Na een verkwikkende douche (letterlijk door de ongewenste wisseldouches) spoorde ik de kinderen aan om zich klaar te maken voor het zwembad. Maar door de televisie op hun eigen kamer waren mijn smeekbedes aan dovemans oren besteed.
Ik besloot Luc een handje te helpen.
Toen ik hem in zijn zwemshortje hees, viel me op dat de muur in hun kamer iets minder wit was als de dag ervoor.
Luc moet gedacht hebben, we hebben thuis al genoeg witte muren, laat ik die op vakantie eens opvrolijken.
Met tekeningen van een soort kerstcadeautjes.
Nou ik weet al wat hij dit jaar in zijn pakje vindt onder de boom. Een gum.
Bij het zwembad gebeurde verder weinig bijzonders. Maar uiteraard zijn er altijd zaken die mijn aandacht trekken.
Zoals de twee vrouwen met hoofddoek. Ze hadden een compleet lycra pyamapak aan in de meest vreselijke vale kleur paars. Ik had met ze te doen. Misschien was het wel hun eigen keuze om zo’n wanstaltig plakpak aan te trekken, maar de starende blikken wennen waarschijnlijk nooit.
Dus keerde ik gauw mijn hoofd af.
En zag alweer wat anders waar ik je deelgenoot van wil maken.
Stel je voor. Je zit in een peuterbadje op het randje. Met je voeten in het warme piswater en je handen op het rooster achter je. Qua ooghoogte zit je dan dus precies verkeerd. Alle overhellende buiken en te strakke zwemslips glijden dan voorbij je ogen.
Zo keek ik ineens recht tegen een clit piercing aan.
Fier stak hij door de goedkope fluorescerende bikini. Ieder zijn ding, maar ik had het niet hoeven zien.
Later vroeg ik me af of ik het wel goed gezien had. Ja, ze zat onder de tattoos en haar oranjebruine huid stak mooi af bij haar perioxide haar, maar wie weet was dit stereotype gewoon enorm opgewonden. En groot geschapen.
Om 16.00 uur sloot blijkbaar op donderdag het zwembad.
Heel de boel werd verbouwd en versierd. En vanaf 19.00 uur kon je daar dan buiten eten. Lekker knus. Met nog 500 man. Waarmee je eerst in een rij werd gedrukt.
Nou worden wij standaard al jeukerig van rijen en al helemaal als je niet eens weet waarop je staat te wachten. Ik besloot te gaan kijken. Sushi. Dat stemde Lina vrolijk. Dat voelt toch gewoon een beetje als de Efteling. Lang wachten voor 2 minuten plezier.
Luc en ik besloten een buffet op te zoeken zonder rij. We kwamen daarbij langs complete beeldhouwwerken van doorgekweekte meloenen. Ik had zo’n honger dat ik er ter plekke wat decoratieve happen uit heb genomen.
In mijn ooghoek zag ik taart. Met het meloensap druipend van mijn kin voelde ik mijn stemming opknappen. Lange tafels vol zoete lekkernijen stonden op me te wachten.
Op vakantie gooi ik altijd de woorden gezond en verantwoord overboord, dus kon ik best aan mezelf verantwoorden om een bord vol suikerbommen op te scheppen.
Misschien omdat mijn verwachtingen te hoog waren, vielen de desserts me tegen. Overal zat dezelfde soort room in en alles droop van het suikerwater/honing/plakkende zoete drap.
Jammer.
Harm was ook geïrriteerd. Omdat we lang moesten wachten. Weggestuurd waren van de plek waar we wilden zitten, want die bleek gereserveerd (zonder bordje). En Luc luisterde natuurlijk nergens naar. Die waren we uiteindelijk voor de 3e keer kwijt die dag. Uiteindelijk vonden we hem ergens bij een popcornkraam. Het was niet echt een ontspannen avond. Gelukkig nog genoeg dagen te gaan!
Wat vind jij van deze blog?