• Home
  • Categorieën
    • Gewoon zo’n dag
    • Kinderen
    • Bah
    • Feest
    • Eten
    • Vrouwendingen
    • Pijntjes
    • Zomer
    • Familie
  • Contact
  • Home
  • Categorieën
    • Gewoon zo’n dag
    • Kinderen
    • Bah
    • Feest
    • Eten
    • Vrouwendingen
    • Pijntjes
    • Zomer
    • Familie
  • Contact
Joyce Stories

Joyce Stories

  • Home
  • Categorieën
    • Gewoon zo’n dag
    • Kinderen
    • Bah
    • Feest
    • Eten
    • Vrouwendingen
    • Pijntjes
    • Zomer
    • Familie
  • Contact
EtenGewoon zo'n dag

Het eten is van ondergeschikt belang

doorjoycePosted on april 25, 2014mei 4, 20140 Comments7min. leestijd113 gelezen

Deel

0

Je hebt van die mensen, die kun je een tijd niet zien en het is gelijk weer goed als je elkaar ziet. Zo iemand is Margret. Type schatje. Waardoor ze ook een enorme sociale kring heeft en haar agenda overloopt. Maar na vier jaar had ze dan eindelijk een gaatje gevonden voor me. Ach, het kwam er gewoon elke keer niet van, maar gisteravond was het dan zover; het grote weerzien. We hadden eigenlijk afgesproken met nog een oud-collegaatje maar Liane had voor het gemak de deurklink van haar auto eraf getrokken. Dus er komt nog een vervolgdate met z’n drietjes. Schikt 25 april 2018 Margret? Nou komt bijna in elke blog wel naar voren hoe (a)sociaal ik ben. Verbaast het je dat ik dan toch uit eten ga met iemand die ik al vier jaar niet heb gezien? Een klein uitlegje is dan misschien wel op zijn plaats. Toen ik eindelijk een baan gevonden had na een zoektocht van vier maanden kwam ik terecht bij het bedrijf waar ik nog steeds werk. De functie als commercieel medewerker was minder commercieel als ik dacht. Of ik snap het begrip commercie gewoon niet. Anyway, de saaie eindeloze rapportages probeerde ik op te leuken met kleurtjes en ik zette me voor de volle 100% in. Maar eigenlijk was dat overdreven. Het motto van het bedrijf was namelijk ‘goed is goed genoeg’. En de gesprekken met de accountmanagers werden al wat losser. Maar belangrijker, ik integreerde op de kamer waar ik zat. Eigenlijk vrij logisch. Je zit meer met elkaar opgescheept dan met je eigen gezin. Het werd steeds intiemer en gezelliger. Op donderdag gingen we over van de praat van afgelopen weekend, naar de plannen van aankomend weekend. Ik heb me echt kapot gelachen. Wat een leuke meiden. Toen de afdeling werd opgeheven (nee, had niets te maken met mijn kleurrijke rapportjes), waren we intens verdrietig. Margret werd ontslagen en terwijl we nog zaten te snikken, werd ik gebeld of ik bij een zusterbedrijf intern wilde komen praten over een functie. Wat was dat dubbel. Margret moest weg, ik mocht blijven en ik kreeg zelfs de kans op een leukere functie. Ik mocht zelfs kiezen uit welke afdeling me het leukste leek. Duh, marketing natuurlijk. Heeft me altijd getrokken, maar de opleiding niet. En nu zit ik er nog steeds. Maar we besloten onze band niet zomaar te laten doorsnijden en organiseerden etentjes bij elkaar thuis. En probeerden elkaar af te troeven met de meest lelijke bos bloemen. Het viel nog niet mee om half aangevreten zonnebloemen te vinden, maar het lukte me en Margret nam ze met een stralende lach in ontvangst. Het is logisch dat sommige contacten verwateren, maar met Margret en Liane hield ik contact. Liane werkt er ook nog steeds en ook al kon Margret nooit een gaatje vinden om af te spreken, ons lukte het nog wel 1 of 2 keer per jaar. En eigenlijk kwamen we altijd tijd te kort. Maar terwijl Liane naar de deurklink in haar hand stond te kijken, reserveerde ik een plekje in Zaltbommel. The place to be. Ik heb ook met andere oud-collega’s al heel het stadje verkend op eetgebied en laten we het erop houden dat we nog nooit culinaire hoogtes hebben bereikt. Maar ‘het eten is van ondergeschikt belang’ werd ons motto. Dat namen Liane en ik soms wel erg letterlijk. Bij het stads café werd mij het kindermenu geweigerd. De vis fileren was ook teveel moeite en de uiteindelijke gekozen lasagne was aangebrand. Gelukkig was de bediening zo vriendelijk als een ongestelde oorwurm en we weten nog steeds niet of ze het expres deed of niet. Omdat wij wel lol hadden en zij een chagrijnig kuthumeur. Maar ze liet een glas rode wijn over de witte broek van Liane vallen. Eigenlijk hadden we toen moeten besluiten, hier nooit meer terug te keren, maar goed, je hebt een motto, dus stick to it. Ik belde om te reserveren en naast het stads café kon je bij hun ook blijkbaar reserveren voor het stadhuis, dat was een restaurant in plaats van café/brasserie. Prima, daar waren we nog niet geweest en dan was de kaart vast uitgebreider. Margret leeg restNetjes om 18.00 uur schoof ik aan en wachtte op Margret. Ze was een omleiding tegen gekomen. Oeps, vergeten te vertellen. Ik appte haar dat het stadhuis tegenover de zeeman zat en een bruin luifel had. Zo hadden ze me er bij het stads café ook naar verwezen. En terwijl ik Margret voorbij de zeeman zie lopen schreeuw ik haar toe vanuit de deuropening ‘Joehoe, hiehier, waar ga jij naartoe?’. Margret vertrouwde niet helemaal op mijn beschrijving en dat is niet verwonderlijk, maar voordat ze aan een stadswandeling begon, loodste ik haar naar binnen. ‘Wat een drukte. Misschien moeten we wat harder praten. Wat schreeuwen die mensen he?’. Margie keek om zich heen en proestte het uit. ‘Ik ben blij dat je hebt gereserveerd.’ Het grappige is, dat bij het reserveren, er ook echt nog werd gedaan alsof ze de agenda moesten raadplegen. ‘Eens kijken hoor of we nog plek hebben voor twee personen.’ Er zat verder niemand. Eigenlijk was dat maar goed ook. We hadden het ‘rijk’ voor ons alleen en stoorden dus niemand met onze bulderende lach. We ploften neer en ratelden maar door. We hadden dan ook vier jaar bij te praten. Zonder vragen werden er rievierkreeftjes voor ons neergezet. Die sloeg ik even over, maar ik begon wel trek te krijgen. Wat een teleurstelling was de kaart. Tomatensoep en champignonsoep lust ik allebei niet. Waarom niet eens gek doen en in plaats van een blik soep opentrekken, een verse linzen of pompoensoep maken? Maar dat paste niet bij de rest van de standaard kaart. Vegetarisch betekent veel paprika en champignon. Een grote homp vlees dan? Het Goofy menu keek me verleidelijk aan. Tot 12 jaar. Zou het werken als ik twee staartjes in mijn haar zou maken? Dat ging niet lukken. Ik kwam net van de kapper en die had mijn haar zo pluizig geföhnd dat ik in het restaurant op zoek ging in mijn mega toilettas naar een flesje Biosilk. Helaas, wel 15 lipgloss, maar dat leek me niet geschikt om mijn pluis mee te temmen. He, een klein tubetje gel. Kwistig spoot ik het in mijn handen en probeerde het in mijn haar te kneden. Maar mijn haren bleven coupe windhoos en mijn handen plakten vies aan elkaar. Een knot voldeed ook. Maar vergooide mijn kans dus op een kindermenu. Misschien wilden ze hier wel mijn visje fileren. Ik vroeg het op mijn aller aller liefste en zowaar kreeg ik een berg grof gefileerde vis. Terwijl ik zelf nog wat graatjes aan de kant schoof, knorde mijn maag als een wild everzwijn. Aaanvalluh. Ik probeerde te doen alsof het smaakte, maar ik vroeg me serieus af of ze de tongetjes in het zwembad gevangen hadden. Wat een ranzige chloorsmaak. Logisch dat ze er een bakje saus bij gaven. Maar ‘het eten is van ondergeschikt belang’. En dat was het. We kletsten als vanouds. Over kibbelende kinderen, complexe familiebanden en onze onzekerheden. We herkenden elkaars lage zelfwaarde en dat ging ongeveer zo: M: Bij tennis ben ik echt de slechtste. Ik kan het wel aardig hoor, maar ik kijk altijd op tegen het dubbelen. Want wie wil er nou met mij? En als ik wordt gevraagd, denk ik, wat aardig, dat doet ze alleen voor mij. Ze zeggen natuurlijk wel van niet. J: Maar ze liegen. Om ons goed te laten voelen. M: Precies. Ik heb ook totaal geen balinzicht. En ik weet al zeker dat ik het verliezende punt zal maken. Ik krijg er de zenuwen van. J: Jezus, dat snap ik. Niks voor mij. Waarom doe je het nog? M: Geen idee. Ik denk ook dat ik ermee ga stoppen. J: Nee joh, niet doen. Dan kun je straks niks meer doen. Blijven we de hele dag in bed liggen, omdat we anders toch maar iedereen tot last zijn. M: Erg eigenlijk he, dat we zo denken? En ik vind jou juist zo leuk. J: En ik jou. We vielen elkaar nog net niet snikkend in de armen. Maar haalden daarna juist nog meer hilarische en eigenlijk trieste momenten op. Dat ik wel graag complimenten wil, maar als ik ze krijg helemaal niet geloof. Dat was wel weer een mooi moment om elkaar de hemel in te prijzen. We gingen er bijna rechtop van zitten. Bijna. Ons gemeenschappelijke kenmerk is een kromme rug. Toen we nog samenwerkten stimuleerden we elkaar nog weleens om recht te gaan zitten. En grapten we dat we op ET leken met zijn nek vooruit. Het is zo fijn om te kunnen vertellen dat ik misschien ga sporten om aan die houding en een strakke buik te werken. En dat als ik het niet doe, dat Margret me nooit zou veroordelen. Terwijl ik die strakke buik alweer loslaat en gewoon een dubbel toetje bestel en ze daar niks van zegt. Ook niet als ik de helft laat staan. Want Margret, ook al zei je dat hij niet zo zwaar was, eigenlijk bedoelde je gewoon te zeggen dat hij niet lekker luchtig was. En smaakte naar dikke poep aangelengd met cacaopoeder. We aten stug door. En hielden onze buik niet in. En onze rug niet recht. Bestelden ondanks de priemende blikken van de serveerster nog drie keer thee. En aten de bijbehorende vieze bonbons. Margret appZelfs bij de auto kletsten we door. Eigenlijk wilden we geen afscheid nemen. Want stiekem weten we, we zien elkaar vast een tijdje weer niet. Maar dat geeft niet Margie. Want volgende keer hou ik nog steeds van je. En bedankt voor je lieve appje. Ik geloof je. X

Vorige

Even ontspannen

Volgende

Dagje Rotterdam

Wat vind jij van deze blog? Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

No Comments Yet.

Over mij

photo

Hoi, ik ben Joyce en op mijn blog schrijf ik over mijn dagelijkse beslommeringen. Cynisch, overdreven, maar met een glimlach. Ga er maar eens lekker voor zitten, ik schrijf namelijk nogal uitgebreid. Enjoy the stories!

Archief

Copyrights © 2018 BUZZBLOGPRO. All Rights Reserved.