Terwijl ik dit schrijf kijk ik uit over een Titanic-achtige reling, begroeid met exotische bloemen en een uitzicht op zee, zoals je ze ziet in reisbrochures. Ik zit beschut in ‘ons’ prieeltje en de warme wind streelt mijn gezicht. Mijn gedachten gaan terug naar begin januari.
Harm en ik keken elkaar blij aan op de bank. De vakantie was geboekt. Dit keer geen volle zwembaden met dobberende Duitsers en volvretende Russen (oftewel all-inclusive), maar een ‘Eliza was here’ plekje via Sunweb Secrets. Witte sfeervolle kamers, natuurtinten, Cocomat bedden (gevuld met paardenhaar en de snorharen van een ezel oid, ik hou ervan) en dan natuurlijk het adembenemende uitzicht. Dit pareltje bevond zich op Lesbos, voor ons nog onbekend gebied.
Niet lang daarna werd het eiland voor ons bekender, als zijnde dichtstbijzijnde EU (ei)land voor vluchtelingen om naar toe te vluchten. Weg was de voorpret.
Ik zag mezelf al zitten met een cocktail aan het strand terwijl er imaginaire dode kindjes rond mijn voeten aanspoelden. Hard? Overdreven? Misschien, maar je begrijpt waar ik heen wil. Niet meer naar Lesbos in ieder geval. Hoe kan ik daar genieten van mijn luxe vakantie, als ik weet dat er op hetzelfde eiland mensen aankomen die vluchten voor oorlog? Dat ik voor mijn plezier in dezelfde zee dobber, als die waarin zoveel tragedie schuilgaat? Omdat ze hoopten op een betere toekomst. Dat er echt geen andere keuze is dan alles achter te laten en voor veel geld in een gammel bootje stappen. Met je kindjes. Zonder dat je kunt zwemmen. Vluchtend voor de hel. Met het risico dat je nooit zou aankomen in een betere wereld. Hoe zou ik dat kunnen negeren?
Ik neem contact op met Stichting Bootvluchtelingen.
‘Wat hebben jullie nodig?’
Het antwoord is simpel: ‘Hier op vakantie gaan helpt al enorm.’
Dat snap ik, want het eiland mag dan volstromen met vluchtelingen, toeristen blijven daardoor weg. Beschaamd denk ik dat als ik een keuze had gehad, mijn vakantie wellicht ook had geannuleerd. Dat is natuurlijk je kop in het zand steken en hypocriet. Daarom voel ik de behoefte om iets te geven. Mijn hulp gaat niet, want ik ben niet alleen hierin. En Luc vind ik hier nog te klein voor. Wat dan?
‘Zonnebrand, kinderzwemkleding en heren zomerkleding & ondergoed’, is het antwoord.
In mijn hoofd visualiseerde ik er al een extra koffer bij. Maar naast de aangeschafte zonnebrand en ondergoed zijn de westerse mannen zo weldoorvoed dat er bijna niet aan smalle maten te komen is. Maar met wat ik verzamel kan ik toch 1/3 koffer vullen. De rest van onze spullen vouw ik hier vakkundig omheen.
Eenmaal aangekomen op het prachtige eiland dragen we ons steentje over aan Elly met wie ik vanuit Nederland contact heb gehad. Ze geeft aan dat veel van de bewoners van Lesbos klaar zijn met de vluchtelingen. Door wat de media ons voorschotelt zit het eiland nu bijna zonder toeristen. Zelfs enkele hulporganisaties schetsen een extra negatief beeld om meer geld te ontvangen. Gevolg is dus dat restaurants en hotels half vol zitten of soms gewoonweg niet anders kunnen dan sluiten. Wij zijn dit jaar dan ook echt ver weg van het massatoerisme. Heerlijk voor ons, maar killing voor de inwoners die hier leven van toerisme.
Elke avond kozen we omstebeurt een ander restaurant. Op de dag dat Lina koos om te eten bij een Nederlands tentje, hoorden we hoe de eigenaren het ervaren.
Schijnbaar zijn er ook (economische) vluchtelingen die hun boot net voor aankomst kapot hakken. Zo zijn ze extra zielig voor de fotografen die aan wal stonden om dit vast te leggen. Dat de mensen die uit angst vluchten in datzelfde bootje zitten (zonder reddingsvest) maakt de gelukszoekers niets uit.
Ze overleven het niet.
De Hollandse vrouw zegt bijna emotieloos dat ze van haar part allemaal mogen verdrinken. Verbitterd kruipt ze in haar slachtofferrol en druipen wij af naar buiten. Ik probeer de bruingrijze drek uit de zelfgemaakte kroket weg te werken, maar de brok in mijn keel verhinderde doorslikken. Dat het smaakte naar opgewarmde rattendarmen, hielp ook niet.
Oplossingsgericht als Harm en ik zijn, zien we legio mogelijkheden om de voorbijlopende toeristen naar binnen te lokken naar deze nu troosteloze, sfeerloze en harteloze zaak. Maar hoe makkelijk is het om de totale schuld bij een vluchteling in zijn natte schoenen te schuiven.

Wanneer ik die week een restaurant uitzoek op een berg met wederom een adembenemend uitzicht, hebben we daar wel met de eigenaren te doen. Terwijl wij de lucht roze zien worden, zijn er maar twee andere stellen die daar ook van genieten. Zo weinig tafeltjes bezet op zo’n geweldige locatie. Met een vreselijk nederige ober voelen we ons opgelaten. Maar het echte Griekse eten is vol van smaak en we zien de zon langzaamaan verdwijnen. Normaal zou je dit plekje verborgen willen houden voor jezelf, maar nu niet. Ze hadden namelijk ook nog de pech dat de stroom uit viel. Zo sneu en niet verdiend. Dus serieus, ga er eten als je op Lesbos bent (geen idee hoe het er heet, ze hebben namelijk allemaal de naam Taverna en wat Griekse kronkels erbij staan, maar het ligt in Petra de weg op richting de bergen).

Het eiland is namelijk echt een aanrader. Zeker ook de locatie (www.littlebirdlesvos.com) waar wij verbleven. Met super lieve eigenaren. De man bracht me s’ochtends verse vijgen uit de tuin en de laatste avond kletsten we nog met ze over het eiland. De vluchtelingenkwestie. Zij hebben ook een tijd hulpverleners onderdak geboden. Met liefde. Zonder bitterheid over de terugloop van vakantiegangers. Ik vertelde de mooie vrouw hoe bezwaard ik me eerst voelde om hier op vakantie te gaan, terwijl er zoveel mensen lijden. Zij was ouder en wijzer. Want ze had gelijk toen ze me vertelde dat er waar je ook heengaat ter wereld, er altijd rijk en arm zal zijn. Geluk en pijn. Oorlog en vrede.
Dat je dan maar beter kunt genieten van je eigen leven. Van vakantie. Dat heb ik gedaan.
Ik heb mijn ogen niet gesloten, maar volledig de kost gegeven.
Linde
september 1, 2016Wat een prachtige blog heb je geschreven! Serieus, een echte boodschap, echter toch helemaal in jouw specifieke en oh zo leuke stijl!
Dank je wel voor het schrijven! Dank namens de Grieken, de vluchtelingen, maar ook gewoon dank van mij!
joyce
september 1, 2016Jeetje ik word zelf een beetje stil van de lieve reacties. Maar soms moet je iets gewoon schrijven…
Bas K
september 1, 2016Prachtig stuk weer Joyce, dank je voor het delen!
Elja
september 1, 2016Wat een ontzettend mooie blog…wordt er stil van! Ik deel hm ff ☺
Renate
september 1, 2016Mooi geschreven ❤️❤️❤️
Linda
september 6, 2016Prachtig initiatief Joyce! Het schrijven over en het doen, zijn 2 verschillende zaken……maar jij hebt de ‘simpelheid’ bewezen van iets vanuit jouw hart!!
Respect! ?