Tag Archives Noorwegen

Dag Noorwegen!

doorPosted on 0 Comments5min. leestijd142 gelezen

Dag 10

Inpakken en door naar Finnsnes (in Senja). 4,5 uur gereden in non stop regen. Alles om ons heen was lichtgrijs. We zagen de plek waar we van de week stopten om foto’s te maken van een brug. Geen vezel in mijn lichaam voelde nu ergens de behoefte om buiten ook maar iets vast te leggen. Vanachter mijn raam fotografeerde ik wel één van de helden die we onderweg tegenkwamen; een fietser.

Maar we zagen ook toeristen (een psychisch gezonde Noor zie je dat vast niet doen) wandelen. Niet op speciale wandelpaden, nee, die liepen levensmoe langs de vangrail. Met het hoofd gebogen, tegen de striemende slagregen. De rugzak volgepropt met klamme lappen, een vochtige slaapzak en natte tent. Die ze straks op een mooi drassig plekje op zouden gaan zetten, met uitzicht op een prachtig meertje, dat je niet kon zien doordat er vanuit de hemel met een legertje onuitputtelijke kärchers constant water naar beneden werd gespoten. Hoe idyllisch 🙈 Noem mij dan maar verwend. Harm achter het stuur, gezellige playlist op, beetje kletsen, lachen en ons bol etend aan ongezonde snacks. Leuke woorden opzoeken die we tegenkwamen zoals Sletbakken (de vlakte) en fiskestang (hengel). Ik boekte alvast een afspraak bij de kapper voor volgende week en maakte een boodschappenlijstje voor bij thuiskomst. Ik ben er denk ik klaar voor. Om naar huis te gaan 😊

Om 14.55 uur kwamen we aan bij Finnsnes Gaard. Er was geen receptie. In de papieren stond dat we de inlogcode voor ons huisje 48 uur voor ons verblijf hadden moeten krijgen. Das nie gebeurd. We belden met onze travel counselor. Die nam niet op. Het hoofdkantoor dan. Die kon niks vinden en zou ook contact opnemen met onze contactpersoon. Die belde even later dat hij naar het hoofdkantoor in Engeland zou bellen. Wachten in een auto terwijl je allemaal naar de wc moet en de regen tegen de ramen beukt, voelde alsof elke minuut er één teveel was. We belden de locatie zelf en na een uur wachten, kregen we eindelijk de code van het huisje. Na een sanitair bezoek concludeerden we, het is echt leuk hier. Houten huisje met uitzicht over de zee en lekkere benen-omhoog-stoelen, die ik uiteraard omdraaide, voor uitzicht over het water.

Lekker een taartje eten in de buurt. Fruene på Torget is kleurrijk en ouderwets tegelijkertijd, ik denk dat ze de kringloop om de hoek (die helaas gesloten was) hebben leeg gekocht. Heel knus.

Beetje door het winkelcentrum gelopen en geëindigd bij de Burger King. Het was droog! Luc opperde om de tortilla slap te doen. Oftewel, neem een slok water en sla omstebeurt met een tortilla iemand vol in zijn gezicht. Tenminste, dat dacht ik, dus ik stond al klaar om uit te delen, maar je bleek eerst ‘steen-papier-schaar’ te moeten doen. Hoe dat werkte begreep ik niet, ik had steen en Luc papier, maar ik dacht aan een presse-paper, oftewel je gebruikt een steen op papieren, zodat ze niet wegwaaien. Zo bleek dat niet te werken. Voelde ik aan de slag die Luc uitdeelde. Die greep zijn kans. Ik stikte bijna in mijn water. Mijn wang gloeide. De spelregels negerend ging ik ook achter Luc aan. Helaas braken de wraps vrij snel af, dus vlogen de stukjes hem om de oren. Harm dacht dat de meeuwen dat wel zouden lusten. Dus toen we allemaal gezegend waren met een brandend wangetje en nat van andermans uitgespuugde water, voerden we de vogels de tortilla’s. Hoefden ze zelf alleen nog een visje in te rollen, voor een viswrap, leek ons een uitgebalanceerde maaltijd.

Harm voelde nog even aan het zeewater en dacht wel dat hij hier morgen in kon zwemmen. Wordt vervolgd…

Dag 11

Niet echt lekker geslapen afgelopen nacht. Een houten huis is charmant, totdat er iemand (lees: Luc) boven je ‘slaapt’. Elke keer dat hij opstond om welke reden dan ook, leek het of hij met klompen aan de Horlepiep aan het dansen was. Ik lag op mijn rug naar het plafond te staren en luisterde naar het water wat buiten tegen de rotsen klotste en dacht aan Piet. Lag hij ook zo in bed naar de zee te luisteren toen hij in Noorwegen was? Piekerde hij, of genoot hij van het omringd zijn met water, goed gezelschap en prachtige natuur? Ik hoop het laatste.

Het werd zoals altijd vanzelf ochtend. En onze Fishermans Friend die op het terras stond had een zonnetje tevoorschijn getoverd. Dus niets stond Harm in de weg voor een verfrissende duik. Daar kon ik ook niet echt lekker van slapen, het idee dat hij op de rotsen zou klappen, kramp zou krijgen of een dodelijke kwal tegen het lijf zou zwemmen. Moest ik erachteraan duiken en dat Luc dan op de kant zijn beide ouders zou zien verdrinken? Wat was het noodnummer ook alweer? 113? Of kwam dan de dierenambulance de kwal reanimeren? Ik kan met dit soort gedachten een nachtvullend programma verzorgen. Terwijl Harm rustig heeft gezwommen en gewoon zonder hartaanval uit het water is gekomen. Een zeer goed begin van mijn dag kan ik je vertellen.

Held
Onze Fisherman Friend

We moesten weer 2,5 uur rijden naar het vliegveld van Tromsø. We genoten van het mooie weer en van een hyper puber die ineens uit volle borst vanaf de achterbank gilde; ‘Hé Josti, lust jij een tosti?’ Ook hij had zin om naar huis te gaan. Nog wat laatste mooie foto’s maken onderweg naar een bijzondere bestemming voor mij. Vanmorgen nog weten te regelen, er was precies nog een momentje om 13.30 uur bij Tromsø Classic Tattoo. Het werd een tatoeage van een North Star.

‘De Nautische ster is de oudste ster die als tattoo wordt gezet. Het ontwerp is een combinatie van de punten van een kompas en de Poolster. Zeelieden gebruikten deze voor de navigatie op zee, en geloofden dat de tatoeage hen zou beschermen en veilig naar huis zou leiden.’

Deze tatoeage wilde ik eigenlijk zetten met Piet, maar ik heb het hem nooit durven vragen. Net na zijn overlijden heb ik eraan gedacht, maar toch niet gedaan. Gisteravond voelde ik ineens dat ik het heel graag wilde. Juist in Noorwegen. Waar hij zijn laatste mooie reis beleefde.  Ik heb het ontwerp iets aangepast. Hij doet me denken aan een kompas, (vallende) ster, water, sparkling, leven & dood, Piet, een traan, genieten, Noorwegen en onvergetelijke mensen en reizen.

We hebben deze dag nog geprobeerd een kaarsje aan te steken bij verschillende kerken, dat is niet gelukt (kerk gesloten of geen kaarsen). Maar het is oké. Want Piet was erbij. We zwommen in het water waar hij in heeft gevaren, liepen in zijn voetsporen, ademden dezelfde frisse zilte lucht en keken ’s avonds naar dezelfde roze kleurende hemel. Misschien gaan Harm en ik nog een keer terug in de winter, voor de orca’s en het noorderlicht. En dan nemen we je gewoon weer mee, lieve Piet. Je bent er altijd bij en zult dat altijd zijn. Voor nu is de cirkel rond. We gaan naar huis 💗

Dag mooi Noorwegen met je prachtige vergezichten

Deel

Noorwegen – deel 3

doorPosted on 1 Comment9min. leestijd508 gelezen

Dag 8

Deze dag stond Henningsvaer op het programma, een soort schiereiland in de Lofoten en helemaal aan het eind daarvan ligt ineens random een voetbalveld. Wel weer 2,5 uur rijden. Je mag vaak maar 50 km per uur, dus we zaten meestal lang in de auto. Luc keek dan TikTok (de omgeving zal hem echt roesten) en at snoepjes. Je hoorde hem niet, behalve als de hotspot van Harm wegviel. Gisteren op de ribboot keken Luc en ik elkaar met een brede glimlach aan, ons kan het niet snel genoeg gaan. Maar de potvissen boeiden hem niet bepaald. Ondanks dat ik het ergens wel snap (als hij een potvis wil zien, checkt hij TikTok wel of er niet ergens eentje plots uit de lucht komt vallen en een fietser verplettert oid) maar toch vond ik het een beetje jammer.
‘Wat vind je dan wel leuk?’, vroeg ik hem.
Hij haalde zijn schouders op, ‘weet ik veel, misschien zeevissen ofzo’.
Ik beet even een paar groeven extra in mijn tong, want in Nederland had ik dat al voorgesteld, maar toen hoefde het niet zo nodig…
Oftewel, deze morgen zocht Harm uit waar je kon zeevissen. Heel toevallig in Svolvaer, in de buurt van Henningsvaer.

Let’s go! Leuk, al die kabbelende beekjes en klaterende watervalletjes, maar dat bleek inspiratie voor mijn blaas, die spontaan ook zin kreeg om te wateren. Het scheelde dat ik een blije roze plastuit had aangeschaft voor deze reis, maar dat ik deze in de koffer in het huisje had laten liggen. Dus dat werd ouderwets op een parkeerplaats tussen twee autodeuren in mijn sandalen plassen. Zakdoekjes en hygiënische doekjes gaven niet de verfrissing die het watervalletje verderop in Maryland gaf. Je denkt me te zien poseren voor de foto, maar in feite spoelde ik gewoon mijn voeten schoon 👍

Plaatsnamen als Fiskebøl en Friskenes gaven me een heel welkom gevoel hier. Lofoten klinkt dan wat minder verfijnd, maar zijn wel uitgeroepen tot de mooiste eilandengroep wereldwijd (op Hawai na, volgens de visser). Het was ook echt adembenemend mooi. Net als het weer vandaag, dat scheelt. We gingen met een groep anderstaligen aan boord van de vissersboot en voeren eerst een half uurtje, waarna de sonor onder de boot uitsloeg, er was vis gesignaleerd. Hengels in het water! Luc zijn draad stond binnen 5 minuten strak en ja hoor, hij ving als eerste een vis. Een koolvis heb ik me laten vertellen.
‘There are dolphins on the left side, folks’, klonk er door de speaker.
Yes! Ik zag ze! Dit keer zou ik ze vastleggen, door niets zou ik me laten tegenhouden.
Ik pakte de zoomlens erbij en Luc begon ineens naast me te stuiteren, ‘dit is een grote!’
Toch maar voor mijn kind gekozen. Hier was geen zoomlens voor nodig, zo groot was de tweede vis die hij ving. Het leek de nek van het monster van Loch Ness wel. De engnek bleek een lungfish te zijn. Nog nooit van gehoord. Niet dat dat wat zegt. Het monster was ca. 8 kilo en een meter lang. De grootste vis gevangen deze trip. Luc werd telkens gecomplimenteerd met zijn goede vangst. Mooier ging het niet worden. Wat was hij trots.

Op een gegeven moment zaten we boven een school vissen. Er waren mensen bij, die vingen er vijf in één keer. Luc zijn record stond op vier aan 1 hengel. De gevangen vissen gebruiken ze altijd, de groten maken ze filets van en de kleintjes gebruiken ze om zee-arends mee te lokken op één van hun andere trips. Luc trok ook nog een ander eng vissig wezen uit het water, hij hoefde de Haddock echt niet zelf vast te houden, dat mocht Harm doen. Ik maakte uiteraard foto’s, maar ik zat vaak ook heerlijk in de zon over het water uit te kijken (ook omdat ik het dierenleed niet constant onder ogen wilde komen). Blijkbaar zat ik in de buurt van de bak waar de vissen in bewaard werden. Merkte ik toen er een vis vanaf een afstand in werd gegooid en er zeewater, bloed en vissap over me heen werd gespetterd. Voelde ik daar wat nats bij mijn mondhoek? Het kan zijn dat ik herhaaldelijk gekokhalsd heb. Ook werd er door een of andere mafklapper zijn vis binnengehaald en op mijn mooie beige rugzak geslingerd. Die heb ik stante pede schoongemaakt met mijn immer blij makende hygiënische doekjes. Mijn walging was wel compleet toen Harm en Luc besmeurd raakten met vissenbloed, – poep en – smurrie. Het bloed droop gewoon langs Harm zijn been en de kleding van de mannen zaten ineens onder de ondefinieerbare vlekken. Ik kreeg daar vlekken van in mijn nek. Wat voelde ik me vies. Het scheelt ook maar 1 letter. Vis. Vies. Ik dacht aan Lina, die had ter plekke de vissen gevoerd met een constante stroom aan braaksel. Zeker als ze had gezien hoe de vissen werden schoongemaakt. Zelfs Luc draaide zijn hoofd weg bij het kraken van de nek en het eruit halen van de ‘spullen’, zoals Luc de ingewanden noemde. Deze werden overboord gegooid voor de meeuwen. Die vraten trouwens gewoon vissenkop, – vel en – vinnen uit je hand. Nou nee, niet uit mijn hand. Iemand anders hand.

Na de boottocht was er geen moment van opfrissen, nee, we reden door naar Henningsvaer, we waren nou toch in de buurt.

Bijna altijd bergen op de achtergrond
Love my Teva’s 😉

Zwoele lucht, rotsen en water trok vele toeristen aan, in de buurt van het voetbalveld. Er vlogen meer drones dan voetballen over het kunstgras.

Maar om 21.00 uur was het eindelijk zover, tijd om richting het huisje te rijden. Nog 2,5 uur en dan eindelijk douchen, dacht ik toen ik in de autostoel plofte. ‘Ik ben echt heel blij, mama’, klonk er vanaf de achterbank. Daar doe je het voor 😊

Dag 9

Een dag zonder planning. Beetje rommelen in het huisje en na de lunch speelden we scrabble. Vorig jaar gekocht op Zakynthos. Het halfkartonnen speelbord stond bol. De letters gleden eraf, dus glazen erop en heel voorzichtig doen. Wat niet voorkomt in het brein van Luc, dus als hij niet aan de beurt was probeerde hij een natte kwijlvinger bij Harm in zijn oor of neusgat te boren. Je dacht dat ze op de foto lachten om het spel, omdat ze scrabble zo leuk vinden? Dan toch echt alleen als ze mijn te leggen woorden konden dwarsbomen of in discussie konden gaan over wat ik neerlegde, zoals; ruwt.
Harm; ‘dat is geen woord, maak er dan een zin mee’.
Ik; ‘hij ruwt’.
Google bracht uitkomst over dit soort twijfelachtige kwesties. Maar het grote lachen bij de mannen kwam toch echt van het elkaar tussendoor onverwachts stompen.
‘Dat is toch niet gezellig’, probeerde ik nog.
‘Mens, erger je niet’, kwam er proestend van het lachen uit. Echt twee handen op één buik, die twee.
‘Ja, maar ik vind het niet gezellig, ik heb ook vakantie’, hoopte ik het boksgedrag te stoppen.
‘Daarom slaan we jou ook niet’, vonden ze zelf heel grappig. Die moesten duidelijk wat energie kwijt.

De buurman had aangegeven dat Bø mooi is. Hengel mee. Nou vonden wij Bø net zo bruisend als een glas lauwe appelsap, maar we waren er toch, dus kon Luc er net zo goed even vissen.

Het waaide hard en we hadden ook wel trek. Dus een uurtje rijden naar Sortland. Met een kleine tussenstop, want Harm spotte een eland! Het beestje stond ons net zo appelig aan te kijken, als wij hem. Er kwam er nog eentje uit de bosjes. Toen zij ons zag, ging ze ook in standje standbeeld. Het leek bijna alsof er twee opgezette elanden in het gras stonden. Heel bijzonder. Sowieso, want ze houden zich in deze tijd van het jaar normaal gesproken overdag schuil en worden ’s avonds pas actief. Niet dat ze nu zo levendig waren, maar uiteindelijk kozen ze ze er toch voor om door te hobbelen met hun O-beentjes.
‘Gaaf hè Luc’, probeerden we ergens enthousiasme bij hem aan te boren.
‘Enorm’, was zijn onverschillige antwoord.

Time for Food. Harm wilde weleens een verse Noorse vis eten en ik had geen zin om te koken, dus we kwamen uit bij een mooi restaurant. Wat vooral heel leuk is als je alles lust. Harm bestelde iets vissigs. Luc bestelde een broodje met spicy chicken. Without spicy, without sauce, without salad, just plain chicken on bread. Het meisje schreef driftig mee. Maar toen ik vroeg om een visgerecht zonder vis en kip daarvoor in de plaats, keek ze me bevreemd aan. Nee, dat ging ze echt niet aan de chef vragen, die was heel trots op zijn gerechten. Prima, doe dan maar nacho’s zonder jalapeño’s. Toen mijn bord werd neergezet, twijfelde ik, ik bestel nooit nacho’s, maar dat was het minst vieze op de kaart, maar die groene schijfjes bovenop leken toch verdacht veel op jalapeño’s. Ik keek omhoog en Harm knikte lachend. Ach, dan schoof ik ze aan de zijkant. Luc zijn burger kwam, je raadt het al, in vol ornaat. Sla, tomaat, hete saus erop en mayo eronder. Harm lust zelf alles, dus die gaat dan in de herhaling; ‘proef nou maar gewoon’. Als het niet te nassen was, mocht hij het uitspugen in zijn linnen servet. Hij nam een spinnenhapje, kauwde niet eens en pakte zijn servet er al bij. ‘Ze krijgen geen fooi hoor’, zei ik tegen Harm. Alsof ze ineens Nederlands verstonden, kwam er uit het niets een mannetje aangesneld om te vragen of alles naar wens was. Luc zijn burger ging mee terug. Hij kreeg een nieuwe. Mét grote kwak zure mayo eronder…

Dag 10

We werden wakker van de regen die tegen het raampje tikte. We konden lekker lang blijven liggen, want we hadden nog geen definitieve plannen voor vandaag. Ons ritme hier was sowieso wat verschoven. We bleven langer op, want wilden het maximale uitzicht hier meemaken. Het is echt een bijzondere plek. Daar wilde ik nog een paar mooie foto’s van geschoten hebben. Terwijl Harm en ik gisteravond laat net stonden te poseren, kwam de buurman weer aangelopen. Die ging lekker ongemakkelijk op 18 meter afstand van ons staan, terwijl wij verschillende poses aannamen. We zijn er uiteindelijk maar mee gestopt.

Gelijk kwam de buurman aangesneld om te kletsen. Het zal ook best eenzaam zijn hier in zijn eentje. Hij bleef maar kletsen, terwijl ik vernikkelde in mijn dunne zomerjurkje. Maar we waren het erover eens wat een mazzel we hadden met het weer. De meeste zomers regent het hier blijkbaar, met af en toe een droge bewolkte dag tussendoor. Dus dat het nu bewolkt en regenachtig was, namen we zoals het was. Daar hadden we ons vooraf ook op ingesteld, dat dat kon gebeuren. Maar als het hier constant had gegoten, was ik niet zo positief gebleven. Nu kijk ik terug naar de warme zonnige dagen, we hebben nota bene gezwommen en een stralende dag op een boot doorgebracht. We moesten alleen wel bedenken wat we dan gingen doen vandaag, eigenlijk wilden we (Harm en ik, Luc was niet bijster enthousiast) hiken. En misschien naar een rendieren verblijf. Eerst maar eens de Chubby Bunny challenge met Luc aangaan. Hij liet gisteren een TikTok zien van een of andere koekwous die marshmallows in zijn mond propte en dan Chubby Bunny probeerde te zeggen. Wij probeerden achteraf gezien zoveel mogelijk witte spekjes in onze wangen te prakken zonder over onze nek te gaan. Harm filmde en wachtte af wie er als eerste zou stikken. We stikten wel, maar dan van het lachen. Luc wist 8 marshmallows naar binnen te werken. Ik hield het bij mijn geluksgetal; 7. Mocht je de behoefte voelen dit thuis te proberen, doe als Luc en knijp ze eerst fijn. Oh en doe niet als Luc en laat de witte brij op de tafel uit je bakkes vallen. Het plakt zoals je denkt dat het plakt; als samengeklonterde marshmallow met speeksel 👍

Het klaarde zowaar op en we wilden graag nog rendieren zien. Luc niet, die ging liever vissen. Gelukkig zat het rendieren verblijf in de buurt. We kregen eerst wat uitleg en daarna mochten we ze voeren. Met een soort mos waar oma’s kerststukjes mee maken. Het voelde niet helemaal goed, deze dieren horen in het wild te leven, waarom voeren? De Sami vrouw legde uit dat het door klimaatverandering komt, dat het noodzakelijk is om de rendieren bij te voeren. Ik had nog nooit een witte rendier gezien, laat staan gevoerd of geaaid (voelt en ruikt net zoals een natte Nederlandse geit).

Bijzonder

Op de terugweg nog even gelachen in de supermarkt om de namen van het eten, zoals Lapskaus en toppertje: Grove Middagskaker. We slaan even over.

In de buurt van onze locatie staat een minihuisje bij het water, voor egels, eenden, mini rendieren? Het intrigeerde mij en nu wil ik er ook zo eentje (oké, misschien liever in het wit) thuis bij de vijver, voor als onze kikkers eens een feestje willen geven 👍 Ook hebben we inspiratie opgedaan voor een nieuw hekwerk op het balkon. Zou toch jammer zijn als we terugkwamen van vakantie en niet meteen aan een nieuwe klus konden beginnen? Eerst maar een klusje hier zien op te lossen; krassen op de huurauto. Harm had gek genoeg niet in de gaten dat er een rotsblok tussen de overwoekerende grassen verstopt was. Misschien kan hij ook nog even snoeien hier 😉

Minihuisje bij het water. Mét vlaggetje 😍

Deel

Noorwegen – deel 2

doorPosted on 1 Comment6min. leestijd453 gelezen

Dag 5

Bewolkt, maar droog en relaxed dagje. Op naar Sortland Storsenter (winkelcentrum). Nou kun je hier bij elke supermarkt visspullen halen, maar voor een onthaaktang togen we toch naar een echte viswinkel. Daarna lunchten we bij een hip tentje, met heerlijk uitziende taarten, rijk gevulde salades en losse thee in luxe verpakkingen. Mijn hart gaat daar sneller van kloppen. Hoe leuk is het om dan in Nederland aan zo’n lekker Noors theetje te nippen? Luc nam een tosti, maar vond het brood niet krokant genoeg en de kaas smaakte ‘oud’, niet als thuis.
Harm lachte; ‘gewoontediertje’.
Nou, zo eentje zat er ook naast hem. Mijn groene thee had de geur van rottende bladeren met een afdronk van slootwater. Toch maar geen hippe Noorse thee voor thuis gekocht. Nog wat boodschappen gehaald en terug naar ‘ons’ huis.

Harm ging een stukje de bergen in, met route van de verhuurder, op zoek naar zoet (vis)water. Ik verbouwde het huisje, zodat de fauteuil voor het raam kwam te staan en ik daar heerlijk met een kopje thee uitkeek over het water en Luc kon zien vissen. Na een uurtje belde ik Harm, hij leefde nog, maar het was een barre klimtocht geweest. Hij was er net aangekomen en genoot van het uitzicht, maar dit zag hij Luc nog niet doen. Hij kwam weer terug en zette voor mijn gemoedsrust zijn locatie aan. Het vissen lukte vanmiddag niet zo bij Luc, maar toen Harm zei dat hij de school makreel weer had gezien, gingen ze er samen op af.

Luc harkte weer een keer achter een steen met zijn haakje en toen was zijn draad op. Harm probeerde het nog los te trekken, waardoor het leek alsof hij een haai aan de haak had geslagen.

Naar de supermarkt voor een nieuw rolletje visdraad, de dichtstbijzijnde winkel was 20 minuten rijden. Voor nu prima, maar niet voor als je iets qua eten vergeten bent terwijl je staat te koken, aldus Harm. Volgens mij probeerde hij me ervan te weerhouden een bod uit te brengen op het leegstaande huisje aan de overkant.

‘Mijn’ huisje aan de overkant

Na onze pizza’s weer naar buiten, drone en camera’s bij de hand voor als Luc wel weer wat zou vangen. Tot twee keer toe raak en dan zat ik er met mijn neus bovenop. Erg irritant voor de overige paparazzi, zo’n beige stoorzender in je beeld. Dus ik beloofde Harm dat ik op de achtergrond zou blijven, bij Luc zijn volgende vangst. Dat bleek een dot zeewier te zijn 👍

Dag 6

Zondag. De dag begon en bleef mistig. We startten rustig op en de mannen begonnen aan een potje Rocket League op de playstation. Ik besloot naar buiten te gaan. Dan stap je echt in een andere wereld. Hand in hand met de stilte liep ik naar de steiger. Kleine kringetjes in het water van happende visjes, visdieven scherend over het spiegelende water, omringd met een vleugje mist. In de verte klonk een koeienbel. Diep inhaleerde ik de pure schoonheid. De natuur en ik. We waren even één.

‘Ons’ huis
Complete stilte

Binnen hadden mijn mannen de grootste lol. Ik zag gekke poppetjes over het scherm dansen. Het heette Gang Beasts. Harm dacht dat ik mijn agressie daar wel in kwijt kon. Agressie? Welke agressie? Ik was de zenheid zelve. Totdat ik uitgelegd kreeg hoe ik kopstoten kon geven. Toen ging ik al headbangend door het beeld, terwijl Luc mij probeerde uit te leggen wat de echte bedoeling van het spel was. Ik rolde half over hem heen van het lachen. Het weerhield hem er niet van om mij op te tillen en mij van de Zeppelin te gooien waar ik net nog boksend met mijn zwabberende spaghettistompjes door de lucht danste. Toen mijn hamburger-hoed van mijn hoofd af werd gestoten, bleek ik er een vleespet onder te hebben. Ik stikte er bijna in ‘ik ben Harm, kijk dan, ik ben Harm’.

We gingen nog even tanken en naar een kerkje (Langenes Kirke) in Stø. Onderweg zagen we een eland met een klein elandje het bos inhobbelen, met hun grappige knobbelknietjes. We reden voorbij, dus het ging te snel voor een foto, maar ik werd er helemaal blij van. Ook van het water en de rotsen die we onderweg tegenkwamen.

De foto’s geven een indruk, maar de ervaring van de sereniteit is niet over te brengen, ik zou er gewoon uren kunnen zitten. Het kerkje was dicht helaas, maar fotograferen zullen we hem.

Tijdens het avondeten hadden we ook uitzicht over het fjord. Er reed ineens een auto richting de steiger. De man/vrouw/hen stapte uit met een soort zwart winkelmandje. Er zat wat in. We zaten allemaal rechtop in onze stoel.
‘Hij komt hier een lijk dumpen!’, ik weet niet eens meer wie het riep. De zoomlens werd erbij gegrepen, maar helaas stond het mandje scheef. Er stak iets ronds uit.
‘Het is alleen het hoofd! Hij maakt er een soort afgehakte-lichaamsdelen-puzzeltocht van!’, vond ik ineens heel logisch.
De persoon die het had gedumpt, pakte een fiets van zijn karretje en spurtte ervandoor. Ik werd gek van nieuwsgierigheid. De gestalte verdween uit ons zicht en ik vroeg wie er mee ging. Geen van de mannen voelde die behoefte. Helden. Ik had toch alle fashionregels al verbroken, dus dan kon ik ook nog wel met mijn sokken in mijn sandalen naar buiten rennen. Luc volgde me vanachter het raam en zag me een foto maken. 2,5 Seconde later ging mijn telefoon; ‘wat is het?’
‘Ha, mij wel alleen op gevaarlijke missie laten gaan en nu de clou willen weten hè?’ was mijn onbevredigende antwoord.
‘Zeg nou’, Luc hield het niet meer.
‘Een bowlingbal’.
‘Echt?’.
‘Nee, haha’ en toen hing ik op. Het was een boei mensen, niks meer, niks minder. Nou vooruit, het zat aan een touw. Maar er waren geen bloedsporen op te bekennen. Dus misschien gaat ons brein een loopje met ons nemen als we compleet zen zijn 😉

Dag 7

De dag begon met een zonnetje. Ik plukte wat frambozen in de tuin voor ons ontbijt, wat we buiten opaten.

Today is the day! Orka’s bekijken. Hopelijk. Om 17.00 uur, want Harm had ergens gelezen dat ze ’s ochtends en aan het einde van de dag het meest actief zijn. Het is ongeveer 2 uur rijden naar Andenes, dus de ochtend vonden we niet zo’n geslaagd idee. Zo konden we gewoon op het gemak ontbijten, foto’s bekijken en een boekje lez… ‘Ik zag een dolfijn’, onderbrak Harm mijn gemijmer. Ik keek naar buiten en ook ik zag ineens twee neusjes (volgens Harm waren het vinnen) boven het water uit piepen. Zie je ons rennen? Ik wist niet dat ik het in me had. Harm ook niet, toen ik hem inhaalde. Ik hoorde zijn geschater achter me, maar ik focuste me op de plek waar we vanuit huis de rimpeling in het water voor het laatst zagen. En ja hoor, iets verderop kwamen ze weer omhoog. Helemaal enthousiast huppelde ik naar Harm, die het zelf ook allang had gezien. Hij hield de camera in de aanslag. Ze zwommen steeds verder weg, alleen een klein stukje vin is het bewijs van ons geluksmomentje. Laat staan hoe we ons zouden voelen als we vanmiddag orka’s zouden gaan spotten.

Onderweg naar Whale2Sea regende het. Duimen dat het in de middag zou opklaren. We kwamen ruim op tijd aan en besloten alvast wat te gaan eten. We probeerden de leukste gerechten op zijn Noors uit te spreken en dan moest je raden wat het was. Wat denk je van; Bifsnadder? Of Pepperbif (klinkt toch als Peppa big)?

Tijd om te varen. De hele boot bleek uit Nederlanders te bestaan. Gelukkig versta je ze niet als je over de golven klapt. Na een half uurtje zagen we water omhoog gespoten worden. De eerste potvis was gespot! Het pubermeisje achter me kirde ‘dit kan van mijn bucketlist af!’
Onze zoon zat op zijn gemak een kinderbueno weg te knagen en vroeg doodleuk aan Harm of hij op zijn hotspot mocht. Ik begrijp dat je hoopt dat er orka’s over de boot springen tegen een strakblauwe lucht, in plaats van dat de regen in je gezicht striemt en je alleen de rug van een potvis te zien krijgt. Maar aan de andere kant zijn we natuurlijk gewoon bevoorrecht. Op het water. De wind te voelen. De vrijheid. Meerdere potvissen te zien, wat vrij ongebruikelijk bleek (het zijn solisten). Het was alsof ze een feestje hadden. En wij waren uitgenodigd 🥰

De rug van de potvis (sperm whale)
Leuk dit. Voor 5 minuten…
Dit was wel echt tof om te zien
Fotootje van internet om te laten zien welk (klein) gedeelte van de potvis we hebben gezien. Ze kunnen 18 meter lang worden.

Deel