannen weekje. En voor mij een week vol vrienden, maar ook genieten van de stilte en de vogels in de tuin. Het gemis naar mijn mannen groeide met de dag, dus ik besloot ook een dagje het campingleven in te duiken.
Het bleek een mooie camping met veel bomen, maar ook veel caravans. Warm! Gelukkig was er een zwembad bij, waar Luc zijn bommetjes wilde laten zien. Had hij een hele week op geoefend en het had Harm ook een vriendinnetje opgeleverd. Een meisje van 11, die ook graag aandacht wilde en constant om hem heen bleef hangen en ook punten wilde voor haar bommetjes. Toen ze vroeg of haar lippen al blauw kleurden en Harm nee antwoordde, gaf ze aan: ‘Oké, want als mijn lippen blauw kleuren moet ik naar huis’. Harm had spijt dat hij geen ja had gezegd.
Het zwembad bleek niet heel groot en daardoor vlogen links en rechts de bommetjes-makende-kinderen om mijn ogen. Mijn lenzen zuigen zich door chloorwater vast aan mijn oogbollen, dus ik koos het minder ruime sop en verplaatste me met Luc naar het peuterbadje. Een tenger meisje met lubberend badpak en een goudmijn voor een orthodontist in haar mond kwam naar ons toe gezwommen. Met geknepen oogjes keek ze van mij naar Luc en daarna naar Harm, die nog in het grotere bad dobberde.
‘Zijn jullie gescheiden?’, brulde ze me toe.
‘Euh, nee’.
‘Hebben jullie ruzie dan?’, ging het verhoor verder.
‘Nee’.
Ik verplaatste me met Luc nonchalant naar de andere kant van het badje, maar het meisje sprong als een hinde door het water achter ons aan.
‘Maar hebben jij en je man vaak ruzie?’, wilde ze dan weten.
‘Euh, nee’, viel ik in herhaling.
‘Jullie hebben toch wel ooit ruzie?’, drong ze bijna schuimbekkend aan.
‘Nee.’
‘Ook niet als hij zwart wil en jij roze?’
‘Huh… nee?’
‘Nee, jij lijkt me ook niet het type voor roze’, besloot ze.
Voordat ze in mijn ogen kon zien dat ik ooit een muur oudroze wilde verven en Harm niet, of dat ze zou gaan uitzoeken welke kleur dan beter bij me paste, stapte ik uit het badje en dook naast Harm in het bommenbad.
‘Harm, zeg eens eerlijk, heb jij op alle caravandeurtjes geklopt om te verkondigen dat je gescheiden bent?’.
Ik zag het al helemaal voor me, met een pruilend smoezelig Lucje aan zijn hand. Die zijn andere handje bedelend ophield. Voor een aalmoes of op zoek naar een nieuwe moeder, daar was ik nog niet over uit.
Maar Harm keek me bevreemdend aan en ik legde hem uit wat er was gebeurd.
‘Ah, je hebt mijn vriendin inmiddels ontmoet’.
Aan het einde van de gezellige dag wilde Luc met mij douchen, want dan konden we allebei apart in een hokje en dan op het tussenmuurtje kloppen. Dat deed hij met Harm ook elke dag, dus moest dat met mij ook. Ik ben dol op douchehokjes op campings, dus togen we vol goede zin naar de douches. Alwaar een deur openstond waar een man net bukte om wat te pakken (of lekker aan zijn teennagels te krabben, dat kan ook). Maar waar het om gaat is dat hij naakt was. En zijn behaarde kont uit het douchehokje stak. Luc kreeg grote ogen en keek mij aan. Zijn tere puberziel trekt blote lichamen niet en deze aanblik moet een kras op zijn ziel (of zijn ogen) betekenen. We liepen een rondje rond het blok met douches en inmiddels had de man zijn hokje op slot gedaan en was alleen de douche ernaast nog beschikbaar. Luc wilde wel samen douchen, maar om hem niet verder te beschadigen besloot ik om onze badkleding aan te houden. We sopten ons rijkelijk in en Luc moest uiteraard nog drie keer zijn hart hardop luchten ‘mam, zag je hoeveel haren hij op zijn aars had?’. Voor het geval die man het nu nog niet gehoord had, wilde Luc toch ook nog even op het tussenmuurtje kloppen.
‘Hallo? Hallo?’ vroeg de man door het muurtje heen.
Luc piste bijna in zijn broek.
Letterlijk.
‘Mam, ik moet plassen’.
‘Dat mag hier wel, doe het dan wel boven het douchepu…’, maar Luc stond al te urineren in de hoek. Ik zag het zo van het opstapje in mijn slippers sijpelen.
Na deze zintuigen-prikkelende-dag was het moment aangekomen om te gaan slapen. Het was laat op de avond, maar het leek wel of alle buren nog even wilde laten weten dat ik op een camping ging slapen. De één leek onder ons raam zijn sigaret op te roken, een baby schreeuwde de longen uit het lijf, een ander dacht dat dit het uitgelezen moment was om de voortent te gaan stofzuigen, luchtbedden met een elektrische pomp op te blazen, de caravan te reorganiseren, zijn busdeuren en lampen 38 keer uit te testen en uiteraard was er nog een krijsende peuter die niet wilde slapen. Maar ik wilde dat wel. Een mug zoog zich vast aan mijn voorhoofd, ik sloeg erop los, maar ik zei niets. Harm kent mij en mijn voorliefde voor stilte en fluisterde; ‘ik vind het heel stoer dat je dit doet’.
‘Ik neem aan dat ik nu genoeg credits heb opgebouwd om ooit in ons leven nog een muur roze te mogen schilderen?’ fluisterde ik terug.
Harm lachte en trok me tegen zich aan.
Ik denk dat we voorlopig nog niet gaan scheiden.

Wat vind jij van deze blog?