Eten

Pannenkoek op de boot

doorPosted on 0 Comments3min. leestijd108 gelezen

Franse kinderen schijnen als ze 2 jaar oud zijn al een vijf gangen diner naar binnen te werken. Inclusief juist gebruik van al het bestek. Ons zoontje van bijna 4 eet het liefste zonder bestek. Dus totdat we alle (tafel)manieren erin geramd hebben, gaan we niet uit eten met de kinderen. Behalve dan naar de Mac en het pannenkoeken restaurant. Maar dat voelt niet echt uit eten. Eerder als een taakstraf. Vandaag was het weer zover. Vakantie bijna voorbij, dat moet gevierd worden. Het werd de pannenkoekenboot.

Als we via het fietspad ergens asociaal geparkeerd staan in het gras, hoeven we nog maar vijf stappen te zetten en we staan op de loopbrug. We blijken niet de enigen met dit lumineuze idee. Binnen is geen plek meer. Buiten op een soort dek onder een tentdoek vinden we een plekje aan het water. Harm glimt als een kind. Ik rits mijn jack omhoog ‘ik zit hier af te niften. Echt, ik ga kapot’. Harm lacht nog harder. Terwijl hij gewoon in een shirtje zit. Ik kijk de zon tussen de wolken vandaan en Luc gooit de stroop om. Dit wordt weer een topavond.

Pannenkoek LinaLina moet écht een pannenkoek met slagroom en ijs en wij dwingen Luc tot een variant met poedersuiker en kaneelsuiker, want hij eet hem toch niet op en wij hebben dan vast nog wel trek. Altijd denken wij er wel twee op te kunnen. Maar vaak krijgen we er niet eens eentje op. Eerst nog maar even kleuren met de kinderen. Wij doen net zo hard mee. Leuk, dat is een tijd geleden. Luc klokt in één keer zijn fristi naar binnen. Ha, daar zijn de pannenkoeken al. Ik val aan op de mijne en met mijn mond volgepropt zie ik Lina de laatste grote hap slagroom wegwerken. Harm spreekt mijn gedachte uit ‘die is toch voor óp je pannenkoek?’. Ondertussen smelt haar ijs, want die staat nog op de pannenkoek. Harm helpt Luc totaal niet aan manieren, als hij creatief met poedersuiker is. Het levert een leuke handafdruk op Luc zijn pannenkoek op, dat wel. Maar Luc denkt nu dat hij op zijn bepoederde pannenkoek mag slaan. Ik zit nu nog te niesen. Gelukkig veegde hij wel netjes zijn handen af. Aan Harm zijn t-shirt.

Heel pedagogisch
Heel pedagogisch

Veel zin in zijn pannenkoek heeft Luc niet. ‘Bij opa zijn ze niet zo dik’. ‘Hier ga ik van stikken’. ‘Mag ik dan nu mijn vork in het water gooien?’.
‘ETEN LUC!’.
‘Waarohommmm?’.
Zucht, hoe krijgen die Fransen in godsnaam coquilles door die strotjes van de kinderen?
Lina eet wel snel haar bruine lap op. De smulmuntjes wachten. Ondertussen chanteren wij Luc met de muntjes. ‘Nog twee hapjes, dan mag je ook een cadeautje uitzoeken’. Zouden ze daarom die muntjes uitdelen?

Tadaaa
Tadaaa

Gelukkig is het bij een andere tafel al niet beter. Achter ons gillen de kinderen zo hard, dat we prima al Luc zijn ‘waarom’-vragen kunnen negeren. Voor ons zit een stel. Zonder kinderen. Verstoord kijken ze naar de krijsende tafel achter ons. Tsja, zo’n boot is eigenlijk prima om aan kinderen te wennen. De kans is groot dat je na het eten hier, de baan op het kinderdagverblijf afzegt, of zelfs helemaal niet meer aan kinderen wil beginnen. Een ander stel staat serieus kwaad op en verlaat de boot.

Dat het ook echt een boot is, merk ik als er een speedboot de dobberende meerkoetjes naast ons bijna halveert. De golven wiebelen onder mijn stoel en laat de prei-ui-kaas-spek-pannenkoek klotsen in mijn ice-tea buik. Harm ziet mijn gezicht en heeft wel een top avond. Wat nou sterrenrestaurant en manieren? Hij vermaakt zich zo ook prima.

Deel

Ken je die mop van de worteltjestaart?

doorPosted on 4min. leestijd214 gelezen

Koken, ik heb er een haat-liefde verhouding mee. Met de weinige ingrediënten die ik lust probeer ik zo creatief mogelijk mijn geliefden wat voor te schotelen. Toen ik manlief ooit vroeg wat hij van mijn kookkunsten vond, mompelde hij dat het wel iets gevarieerder mocht. Je snapt dat ik als control freak vond dat ik heftig tekort schoot. Sindsdien doe ik ook echt wat met mijn uitscheursels uit de allerhande en kook ik de sterren uit mijn oven.

Tenminste, dat probeer ik. Zoals vandaag. Woensdag is mijn vrije dag, dus heb ik meer tijd om te koken. Heb ik ooit bedacht. Dat er op die dag ook kinderen van en naar school en naar vriendjes moeten, de strijk niet vanzelf verdwijnt, evenals de wc sporen van huisgenoten en pakketjes naar het postkantoor moeten, vergat ik even. En omdat er niet genoeg uren in een dag zitten, schrijf ik haastig wat ingrediënten op mijn boodschappenlijstje. Vandaag eten we namelijk wortelkoek.

Als ik aan het recept ga beginnen en alles uitstal op het aanrecht, blijk ik zonnebloempitten vergeten te zijn. Pijnboompitten zullen vast ook lekker zijn. Oeps, ook te weinig crème fraiche gehaald. Bloem blijkt ook 100 gram te weinig te zijn. Normaal heb je er 3 pakken van staan en denk je, dat hoef ik in geen jaren meer te kopen en nu grijp je mis. Ach, dan wordt het koekje maar wat kleiner. Er stond ondertussen toch een jongetje te echoën dat hij geen worteltjes lust. Heel pedagogisch mompelde ik ‘jij lust niks’ en begon al wat harder te praten toen hij met mijn eieren wilde jongleren. Hij zag dat als helpen. Bij het ‘blijf van die eieren af voor de derde keer’ zag ik zijn knuistje om het ei spannen en zette hij zich schrap. Maar mama was sneller en na een sprintje redde ze het ei van zijn ondergang tegen de muur.

Oké, terug naar het recept. De worteltjes zijn schoon en gesneden. Luc mag ze in de pan doen. Schijnt goed te zijn, zeker bij kinderen die weinig eten. Alhoewel ik er niet echt in geloof (Luc bleef herhalen bij elk worteltje ‘wortels zijn vies’), kon ik hem zo wel afleiden van de eitjes. Ik heb me wel voorgenomen voortaan recepten iets beter te lezen, want de volgende stap was deeg kneden. Na gehakt kneden en kip snijden (doe ik nooit meer), is dit echt ranzig. Het plakt, ik krijg nooit een goede bal en het is helemaal lastig, als je niet de goede verhoudingen hebt gebruikt. Dat laatste wist ik op voorhand, zelfs mijn olijfolie was na 6 (ipv 8) eetlepels op. Zucht. Bah. Waarom doe ik dit? Ben ik nou echt zo’n moeder geworden, die zo nodig elke dag wat gezonds aan haar kroost moet voorschotelen? Terwijl het niet eens gewaardeerd wordt.
plakhand

Niet zeuren Joyce, je kan dit. Nou niet dus. Het deeg, wat als dunne plak in het bakblik moet, is een plakkerige bult drek. Maar ik laat me er niet onder krijgen en stomp het tegen de bodem. Die opstaande rand denken we er maar bij. De wortels druk ik er met volle kracht in. Eimengsel eroverheen. Bij het in de oven zetten, drupt mijn bakblik. Ik laat een spoor van eiprut achter op aanrecht, vloer en binnenkant van de ovendeur. Ahhhhhh. Why? Tell me why? De vloekwoorden laat ik maar even achterwege, om mijn reputatie als ontspoorde moeder een beetje te ontkrachten. Maar ik moet mezelf tegen houden om mijn misbaksel niet door de keuken te smijten. Een vel bakpapier onderin de oven moet het druipsel van mijn koek in wording absorberen. 45 Minuten instellen op de oven en na het opruimen van het aanrecht moest ik het even van me afschrijven. Met een blik op de oven.

In de oven

Luc eet er zijn vingers bij op
Luc eet er zijn vingers bij op

Het begint lekker te ruiken. Helaas ziet de nageboorte van mijn moederkoek er iets minder fris uit. Sorry, ik heb het gewoon over de gestolde eibult onder mijn probeersel. Het rijst ondertussen letterlijk de pan uit. Harm komt thuis en vraagt ‘wat eten we?’. Geen idee, antwoord ik. Hij kijkt op het recept. ‘Zo gaat het er niet uitzien’, bereid ik hem maar alvast voor. Ik hoef het eigenlijk niet te vermelden, want mijn bereide eten is meestal erg lekker, maar niet opgemaakt door een foodstylist. Ik heb ondertussen het krokante ei-korst-ding uit de oven gehaald en proef het eens voor de grap. Lekker! Waarschijnlijk als je het ooit zo probeert te maken lukt het niet en nu ligt het als left-over op de bakplaat. Nog fijner, Luc eet het zelfs.

worteltaart
De koek, die toch meer wegheeft van een dikke taart, ziet er nog best aardig uit en smaakt prima. Waarschijnlijk niet zoals het hoort (Lina vraagt of ik er cake doorheen heb gedaan), maar dat zullen we nooit weten. Het recept flikker ik bij deze weg. Maarre; Ken je die mop van de worteltjestaart? Lekker he!

Deel

door

Kuiken zoekt (zich) lam

doorPosted on 2 Comments4min. leestijd316 gelezen

Pasen is meestal relaxter dan Kerst. Je bent niet al weken bezig je huis te versieren en recepten aan het uitzoeken, om vervolgens 3 dagen in de keuken te staan en volgevreten het nieuwe jaar in te rollen. Maar toch wil je met het paasfeest wat lekkers op tafel zetten voor je familie. We maken allemaal wat. Mijn man mag het vlees kiezen (ik zoek het toetje uit, maar dat spreekt voor zich). Manlief kiest voor het enige schattige stuk vlees wat door de wei huppelt. Juist, een lammetje. Maar omdat ik graag ook een keer de vrouw-van-het-jaar-award wil winnen, zet ik het op mijn boodschappenlijstje.

Vandaag ben ik vrij vanaf 12 uur. Gauw race ik naar de makelaar, haal spullen op voor de open huizen route en de volgende stop is AH. Hier hadden ze allerlei lamlendig vlees, maar niet de lappen die ik zocht. Nou stond het recept ook in een boekje van de Jumbo, dus maak ik vanmiddag nog een ommetje. Eerst de boodschappen thuis afslingeren en op tijd komen bij Lina’s school. Die heeft paasuitvoering (vandaar de vrije middag). Heel de school treedt op. Ik smelt bij de kleutertjes en zie Lucje er al helemaal tussen staan volgend jaar. Maar langzaam kak ik in.

Mobiele paparazzi
Mobiele paparazzi

Zal ik even mijn mobiel checken? Nee, dat kan echt niet. Dus ik zet mijn glimlach weer op en kijk om me heen. Lientje zit ergens achteraan te wachten op haar beurt. En omdat ik niet de eerste was, zit ik niet vooraan. Dat wordt straks lastig fotograferen/filmen. Ik voel me wel heel ouderwets met mijn spiegelreflex camera. Ik zie bijna alleen mobieltjes de lucht ingaan. Alsof we naar een concert van een celebrity kijken. Maar je eigen kind zien optreden vervult je natuurlijk met trots. Als je haar überhaupt kunt zien natuurlijk. Wat duurt het lang. Mijn blik blijft hangen op een achterhoofd. Kalend, of beter omschreven, ik kijk tegen een vleespet. Maar de haartjes die er nog zitten worden overschaduwd door een pluimpje. Hoe noem je het anders? StaartjeEen staartje? Alsof er een witte rochel in zijn nek is gelegd. Waarom groeit dat daar? Voor de warmte? Om een steenpuist te verbergen? Of gewoon trots laten zien, dat er ergens nog wel haar groeit? Zucht, dat krijg je als ik moet wachten, dan ga ik me onzinnige dingen zitten afvragen. Ik moet me tegenhouden om niet op zoek te gaan naar mijn minischaartje, in mijn grote grabbeltas. Eén knipje en mijn uitzicht is gelijk een stuk verbeterd. Of er moet echt een steenpuist zitten natuurlijk. Wie weet groeien daar ook haren op…

Hé, daar komt Lina het podium op. Ik zwaai. Nu al trots. Kan ik mijn camera gebruiken, waarvoor ik hem heb meegenomen. Ze dansen en zingen op kuikentje piep en iedereen lacht en klapt. Ik niet, ik fotografeer en film. En geniet. Dit is overduidelijk de leukste act. Verder ben ik niet bevooroordeeld. Als de kuikens niet meer piepen, worden er nog wat rijmpjes opgedreund, met een zuur gezicht. Een schattig jongetje leest op een grote stoel een verhaaltje voor. Zo goed, dat ik de paardenstaart voor me moeiteloos negeer. Wat jongens doen een videoclip van Michael Jackson na, waarbij ze elkaar te lijf gaan met messen van hout en de paashaas een zombie is. Die de andere jongens duwt en schopt. Zogenaamd dan, maar de paasgedachte is ver te zoeken. Gelukkig mag mijn meisje het optreden met haar klas nog een keer doen. Fijn.

Hét lamme recept
Hét lamme recept

Als ze mee naar huis mag vertel ik haar hoe leuk ze waren. Ik zal haar thuis de film laten zien. Maar eerst langs de Jumbo voor Lam. Lina vindt het zielig. Grappig he, hoe dat werkt. Je kunt haar niet blijer maken met filet american, spek of een frikandel. Ook al vertel je welke rommel het is. Maar een lam, dat is zielig. Ik snap dat (niet dat ze het andere vlees wel lust). Maar je moet wat over hebben voor een ander. Helaas zie ik hier helemaal geen lam in het schap liggen. Twee giechelmeisjes gaan erover in discussie, terwijl ik heen en weer sta te wippen. Van ongeduld en pijn in mijn rug. Een uur op een houten stoel stil zitten is niet fijn. Maar ik klaag niet, ik kan tenminste zitten. Ben opgegroeid. Je zult maar lam zijn, dan word je afgeslacht tijdens een van de leukste periodes van je leven. Joyce, zet die emoties nou even aan de kant. Straks vraag je nog een zakdoekje aan de winkelmeisjes. Alhoewel ze niet echt aandacht aan me besteden. Als de slager me later komt helpen en me haarfijn uitlegt wat het verschil is tussen lamfilet en lamlappen, wil ik eigenlijk gewoon weglopen. Ik wil niet horen dat het vlees van zijn ruggetje zo lekker mals is, want hij heeft er maar even op gelegen. Mijn lip begint te trillen. Hij hoort te huppelen en lekker op zijn rug te liggen, terwijl zijn vader hem op zijn buikje kriebelt. Oké, bij wijze van spreken dan. De slager vraagt wat ik wil. Ik twijfel of ik nog even langs een ‘echte’ slager zal rijden. Maar mijn kuikentje naast me staat wit en slap tegen het wagentje. Ze is moe van het piepen. Dus ik bestel lapjes van een klein schaapje (klinkt nog erger), om zaterdag nog een keer langs de slachtbank te moeten.

Als laatste even langs de Emté, want ik heb nog steeds geen holle paaseieren voor die kinderen kunnen vinden. Of zou de winkel ze al verstopt hebben? Nee hoor, gewoon uitverkocht. De kerstkransjes liggen waarschijnlijk morgen al in de winkel. Wat moet ik mijn kinderen nu laten zoeken? Stukjes lam? En terwijl ik het typ denk ik, doe niet zo moeilijk. Verstop gewoon wat gewone chocolade paaseitjes. Heb je zakken vol van…in de winkel. Oeps, vergeten.

Deel

Gezond eten. Lekker?

doorPosted on 6 Comments6min. leestijd141 gelezen

Ik heb er een haat-liefde verhouding mee. Met eten. Veel mensen zeggen ‘ik hou echt van lekker eten’. Een beetje een inkopper, want niemand zegt ‘ik ben gek op vies voedsel’. Maar wat is lekker eten? Ik lust niet alles. Een kleine opsomming van producten die ik niet graag op mijn bord vind; paprika, alle kolen (behalve bloem- en boerenkool), champignons, grote hompen vlees, gehakt, zalm, tonijn, krenten, ananas, kipsaté, witlof, sushi, asperges en ga zo maar door. Soms fantaseer ik met Lina mee als ze snoepjesland in haar hoofd vormgeeft. Waar alles is omgedraaid. Groente en fruit zijn ongezond en snoep, koek en chips heel gezond. Gelukkig lust mijn meisje meer dan haar moeder en eet ze vooralsnog wat ik haar voorschotel. Ik hou wel rekening met haar, we eten courgette en tomaat alleen als zij er niet is. Dat scheelt weer één piepend kind aan tafel.

Ik was er vroeger namelijk zo een. Dan vroeg ik bij thuiskomst wat we aten en kon gerust chagrijnig worden als het niks lekkers was. En mijn moeder kan echt lekker koken, maar ik lust gewoon niet alles. Dus dat mondde vaak uit in een gezellige sfeer. Iedereen at, behalve Joyce. Die nam soms een muizenhapje en moest zonder toetje na het eten naar bed. Misschien dat ik daarom nu zo gek ben op toetjes. Ik ben sowieso gek op zoetigheid, met name chocolade en koekjes. Of een combinatie daarvan. Gouden duo volgens mij. En Chips gaat er ook zonder moeite in. Lekker met een natte vinger de laatste restjes van de bodem pulken. Gezond is het niet.

Normaal ontbijtDus probeer ik weleens te minderen. Dat vinden mensen raar, omdat ik slank ben. Maar ook bij mij proberen de nibbits in mij, zich over mijn broekrand heen te wurmen. Ik word daar een beetje onpasselijk van. Het zit ook niet heel relaxed. En is dus niet goed. Dus probeer ik daar gezond eten tegenover te stellen. En eet ik normaliter ’s ochtends biologische muesli, met soja yoghurt, goji bessen, lijnzaad, chia zaad en fruit. Dit kan appel, granaatappelpitjes, banaan, framboos of aardbeien zijn. Soms nog wat noten erdoorheen en ik voel me echt übergezond. Sowieso is ontbijt de belangrijkste maaltijd van de dag. Dus hier investeer ik in. Tussen de middag eet ik gewoon normaal (2 bruine boterhammen, eentje met worst of kaas en eentje met ontbijtkoek, speculaas of pasta). Als tussendoortjes pak ik een koekje of fruit.

Ik heb niet altijd zin in fruit. Het is vaak een moetje. Vroeger at ik het volgens mij weinig. Het enige wat ik me herinner is dat mijn broertje en ik een sinaasappel moesten eten. Of er nou sap in zat of niet. Dan zat je een kwartier te kauwen op een uitgedroogd velletje. Mijn moeder gaf dat na een paar jaar op. Ik geloof ook dat ze gek werd van mijn geveinsde kokhalsmomenten. Ik heb sindsdien nooit meer een sinaasappel gegeten. Ik drink het alleen nog. Verder lust ik wel bananen, aardbeien, frambozen, druiven, meloen en peer. Kiwi pak ik alleen als ik voel dat er een verkoudheid op de loer ligt. Alsof ik met 1x een vitamine-C-shot mijn snotsluizen barricadeer. Ik pak toch het vaakste een appel denk ik.

Quinoa ontbijtMaar na het eten van een appel heb je zo’n ranzige smaak in je mond. Dat kun je het beste tegengaan met chocola ofzo. En als er dan op mijn werk paaseitjes, chocotoffs en M&M’s naar me kijken, ga ik voor de bijl. En omdat het zielig is als ze met elkaar moeten concurreren, eet ik gewoon van alles wat. Ik drink er wel veel (verse) groene thee bij. Dat helpt vast het vet weer af te drijven. Met een collegaatje wissel ik tips uit over gezonde voeding. Zo had ik al eens gelezen over Quinoa, een soort graankorreltje, wat je kunt eten in plaats van rijst of pasta. Wat koolhydraatarm en eiwitrijk is. Klinkt goed. Om lekker risotto mee te maken. Maar mijn collega had ook een lekkere Quinoa ontbijttip. Kook het in een beetje kokosmelk, af laten koelen en vermengen met banaan, walnoten en kaneel. Luc at niet heel zijn appel op, dus dat mikte ik er ook doorheen. Lekker hoor. Maar eigenlijk is alles lekker waar je kaneel overheen strooit.
Quinoa ontbijt klaar

De quinoa was alleen niet meer te krijgen bij de appie, maar wel bij een natuurwinkeltje. Daar word ik altijd erg hebberig. Dus toen ik de laatste keer Chiazaad kocht, vroeg ik of ze nog iets über gezonds voor me had, voor door de muesli. Ze kwam aan met een doosje Chlorella. Dit poeder is zuiverend (klinkt als chloor, dus lijkt logisch) en geeft energie. Klinkt goed. Bij het afrekenen bleek het potje zo duur, dat ik twijfelde of ik niet beter toch gewoon wat bleek door mijn ontbijt kon mixen. Maar ik moet er wat voor over hebben, om tegenwicht te bieden aan de chocola die door mijn bloed heen stroomt.

Dus de dag erna gooide ik alle zaden en de rest in een kom en pakte ik mijn nieuwe gezonde aanwinst. Een halve eetlepel moest ik hebben. Bij het openen van het potje viel de kleur van het poeder me al vies tegen. Het was mosgroen. Maar, groen is de kleur van gezonde dingen toch? Dus hop daar ging de theelepel. Wat verstuift die shit zeg. Alles onder. Maar wat erger was, heel mijn bak met lekkere muesli zag groen. Geloof me, het is alsof je naar een sloot kijkt, waar alg op drijft. Zo rook het ook. Ik kreeg de eerste hap gewoon niet doorgeslikt. Alsof er chocoladehaasjes in mijn keel deze prut terugduwden. Het smaakte naar grond. Wat een viezigheid. Maar ik ging stug door. Een halve bak verder, voelde ik me gewoon misselijk. Had ook het idee dat heel mijn tanden groen waren. Maar oh, wat voelde ik me gezond.

Chlorella met kwarkIk vertelde het aan mijn collega en die gaf me de tip om het anders met 1 hap muesli te vermengen en neus dicht te knijpen. Goed idee. Harm warmde die avond iets op in de magnetron en de geur keerde mijn maag om. Alsof hij heel die pot Chlorella stond te koken. Ik besefte me dat ik de zalm rook en ineens wist ik de smaak van het groene poeder aan Harm te omschrijven. Alsof je met een blinddoek om, buiten op de aarde een verrotte vis moet opzoeken. En uitgraven. Met je mond. En die dan opeten. Krijg je een beeld? Maar met mijn gezondheid en het dure potje in mijn achterhoofd probeerde ik de volgende ochtend het poeder te vermengen met bananenkwark. Het liet zich niet heel makkelijk mengen en bij de grote lepel die ik innam, plakte het poeder aan mijn gehemelte. Ik nam nog meer happen kwark en een hap van mijn banaan. De rand om mijn banaan kleurde groen. Gatver, straks liep ik ook nog rond met een groene mond.

Courgette bootje ingredienten
Makkelijk te maken
Recept staat op boodschappen.nl
Recept staat op boodschappen.nl

Maar, gezond en wel nam ik het potje mee naar de zaak. Mijn collega moest er ook aan geloven. En stond gelukkig volledig aan mijn kant. Het is gewoon ronduit vies. Ik dacht, dat het alweer aan mijn zeikerigheid rondom smaak en eten lag. Dit keer niet. Mijn andere collega vond het eruitzien zien als alg en het blijkt ook zoiets te zijn. Ik heb het thuis maar weer terug in de kast gezet. Voor als ik weer een sterk moment heb. En ik geloof ook in afwisseling. Dus eten we erg gevarieerd en vaak gezond. En omdat Lientje er niet is, eten wij courgettebootjes. Ook groen, maar echt heel lekker. En ’s avonds op de bank ga ik weer voor de bijl. Pombear chips en chocolade hazelnoten dansen in mijn buik. Ach, maak ik gewoon morgen weer een gezond ontbijtje…

Deel

Service kost niets

doorPosted on 10 Comments6min. leestijd159 gelezen

Soms heb je als je uit eten gaat alles mee; geweldige locatie, topservice, vermakelijk gezelschap, fantastisch eten en heerlijke stoelen. Soms heb je dat ook niet. Behalve het gezelschap dan. Dat ik met deze mensen een gezellige avond zou hebben, stond allang vast. Ooit waren we collega’s. We werkten samen en kletsten nog meer. Over van alles, van kinderen tot aan waar we mooie koopjes konden scoren. Ik heb er nog steeds een automatisch ronddraaiende swiffer aan overgehouden. Top ding. En super collega’s dus. Tot er na een nare dag, nog meer nare weken volgden en ik ze één voor één zag vertrekken. Reorganisatie. Alles op de schop. Fouten. Onmenselijk gedrag. Vreselijk. Het gemis was groot en we hielden contact. Via Facebook en zo’n 2 etentjes per jaar. Zoals gisteravond.

Wat er dan gisteren mis was met de overige factoren? Het begon al in de middag. Toen ik mijn huidige collega vertelde dat ik uit eten ging en vroeg of zij wist waar dat was. En zij spontaan haar thee over haar beeldscherm sproeide. Na een soort van reanimatie, was ze klaar met proesten. ‘Uit eten, ga je daar uit eten? Dat is de afhaal van Zaltbommel, haha’. Ik zag ons al aankomen en een wit plastic tasje in de handen gedrukt krijgen. En na het zien van onze sippe gezichten er nog wat extra sambalbij en een verjaarde kalender bij proppen. Alleen wist ik toch zeker dat het Italiaans was. Dat kan niet misgaan. Ik lust niet veel, maar pasta, lasagne en pizza gaan er altijd wel in. Dacht ik.

VloerBij aankomst zag ik een rood/wit/groene luifel en wuifde de lach van mijn collega in mijn oor weg. Ja, die man stond verse pizza’s te maken voor het raam en ja, deze kon je afhalen, maar dat leek me alleen maar fijn, als je hier in de buurt woonde. Dacht ik positief.
Ik meldde me bij het meisje achter de bar en vertelde dat we hadden gereserveerd. ‘Je kunt gaan zitten als je wilt’.
Tsja, blijven staan, zou ook wat ongemakkelijk zijn. Ze nam mijn jas niet aan, vermeed oogcontact en ging verder. Ik vroeg toch maar waar ze ons wilde hebben. ‘Daar achter’. Erg communicatief vaardig was ze niet. Ik liep door de zaak en het oogde niet bepaald alsof ze iets begrepen van styling. Of frisheid. Rob Geus zou hier waarschijnlijk huppelend met een mondkapje eindigen in een stuiptrekking. Ik ging aan het midden van de tafel zitten, lekker voor de verwarming. Jas over de stoel en wachten op de rest. Ik keek eens om me heen en zag dat de vloer er ook niet uitzag alsof je ervan kon eten. Niet dat ik die behoefte voelde, maar toch.

MenukaartDe serveerster kwam uiteindelijk toch naar me toe. Of ik de menukaart alvast wilde? Misschien bood ze het alleen aan, omdat ze in de smiezen had, dat ik foto’s aan het nemen was. Of niet, ze keek me nog steeds niet echt aan. Maar ik denk dat ze gewoon scheel was. Of verlegen. Handig, als je in de bediening werkt. Ze bracht de kaart en na een paar minuten kwam ze terug, of ik wat te drinken wilde. Alsof ze het nooit zou vragen. Nippend aan mijn ijsthee, sloeg ik de menukaart maar alvast open. Lachend maakte ik een foto van de eerste pagina. Grappig, hoe zij hun zaak zien. Ah, dus dit is nou sfeervol. Smakelijk. Gezellig. Oke.

Daar kwamen gelukkig al 2 ex-collega’s aan. Zij hingen hun jas aan de kapstok om de hoek van onze tafel. Oh, die was er dus wel. Ik vertelde hun over de reactie van mijn collega die middag en keek zo eens om me heen. Maar aangezien zij echte positievelingen zijn, vertelden ze over talloze tentjes in het buitenland. Waar de inrichting smaakvol was, als je houdt van plastic kuipstoeltjes en Tl-verlichting. Maar het eten was er verrukkelijk. Allebei knikten ze vol overgave en ik beaamde maar, dat het om het eten gaat. Of in mijn geval, om het gezelschap. We vroegen aan de kok of hij alvast wat brood kon brengen. Nadat mijn collega’s al bijna hun eerste glas (ijskoude) rode wijn hadden weggewerkt, zagen we de rest aankomen.

We zoenden, kirden opgewonden en gingen allemaal zitten. Na zo’n 20 minuten, werd er een mandje met kleine bolletjes neergezet. Mijn collega vroeg of er ook kruidenboter bij mocht. Vertelde de ober met een stalen gezicht dat daar niet om gevraagd was. Serieus? De kok en serveerster wisselden van blik en dropen af. Het bakje met kruidenboter werd zonder iets te zeggen op tafel gezet. Zonder mes. Maar een kniesoor die daarop let. De boter was trouwens niet te eten, dus misschien hadden ze het bewust achterwege gelaten.
De serveerster (het mag de naam niet hebben eigenlijk), kwam wel heel vaak vragen of we wat wilden drinken. Mijn collega bestelde alvast een nieuwe wijn en wanneer ze deze ontving, bitste de serveerster zonder naam, ‘mag ik je andere glas dan?’. Nee, was het antwoord, want hij was nog niet leeg. De naamloze keek ons vreemd aan en weg was ze. Ze snappen er hier echt helemaal niks van. Vriendelijkheid kost niets zou je zeggen.

Egyptisch bordDaar kwam de menukaart voor de rest van de tafel. Na 5 minuten stond dat mens alweer naast ons. We hadden hem nog niet eens opengeslagen. We kletsten honderduit en nadat ze voor de 3e keer in een kwartier naast ons stond te zuchten, maakten we toch maar een keuze. We wisten van elkaar niet wat we aten, want we moesten het nummer opgeven, in plaats van het gerecht. Net als bij de afhaal, grapten we. Ze kon er niet om lachen. Ik wel. Met mijn gezelschap, om de slechte bediening en dito inrichting. Want als je dan toch een Italiaans restaurant bent, waarom hang je dan een Egyptisch bord op?

SaladeHet rare was, dat toen de eerste ‘gang’ werd opgediend, de warme gerechten als eerste kwamen. En de rest nog 10 minuten op hun salade moest wachten. Maar die van mij zag er prima uit. De basilicum was denk ik op, want er zat nu peterselie op mijn salade Caprese. Het scheelt dat ik gek ben op peterselie. Ondanks dat de pesto én dressing (why?) hoogstwaarschijnlijk uit een potje kwamen, smaakte het wel. Bij het opdienen van het hoofdgerecht hadden we een probleem. Ze kwam met twee borden en vroeg wie nummer 110 had. Weet jij het, weet ik? Niemand wist het. De ober kwam al met de volgende twee identiek ogende schaaltjes. Maar de ene bleek de cannelloni van mijn collega en de andere mijn flensjes gevuld met spinazie, ricotta en tomatensaus. De menukaart werd er bijgehaald om de cijfers bij de matchende borden van de anderen te zoeken.

lasagne
Lasagne, cannelloni en flensjes met spinazie ineen

Uiteindelijk denk ik dat ik ook gewoon een soort lasagne had. Ik heb geen spinazie of ricotta gevonden. Wel brokken droog gehakt in een tomatensaus die elk ander gerecht ook scheen op te fleuren. Dan maar even een toiletbezoekje. Die was helemaal in stijl van de rest van de zaak. Smakeloos dus. Maar goed, de nood was hoog en ik ben altijd snel klaar. Ik twijfelde alleen of ik mijn handen zou wassen. De gele kalkranden in het wasbakje wezen me op het zeeppompje. Het zag er wat smoezelig uit. Na een snelle overweging (wanneer krijg ik de schoonste handen), koos ik er toch voor om het pompje aan te raken. Geen beweging. Toen ik erop ramde nog niet. Mijn smetvrees overwonnen viel ik het pompje aan. Ik heb je aangeraakt, nou wil ik er zeep voor terug ook. Hij bleek leeg. In tegenstelling tot de borden, zag ik toen ik weer aan tafel schoof.

Wanneer er is afgeruimd, staat het meisje ineens weer heel snel bij ons. De rest van de zaak is leeg, maar dat zal je niet verbazen. Ze vraagt of we nog wat willen. Ik bestel een thee en vraag of ze er ook iets zoets bij hebben. Chocola, taart of muffin, maar geen ijs. Ze komt terug met de kaart en ik overhandig hem weer ongelezen. Of ik er nog wat uit wil bestellen. ‘Nee, er staat alleen ijs in en ik had juist gezegd dat ik geen ijs wil’, vertel ik haar glimlachend. Haar lach is allang verdwenen en ze vraagt of we meteen de rekening willen.
‘Wil je ons weghebben?’ vroeg mijn collega subtiel. Ze stamelde nee, maar heel haar lichaam smeekte erom. ROT OP. Doe niet zo moeilijk en veeleisend.
Maar we hebben ze echt wel een kans gegeven. Ze hebben hem niet gegrepen. Je tent hoeft niet luxe te zijn om service te bieden. Vriendelijkheid en een lach. Gelukkig hadden we elkaar en ben ik qua lachen niks tekort gekomen. Was te verwachten. Daarom blijf ik deze lieve mensen zien. Niet hier. Maar bij de Mac of Chinees. Erger kan het niet worden.

Deel

Vakantie ontbijtje

doorPosted on 0 Comments3min. leestijd74 gelezen
Echt heel lief
Echt heel lief

Om 4.55 uur hoor ik Luc uit zijn bed komen. Na een paar keer terugleggen, gaat Harm douchen en naar zijn werk. Rond half 7 kruipt mijn smurfje nogmaals tegen me aan. Nu laat ik hem liggen en zowaar valt hij weer in slaap. Lina komt vragen of ze op haar tablet mag spelen. Na het douchen gooi ik lekker de ramen open. Het stinkt naar verbrand brood. Of zal het vuurwerk zijn? Lina komt blij vragen of ik al ga ontbijten. Als ik beneden kom heeft ze heel lief een verrassingsontbijt gemaakt mét super schattig briefje.

‘Nu heb je wel lekker vakantie, hé mam?’. Ik neem een hap en knik maar een beetje. Hoe schattig ik zo’n ontbijtje vind, bij vakantie denk ik toch aan iets anders. Aan mezelf op een ligbedje in de zon. Als ik in mijn vingers knip, een lekkere gespierde vent die me een cocktail brengt. En mijn rug insmeert en vooruit het is vakantie, ook masseert. Iemand wuift me koelte toe met een palmblad en vraagt waar hij mijn shoppingtassen zal neerzetten. Ik mompel wat en hij kust mijn hand. Als ik begin te kwijlen ziet Lina dat als goed teken. Ik krijg het verhaal te horen wat schuilgaat achter het ontbijt. Na 2 verbrande boterhammen, was de 3e ongeveer gelukt. Ze heeft de korstjes er maar afgesneden en er dik pasta op gesmeerd. Ik heb hem al op en kijk nu naar het brouwseltje voor me.

Toch maar leeggegooid en niet bewaard voor papa
Toch maar leeggegooid en niet bewaard voor papa

Ik zuig als een olifant aan het rietje, maar het komt er echt niet doorheen. Dan maar een gewoon slokje, de smaak is best lekker en ik complimenteer haar nogmaals. De bonkjes vis ik er uit, terwijl ze helemaal opgaat in haar verhaal over dit gezonde drankje. Inhoud; 2 overrijpe bananen, 1 mandarijn (vandaar de bonkjes en vellen), rode besjes, melk en om het wat dikte te geven (ik citeer alleen) een beetje yoghurt. Helemaal trots is ze. ‘Lekker he, mam?’ ‘Neem zelf ook een glas schat’. Ze nipt eraan en kijkt blij naar de schaal waar nog meer in zit. ‘Voor papa, voor vanavond’, straalt ze. ‘Heel lief schat, maar dat blijft niet goed tot vanavond’. Ik zie een ontploft aanrecht en sta op. Uit mijn ooghoek zie ik Lina haar glas legen in de bak voor papa. Ik glimlach.

Het nadeel van dit soort verrassingen is, dat ik het zelf moet opruimen. Dat hoef ik dus niet op vakantie. Ik pulk de zwart geworden bananenschillen van het broodrooster en trek twee (waarom twee?) messen met een halve pot pasta eraan van het aanrecht. Bij het opruimen van de staafmixer loop ik langs de fruitmand. Hier zie ik nog steeds de ananas die de man des huizes 3 dagen geleden beloofde op te eten. Weggooien was uit den boze. Hij (de ananas, niet mijn man, dat zou nog meer bende geven) ligt op een bak met kiwi’s, die kraaiend van plezier pootje baden in bedorven ananassap. Dat hier niet spontaan fruitvliegjes hun liefde in hebben bedreven is een godswonder. Bij het oppakken van deze ellende, blijken er ook gaten aan de onderkant van het kiwibakje te zitten. Dom. Het weeïge plakkerige sap zit nu overal. Zelfs op mijn sokken, om er extra lang van te kunnen genieten. Yes, wat een heerlijke vakantie ochtend.

Gelukkig krijg ik hulp. Terwijl ik de vaatwasser in- en uitruim, wrijft Luc zijn cracker eens lekker over de tafel. ‘Luc, stop daar eens mee’. ‘Ik maak schoon’, spreekt hij me vermanend toe. ‘Luc, mama verkruimelt nooit crackers op de tafel en zeker niet als ze schoonmaakt’. ‘WEL!’, krijg ik terug.

Dat wordt stofzuigen. Ik begin wel alvast in de woonkamer, waar ik opruim en stofzuig tegelijkertijd. Met als resultaat dat ik ineens een potlood naar binnen zie verdwijnen. Pech, daar hebben we genoeg van. Als ik bij de keuken aankom, geeft de stofzuigerzak aan dat hij vol is. En dat, terwijl er net een nieuwe in zit. Terwijl ik hem eruit trek, poeffff, overal kerstboomnaalden. Het potlood lacht wraaklustig naar me vanuit haar gat in de zak. Top, we beginnen gewoon opnieuw. Wetende dat de rest van het huis ook nog op me wacht. En dat terwijl ik opruim, de kinderen een nieuw spoor van vernieling  achter me maken, voel ik me inderdaad op vakantie. Als onderbetaalde schoonmaakster wel te verstaan. Volgende keer als ik op vakantie ben, zal ik een ontbijtje voor haar maken.

Deel